ISijlage no. 23. 120 Bijlage tot het verslag der handelingen va Verder reikt de tafel niet; doch uit de tabel, door prof. van Geer gebruikt (zie bladz 12 van zijne brochure) blijktdat na verloop van 10 jaar nagenoeg 2/j der 70-jarigen successievelijk zijn overleden, en van de 80 jarigenna 10 jaren, 9 De gemiddelde bezoldiging der ambtenaren bedraagt s 81i;ioü ƒ808 nagenoeg. Op 66 jarigen leeftijd en bij in dienst treding op 30 jarigen ouderdomzou de gemiddelde diensttijd zijn 36 jaaren ieders gemiddeld pensioen (vergel. art. 8) '°^/rX 36 484. Stelt men nudat de afsterving gelijkmatig plaats heeft en de overblijvende 47 personen met 18 jaar alle zijn overleden, dan zouden zij gezamentlijk aan pensioen genieten 18 X 23 5 X 484 205,092. Dit bedrag verdeeld over een tijdvak van 36 jaar, geeft ge middeld per jaar 5797. De berekening van het lid van het dagelijksch bestuurge baseerd op den werkelijken toestandgeeft echter een veel gunstiger uitkomst. Deze verkrijgt bij een aantal van 104 per sonen, met eene bezoldiging van 75,486 een gemiddeld jaar lij ksch bedrag aan pensioen van ƒ4485.63, zijnde nagenoeg 6 °/o <ïer bezoldiging. Het schijnt echter dat bij de bezoldiging niet is gerekend op de vaste toelagen of vergoedingen wegens huis huur enz. Neemt men nu de bezoldiging tot een bedrag van 80,814, zooals vorenstaande opgave aanwijstdan zou volgens de bere kening van den wethouder, het gemiddeld jaarlijksch bedrag na genoeg zijn 4800. Vorenstaande pensioen-berekening is onderworpen aan het oordeel van een zeer bevoegd persoondie daarop heeft te ken nen gegeven zich in het algemeen met de gevolgde handelwijze den gemeenteraad te Leeuwarden1878. wel te kunnen vereenigen. Bij eene globale berekening zou echter eenvoudiger van de som der tractementen kunnen wor den uitgegaan het bedrag der pensioenen kan op 6 °/0 van het totaal bedrag der bezoldigingen gesteld worden, indien de leef tijd der tegenwoordige ambtenaren zoodanig is verdeelddat vrij spoedig met de uitbetaling der pensioenen moet worden aangevangenbij gemiddeld jeugdiger leeftijd der ambtenaren ïb dit cijfer hooger. Deze inlichtingen strooken geheel met de vorenstaande uitkom sten daar de wethouder komt tot een cijfer van 6 pet. en de berekening in het algemeen tot uitkomst geeft ruim 7 pet. van de bezoldigingenwaarbij echter is aangenomendat de amb tenaren alle tegelijk op 30 jarigen leeftijd zijn aangesteld. Neemt men mi van beide uitkomsten het middelgetaldan schijnt er geen vrees voor misrekening te kunnen bestaan. Er zou dan op een gemiddeld jaarlijksch bedrag aan pensioen gerekend moeten worden van p. m. f 5300. Thans wordt uitgekeerd wegens pensioen aan dr. J. G. Otte- ma 1000, aan den heer J. Wijnants ƒ700 en aan den heer H. Molenaar 275, makende een totaal van 1975. Ook zonder het bestaan eener regeling omtrent het verleenen van pensioen mag worden aangenomendat toch de gemeente- begrooting jaarlijksch met een post voor pensioenen zal zijn be zwaard. Stelt men dit bedrag gemiddeld op ƒ1600, dan zou bij aanneming der concept-verordeningde meerdere uitgaaf per jaar zijn 3700. Maar aangezien 2 pet. van het bedrag der bezoldigingen ad 80,814eene som uitmaakt van 1616zou ten slotte de ge- eele pensioensregeling de gemeente te staan komen op eene som van ƒ2084 in het jaar. Bijlage tot het verslag der handelingen va VOORSTEL tot nadere wijzigingdergemeente- bogrooting, dienst 1878, met betrekkelijk ontwerp-besluit en bijbehoorende memorie van toelichting. MIJNE HeEREN! De door uwe vergadering in den loop dezes jaars genomen besluiten, betreffende de uitvoering van sommige werken waar voor bij de begrootingdienst 1878 geene sommen zijn beschik baar gesteldmaken het noodzakelijk dat die begrooting op nieuw wordt gewijzigd. Bovendien is het noodig dat ook uit anderen hoofde in die begrooting eenige wijzigingen worden aangebragt. Tengevolge daarvan hebben wij de eer hiernevens aan u over te leggen een ontwerp-besluit tot nadero wijziging der gemeente- begrooting voor 1878, met voorstel daaraan uwe goedkeuring te hechten. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 12 December 1878 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. ONTWERP. De raad der gemeente Leeuwarden. In aanmerking nemende dat er noodzakelijkheid bestaat tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1878. Besluit De begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het dienstjaar 1878. zooals die is gewijzigd bij raadsbe sluit van 6 Junij 1878, goedgekeurd door gedeputeerde staten den 13 dier maand, nader te wijzigen als volgt: INKOMSTEN. Hoofdstuk II. Atdeeling II. Art. 1. 30 opcenten op de hoofdsom der personele belasting van 1 Januarij tct uit December 1878. begroot op ƒ25,251.15. te verhoogen'met 750 en te brengen op ƒ26,001.15, waar door het totaal dezer afdeeling wordt verhoogd tot ƒ26,001.15. A f d e e 1 i n g VII. Art. 1. Opbrengst van de belasting op tooneel vertooningen enz.begroot op 600te verhoogen met 350 en te brengen op ƒ950. Na deze wijzigingen wordt het totaal dezer afdeeling verhoogd tot ƒ950 en dat van hoofdstuk II tot 256,074.27. Hoofdstuk IV. Art. 1. Opbrengst der exploitatie van de gasfabriek, begroot op 134.697.60te verhoogen met 12,000 en te brengen op ƒ146,697.60. Art. 2. Opbrengst der exploitatie van het aschlandmet in begrip der ontvangst wegens verkochte puin, geraamd op ƒ47,000, te verhoogen met 6000 en te brengen op 53,000. Art. 9. 4'5 van de opbrengst der rijks personele belasting van 1 Januarij tot uit. December, begroot op f 80,803.68, te verhoo gen met ƒ2570 en te brengen op 83,373.68. In verband hiermede het totaal van hoofdstuk IV, thans be dragende ƒ280,108.28, te verhoogen met ƒ20,570 en te bepalen op ƒ300,678.28. Hoofdstuk V. Afdeeling I. Art. 2. Tijdelijke opneming van gelden ter voorziening in het tekort op de overige inkomststentot dekking van buiten- Bi.ivoeosf.i, behoorende bij db Leeuwarder Courant. i den gemeenteraad te Leeuwarden, 1878. 121 gewone uitgaven, uitgetrokken met ƒ19 000, te verhoogen met ƒ11,000 en te brengen op ƒ30,000. Tengevolge daarvan wordt het totaal dezer afdeelingnu be dragende ƒ79,000, gebragt op ƒ90,000. Afdeeling II. Art. 1. Verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendom menbegroot op ƒ4160, te verhoogen met ƒ650 en te brengen op 4810waardoor het totaal dezer afdeelingnu bedragende ƒ15,160, wordt gebragt op ƒ15,810. Na doze wijzigingen wordt nader vastgesteld het totaal van hoofdstuk V op ƒ105,810 en dat der gezamenlijke inkomsten op ƒ741,015.14. UITGAVEN. Hoofdstuk III. Afdeeling V. Art. 4onderdeel a. Onderhoud van werktuigen voor de fabricagebegroot op 9500te verhoogen met 3000 en te brengen op 12,500, waardoor het geheele artikel wordt uit getrokken op 15,500, en hot totaal dezer afdeeling komt te bedragen 127,240. Afdeeling VI. Art. 1, onderdeel b. Veranderlijke toelagen, begroot op ƒ2551.50, te verhoogen met ƒ420 en te brengen op ƒ297150, waardoor het geheele artikel wordt uitgetrokken op 4721.50 en het totaal der Vie afdeeling op 36,189. Afdeeling VII. Art. 3. Aankoop van keijen voor de verbetering van straten, geraamd op 8000te verminderen met 3) 00 en te bepalen op 4900. Art 8 Meubilair voor de te bouwen tusschenschool, begroot op f3500, te verminderen met ƒ1550 en te bepalen op ƒ1950. Met wijziging der omschrijving en verhooging van het geraamd bedrag met 9000 art. 10 te lezen als volgt Art. 10. Uitbreidiog van het pijpennet en vergrooting van diverse toestellen in de gasfabriek, ƒ15,000. Voorts als nieuwe artikelen aan deze afdeeling toe te voegen: Art. 14. Splitsing van lokalen in de gemeenteschool no. 5 ƒ1250. Art. 15. Verbetering van een gedeelte weg en walbeschoei- jing bij de Poppebrug 2500. Art. 16. Onverevendo uitgaven ter zake de stichting vaneen gebouw voor tusschenschool (gemeenteschool no. 1) ƒ11,800. Art. 17. Alsvoren ter zake de stichting van een gebouw voor de gemeenteschool no. 2memorie. Art. 18. Het maken van twee ierbakken op het aschland. 6000. Na deze wijzigingen wordt het totaal van afdeeling VII 135,750 en dat van hoofdstuk 111 340,826.60. Hoofdstuk XI. Art. 1. Onvoorziene uitgaven bij raadsbesluit van 6 Junij 1878 gebragt op 5435, te verhoogen met ƒ4000 en te bren gen op 9435. In verband met het vorenstaande nader vast te stellenhet totaal der uitgaven op ƒ741,031.84 en de balans der begrooting als volgt Inkomsten ƒ741,015.14. Uitgaven 741,013.84. Waarschijnlijk batig saldo 1.30, 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1878 | | pagina 61