I
Bijlage no. 14.
38
■.■ra _i&gp jyt
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878.
Indien de kinderen de school zullen verlatenmoet daarvan
minstens acht dagen te voren door hunne ouders of voogden aan
de hoofdonderwijzeres schriftelijk kennis worden gegeven. Deze
geeft hun van de ontvangst dier kennisgeving bewijs.
Art. 8. In de laatsto alinea te lezen„eerste en tweede
klasse"in plaats van „eerste klasse".
Art. 9. In de eerste alinea na de woorden „de Paasch- of
Pinksterweek"te vermelden „de Kerstweek".
Art. 11. De eerste alinea te lezen als volgt:
De leerlingen worden verdeeld in zes klassen.
Art. 12. De lc alinea te lezen als volgt
In de week vóór de groote vacantie wordt eenc openbare
les gehouden welke door de ouders of voogden der leerlingen
kan worden bijgewoond.
De 2e alinea te doen aanvangen
„Bij die gelegenheid worden" enz.
Art. 15. Het tijdstip van in werking treden der gewijzigde
verordening nader te bepalen.
II. Het besluitregelende de heffing van schoolgelden vast
gesteld den 5 September 1871laatstelijk gewijzigd den 14 Janu
ary 1875, nader te wijzigen en daartoe vast te stellen het vol
gend besluit
De raad der gemeente Leeuwarden
In aanmerking nemende dat hetin verband met de wijzi
gingenaangebragt in de verordeningen voor de gemeentescho
len nos. 2 en 3, waarbij onder anderen het getal klassen is
vermeerderdnoodzakelijk is wijziging te brengen in het be
sluit regelende do heffing van schoolgelden voor onderwijs aan
de openbare scholen'voor lager en meer uitgebreid lager onder
wijs en aan de openbare bewaarscholenvastgesteld den 5 Sep
tember 1871en gewijzigd den 22 October 1874 en 14 January
1875.
Gelet op het bepaalde bij do artikelen 3334 en 35'der wet
van 13 Augustus 1857 (Staatsblad no. 103), zoomede op art.
232 der wet van 29^Jumj 1851 Staatsblad no. 85).
Besluit
Het raadsbesluit van 5 September 1871 bovenbedoeldnader
te wijzigen als volgt:
In'art. 1 te lezen:
Sub II aan de gemeenteschool no. 2
a. voor het onderwijs in de oerste en tweede klasse f:30.
b. voor dat in de derde en vierde klasse - 40.
c. voor dat in de vijfde tot de achtste klasse 50.
Sub III aan de gemeenteschool no. 3
a. voor het onderwijs in de eerste en tweede klasse] f 20.
b. voor dat in de dorde en vierde klasse - 30.
c. voor dat in de vijfde en zesde klasse - 40.
In art. 2 de vermelding der klassen voor de scholen" nos. 2
en 3 in overeenstemming; te brengenJmot^de omschrijving in
artikel 1.
Vastgesteld den
De Raad voornoemd.
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 25 Julij 1878 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
Bijlage tot het verslag der handelingen ys
VOORSTEL van burgemeester on wethouders om
trent het opheffen van 't bestaande en oprig-
ten van een nieuw gymnasium.
MIJNE H EE REN!
Het voorstel van ons collegie tot reorganisatie van het be
staande gymnasium, zooals het in uwe vergadering van 12Juli]
1877 werd ingediend, mogt bij u toen niet dien bijval verwer
ven waarmede wjj ons hadden gevleidvooral bij de bestaande
zekerheiddat de oprigtiüg van een gymnasium voldoende aan
de eischen der wet van 28 April 1876. Stbl. no. 102, slechts
eene kwestie van tijd is.
Behoudens enkele opmerkingen intusschen omtrent onderdee-
len onzer voorstellenwaarop wij gelegenheid zullen hebben in
den loop dezer toelichting terug te komenwas de bestrijding
in hoofdzaak tegen de opportuniteit onzer voorstellen gerigten
geeft ons dit de hoop datnu de hoofdmotievenwelke den
raad schenen te leiden tot de aanneming eener motie tot uit
stel van do behandeling onzer vooretellenzijn vervallenuwe
vergadering aan die voorstellen een gunstiger onthaal zal bereiden.
Terwijl wij de wel doordachte ontwerpen van het vorig jaar,
na de benoeming van den inspecteurs der gymnasia en na de ver
schijning van een niouw leerplan volgens koninklijk besluit van
29 Junij 1878. Stbl. no. 98, met de wijzigingen, welke die om
standigheden daarin noodzakelijk maaktenop nieuw aan uwe
vergadering ter behandeling aanbiedenmogen wij vertrou
wen ditmaal zoowel de beschuldiging van overhaasting te
ontgaan als dat de omstandigheiddat het nieuwe leerplan
eerst den 29 Junij 1.1. verscheen, ons zal vrijwaren voor iedere
opmerking of vraagde strekking hebbende ons op gebrek aan
voortvarendheid te wijzen.
Intusschen hebben de zeer ampele besprekingen met heeren
curatoren van het gymnasium en de naauwgezette overwegin
gen in den boezem van ons collegie ons de overtuiging geschon
ken dat eene reorganisatie van het gymnasium zooals die nu
noodzakelijk is, hoe men die ook bevordere, in ieder geval op
die practische bezwaren in de uitvoering stuitwelke aan iede-
ren overgang eigenaardig zijn verbonden en aan welker op
heffing men niet zelden sommige denkbeeldendie anders uit
voerbaar warenmoet ten offer brengen.
Wij hebben tevens de overtuiging erlangd dat het niet mo
gelijk isaan alle bezwaren tegen onze voorstellen in het vorig
jaar Aangevoerdtegemoet te komenen zijn van meening, dat.
wanneer niemand iets van zijne denkbeelden ia de details, waar
die van anderen afwijkenaan de hoofdzaak zou willen ten
offer brengen, de volledige uitvoering der wet. met betrekking
tot het inrigten van een voldoend gymnasiumtot de vrome
wenschen zoude kunnen blijven behooren.
Wij stellen een en ander meer op den voorgrond, omdat wij
niet gaarne door eenvoudige verwerping of verdaging in de be
handeling onzer voorstellen een toestand willen zien geboren
worien welke ons met het bestaande gymnasium bij den aan
vang van den nieuwen cursus op 1 September aanstaande in
de grootste moeijelijkheid zoude brengen en wel in zoodanigen
toestanddat eene stagnatie in het onderwijs aan die inrigting
daarvan het gevolg zoude zijn. Bestond er toch reeds den af-
geloopen cursus voor de leeraars in de oude talen aanleiding
voor de verklaringdat het onderwijs schade moet lijden onder
de veel omvattendheid der aan hen opgedragen taak, heeren
curatoren hebben ons bepaald verklaarddat bi) den grooteren
toeloop van nieuwe leerlingen aan het gymnasiumeen voort
zetting van het onderwijs aan alle klassen met het bestaande
personeel tot een gedecideerd «non posaumus" van hun kant
moet leiden.
Men mag toch niet voorbjj zien dat alles aan het bestaande
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
den gemeenteraad te Leeuwarden1878. 39
ymnasium in den laatsten tijd is loopende en gaande gehou-
en met het oog op de te verwachten reorganisatiezoodat op
dezen oogenblik slechts twee leeraren aan het gymnasium, defini
tief aangesteld, al hun tijd aan die inrigting ten beste geven
Wij zien ons dus geplaatst voor het volgend dilemmaóf met
kracht onverwijld de hervorming van liet gymnasium in den
geest van de wet van 28 April 1876. Stbl. no 102. te volvoeren en
het voldoen aan die wettelijke verpligting zooveel mogelijk te
bespoedigen óf een provisorium in te gaan gedurende hetwelk
de bedoelde reorganisatie zal worden voorbereid en intusschen
onverwijld over to gaan tot de voorloopige aanvulling van het
onderwijzend personeel aan het bestaande gymnasiumdoor de
benoeming van leeraars, welker aanstelling dan een tijdelijk
karakter zal moeten hebben.
Ons collegie ontveinst het zich niet. dat het, evenals de thans
aanwezige heeren curatoren, verreweg de voorkeur geeft aan de
eerstgenoemde wijze van handelen. In de eerste plaats is een
provisorium van eenigen duur niet in het belang der leerlingen,
welke nu op het gymnasium onderwijs genietenomdat uit den
aard der zaak ieder uitstel van eene definitieve regeling van hen
meer inspanning zal vorderen om to blijven voldoen aan do
eischen welke hun voor de toelating op het nieuwe gymnasium
in hoogere klassen zullen worden gesteld. Bij het sterk toene
mend getal der leerlingen op het gymnasium mag vooral dit
motief niet worden voorbij gezien. In de tweede plaats zullen
vele steden van meer dan 20,000 inwoners, binnen den betrek
kelijk korten termijn door de wet gegund voor do oprigtiug van
een gymnasium, oproepingen moeten doen van sollicitanten naar
leeraarsbetrekkingen. Die termijn is te kort dan dat zich nieuwe
leeraren daarvoor kunnen vormen. De plaatsen zullen dus hoofd
zakelijk moeten worden vervuld door het nu beschikbare perso
neel en wij behoeven er niet nader op te wijzendat de vraag
het aanbod al spoedig zal overtreffen zoodat eene onverwijlde
oproeping van de noodige leeraren zeer bevorderlijk zal zijn
tot het verkrijgen van bekwame en geschikte personen.
In de derde plaats zouden wij wel wenschen dat onze ge
meente die altijd ijverig is geweest om op de meeat onbekrom-
pene wijze te voldoen aan de verpligtingen baar in zake het
onderwijs door de wet opgelegdook nu van dien heiligen ijver
getuigenis geve en niet afwachte het laatste moment, dat de
wet toestaat, als wanneer het alleen uit dwang zal schijnen to
geschieden en niet tengevolge van het verlangen om op de
voorposten te zijnwaar het geldt de gelegenheid te openen
tot het verkrijgen van hoogere kennis en eeno wetenschappe
lijke opleiding.
Eindelijk geven wij de voorkeur aan eene spoedige oprigting
van een nieuw gymnasium, omdat, welke offers de gemeente
zich daarvoor ook moet getroostener geen geldige reden meer
schijnt te bestaan om het voldoen eener door de wet opgelegde
verpligting. waarvan zij zich onmogelijk kan onttrekken langer
te verschuiven en omdat wij de hoop koesteren dat de hooge
regering, waar zij rijks subsidie voor de kosten aan de oprigting
der gymnasia in uitzigt steldenaar onze bescheiden mee
ning niet het minst bereid zal worden bevonden die te verlee-
nen aan gemeentenwelke zich volijverig haasten op onbe-
krompene wijze aan de wenschen van den wetgever te voldoen.
Wat den termijn aangaat binnen welke het naar onze mee-
ning mogelijk zal zijnde oprigting van het nieuwe gymnasium
voor te bereiden wij hebben in onze voorstellen daarvoor den
In October genoemd, als zijnde den datum, waarop, naar wij
hopende leeraren kunnen zijn benoemd wanneer iedere autori
teit welke in deze kwestie moet worden gehoordran haar kant
tot bespoediging medewerkt niet alleenmaar wanneer ook geene
onverwachte vertraging van welken aard ookden gang der te
nemen maatregelen stuit of ophoudt.
Wel uitdrukkelijk moet er op gowezen worden, dat burge
meester en wethouders omtrent den termijnbinnen welke de
reorganisatie van het gymnasium tot stand zal komen niet de
13