Bijlage no. 21. 104 Bijlage tot het verslag der handelingei Na dat berigt schijnt mede het aanbrengen van de minuut wijzers, zonder meer. waarvoor het noodige geld was toege staan uit het oog te zijn verlorenalthans heeren burgemees ter en wethouders kwamen niet op de zaak terug en het geld bij de begrooting toegestaanbleef ongebruikt. In de derde sectie werd op de zaak teruggekomenin zoo verre, dat daar alleen werd behandeld de vraag, of men op deze begrooting op nieuw de f200 zou brengen, vroeger voor de minuutwijzers toegestaan. Over de in 1876 behandelde nevenvraag, omtrent de door schijnende wijzerplaat, werd niet gesproken. Het denkbeeld intusschen om den post van f 200^ voor het besproken doel op de begrooting te brengenmogt in de 3de sectie geen meerderheid erlangen. Daarover staakten de stemmen. Uwe commissiewaarde hechtende aan de in 1876 gebleken algemeene instemming met het voorstel tot het aanbrengen van minuutwijzers aan den toren stelt voorden post te herstellen en mitsdien voor het meergenoemd aanbrengen van minuutwij zers uit te trekken f 200. Het aangehaald advies van den directeur der gemeentewer ken met dat van den directeur der gasfabriek daarbij behoo- rendowordt onder de begrooiingsstukken ter kennisneming van de raadsleden overgelegd, terwijl voorts wordt verwezen naar 't gedrukt verslag van 's raads handelingen over het jaar 1876, bl. 127, kolom I, volgno. 103 en naar de bijlagen tot gemeld verslag no. 17bi. 106. Volgno. 131. 7. Naar aanleiding van dezen post, luidende: demping van een gedeelte sloot op Okie-Galileënkwam de toe stand van Oide-Galileën in allo sectiën ter sprake. Daarover werd een ongunstig oordeel uitgesprokenja zelfs werd be- weerd, dat die toestand der mate in strijd is met de regelen der gezondheidsleer, dat op deze buurt meer ziektegevallen zoude a voorkomen dan elders in de gemeente, De wenscli werd met ernst en klem uitgesprokendatzelfs zoo noodigdoor toepassing der onteigeningswetverbetering worde aangebragt. Uit den memoriepost blijktdat de genoemde verbetering door het collegie van dagelijksch bestuur niet uit bet oog wordt verloren. Uwe commissie mag echter niet ontveinzen, dat daaraan eigenaardige bezwaren verbonden zijn. Door lokale inspectie kan iedereen zich overtuigendat het niet zóó gemakkelijk is, precies en met Juistheid aan te geven, hoe en op welke wijze men verbetering wenscht, tot welk punt van den lange strook zich deze moet uitstrekkenwelke de regten zijn van particulieren en waar die der gemeente be ginnen enz In allen gevalle zou een plan van verbetering moeten zijn vastgesteld, alvorens de wet tot onteigening zou kunnen worden toegepast. En dan dGet de vraag zich voorof niet op eenvoudiger en goedkooper manier in de zaakalthans tot zekere hoogteis te voorzien dan langs den weg der onteigeningwelke van de gemeente steUig vrij aanzienlijke offers zal verdoren. Uwe commissie kanterwijl zij de zaak aan de prudentie van burgemeester en wethouders aanbeveelt, niet van deze zaak afstappen zonder den klem te hebben gelegd, hierop, dat het gemeentebestuur de schuld niet draagt van dien pjinder goeden toestand op Olde-Galileën. Ouderen van jaren herinne ren zich, dat eertijds ter plaatse, waar nu een vrij geregelde, bewoonde buurt wordt aangetroffen, eenvoudig^ een pad over het land liep. Van lieverlede heeft de streek zich ontwikkeld aanvankelijk buiten iedere bemoeijing van het openbaar gezag datna verloop van vele jarennadat die bebouwing begonnen waszich hiertoe heeft bepaald omna verkregen toestemming van de regthebbendende noodige bestrating aan te brengen. Het geval is dus gansch andersals wanneer de gemeente zelve handelend optreedt voor het aanleggen van eene nieuwe straat of kade. In dat geval aanvaardt de gemeente onmiddellijk de van den gemeenteraad te Leeuwarden. publiek regtelijke verpligting om te zorgen voor al datgene wat in den regel bij dergelijke gevallen tot de gemeentezorg wordt gerekend te benooren. Eindelijk mag niet worden voorbij gezien deze omstandigheid, dat de toestand op Olde-Galileën in allen gevalle iets is verbe terd sedert de zich daar boven de sloot bevindende privaten van tonnen zijn voorzienwelke van wege de stadsreiniging gere- geld worden weggehaald. Genaderd tot het slot van het zevende hoofdstuk moge hier eene plaats vinden het uit de eerste sectie afkomstigdoor uwe commissie overgenomen voorsteldat zij de eer heeft te doen nl. om nog aan deze afdeeliug toe te voegen den volgenden post „Aankoop van gronden tot plaatsing van nieuwe secreten en „urinoirsmemorie". Overigens wordt ten opzigte van de noodzakelijkheid van een grooter getal urinoirs verwezen naar hetgeen deswege is gezegd bij het begrootings-rapport van het vorig jaar. Bijlage tot het verslag van 's raads handelingen over 1877, no. 23, bl. 121. Volgno. 137m. In de eerste sectie is de vraag gedaan of deze woningen niet verkocht behooren te worden? Men meende dat ze waren aangekocht door de gemeente ten einde ze in het al gemeen belang te kunnen amovéren. Het kwam der genoemde sectie voordat daaraan uitvoering moet worden gegeven. Uwe commissie brengt deze zaak onder de bepaalde aandacht van burgemeester en wethouders. Volgno. 162. Vermits de invordering van den hoofdelijken omslag geeno beschrijvingskosten meer medebrengtwordt voor gesteld om uit de omschrijving van den post te royeren de woor den, op liet inkomen en van die. Dit voorstel is uit de derde sectie afkomstig. Volgno. 167. Werd aan den eenen kant met genoegen opge merkt, dat het totaal der voor het stads ziekenhuis geraamde kosten lager was dan ten vorigen jare, toch werd op nieuw in twee sectiën besproken de verordening op de prostitutieals de hoofdoorzaakwaarom deze kosten zulk een aanzienlijk cijfer bereiken. Door een enkel lid der derde sectie werd zelfs strijd gevoerd tegen die verordeningjuist op grond van die artikelen, welke in bepaalde gevallen de opneming in het ziekenhuis van publiek» vrouwen bevelen. Tegen dat bezwaar werd echter van eene andere zijde krachtig opgekomen. Juist met die ar tikelen staat of valt de verordening, meenden die leden dier sectie, die de noodzakelijkheid dier artikelen betoogden. Naar hunne meening kon, werden ze weggenomen, de geheele ver ordening buiten werking gesteld of ingetrokken worden. Overigens meent uwe commissiedat men verkeerd doet door de vermeerdering van uitgaven, bij dezen post bedoeld, eenig en alleen te stellen op rekening van de genoemde verordening. Immers ook het afzonderlijk ziekenhuis voor besmettelijke ziek ten heeft zijne eigene uitgaven en ook deze zijn onder den onderwerpelijken begrootingspost begrepen. Zoowel de derde sectie als uwe commissie van rapporteurs hadden gaarne gezien, dat*de ten vorigen jare tusschen de toenmalige commissie van rapporteurs en het collegie van dage lijksch bestuur aangevangen gedachtenwisseling als voorbereiding voor juist geformuleerde voorstellen aangaande de mogelijkheid van eenig verhaal der kosten van verpleging in het ziekenhuis van publieke vrouwen (zie bijlage tot het verslag van 's raads handelingen, jaar 1877, no. 23, bl. 122 en 123) door het collegie in de memorie van toelichting op de onderwerpelijkc bogrooting ware voortgezet. Wel is waar meende het collegio, blijkens de memorie van beantwoording(bijlage 24ibidembl. 126)dat tegen het door de commissie van rapporteurs aangegeven denk beeld verschillende bezwaren zouden zijn aan te voeren, maar van eene gezette behandeling der kwestiein verband ook met de aanvankelijk op hygiënisch gebied door de verordening ver kregen resultaten, blijkt niet. Waarschijnlijk is dit punt door anderemeer dringende werkzaamheden van het collegie op den achtergrond gedrongen. Toch schijnt het financieel belang Bijlage tot het verslag der handelingen va der gemeente te eischen ernstig te overwegen of er indien het ten vorigen jare aangegeven denkbeeld blijkt wegens wette lijke of andere bezwaren onuitvoerbaar te zijneenig correctief te vinden zij tegen deze aanzienlijke uitgavenzonder de goede uitvoering der verordening te belemmeren. Mogelijk is het collegie in staat bij de beantwoording van dit verslag zijne meening ter dezer zake eenigzins gemotiveerd kenbaar te maken. INKOMSTEN. Volgno. 16d. In de 3e sectie trok het de aandacht, dat de schoolgelden aan de gemeenteschool no. 2 /'1000 lager worden geraamd dan ten vorige jare. Vooral met het oog op de bestemming dezer school vond men dit feit bedroevend en werd het noodige onderzoek gewenscht, waaraan het afnemen van het getal leerlingen moet worden toe geschreven. Mogt dat onderzoek aan het licht brengendat in deze leer- inrigting verbeteringen noodig zijndan zalzoo meende de 3e sectiede raadzooveel van hem afhangtgaarne medewer ken om die verbeteringen tot stand te brengen. De commissie van rapporteurs, zich met de derde sectie ver- eenigende, brengt deze aangelegenheid onder de aandacht van burgemeester en wethouders. Bij deze achtste afdeeling van hoofdstuk II der inkomsten, doet uwe commissieop het voetspoor van hetgeen in twee sec tiën is voorgevallen, de vraag, of de inkomsten uit regten en loonen geone verhooging zouden kunnen ondergaandoor te be palen in eene deswege te maken verordening, dat een zeker regt kan worden geheven voor den tijdelijken gebruiksafstand van gemeentegrond voor het plaatsen van een kalkhok, het bergen en neerleggen van materialengelijk in den regel bij alle bouwwerken plaats heeft en thans kosteloos wordt toege staan. Dusdanige bepaling beveelt zich aan niet alleen uit een finantieel oogpuntmaar tegelijk als maatregel van orde. Niet altijd wordt van de vergunning ten dezen bedoeld een even bescheiden gebruik gemaakt. Vaak wordt meer ruimte ingenomen dan wel noodig schijnten niet zelden duurt het kosteloos gebruik van gemeentegrond langer dan te verwachten was. Zoodra er iets betaald moet worden naar gelang van- en in verhouding tot den dienst, van gemeentewege gepraesteerd zullen die misbruiken eindigen. Deze overweging wordt ernstig aan do aandacht van het dagelijksch bestuur aanbevolen. Volgno. 20. Te dezer plaatse meent de commissie melding te moeten maken van eene in de eerste sectie gedane vraagof er van wege burgemeester en wethouders, als belast met het be heer van den Prinsentuin, geeno maatregelen kunnen worden genomen om het genot der bezoekers bepaaldelijk bij muziek uitvoeringen te verhoogen Daartoe zoudenmisschien enkele beperkende bepalingen kunnen strekken, b. v. het verbod om gedurende die uitvoeringen door den tuin te wandelenen de uitsluiting van kindoren beneden den leeftijd van acht jaren. Uwe commissie hoopt, dat deze aangelegenheid door het collegie ernstig ter harte zal worden genomen. Aldus vastgesteld heden den 18 October 1878, E. ATTEMAAlgemeen Rapporteur C. van EIJSINGA. 8. T. BAKKER. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878. 105 MEMORIE van BEANTWOORDING door bur- gemeester en wethouders opgemaaktnaar aanleiding van het verslag der commissie van rapporteursbenoemd door de sectiën van don raad der gemeente Leeuwarden bij het onderzoek van de ontwerp-bogroo- ting van de inkomsten en uitgaven dier gemeente, voor het dienstjaar 1879. Ter beantwoording van de op- en aanmerkingenvermeld in bovengenoemd verslaghebben wij de eer het volgende mede te deelen UITGAVEN. Volgno. 95e. De gegrondheid der gemaakte aanmerkingen omtrent de bestrating in sommige gedeelten der stad kan niet worden ontkend en gaarne zullen burgemeester en wethouders de raadgevingen, die tot eene geleidelijke en afdoende verbete ring kunnen leidenter harte nemen. Men mag echter betwij felen of Leeuwarden, zooals uit het verslag van rapporteurs zou kunnen worden afgeleidin dit opzigt eene zoo geheel exceptioneel ongunstige positie inneemt, Voorzeker zijn er ge meenten waar de bestrating over het algemeen minder te wen- schen overlaatdoch men vergete nietdat de onvolmaaktheid der bestrating het meest aan den dag komt en het gereedst wordt opgemerkt in de meer afgelegen deelen der stedendie gewoonlijk minder door reizigers worden bezochtzoodat zij die den toestand der hoofdstraten elders tot maatstaf van den geheelen toestand nemen alligt tot onjuiste conclusiën geraken. Hoe het ook zij burgemeester en wethouders mogen niet verheelen dat eene in allo opzigten voldoende verbetering van het stratennet zoodanige kosten zal medeslependat daartoe in de gegeven omstandigheden wel niet ligt zal worden over gegaan en men zich dus tot partiële maatregelen moet bepalen, gelijk die ook thans worden voorgesteld. In hoeverre daarbij eene betere wijze van bestrating zal kun nen worden aangewend, wat ook dezerzijds niet onmogelijk wordt geacht 2 maakt op het oogenblik een punt van onderzoek bij ons collegie uit. Volgno. 966. Aan den voorgestelden maatregel van veilig heid zijnonzes inzienszulke overwegende bezwaren verbon den dat wij vreezendat het daardoor aan de voetgangers en rijtuigen te veroorzaken ongerijf, zwaarder zal wegen dan het nut, dat door dien maatiegel zal worden verkregen. Wij zullen echtor, indien de raad zulks verlangt, den brug wachters opdragen om telkens vóór dat de brug geopend wordt, de toegangen door kettingen af te sluiten. Volgno. 966. Volgens bekomen inlichtingen zijn te Rotter dam en elders proeven genomen met steen- en ijzer-bedekkin gen op de vaste gedeelten der beweegbare bruggenmaar i3 het resultaat zoo weinig bevredigend geweestdat ter vervan ging daarvan weder houten bedekkingen zijn gemaakt. De constructie van het vast gedeelte van do Vlietsterbrug laat bovendien niet toe daarop eeno bovenbedekking van steen te maken. Eene bedekking met ijzer is inzonderheid ondoel matig, omdat bij regen of sneeuw de brug wegens de gladheid niet zonder gevaar to passeren zoude zijn. Volgno. 97a. Naar aanleiding van het hier te kennen gegeven verlangen zullen burgemeester en wethouders gaarne eeno proef nemen met het aanleggen van bloemperken in do voornaamste wandelplaatsen. 99. Het geopperde denkbeeld om des winters bij sneeuw of vorst van wege de gemeento de straten met zand te laten be- strooijen, schijnt, zooals door de commissie van rapporteurs

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1878 | | pagina 53