Bijlage no. lö. n 26 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877. N.B. De directeur en de vier eerstgenoemde leeraren blij ven tevens belast met de directie en het onderwijs aan de bur ger avondschool. C. Programma van onderwijs. Lesurendagelijks van 812 theoretisch en teekenonderwijs voor alle leerlingen dagelijks van 25 praktisch onderwijs in de ambachten maandags tot en met vrijdags van 2—4 theoretisch onderwijs voor niet ambachtslieden. Theoretisch en teekenonderwijs per week le klasse Wiskunde Nederl. taal en gesch. Natuur- en scheikunde Handtcekenen Regtlijnig teekenen 6 4 2 12 2e klasse 7 8 2 3 4 3e klasse 24 uren 12 24 uren 12 24 uren Voor niet ambachtslieden bovendien per week le klasse 2e klasse Fransch 6 6 5 Nederlandsch 2 2 2 Aardrijkskunde 2 Boekhouden 1 2 Staathuishoudkunde 1 1 3e klasse 10 uren 10 uren 10 uren Vcreischten van toelating zijnminstens 12-jarigen ouderdom en voldoende kennis van lezenschrijven en rekenen met ge- heele getallen en gewrone en tiendeelige breuken. N.B. De in dit voorstel aangehaalde adviezen van de com missie van toezigt op- en den inspecteur van het middelbaar onderwijs worden in de volgende bijlage opgenomen. Bijlage tot het verslag «Ier handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877 ADVIEZEN van de commissie van toesigt op het middelbaar onderwijs en van den inspec teur van het middelbaar onderwijs (dr. Stoijn Parvé)aangaande een adres betredende de oprigting eener ambachtsschool te Leeuwar den. Leeuwarden, 6 April 1876. Tn antwoord op uwe missive van 14 January jj.no. waarbij ons werd toegezonden een gedrukt exemplaar van een adreshoudende verzoekdat de raad dezer gemeente moge besluiten tot oprigting van gemeentewege van eene theoretische en practische ambachtsschool in deze gemeente, hebben wij de eer u de navolgende beschouwingen mede te deelen nopens de naar aanleiding van dat adres door u aan ons gestelde twee vragen 1. of, en zoo ja, in hoever de oprigting van bedoelde school in deze gemeente gewenscht en uitvoerbaar wordt geacht, in verband met de reorganisatie van de bestaande burgerdagschool en behoud Üvan de burgeravondschool 2. of de oprigting van de gewenschte ambachtsschool door eene particuliere vereeniging, zoo noodig met subsidie van de gemeenteniet de voorkeur zoude verdienen boven de oprig ting daarvan door de gemeente met subsidie van verschillende corporatiën. De vraagof de oprigting eener ambachtsschool hier gewenscht en uitvoerbaar is in verband met eene hervorming van de be staande burgerdagschool en behoud van de bestaande burger avondschool plaatst ons op een ander standpunt en voor eene andere taakdan de adressanten als hun standpunt en hunne taak hadden gekozen. De adressanten toch hebben zich de vraag voorgelegdof de burgerdagscholen het onderwijs gevendat de aanstaande am bachtsman behoeft na het verlaten van de lagere schoolzij oordeelcn, dat aan die scholen practisch onderwijs in de ver schillende vakken ontbreektzij vinden daarin ook de reden waarom die scholen weinig worden bezocht door den aanstaan den handwerksmanen dewijl nu de burgerdagscholen voorna melijk voor den ambachtsstand bestemd zijn, wenschen de adres santen eene theoretische en practischo ambachtsschool voor don aanstaanden werkman te zien geopendin stede van de burger dagschool of wel daarnevens. Van dat standpunt uit is de vraag, die men zich voorsteltinderdaad niet zeer moeijeljjk te beant woorden. Men plaatst zich op het standpuntdat het uitsluitend de handwerksman is, die eene middelbare school moet hebben, aansluitend aan de lagere schoolendaarvan uitgaandewijst men aan, dat hij op die school onderwijs in do Fransche taal en in botanie kaïi ontberen; dat hij meer behoefte aan teeken onderwijs heeftdat het theoretisch onderwijs voornamelijk moet worden gegeven in verband met de toepassing daarvan in het handwerk, en dat practische opleiding in het ambacht hand in hand moet gaan met het onderwijs in do theorie. Waar ons echter de vraag wordt gesteld, of de oprigting eener ambachtsschool wenschelijk is in verband met eene hervor ming der burger dagschoolkan datzelfde standpunt niet het onze zijn. Daar toch is te onderzoekenof de opheffing der bestaande burgerdagschool noodig en gewettigd is. Want het is duidelijk dat eene reorganisatie dier school tot eene theoretische en prac tische ambachtsschool de tegenwoordige school opheft. Het on derwijs zal dan alleen geschikt zijn voor hen die zich voor een ambacht willen oefenenen zelfs nog slechts voor een zeer beperkt getal van dezen. Immers de vakkeudie aan de am bachtsschool onderwezen zouden kunnen worden zijn die, waar aan ongeveer 40 °/o der werklieden alhier zich wijden. Gesteld Bijvoegsel beïioorende bij de Leeuwarder Courant. dat diezelfde percentage van aaustaande ambachtslieden nu ook de lessen op eene op te rigten ambachtsschool volgdedan zou den toch de overige 60°/0, die andere vakken kiezen, weinig nut van zulk eene school kunnen trekken, zij zouden toch al leen het theoretisch onderwijs kunnen volgen, terwijl zij don overigen tijd, die de andere leerlingen aan het practisch on derwijs besteeddenzouden moeten doorbrengen in werkplaatsen van anderen. Of zij daarvoor op dien voet en voor zoodanig be perkte uren in bijzondere werkplaatsen eene plaatsing als leer ling zouden erlangenraag eenigzins onzeker worden geacht. Doch bovendien zoude het theoretisch onderwijs, dat vooral ingerigt werd voor de practijk der ambachtendie aan de school onderwezen werdenvoor die overige leerlingen niet dezelfde doelmatigheid en hetzelfde nut hebben als theoretisch onderwijs van algemeen ontwikkelende strekking zonder aansluiting aan professioneel onderwijs gegeven. De vervanging der burger dagschool door eene theoretische en practische ambachtsschool zoude dus, naar onze beschouwing, voor een groot deel der aanstaande handwerkslieden geene aanwinst zijn. Maar wij hebben hier niet alleen te doeii met aanstaande handwerkslieden. De burgerdagschooidie geheel bezet is en dus gezegd kan worden in bloeijendeu toestand te verkeeren heeft ook eene talrijke bevolkingdie later niet in het ambacht een bestaan gaat zoeken. Als de burgerdagschool wordt opge heven, is voor al die knapen de gelegenheid verloren om mid delbaar onderwijs te genieten. Dit groot bezwaar hebben do bedoelde adressanten wel is waar niet geheel over het hoofd gezienmaar gewis niet op zijne wezenlijke beteekenis geschat. Zij verwijzen dat deel der burgerijdat slechts weinig school geld kan betalen en toch meer dan lager onderwijs verlangt naar het meer uitgebreid lager onderwijs, hetwelk dan zoo goedkoop mogelijk moet worden verstrekt. Den adressanten schijnt dit de juiste weg, omdat de burgerdagschool hoofdzake lijk voor aanstaande ambachtslieden bestemd is en niet voor aanstaande kantoorbedienden en dergelijke. Die weerlegging van het bezwaar, aan opheffing der burger dagschool verbonden, schijnt ons onderhevig aan ernstige be denkingen. De burgerscholen zouden dit is juist naar de bedoeling der regering, voornamelijk bestemd zjjn voor aanstaande am bachtslieden en landbouwers, doch ook slechts voornamelijk, geenszins uitsluitend. Zij zouden ook voor anderen openstaan. Op den weg der burgerscholen lag het, volgens de memorie van beantwoordingom aan onzen burgerstand meer beschaving, meer kennisook van teehnischen aardte verschaffendan aan de lagere school te verkrijgen is. Vakstudie is er vreemd aanalgemeene opleiding moest het doel zijn. Tegenover den wensch van sommige leden der kamer om de eerste gronden der staathuishoudkundete vervangen door practische oefenin gen met gereedschap en draaibankmerkte de regering op, dat geen volledige cursus van staathuishoudkunde werd bedoeld maar dat dit onderwijs slechts elementair zoude zijn en zich bepalen tot het mededeelen van heldere economische begrippen terwijl, wat de opneming van practische werkzaamheden in de school voor den ambachtsstand aangaat, de minister deelde in de meening, dat alle practische opleiding aan de werkplaatsen moet worden overgelaten. De burgerschoolzooals de wet die regeldewerd dan ook eene school voor allen bruikbaar. Vervangt men haar door eene ambachtsschooldan schept men in hare plaats eene school uitsluitend voor ambachtslieden bestemd. Dit kan nimmer de bedoeling der wet zijn geweest. Daardoor kan onmogelijk aan het voorschrift der wet worden voldaan. Door de adressanten wordt het denkbeeld geopperdom dan vrijstelling door de ge meente te doen vragen van het houden eener burgerdagschool, gelijk in Heerenveen tot opheffing der burgeravondschool, de goedkeuring der regering gevraagd en bekomen is. De wet kent vrijstelling van de oprigting van burgerscholen, tils in de i.: k

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 14