116 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. Art. 2. Voor de straatlantaarn- of de ganglantaarnlichten worden van gemeentewege alleen de aanvoerbuizen met inbegrip van den brander en de kraangeleverdde lantaarn en de paal of branche behooren niet onder de gemeen te-toestellen. Art. 3. Het jaarhet kwartaal en de maandin artikel 1 bedoeld, worden gerekend aan te vangen op don datum der eerste levering. Art. 4. Onder den prijs van een straatlantaarnlicht zijn begrepen de kosten voor het aansteken en blusschen van gemeentewegedat gelijktijdig geschiedt met het aansteken en blusschen van de openbare straatverlichting, Art. 5. Onder de kosten van aanleg van de gemeente -toestellenin art. 1no. 3 bedoeldzijn begrepen de kosten van opruiming indien het gebruik ophoudt, en de kosten van herstelling dei- openbare straat. B. De raad dér gemeente Leeuwarden Gelet op zijn besluit van heden tot bepaling van den prijs voor het genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriek zoo mede voor het gebruik van de gemeente-toestellen daarbij be- noodigd en voor de kosten van aanleg dier toestellen Besluit Vast te stellen navolgende Voorwaardenwaarop het gas uit de gemeentelijke gas fabriek wordt geleverd. Art. 1. De invordering van het overeenkomstig art. 1 van het boven aangehaald besluit verschuldigde wegens het genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriek, het gebruik van de gemeente-toe stellen daarbij benoodigden den aanleg dier toestellenge schiedt door den boekhouder der fabriek. Art. 2. Ieder, die verlangt gas te verbruiken \an de gemeentelijke gasfabriek, of het bij hem bestaand getal gasvlammen te ver meerderen of te' verminderendoet hiervandoor invulling van het daarvoor bestemd billetaangifte bij den boekhouder dei- fabriek. Art. 3. De aangifte geschiedt door den hoofdbewoner of gebruiker van het perceel of van een gedeelte van ecu perceelwaarvoor liet gasverbruik wordt verlangdof door een persoondie daar bij als bestuurder, beheerder of ondernemer belang heeft. Art. 4. De boekhouder geeft van de aangifte ten spoedigste kennis, aan den directeur der fabriekdie zorgt dat met den meesten spoed de daarvoor benoodigde toestellen worden aangebragt en na de plaatsing aan den boekhouder opgave doet van het door hem gebruikte materieel en verder van al hetgeen, waarnaar het verschuldigde voor het gebruik van die toestellen en voor den aanleg daarvan moeten worden berekend. Art. 5. De gasverbruikcr is verpligt uitsluitend gebruik te maken van devan wege de gemeentete verstrekken toestellen van uit de hoofdbuis tot en met den meter of tot en met den brandei- voor een straatlantaarn- of een ganglantaarnlicht. Hij is mede verpligt tot het gebruik maken van zoodanigen gasmeter als de directeur der fabriekin verband met de aan wezige lichtennoodig oordeelt. De gasleiding van uit de hoofdbuis to c> scheiding van het perceel van de publieke straat, wordt van wege de gemeente bekostigd; voor het verdere van dien toestel wordt de daar voor bepaalde prijs geheven. De aankoopinrigting en aanleg van do verdere toestellen benoodigd voor de verlichting van oen perceel door gaswor den aan den aangever overgelatendie gehouden is het benoo digde materieel ten zijnen koste aan tc schaffen. Het aanbrengen dier toestellen kan echter van wege de ge meente op aanvrage geschiedentegen betaling der kosten. Voor zoo verre (lit aanbrengen buiten bemocjjing van den directeur der fabriek plaats vindt, geschiedt de aanhechting dier toestelion aan diewelke van wege de gemeente zijn ver strekt, niet dan onder toezigt van den directeur. Indien het aanbrengen der toestellen achter den gasmeter door den aangever zelvcn of buiten bemoeijing van den direc teur dor fabriek is geschiedis de gemeente niet gehouden later aan de toestellen reparation te verrigten. Evenmin is zij verantwoordelijk voor de gevolgendie uit een slechten of gebrekkigen aanleg der toestellen of aanhech ting van ornamenten of andere ^iaken aan die toestellen zouden kunnen voortspruiten. Art. 6. Indien aan den aanleg der gemeentetoestellenuithoofde van de bijzondere gesteldheid der plaatsen waar die moeten worden aangebragt, buitengewone kosten verbonden zijn of er uit dien hoofde gevaar bestaat van beschadiging van een perceel, is de gemeente, die in geen geval die beschadiging voor hare reke ning neemt, niet gehouden die toestellen aldaar aar te leggen. Het is den aangever alsdan vergund zelf de gemecntetoestelleu voor eigen risicomits onder toezigt en met goedkeuring van don directeur, te doen aanleggen. In dat geval is hij voor kos ten van aanleg niets verschuldigd. De gemeente is niet gehouden het gas te leveren aan of in zoodanige gebouwenwelke gelegen zijn in gedeelten der ge meente, waar geene hoofdpijpen (minstens van 5 centimeter diameter) tot straatverlichting aanwezig zijn. Art. 7. Bij de aanwijzing dor plaatsing van de aanvoerbuizen en den meteris de directeur verpligt zorg te dragendat daarvan geen misbruik kan worden gemaakt in het nadeel der gemeente, en is mitsdien de aangever verpligt in die aanwijziging te be rusten. Die aanwijzing geschiedt door den directeur, vóór dat met. den aanleg der toesteilen een aanvang wordt gemaakt, ten einde den aangever in de gelegenheid te stellen zijne aan gifte in te trekkenindien hij daartegen bezwaar heeft. De aangever is verpligt genoegen te nemen met de door den directeur aangewezen plaatsing van een straatlantaarn- of gang lantaarnlicht on met de brandersdaarvoor bestemd. Het straatlantaarnlicht wordt alleen geplaatst op een perceel, waarnaar de toegang van den openbaren weg ten allen tijde open staat. Het ganglantaarnlicht wordt alleen geplaatst in een perceel waarin de gasvlam ten allen tijde van den openbaren weg zigt- baar is. De gasverbruiker is verpligt den gasmeterdie altijd onbe wegelijk aan den muur of ander vast ligchaam moet zijn be vestigd zelf en op eigen kosten af te sluiten en te doen om- ideeden of omkasten, indien de directeur dit noodig oordeelt. De aanvoerbuis wordt tussehen den openbaren weg en den gasmeter voorzien van een hoofd- of afsluitkraante plaatsen op aanwijzing van den directour. Art. 8. De gasverbruiker is verpligt bij het ontdekken van gebreken aan of van eenige lekkaadje in de gemeente-toestellenhoe go- ring ookhiervan ten spoedigste kennis te geven aan den boek houder der fabriekdie daarvan onverwijld kennis geeft aan den directeurten einde daarin kosteloos te voorzientenzjj het mogt blijkendat het gebrek of do lekkaadje doo. bescha- i diging of verkeerde behandeling der toestellen is veroorzaakt, in Bijlage tot het verslag der handelingen vai welk geval de gasverbruiker, die verantwoordelijk is voor alle schadewelke op zijn perceel aan de gemeente-toestellen mogt overkomen, gehouden is do kosten van herstel te vergoeden, volgens opgaaf van den directeuren aan den boekhouder, te gelijk met de eerstvolgende betaling van het verschuldigde voor het genot van gas, te voldoen. Art. 9. Ten laste van eiken gasverbruiker wordt door den boekhou der eene rekening gehouden van de door hem verbruikte hoe veelheid gas en het daarop betaalde. De prijs voor hot genot van gas is door den gasverbruiker verschuldigd voor do hoeveelheid gaswelke volgens aanwijzing van den gasmeter is verbruikt sedert de opneming dier reke ning of den laatst voorgaanden aanslag op deze. De rekening wordt jaarlijks in de maand Januarijalsmede lijj het ophouden van gasverbruik, afgesloten. Art. 10. De aanslag voor het genot vay gasvolgens aanwijzing van den gasmetergeschiedt in den regel aan het einde van elke maand. Het verschuldigde voor het genot van een straatlantaarn- of een ganglantaarnlichtalsmede voor het gebruik van de ge meente-toestellenwordt telkens ingevorderd na afloop van een kwartaalmaar terstond invorderbaar bij het ophouden van hot gasverbruik of verandering van gasmeter. Do boekhouder kan door burgemeester en wethouders ge- magtigd worden om het verschuldigde over een korteren ter mijn dan bij dit artikel bepaald isin te vorderen. Art. 11. De boekhouder Iaat na afloop van iedere maand of, voor zooveel het verschuldigde voor het genot van een straat- of ganglantaarnlicht of voor het gebruik van de gemeentetoestel len betreft, na afloop van een kwartaal het verschuldigde ten huize van de gasverbruikers kosteloos ophalendoor een daar voor aan te wijzen beambte. Doze mag daarvoor geenerlei gift of belooning aannemen. Art. 12. De betaling geschiedt tegen overgifte van eene nota, aanwij zende hot bedrag van het verschuldigde. De aanslagbilletten gelden voor kwitantie tot aan de afsluiting van de rekening als wanneer den belanghebbende des verkiezende eene kwitan tie tegen betaling der kosten van het zegelwordt ter hand gesteld. De aangeslagene kan echter voor eiken betaalden aan slag, desverkiczcndedadelijk eene kwitantie vorderen. Op de nota en kwitantiën worden de onderscheidene verschul digde sommen afzonderlijk vermeld. Bij de eerste betaling wordt steeds het verschuldigde vol daan voor de kosten van aanleg van de gemeentetoestelleu. Art. 13. Bij weigering van betalinguit welken hoofde ookvan het ter zake van geleverd gas of toestellen verschuldigdehebben burgemeester en wethouders het regt de invoerkraan van het gebouw van den in gebreke zijnden verbruiker te doen sluiten en verzegelen enbij weigering van toegang tot het verzegelen of bjj voortdurend verzuimde pijp aan de hoofdbuis op de straat te doen wegnemen. Daaraan geschiedt geen herstelling, dan nadat alle kosten en verder verschuldigde gelden zijn be taald en voor het vervolg eeno borgstelling ten genoegen van burgemeester en wethouders zij gesteldalles onverminderd do regtonwelke de gemeente ter zake der wanbetaling zou kunnen of willen doen gelden. Art. 14. Het verschuldigde voor aangiften van buitengewouen of voor- bygaanden aard, ter beoordeeling van den boekhouder, zoo als voor het verbruik van gas in tijdelijke gebouwen of plaatsen voor openbare vermakelijkhedenin kermistenten of kramen als anderzins moot eiken dag w orden voldaan. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. 117 De boekhouder is zelfs bevoegd vooruitbetaling van het ver- moedeljjk bedrag van het daarvoor verschuldigde of zekerheid voor de betaling daarvan te vorderen. Art. 15. De verbruikte hoeveelheid gas wordt op last van den boek houder aan den gasmeter opgenomen door een daarvoor aan to wijzen beambtedie daarvan aanteekening houdt. Art. 16. De gasverbruiker is verpligt de, met de opname van den meter of met het onderzoek van de gemeentetoestellen belaste beambten zoowel als den directeurindien zij dit verlangen daarbij toe te laten. Art. 17. De aangeslagenedie zich door de opname van den meter bezwaard achtkan zijn bezwaar daartegen inbrengen bij den boekhouderdie daarvan kennis geeft aan den directeur. Deze zorgt, dat eene nieuwe opname van den meter plaats vindt, hetzij door hem zelvcnhetzij door een door hem aan te wij zen bediende der fabriek. Art. 18. De gasmeter wordt van wege de gemeente kosteloos in goed- werkenden staat gehouden en geregeld. De aangeslagene die zicli door de aanwijzingen van den meter bezwaard achtkan tegen betaling der kosten van vervangingeen anderen meter nemen. Mogt bij onderzoek van dc beambten blijken, dat de aanwijzingen van eenen gasmeter niet naauwkeurig zijn, dan is de aangeslagene van de kosten van vervanging vrijgesteld doch verpligt een anderen meter aan te nomen. Art. 19. Indien bij de opname van den gasmeter mogt blijken, dat dezetengevolge van een gebrek of anderzinsbuiten toedoen van den aangeslagene of van zijne huisgenooten of van de per sonen in zijne dienst of op zijn perceel toegelatenniet of on juist heeft gswerkt, wordt de verbruikte hoeveelheid gas be groot gelijk te staan met diebij de laatst voorgaande opname over een gelijk tijdperk aangewezen. Art. 20. Bjj iedere verandering van den gasmeter geschiedt dc opname van liet verbruik. Art. 21. De gasverbruikerdie geen gas meer verlangt te verbruiken, is verpligt hiervan aangifte te doen bij den boekhouderdie daarvan ten spoedigste kennis geeft aan den directeur. Deze zorgtdat de aanvoerbuizen onmiddellijk worden afgesneden en de gasmeter worde weggehaald. De gasverbruiker blijft inmiddels verpligt het verschuldigde voor het verbruik van gas te betalenovereenkomstig de laatste aanwijzing van den gasmeter. Art. 22. De gasverbruikerdie een perceel verlaat of het niet langer gebruikt, is verpligt hiervan aangifte te doen bij den boekhou der, die daarvan dadelijk kennis geeft aan den directeur. Deze zorgt dat de aa'nvoerbuizen ten spoedigste worden afge sneden en de gasmeter worde weggehaaldtenzij de nieuwe bewoner of gebruiker van het perceel met het gasverbruik ver langt voort te gaan en daarvan aangifte doet bij den boekhou der, in welk geval de nieuwe bewoner of gebruiker niets voor de kosten van aanleg van die gemeente-toestellen verschuldigd is. De gasmeter wordt ten spoedigste opgenomen. Hijdie het perceel verlaat of niet langer gebruiktis ver pligt liet verschuldigde voor het gebruik'van gas te betalen, volgens aanwijzing van den gasmeter hij die opname. Het gas verbruik na die opname komt ten laste van den nieuwen be woner of gebruiker. Art. 23. Het beschadigenafbrekenwegnemen of vernielen van do aanvoerbuis tussehen de hoofd-straatbuis en den gasmeter, zoo ook van den gasmeter zeiven door den aangeslagenezijne huis-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1876 | | pagina 59