118 Bijlage tot het verslag der handelingen vi nen wij het verleenen der concessie tot wederopzeggens te moe ten aanbevelen. Art. 4 heeft de strekking om der gemeente eenige vergoe ding te doen toekomen voor de aan de concessionarissen toe te kennen vergunning tot gebruikmaking van do openbare straten enz.ten behoeve hunner onderneming. Men heeft gemeend dat eene vergoeding als de voorgesteldehoofdzakelijk strek kende in het algemeen belang der ingezetenenaan den oenen kant doelmatig aan de andere zijde niet te bezwarend voor de concessionarissen is te achten. Artikel 7 heeft ten doel voorziening te treffen voor het ge val dat de waterleidingwat den toevoer van het water naar deze gemeente aangaattijdelijk onklaar mogt worden of we gens daaraan te doene herstellingen niet naar eisch dien3t kan doen. Zij is te meer noodig bij den grooten afstand waarop het Eernewoudsterwijd Tan deze gemeente verwijderd is en met het oog op de mogelijke verontreiniging, die het water, na bij den oorsprong door filtratie gezuiverd te zijnzou kun nen ondergaan. Op grond van het vorenstaande hebben wij de eernaar aan leiding van het door de heeren S. E. Oudschans Dentz en Dr. M. J. Baart de la Faille alhier, onder dagteeke-- ning van 28 Junij 1877 ingediend adres, om vergunning voor het leggen van buizen enz. ten behoeve van eene drink waterleiding binnen deze gemeente aan uwe beoordeeling te onderwerpen de hier volgende concept-voorwaardenwelke, naar onze meening, bij het eventueel verleenen van vergun ning tot het leggen van buizen voor eene waterleiding, daar aan dienen verbonden te worden. Art. 1. De vergunning wordt verleend tot wederopzeggens toe. Art. 2. De adressanten zijn vorpligt, vóór dat de definitieve mccf-sie wordt verleend, aan het gemeentebestuur ter goed keuring in te zenden een tarief van de maxima-prijzenwaar naar het water aan particulieren zal worden geleverd. Art. 3. De vergunning om alle werken op de gestelde voor waarden in de gemeentegronden aan te leggen, wordt koste loos verleendevenwel onder voorwaarde, dat de concessionaris sen gehouden zijn ten behoeve van de brandblusschingstraat- besproeijing en het doorspoelen van riolen, gratis water te le veren. Art. 4. De ondernemers mogen met de werken voor do wa terleiding binnen deze gemeente niet aanvangenvóór dat de vereischte toestellen tot het oppompen, zuiveren en aanvoeren van het water buiten deze gemeente, zoover zijn voltooid, dat onmiddelijk na het aanbrengen der buizenleiding, de levering van het water geregeld zal kunnen plaats hebben. Art. 5. Alle te maken kosten van aanleg en onderhoud uit de te verleenen concessie voortvloeiendemet uitzondering van die bij art. 17, betreffende de standpijpen voor brandblussching straatbesproeijing en doorspoeling van riolenkomen ten laste van de concessionarissen zonder datzelfs in geval van opzeg ging der concessie, daarvoor eenige vergoeding van het ge meentebestuur zal kunnen worden gevorderd. Art. 6. De adressanten storten vóór zij met de werkzaam heden in deze gemeente een aanvang makenten kantore van den gemeente-ontvanger eene som van tien duizend gulden waarop door het gemeentebestuur zal kunnen worden verhaald hetgeen dc concessionarissen mogten verschuldigd of ten achte ren gebleven zijn in de behoorlijke voldoening of terugbetaling der van gemeentewege voor en ten behoeve der concessionaris sen gemaakte kosten. Yan bovengemelde waarborgsom, wordt, voor zoover daar over niet door 't gemeentebestuur ter zake bovenbedoeld is be schikt, door de gemeente eene rente vergoed berekend naar 4 °/0 in het jaar. Art. 7. De adressanten zijn gehouden om, vóór dat met het leggen van buizen in deze gemeente wordt aangevangenin de onmiddelijke nabijheid dezer gemeente een of meerdere reser- n den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. voirs of waterbakken aan te leggenin staat om minstens 400 kub. ellen water te kunnen bergenen die reservoirs of bak ken bij meerdere behoefteop de eerste aanmaning van het gemeentebestuur te vergrooten of bij te bouwen tot eene wa terberging van minstens 1000 kub. ellenen voortszoo ver noodig met inachtneming van het bepaalde bij de wet van 2 Junij 1S75 Staatsblad no. 95), daarbij te stellen de machines en middelen tot filtreeringzuiveringoppomping en aanpersing van het aangevoerde drinkwater tot waarborg, dat al het in de gemeente gebragte water van de hoogst mogelijke zuiverheid en in genoegzame hoeveelheid zij. Art. 8. Zonder vergunning van burgemeester en wethouders of van den hunnentwege daarvoor aangewezen ambtenaar mo gen geene straten worden opgebroken. Wordt in strijd hier mede gehandelddan is daarvoor telkenmale eene boete van twintig gulden door de concessionarissen verschuldigd. Art. 9. Het aanbrengen der buizen geschiedt perceelsgewijze in overieg en met goedvinden van burgemeester en wethouders, volgens een vooraf door de concessionarissen aan te bieden plan. Art. 10. Dagelijks mag geene meerdere lengte sleuf gegra ven worden dan men buizen op eenen dag kan leggen. Art. 11. Alle aarde en puin uit de sleuven wordt onmiddelijk verwijderd. Art. 12. De buizen moeten liggen op een goed met water aangeplempt zandbed van minstens 10 centimeter dikte. De gegraven sleuven worden dadelijk na het leggen der bui zen geheel gevuld met zuivermet water goed aangeplempt zand. Art. 13. De herstelling van de bestratingbepuining of be- grinding geschiedt vanwege de gemoeute op kosten van dc adressantendeze kosten moeten ieder kwartaal, op declaratie, door den directeur der gemeentewerken opgemaaktdoor d adressanten worden betaald ten kantore van den gemeente-ont vanger. Art. 14. De adressanten zijn gedurende één jaar na de in gebruikstelling van de drinkwaterleiding aansprakelijk voor elke herstelling door en vanwege de gemeente aan de bestrating bepuining of begriuding boven het ten hunnen behoeve ontgra ven gedeelte te doenter beoordeeling en goedkeuring van den directeur der gemeentewerken. Art. 15. De adressanten mogen in geen geval eenig gemeen telijk of particulier riool, waterlossinggaspijpen telegraaf- geleidingboomenplanten of welk ander ook voorkomend al gemeen of particulier eigendom verplaatsen of op welke wijze ook veranderen zonder bepaalde toestemming van de betrokken eigenaren dier voorwerpen. Art. 16. De concessionarissen zijn gehouden de waterbuizen, zinkers of andere voorwerpenmet de waterleiding in verband staandeop de eerste aanmaning van den directeur der ge meentewerken te verleggen of te verplaatsenindien dit in het belang van dé uitvoering van gemeentewerken noodig wordt geoordeeld, zonder dat voor de daaruit voortspruitende kosten eenige schadevergoeding door de concessionarissen kan worden gevorderd. Art. 17. Waar buizen voor do drinkwaterleiding liggen of later gelegd worden, behalve in de straten langs grachtenwor den op de plaatsen waar de opperbrandmeester der gemeente dit noodig acht, standpijpen geplaatst voor brandblussching ter hoogte van p. m. 70 centimeter boven de straat, op daarvoor door genoemden ambtenaar aan te wijzen afstanden van alkander. Deze standpijpen moeten minstens eene binnenwerksche wijdte van 6 centimetor diameter hebben en voorzien zijn van eene koperen schroef met dito dop, passende op die van de zuigbuizen der brandspuitenbenevens afsluitkraan met sleutel, een en ander volgens door de adressanten te leveren en door den opperbrandmeester goedgekeurd model. Art. 18. De concessionarissen zijn verpligt de standpijpen ten behoeve der brandblussching aan te brengen, tegen vergoeding Bijlage tot het verslag der handelingen vi der kosten van materieel en werkloon door het gemeentebestuur op declaratie te voldoen binnen Aie maanden nadat die voor werpen ten genoege van den opperbrandmeester zijn geplaatst. Art. 19. Geen zinker of buis noch standpijp voor brandblus sching, 8traatbesproeijing of doorspoeling van riolen mag gelegd of geplaatst worden zonder voorafgaand overleg met den direc teur der gemeentewerken eu in de gevallen waarbij de gaslei dingen betrokken zijn met den directeur der gasfabriek. Bij Verschil tusscnen de adressanten en een dezer ambtenaren, beslissen burgemeester en wethouders. Art. 20. Ingeval de adressanten eene telegraaflijn van de gemeente Leeuwarden naar Ecrnewoude mogten leggen, mag het daartoe benoodigde bureau niot verder binnen de grens der gemeente Leeuwarden worden geplaatst dan hoogstens één honderd meter. Art. 21. De ondernemers zijn ten opzigte van het aan te voeren waterhetzij in de reservoirs en fonteinenhetzij in woningen van particulierenonderworpen aan de bestaande of nog te maken plaatselijke verordeningen omtrent de keuring van drinkwater. Art. 22. De concessionarissen mogen onder geen voorwendsel hoegenaamd de levering togen contante betaling staken veel min het water stoppen of ophouden; zullende bij overtreding hiervan burgemeester en wethouders, na de concessionarissen te hebben aangemaandom binnen 24 uren aan hunne verplig- tingen te voldoen en deze in gebreke blijvende, zich terstond daarna kunnen stellen in hot beheer niet enkel van de leidingen, reservoirs en standpijpen maar ook van al hetgeen strektom het water van zijnen oorsprong af te leiden en aan te voeren, daaronder begrepen de aanwezige leidingenstoommachines zuiveringstoestellengebouwen en in het algemeen alles wat de waterleiding aangaat, alles voor rekening en risico van concessionarissen. De concessionarissen zullen op het door hen te kennen ge geven verlangen om zeiven de zaak weder op te vatten, daartoe worden toegelaten, zoodra zij tot genoegen van burgemeester en wethouders hebben doen blijken van hunne middelen en voldoende maatregelenom zonder gevaar van herhaling van stoornis in de levering te voorzienen de rekening over de intn8schen gehouden administratie zullen hebben vereffend. AH. 23. Wanneer het staken der levering een gevolg is yan noodzakelijke herstellingen, dan zijn de bepalingen van het vorig artikel niet van toepassiug. Indien de herstellingen niet meer dan vier en twintig uren vorderendan zijn de concessionarissen verpligt daarvan vooraf kennis te geven aan burgemeester en wethouders en zorg te dragen, dat aan het publiek minstens tweemaal vier en twintig uren te vorenop de wijze door burgemeester en wethouders voor te schrijvenvan de tijdelijke staking kennis wordt gegeven. Herstellingen, die meer dan vier en twintig uren vorderen, mogen niet worden aangevangen dan met toestemming van burgemeester en wethouders. Art. 24. De concessionarissen mogen de concessie aan niemand overdragennoch haar of iets tot de zaak behooronde verpanden of hjjpothekeerenzonder toeslemming van den raad. Ingeval zij de concessie aan eene naamleoze vennootschap mogten willen overdragenzullen zij bij de aanvrage om toe stemming tevens overleggen de statuten dier bestaande of nog op te rigten vennootschap. Art. 25. Wanneer de adressanten of hunne regtverkrijgenden niet binnen drie jaren na den datum der te verleenen vergun ning de drinkwaterleiding in deze gemeente in gebruik hebben gesteldzal de daartoe strekkende vergunning zijn vervallen en al de in de publieke wegen, straten of pleinen gelegde toestellen, ten behoeve der gemeente zijn verbeurd. Art. 26. Burgemeester en wethouders behouden aan zich het regt om, wanneer naar hunne meening de adressanten of hunne regtverkrijgenden nalatig zijn, aan een of meer der gestelde den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. 119 voorwaarden te voldoende krachtens deze vergunning gelegde waterleiding, zelfs zonder voorafgaande sommatie tot in mora- stellingonbruikbaar te maken op zoodanige wijze, als zij zullen vermeenen te behooren. Art. 27. Door den gemeenteraad wordt een commissaris benoemddie toezigt houdt dat concessionarissen aan hunne verpligtingen in de concessie vervatvoldoen. Hij heeft toegang tot alle gebouwen, inrigtingen enz. tot de waterleiding behoorende. Art. 28. Concessionarissen zenden binnen veertien dagen, na dat zij kennis hebben ontvangen van het besluit van den ge meenteraad waarbij concessie is verleendaan burgemeester en wethouders eene schriftelijke verklaringdat zij de concessie aanvaarden en zich verbinden'de bij het besluit gestelde condi tiën en bepalingen zonder eenig voorbehoud te zullen nakomen. Bij gebreke van die verklaring binnen dat tijdsverloop wordt de concessie als vervallen beschouwd. Art. 29. Behoudens de regten welke de gemeente èn krach tens de concessie èn krachtens de wet tegen concessionarissen zal kunnen doen gelden in geval deze in gebreke mogten zijn aan hunne verpligtingen geheel of ten deole te voldoenver valt de concessie a. wanneer zij de concessie aan anderen mogten hebben over gedaan of deze of iets tot de zaak behoorende mogten hebben verpand of verhypothekeerd, zonder goedkeuring van den ge meenteraad. b. wanneer schuldeischers geheel of gedeeltelijk beslag mog ten leggen op de roerende en onroerende goederen, tot de ex ploitatie der waterleiding behoorende. c. wanneer de prijs van het water hooger wordt gesteld dan bij het tarief is bepaald. Art. 30. Alle verschillen uit de concessie voortspruitende worden ;in het hoogste ressort beslist door drie scheidslieden van welke burgemeester en wethouders éénde concessionarissen één en de kantonregter één zullen benoemen. Art. 31. Het gemeentebestuur behoudt aan zich het regt, om behalve de aan de adressanten te verleenen concessieook aan andere personen of corporatiën vergunning te verleenen tot het maken van eene drinkwaterleiding binnen deze gemeente en tot het aanbrengen van de daartoe noodige werken in of op ge meentegronden. Het gemeentebestuur heeft eveneens het regt, om ten allen tijde zelve eene drinkwaterleiding ten behoeve van en in deze gemeente aan te leggenop zoodanige wijze als zij zal goedvinden. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer u voor te stellen te besluiten 1. Om zonder voor alsnog te beslissen op de aanvraag van de heeren S. E. Oudschans Dentz en dr. M. J. Baart de la Faille voornoemdom concessieen in afwachting der van regerings wege te nemen beschikking op het verzoek om voor bedoelde waterleiding gebruik te mogen maken van het water uit het Eernewoudster Wijdde vorenstaande voorwaardenvoor zoo veel noodig gewijzigd, vast te stellen. 2. Burgemeester en wethouders te magtigen aan de adressan ten te kennen te gevendat de raadin afwachting van het nader rapport van deskundigen belast met het onderzoek naar de hoedanigheid van het aan te voeren water, vooralsnog de beschikking op hun adres wenscht aan te houdenmaar ver meent reeds nu aan hen te kennen te moeten geven, dat hij zich voorstelt aan eene oventuoole te verleenen concessiedo hiervoren vermelde voorwaarden te verbinden. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 25 October 1877 door Burgemeesters en wethouders van Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 63