26 Bijlage tot het Terslag der handelingen Intusschen ia nog niet met jniatheid te bepalenwanneer tot de bedoelde geldopneming zal moeten worden overgegaan waarom het vermoedelijk te dezer zake in 1878 te betalen rente bedrag is begroot op ƒ485. Afdeeling III. Art. 3. Sedert de vaststelling der begrooting voor 1878 zijn over dat jaar gratifieatiën toegekend aan twee personen, die sints eenige jaren van gemeentewege met gratificatiën waren begiftigd, tot een gezamenlijk bedrag van f 151. van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878. Uit dien hoofde wordt het begrootingcijfer van dezen post met genoemd bedrag verhoogd. Hoofdstuk XI. Art. 1. De som op dezen post uitgetrokken tot verevening van onvoorziene uitgavenwordt met f 365.— verminderdten einde het geheel bedrag der bij deze wijziging aan de begroo ting toegevoegde inkomsten gelijk te doen zijn aan dat waar mede de uitgaven worden verhoogd. Bijlage tot het verslag der handelingen va bijlage no. 8. VOOR3T&L van burgemeester en wethouders van Leeuwardenbetreffende de nader door het voorloopig besturr der vereening „do Harmonie" ingezonden plannen tot stichting van een gobouw voor die vereeniging in den Prinsentuin. MIJNE H EE REN Hot voorloopig bestuur der vereeniging „de Harmonie" heeft zich bij adres van den 20 April 11. tot uwe vergadering gewend met verzoek dat het u moge behagen te besluiten 1. het bij missive van den 6 Februarij 1878 ingezonden ge wijzigd plan van het te stichten Harmoniegebouw buiten verdere behandeling te laten 2 goed te keu>en, onder wijziging zoover noodig van uw besluit van den 26 April 1877, no. 17, het nader gewjjzigd plan bij de overgelegde echetsteekening aangegeven en op de daarbij gevoegde platte grondteekening nader aangeduid, onder bepaling, dat desvereisebt do verschillende opstandteekeniugen nader aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zullen moeten onderworpen worden. Wij hebben dat adres den 23 April 1.1. om berigt en advies in banden gesteld van den directeur der gemeentewerken die aan die opdragt beeft voldaan bij zijne missive van 8 Mei 1878, no. J8+/,. Bij kennisneming van deze stukken is ons geblekendat bij het thans aangeboden planaan verschillende bezwaren van burgemeester en wethouderstegen het vorig plan gerezen door den adressant is te gemoet gekomen. De meerderheid van ons collegie moet intusschen verklaren, dat ook tegen de goedkeuring van dit plan van bebouwing haars inziens, overwegende bezwaren bestaan, zoowel den wel stand betreffende als in verband met de finantiële zijde der zaak. Tot nadere toelichting dier bezwaren meende zij in hoofdzaak te kunnen verwijzen naar de missive van den directeur der gemeentewerken, dd. 8 Mei 1878, no. 134, in bet kort hierop neerkomende dat door de plaatsing van het gebouw p. m. 14 meter meer oostwaarts, do welstand zeer wordt benadeeld, omdat het ge bouw daardoor te digt aan den doorgang an het Schoenmakers- perk naar den aanleg komt, waardoor nog meer in 't oog zal springendat bet oostelijk front van 't gebouwniet in de rig- ting staat van do huizen op bet Scboenmakersperk datniettegenstaande door bet vóóruitplaatsen van bet gebouw er aan de westzijde daarvan meer terrein aan den tuin verblijft, do toestand van den publieken weg ten noordc 11 van het gebouw, door die verandering niet wordt gebaat, zoodat bij uitvoering van dit plan er noodzakelijkheid blijft bestaanom a. de gracht over eece lengte van ztz 200 meter en ter ge middelde breedte van 7 meter tc dempenzeer ten nadeele van eene geregelde afwatering b. do buis der waterleiding voor brandbluesching te verlengen c. dca aanleg daar ter plaatse te verleggen d. een of twee gebouwen op bet westeind van de Nieuwe- buren te amoveren e. den aanleg van een gedeelte van den tuin ten westen van het geprojecteerde gebouw te verleggen van welk een en ander de kosten, volgens berekening van den directeur der gemeentewerken, op 15,500 worden begroot, waarbij nog moet worden gevoegd een bedrag van ztl f 5000 verei8cht voor de stichting van een nieuw gebouw met berg en kelderruimte en van een regen watersbakwelke door amotie van bet wijnbuis zullen vervallen. Bovendien vermeent zij meer in 't bijzonder er op te moeten wijzen dat het aanbrengen van den hoofdingang tot de groote Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878. 27 zaal, zooals die bij dit plan is gesteld aan het westeinde van den noordelijken gevel van het gebouw en die blijkbaar ook voor rijtuigen zal moeten dienenzoowel om bet hellende van den rijweg als om do geringe breedte en sterke glooijing van den aangrenzenden grond ten eenemale onbestaanbaar ia te achten mot den tegenwoordigen toestand van het terrein aldaar, tenzij eene belangrijke verbooging en verbreeding daarvan plaats vinde die zien over een aanmerkelijk gedeelte van het verder gelegen terrein zou moeten uitstrekken. Burgemeester en wethouders kunnen niet ontkennendat ver scheidene dier bezwaren en daaronder ook het laatstgenoemde eveneens waren aan te moeren tegen bet door den raad bij be sluit van 26 April 1877 no. 17, goedgekeurd ontwerphetwelk evenwel om redenen buiten het bestuur der gemeente gelegen niet tot stand is gebragtdoch mogen niet verzwijgen, dat ook do herhaalde behandeling van deze zaak bet collegie van dage- lijksch bestuur meer en meer tot de overtuiging heeft geleid dat bet door den raad goedgekeurd ontwerp bij de volvoering op groote moeijelijk heden zoude zijn gestuit, grooter dan ènde commissie voor de Harmonie bij de indieniDg van dat plan èn de raad bij de beoordeeling daarvan zich hebben voorgesteld, zoodat het, wel iogezien niet te betreuren is, dat dit plan, zij het ook om andere daartoe geleid hebbende motievenniet hooft kunnen worden verwezenlijkt. Burgemeester en wethouders meenen ook te moeten betwjjfelen of bij de goedkeuring door den raad van het eerste plan wel voldoende aandacht is geschonken aan de omstandigheid, dat een zoo groot gebouw, wil hetgeen volstrekte misstand in het leven roepen minstens aan drie zijden eene aan bet gebouw geëvenredigdo openo ruimte moet hebben, zoodat niet alleen het boomgewas op het in pacht uit te geven terreinmaar ook de opgaande boomen in een ruimen kring om het gebouw been zouden moeten worden gerooid en dat door bet voldoen aan dc-zo eischen van den welstand een veel grooter gedeelte van don Prinsentuin zal verloren gaandan door den gemeenteraad bij bet verleenen der goedkeuring schijnt te ziin bedoeld. Meer nog dan bij het vroeger goedgekeurde ontwerp is dit het geval bij het thans besprokene, omdat, al is ook de stand plaats weinig verschillend en de te bebouwen oppervlakte zelfs geringer, de gewijzigde vorm van bet gebouw en het uitspringen van enkele gedeeiten een meerder verlies van plantsoen en bo- nadeeling van den toegangsweg tot den tuin zal met zich brengen. Ook de finantiële bezwaren door den directeur der gemeente werken uiteengezet, zijn bij de vroegere behandeling dier zaak misschien niet als zóó beduidend aangemerkt, als thans blijkt het geval te zullen zijn, daar toch de stichting van het gebouw, zoowel dadelijk door noodzakelijke aanplemping der stadsgracht en aanleg van den omtrekals in de toekomst door amotie van pandenvan de gemeente aanzienlijke offers zoude vragen. Do meerderheid van ons collegie beeft op grond van alle deze overwegingen en behoudens allen eerbied voor vroeger door den raad in dezen genomen besluitengeeno vrijheid ge vonden gunstig voor de toewijzing van der adressanten sub 2 gedaan verzoek te adviserenvan oordeel zijnde dat ook dit plan niet moot worden goedgekeurd. Dit oordeel uitsprekendemag zij tevens hare meening niet verheeleudat de eischendie het bestuur der vereeniging „de Harmonie" in opzigt tot de plaatsingden omvang en de in- rigting van bet beoogde gebouw vermeent te moeten op bet oog houden, blijkens de laatstelijk ingestelde opmetingen en uitbakeningen zoo zeer in botsing komen met oeue gepaste zorg voor het behoud der sierlijkheidbruikbaarheid en welstand van den Prinsentuin en diens omgevingdat het hoogst moeijelijk zoo niet ondoenlijk, zal zijn een plan te ontwerpen, waarby do opgesomde bezwaren aan de stichting van een Harmoniegebouw daar ter plaatse verbonden, in voldoende mate worden opge heven en zij het hoogst wenschelijk zou achten indien hiervan voor goed mogt worden afgezien. 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1878 | | pagina 14