Bijlage no. 26. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1878. 129 VOORSTEL van burgemeester en wethouders, tot vaststelling van bepalingen voor de heffing en invordering van schoolgelden, wegens onderwijs aan het gymnasium. MIJNE HEEREN! Nadat in Uwe vergadering van 29 Augustus 11. was be slotenmet den len Januarij 1879 op te rigten een nieuw gymnasium overeenkomstig de wet van 28 April 1876 (Staats blad no. 102), werd tevens bepaalddat ter tegemoetkoming in de kosten van het gymnasium van ieder leerling per jaar als schoolgeld zal worden geheven in de twee laagste klassen 50. derde en vierde klasse - 60. vijfde en zesde klasse - 80. Aan het besluit tot oprigting van een nieuw gymnasium is thans in zooverre uitvoering gegevendat de nieuwe in- rigting op het bepaalde tjjdstip in werking kan worden ge- bragt. In verband hiermede is het noodzakelijk dat de bestaande bepalingenopzigtens de heffing van schoolgeld voor onder wijs aan het gymnasiumdoor andere worden vervangen waarom wjj de eer hebben U bij deze daartoe strekkende ontwerpen ter overweging aan te bieden. Bjj vergelijking van nevens gevoegde ontwerp-besluiten met de bestaande bepalingen te dezer zake zal U blijken dat de eerste geene nieuwe bepalingen behelzen en van de bestaande slechts verschillen ten opzigte van het bedrag van het door de leerlingen te betalen schoolgeld. Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wjj de eer U bij deze voor te stellen, aan het hiernevens gevoegde ont- werp-besluitregelende de heffing en aan de verordening op de invordering van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium, met de daartoe betrekkelijke memoriën van toe lichting Uwe goedkeuring te hechten. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 12 December 1878 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. ONTWERP-BESLUIT regelende do heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het gym nasium. De raad der gemeente Leeuwarden In aanmerking nemendedat met den len Januarij 1879 het in die gemeente bestaande gymnasium wordt ingerigt overeenkomstig de voorschriften der wet op het hooger on derwijs van 28 April 1876 (Staatsblad no. 102) dat in verband daarmede zijn besluit van 14 November 1872, tot heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het gym nasium door andere bepalingen behoort te worden vervan gen Gelet op het voorschrift van art. 24 der aangehaalde wet; BESLUIT. Art. 1. Met ingang van den len Januarij 1879 wordt, ter tegemoetkoming in de kosten van het gymnasiumper jaar als schoolgeld geheven Van eiken leerling in de eerste en tweede klasse 50. Van eiken leerling in de derde en vierde klasse 60. Van eiken leerling in de vijfde en zesde klasse 80. Art. 2. Het bij art. 1 bepaalde schoolgeld is vorderbaar in vier gelijke termijnen en bij den aanvang van elk kwar taal telkens tot een vierde gedeelte verschuldigd door de ouders, voogden of anderendie de leerlingen aan de inrigting zen den. Art. 3. Voor de leerlingen die na den aanvang van een kwartaal op het gymnasium worden toegelaten, is het school geld voor bet volle kwartaal verschuldigd indien zij in de eerste helft en over het halve kwartaal indien zij in de laat ste helft aankomen. Voor de leerlingen die in de eerste helft van een kwartaal het gymnasium verlatenis slechts de helft van het school geld over dat kwartaal verschuldigdmits van het voorne men om de inrigting te verlatenvoor den aanvang van het kwartaal schriftelijk kennis is gegeven aan den Rector. Art. 4. Voor eiken toehoorder die afzonderlijke lessen volgt, is per jaar verschuldigdonverschillig in welke klasse de les sen worden bijgewoondvoor het onderwijs a. in de latijnsche taal en letterkunde ƒ30. b. n grieksche taal en letterkunde - 30. c. in een der overige bij art. 5 der wet op het hooger onderwijs, lett. c tot mgenoemde vakken, 20. In geen geval zal van een toehoorder voor het onderwijs in verschillende vakken per jaar meer worden gevorderd dan ƒ60.—. Op de betaling der schoolgelden voor toehoorders zijn de artikelen 2 en 3 toepasselijk. Art. 5. In geen geval heeft geheele of gedeeltelijke terug gave van eens betaalde schoolgelden plaats. Art. 6. Dit besluit treedt in werking den len Januarij 1879 en vervangt alsdan dat van 14 November 1872 (ge meenteblad no. 17). Vastgesteld den De raad voornoemd. MEMORIE VAN TOELICHTING bij het besluit van den raad der gemeente Leeuwarden, dd. 187 regelende de hef fing van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium in die gemeente. Ingevolge raadsbesluit van 29 Augustus 1878 wordt het alhier bestaande gymnasium met den 1 Januarij 1879 opge heven en met dat tijdstip een nieuw gymnasium opgerigt overeenkomstig de wet van 28 April 1876 (Staatsblad no. 102). Aan dat besluit is door de benoeming van leeraren op de vooraf vastgestelde bezoldigingenin zoover uitvoering ge geven dat de nieuwe inrigting op het bepaalde tijdstip in werking kan worden gebragt, nu op de gedane benoemingen, behoudens eene enkele uitzonderingde goedkeuring van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken is verkregenblij-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1878 | | pagina 65