Bijlage no. IS. 34 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878 qezwaar tegen bestaat de op de begrooting aangebragte som ad 1 127,375.50 met /'4000 te verhoogen. A f d e e 1 i n g VIII. Art. 3. De opbrengst der op dit artikel te verant woorden bruggelden overtreft in het geheel de geraamde som van 6845.50 met ruim 2000. In dat meerdere deelen de Vlietster- en Boomsbruggcn voor ruim 300de Potmargebrug voor circa 800de Harlinger- vaartsbrug voor 350de Vrouwenpoortsbrug voor 125de Noorderbrug voor 130de Verwersbrug voor f 880de Wir- dumerpoortsbrug voor nagenoeg 200 en de Prins Hendriks- brug voor 25. Art. 6. Üp onderdeel b van dit artikel werd als vermoede lijke opbrengst der veemarktgeldon uitgetrokken ƒ10,500. De werkelijke opbrengst is intusschen gebleken de raming met ruim ƒ1300 te overtreffen. Uit dien hoofde wordt de raming met dat bedrag verhoogd. Hoofdstuk IV. Art. 1. De opbrengst der exploitatie van de gasfabriek over treft het deswege geraamd bedrag met eene vrij aanzienlijke somzoodat er uit dien hoofde geen bezwaar tegen bestaat de raming met het bij nevensgevoegd besluit omschreven cijfer ad ƒ7400 te verhoogen. Art. la. Met betrekking tot de in September 1877 reeds verhoogde raming van de opbrengst der exploitatie van het aschlandkan worden medegedeeld, dat de opbrengst ook die verhoogde raming heeft overtroffen en wel met ruim ƒ4100. In verband hiermede wordt de raming voor dezen post op nieuw verhoogd met ƒ4000. Hoofdstuk V. Afdeeling II. Art. 1. Dit artikel werd bij de begrooting voor memorie aangebragt. Intusschen is wegens overdragt aan particulieren van kleine plekjes gemeentegrond ontvangen een bedrag van ƒ515 en wegens opbrengst bij verkoop op afbraak van de op stal eener woning ƒ105welke een en ander op dezen post in de rekening zal worden verantwoord. UITGAVEN. Hoofdstuk III. A f d e e 1 i ng I. Art. 1. De uitgaaf voor onderhoud en herstelling van wegen, straten enz.heeft een vrij aanzienlijk hooger bedrag bereikt dan daarvoor was geraamd,'hetgeen aan verschillende oorzaken is toe te schrijven. Zoo werd o. a. in 1877 uitgevoerd de zoo noodzakelijke ver nieuwing der bestrating langs de Spanjaardslnanten welken einde reeds op de dienst 1876 gelden waren beschikbaar ge stelddoch die, tengevolge van het verkregen ongunstig re sultaat bij herhaaldelijk gehouden aanbestedingen toen tot dat einde niet zijn gebruikt geworden. De bedoelde vernieuwing, nu van gemeentewege in eigen be heer uitgevoerd, heeft gevorderd ƒ5228.51. Verder is buiten het begrootingcijfer moeten worden besteed een niet onbelang rijk bedrag voor het in orde brengen van den weg van Olde- galileën naar Snakkerburenvoor buitengewone herstellingen aan den straatweg naar de Bontekoe en vernieuwing eener walbeschoeijing langs een gedeelte van den Dockumer-trekweg, terwijl voorts het maken van eeD nieuwe bestrating in het Ruiterskwartier en van eene bestrating vóór het kazernegebouw, de geraamde uitgaaf voor straten, pleinen en kaden onvoldoende heeft doen zijn. Art. 2. De noodzakelijkheid der verhooging van de op dezen poet aanvankelijk geraamde som is in de eerste plaats een ge volg daarvan dat de leuningen van vier beweegbare bruggen ingevolge door den raad uitgedrukten wenschmoesten worden veranderdin verband met het aanbrengen van vier lantaarns bij elke Van die bruggen, verder is daarop van invloed geweest het aanbrengen van nieuwe stootpalen bij de Verlaaisbrug en bij de Wittebrug; het buitengewoon herstellen van de Vrouwen- póortsbrug tengevolge het tweemalen breken van de as dier brug en de belooning uitgekeerd aan de personen die de brug wachters bij de Verlaats- en Vrouwenpoortsbruggen, gedurende een geruimen tijd in 1877 hebben moeten behulpzaam zijn in het bewegen van die bruggen. Eindelijk moet nog worden vermeld dat in het geraamde bedrag niets was begrepen voor het maken van een gedeelte braudwaterleiding in de Groote Kerkstraatnoodzakelijk door de verbouwing van het St. An- thonij Gasthuis aldaar, en voor de gemeente verpligtend geBteld krachtens raadsbesluit van 23 December 1876. Hoofdstuk VI. Afdeeling II. Art. 6. Bij het in werking treden met den 1 Junij 1877 van de verordening op de huizen van ontucht en de publieke vrou wen moest een lokaal worden beschikbaar gesteld voor het in art. 24 dier verordening omschreven onderzoek. Daartoe is aan gewezen een der lokalen van de vroegere school in de Speel mansstraat. Ter verevening der uitgaven ad 380vereischt geworden voor het aanbrengen van eenige noodzakelijke verbeteringen aan dat lokaal en voor de aanschaffing van daarin noodig ameu blement, zoomede van het salaris over 7 maandenbedragende ruim ƒ290 van den deskundige met het onderzoek belast, wordt op dit artikel ƒ675 in uitgaaf gesteld. Hoofdstuk VII. Afdeeling II. Art. 1. De tijdelijke aanvulling van het personeel der do centen aan het gymnasium, bij het a~nvangen van den cursus 1877/78, die het gevolg was van den tijdelijken toestand, waarin genoemde inrigting na het in werking treden der nieuwe wet op het hooger onderwijs verkeertis oorzaak dat het op dezen post. aanvankelijk geraamde bedrag niet toereikend is tot ver evening der over 1877 voor deze inrigting vereischte uitgaaf. Art. 4. Nu aan de hulponderwijzers het vooruitzigt is gege ven om bij het bezit der hoofonderwijzersacte eene verhooging van bezoldiging ad ƒ100 te erlangen, beijveren zij zich te meer om in dat bezit te geraken. Daaraan moet worden toegeschrevendat het op dit artikel bij de begrooting beschikbaar gesteld bedrag, in de laatste voor gaande jaren doorgaande iets overlatende, over 1877 ontoerei kend is tot verevening van het totaal der to vorderen jaarwed den en toelagen. Intusschen is hierop mede van invloed ge weest de opening op 5 November 1877 van de nieuw opgerigte gemeenteschool no. 1waardoor het met het daar te geven onderwijs belast, personeel tot 1 Januarij 1878 aanspraak had op uitk'eering van ƒ59010 als bezoldiging. Art. 10. Het voor onderhoud en schoonmaken van schoollo kalen enz. op de begrooting uitgetrokken bedrag is gebleken slechts toereikend te zijn tot verevening van de kleinste helft der deswege gevorderde uitgaaf. Zulks is daaraan toe te schrij ven dat ten behoeve der middelbare school voor meisjes nieuwe modelbanken zijn aangeschaft, de daarin aanwezige tabouretten van leuningen zijn voorzien en eene kast in de instrumentkamer is verbeterdtèrwijl_ verder het aanbrengen van afscheidingen in de te ruime lokalen der gemeenteschool no. 10 en de inrig ting, tengevolge raadsbesluit van 15 Oct. 1877, van de voor malige gemeenteschool no. 2tot tijdelijk gebruik voor de nieuwe gemeenteschool no. 1 mede aanzienlijke uitgaven buiten het be grootingcijfer hebben noodig gemaakt, even als de vele buiten gewone herstellingen, die aan daken van schoolgebouwen hebben moeten worden verrigt, tengevolge beschadiging door storm veroorzaakt. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1878. 35 VERSLAG omtrent een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende het aanbrengen van eenige nadere wijzigingen in de gemeentebe- grocting, dienst 1877. Bij schrijven van den 18 Junij j 1.no. :l-/éijwerd door den voorzitter van den raad aan de ondergeteekendenuitgemaakt hebbende de commissie van rapporteurs over de gemeentebe- grooting, dienst 1877, gezonden een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende het aanbrengen van eenige nadere wijzigingen in die begrooting. De ondergeteekenden mogen het niet ontveinzen dat het on derzoek, waaraan de gewezen rapporteur van de toenmalige 3e sectie, de heer mr. Kijmmell, wegens afwezigheid uit de stad, verhinderd werd deel te nemenop hen geen aangenamen in druk heeft gemaakt. Wat betreft de meerdere kosten van uitvoering der verorde ning op de prostitutie, die van het gymnasium en die van de jaarwedden der onderwijzers r.an de lagere scholen, deze zijn geheel het gevolg van door den raad genomen besluiten en kun nen dus geen reden tot aanmerking geven. Niet alzoo is 't gelegen mot de drie andere posten van uitgaaf. De ondergeteekenden zijn van oordeeldathoe dringend noodzakelijk ook de werken mogen zijn geweestwaarvoor de meerdere uitgaven zjjn gedaandaartoeook met het oog op de voorschriften der wetniet had belmoren te worden overge gaan dan na verkregen magtigiug Van den raad. Waar bij het vaststellen van de gemeentebegrooting slechts was uitgetrokken voor onderhoud van wogen enz. ƒ9135. voor onderhoud en schoonmaken van schoolgebouwen enz. ƒ.3771.gaat het niet wel opdon raad later voor meer dan de dubbele cijfers te stellen, gelijk thans het geval is. En dit zelfde geldt, ofschoon niet in die mate, evenzeer van het onderhoud van vaarten enz., waarvoor bij de begrooting slechts 4366.aangebragtdoch ƒ6406.uitgegeven is. Gelukkiglijlcdat tot dekking van de hoogere uitgaven voor de drie bedoelde onderwerpen gezamenlijk ƒ17,290.en j in het geheel ƒ19,320.bedragende, middelen voorhanden zijn, doordien verscheidene posten van ontvang belangrijk hoogere cijfers aanwijzendan waarop bij het vaststellen der begrooting was gerekend. Er zijn dus geene buitengewone middelen noo dig om de begrooting te doen sluiten. De gelegenheid daartoe te vindenzou trouwens ook niet weinig moeijclijkheid heb ben opgeleverdnu nog slechts weinige dagen den raad schei- Jen van het tijdstipwaarop de dienst van 1877 wordt gesloten. Ook met het oog hierop meenen de ondergeteekenden de aan dacht van burgemeester en wethouders te moeten veBtigen op de wenschelijkheidom voorstellenals het onderwerpelijke zoo tijdig mogelijk aan den raad in te dienen. De ondergeteekenden hebben ten slotte de eer voor te stel len het overgelegd ontwerp-besluit goed te keuren. Aldus gerapporteerd in de raadsvergadering van den 27 Junij 1878. A. DUPARC. C. W. ABUM A. Bijvoehset, rehoorende ei.t de Leeuwarder Courant. 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1878 | | pagina 18