2 Afzonderlijke bijlage tot het verslag der handelir tegen den invloed van persoonlijke gunst bij de benoeming van hoofdonderwijzers. Dat vergelijkend examen biedt bovendien de gelegenheid aan tot een onderzoek, niet enkel naar de be kwaamheid maar ook naar de geschiktheid der sollicitanten een onderzoekwaarbij in ieder voorkomend geval rekening kan -worden gehouden met de behoeften der school, voor welke een onderwijzer moet worden gezocht. Niet ieder onderwijzer immers is even geschikt om aan het hoofd van elke school te staan. Ten bewijze daarvan zou ik kunnen wijzen op menigon verdienstelijken hoofdonderwijzer diewel geplaatst aan het hoofd eener weinig bevolkte school, den tact en het talent zoude missen om in eene talrijke school en onder een uitgebreid hulponderwijzend personeel de vereischte orde en eenheid te bewaren. Elders zou ik de aandacht kunnen vestigen op anderen, wieu het aan de noodige geestkracht en ernst faalt om in eene school, waar langen tijd orde en tucht hebben ontbrokenden geest van onderwerping en gehoorzaamheid te doen terugkeeren. Even min zou het mij moeite kosten, door voorbeelden te staven, dat onder bekwame hoofdonderwijzers velen gevonden worden die ongeschikt zouden worden bevonden om aan het hoofd van scholenuitsluitend door meisjes bezochtte staan. Het aan gevoerde 'zal echter vertrouw ik voldoende zijnom aan te toonen hoe wenschelijk het is, dat bij de vervulling van vacante hoofdonderwijzers-betrekkingen in ieder voorkomend geval gelet wordt op 'de behoeften der school zelve. Om die reden acht ik het ondenkbaar, dat de wetgever in art. 22 alinea 1 der wet op het lager onderwijs niet een alge meen geldend voorschrift, maar een regel, die uitzonderingen toelaat, heeft willen stellen. Hoe dit echter zij, mij schijnt het onraadzaam tot de vervulling eener nieuwe of eener open gevallen hoofdonderwijzers-betrekking zonder voorafgaande voor- dragt en vergelijkend examen te adviserenop grond van de overweging dat daardoor, in strijd met het in mijn oog duide lijk voorschrift der wet, een gevaarvol antecedent zou worden in het leven geroepen. Ik heb daarom de eer uw collegie tot eene afwijzende be schikking op het adres van den hoofdonderwijzer I. Visser te adviseren. De Districts-Schoolopziener (geteekend) J. M. A. van PANHUIJS. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. jen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. Leeuwarden den 1 November 1877. Met genoegen hebben wij kennis genomen van den inhoud uwer missive d.d. 12 October j.Lno. 75/964, houdende mede- deeling enz. Wat betreft onze ten laatste in gezegde missive gevraagde zienswijze ten opzigte van een adres van don hoofdonderwijzer I. Visserwerkzaam aan de gemeenteschool no. 9om hem van daar ovor te plaatsen naar de nieuwe op te rigten schoolwij hebben de eer uonder terugzending van dit adresmet do daarbij gevoegde missive van den heer districts-schoolopziener alsmede van het ons later toegezonden adres van den hoofdon derwijzer F. de Vries het volgende te antwoorden. In onze vergadering van gisteren werd door ons overwogen in hoeverreonder afwijking van het advies des heeren school opziener, tot eene inwilliging der door de onderwijzers Visser en de Vries gevraagde overplaatsing zonder vergelijkend examon mogt worden geadviseerd. Afgescheiden van het wettelijke der zaak, ware hiervóór zeer veel te zeggen en met het oog op verschillende ministeriële circulaires en op hetgeen in onderscheidene andere gemeenten gebeurt, scheen ook dan sommigen de wet niet verbindend. De omstandigheid echter, dat reeds twee sollicitanten naar de vacerende betrekking van hoofdonderwijzer aan de nieuw op te rigten school dingen en de waarschijnlijkheid dat ook nog ande ren daarnaar zullen vragen, schijnen nu echter eene aanstel ling zonder vergelijkend examen onmogelijk te maken, zoodat onze commissie in haar geheel thans adviseert tot benoeming na gehouden vergelijkend examen met verzeek echter dat ter wille van de eventueel mededingende hoofdonderwijzers in deze gemeente, dat examen zooveel mogelijk beperkt worde met het oog op het aantal der mededingenden. In verband met enz. De Plaatselijke Schoolcommissie G. MENALDA Az.Voorzitter. MUNNIKS de JONGHLid en Secretaris. Aan Heeren Burgemeesters en Wethouders van Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 68