Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878.
B
wenachten toestand te verkrijgen is het noodig dat de sloot langs Oldegalileën
worde gedempt.
Daarmede stond in verband ons voorstel tot ruiling van grond met den heer A.
Coopmans, waartoe in uwe vergadering van den 27 April 1876 is besloten.
Ofschoon op de begrooting over 1877 reeds eeno som van f 1,000.was aange-
bragt om een begin te kunnen maken met die dempingis aan dat voornemen
geen gevolg gegevenomdat het ons nog niet is mogen gelukken met do belang
hebbende eigenaars de noodige schikkingen te treffen.
Door den directeur der gemeentewerken is een plan ingediend voor de stichting
van een nieuw armhuis op een terrein op Oldegalileën. Dat ontwerp is evenwel
van zulk een wijde strekkingdat wij vooralsnog niet in staat zijn daaromtrent
bepaalde voorstellen aan te bieden.
In afwachting van het resultaat van onze overwegingenwordt hiervoor een
memoriepost voorgedragen.
De sluisdeuren van de Irnsumerzijl verkeeren in zoodanig slechten toestand
dat eene geheele vernieuwing noodzakelijk is.
Deze som is noodig voor het wegnemen van bestaande en het leggen en plaatsen
van nieuwe buizen en lantaarns.
Op de begrooting van 1878 is voor een gedeelte van dat werk reeds ƒ2,900.
toegestaanmaar over dat bedrag zal niet worden beschiktomdat de vergrooting
der toestellen in het zuiverhuis en het plaatsen van een nieuwon fabrieksmeter
zooveel tijd hebben geeischtdat er geen uitvoering kon worden gegeven aan het
vervangen vun de oude door nieuwe buizen en lantaarnste minder omdat deze
werkzaamheden bij voorkeur in de zomermaanden moeten geschieden.
Voor de verschillende onderdeden op dit artikel zijn dezelfde sommen voorge
dragen als in 1878; alleen is over 1879 aangebragt eene som van ƒ300.— als
buitengewone uitgaaf voor aanschaffing van eene slangenwagen en het inrigten
van het brandspuithuisje vroeger bestemd voor bewaarplaats van de spuit no. 2,
tot bergplaats van reserve goederen.
Hiervoor is reeds in 1877 een gelijk bedrag toegestaan, maar daarover kon toen
niet worden beschikt, uithoofde die som voor gewone uitgaven werd vereischt.
Ton einde aan de behoefte te voldoen, wordt thans op nieuw ten bedoelden
einde eene som in uitgaaf gebragt.
De raming der onderhoudskosten van de bij dit artikel bedoelde gebouwen le
vert in de onderdeden weinig verschil op bij de raming over 1878. De hoogere
uitgaaf is een gevolg van de verfwerken aan het zomerhuis in den Prinsentuin en
het ijzeren hek daar langsdie 250.en van de buitengewone herstelling van
de schuttingen en rasterwerkendie 100.zullen vorderen.
In 1877 is hiervoor 729.67 uitgegeven.
Op onderdeel c diverse kosten van politie, is in 1877 1136.— uitgegeven. In
verband daarmede is de daarvoor in 1878 vastgestelde som van 300.tot
1000.verhoogd.
Verder zijn de kosten voor brandstoffen, onderdeel e, en voor licht en flam-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878.
95
BEGROOTING 1879.
Sommen
over 1878
toegestaan.
Volgno.
Hoofdstuk.
Afdeeling.
Artikel.
Voorgedragen
sommen.
UITI
GAVEN.
152
VI
III
2
f 100—
75.-
153
n
3
45—
16.64
154
71
IV
1
150.-
150—
155
Ti
7)
2
500—
450—
156
D
71
3
1,100.-
1,100—
157
71
li
4
125—
125—
158
n
li
5
50.—
50—
159
V
li
6
3,380—
3,380—
160
•n
71
7
500—
500—
161
a
71
8
350—
350—
162
a
Ti
9
400—
700-
163
VII
I
1
25,875.30
29,900.10
164
7i
2
2,600—
2,600—
165
n
7i
3
4,300—
5,541.50
166
V
V
4
200—
300—
167
n
li
5
13,701.80
15,904.50
168
71
6
100—
100—
169
V
7i
7
220—
220—
170
n
71
8
2,597—
835—
171
Ti
9
200—
200—
172
11
1
8,850—
8,850—
173
n
77
2
18,310—
18,465—
174
n
7i
3
7,915.-
7,910—
bouwenonderdeel ieder met 100 verhoogdomdat gebleken is dat de uit
gaven daarvoor niet met het geraamd bedrag kunnen worden bestreden.
In 1877 is hiervoor 93 41 uitgegeven.
Bij resolutie van gedeputeerde staten van Frieslandd.d. 2 Mei 1878 no. 27is
besloten met wijziging van het besluit d.d, 3 December 1855, no. 1, te bepalen, dat
de jaarlijksche toelage van den directeur van het huis van burgerlijke en militaire
verzekering te Leeuwardenvoor bewaking van politie-gevangenenmet ingang
van den 1 Julij 1878 voor de gemeente Leeuwarden zal bedragen 45.
In verband met het toenemend getal kohieren en aanslagbillettenis verhooging
met 50.noodzakelijk.
In 1877 is hiervoor 481.22* uitgegeven.
Het voornemen bestaat om de kenteekens voor betaalde honden-belastingdie
in 1877 zijn aangeschafteonigzins gewijzigd voor 1879 te gebruiken.
In verband met de verkregen uitkomsten bij hunne administratie over de laatst-
verloopen jarenhebben voogden der armenkamer de begrooting wegens die in
stelling voor 1879 derwijze ingerigtdat het bedrag der subsidie uit de gemeente
kas op ruim f 4000.minder kan worden gesteld dan voor 1878 is aangevraagd
en toegestaan.
Het getal personenuit deze gemeente in gestichten voor krankzinnigen ver
pleegd is in den laatsten tijd eenigzins verminderddoor dat het getal der over
leden en als hersteld ontslagen verpleegden dat der nieuw opgenomene overtreft
Dientengevolge wordt over 1879 voor verplegingskosten het uitgetrokken cijfer
voldoende geacht.
Met het oog op de uitgaaf op dezen post in de laatste jarenbestaat er geen
bezwaar tegen de daarvoor beschikbaar te stellen som tot op 200.— te ver
minderen.
In overeenstemming met de voordragtdoor de commissie van bestuur over het
stads ziekenhuis bij de begrooting voor die instelling, dienst 1879, gedaanwordt
voor kosten van het stads ziekenhuis op dit artikel uitgetrokken de som die ge
noemde commissie als subsidie uit de gemeentekas noodig acht ter bestrijding dor
uitgaven van de instelling.
Van de bij dit artikel bedoelde gebouwen eischen die voor het armhuis bestemd
eenige buitengewone herstellingenzoomede de woning van den bode der armen
kamer waarvan de kosten op ongeveer 1500.worden begroot. Aan de overige
gebouwen zullen in 1879 geene buitengewone kosten behoeven te worden besteed
dan die van eenig verfwerkzamen begroot op 192.
In afwachting dat eene reorganisatie van het bestaande gymnasium naar de
eischen der nieuwe wet op het hooger onderwijs kan worden tot stand gebragt
is op dezen post voor kosten van het gymnasium een gelijk bedrag uitgetrokken
als over 1878 is toegestaan.
De lagere raming voor dezen post ontstaat door het minder bedrag dat is uit
getrokken voor leermiddelen en diverse uitgaven. Overigens hebben de cijfers
voor de onderdeden van het artikel aangebragtvergeleken met 1878geen wij
ziging ondergaan.
De raming van uitgaven voor behoeften bij het onderwijs in de versohillende