Bijlage no. 18 Bijlage tot het verslag der handelingen va ken aan het gebouw en de aanschaffing van het in de waag en beurslocalen vereischte ameublement. In verband met een en ander is de som op de gemeente be grooting voor 1879 voor de stichting van een beurs- en waag gebouw uitgetrokken, tot dekking der meerdere uitgaven verhoogd met 40,000 en vastgesteld op ƒ100,000. Art. 8. De voorgenomen vernieuwing van het bestaande of stichting van een nieuw armhuisbij de primitieve begrooting voor memorie uitgetrokken, zal volgens daarvan gemaakte be grooting eene uitgaaf vorderen van ƒ109,000 met inbegrip van de kosten op de aanbesteding vallende en wegens het houden van toezigt bij de uitvoering van het werk. Bij het ontwerp wordt voorgesteld, de bedoelde vernieuwing n den gemeenteraad te Leeuwarden1879. over drie jaren te verdoelen, zoodat op de begrooting van het thans Ioopende en de beide eerst volgende dienstjaren telkens ongeveer een derde gedeelte van de vorengemelde som zal die nen te worden uitgetrokken. In afwachting van de definitieve vaststelling van het bedoelde bouwplanis het wenschelijk voorgekomen thans reeds de fond sen aan te wijzenwaaruit de kosten van het nog in dit jaar uit te voeren een derde gedeelte zal kunnen worden bestreden. Hiertoe bestaat te meer aanleiding, dewijl de bestaande toe- i stand van het armhuis, het noodzakelijk maakt, dat zoo spoedig- mogelijk met de vernieuwing en uitbreiding een aanvang worde gemaakt. Vastgesteld den Bijlage tot het verslag der handelingen v£ VOOKSTEL van Burgemeester en Wethouders, betrekkelijk het aangaan eener geldleening groot f 200,000. MIJNE IIEEREN! Op de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1879, zoo als die word gewijzigd bij raadsbesluit van 10 April 1879, is onder do ontvangsten aangobragt als opbrengst eener geldleening ter bestrijding van uitgaven voor aankoop van vastigheden en ter uitvoering van buitengewone werken eene som van ƒ91,000. Dat bedrag werd bij nadere wijziging der begrooting van 24 Julij 1879 verhoogd met ƒ29,000 en uitgetrokken op ƒ120 000, naar aanleiding van het besluit tot vernieuwing en vergrooting van het armhuis, overeenkomstig het daarvan opgemaakt plan, hetwelk werd goedgekeurd bij raadsbesluit van 24 Julij 1879. In verband met den bouwvalligen toestand van de bestaande gebouwenwordt het noodig geacht dat do bedoelde werken waarvan de kosten zijn begroot op f 109,000, binnen kort wor den aanbesteed, ten einde een gedeelte daarvan nog in dit jaar kan worden uitgevoerd. Met de uitvoering van een gedeelte der verdere buitenge wone werkenwaarvoor de bedoelde geldleening mede moet strekken is bereids een aanvang gemaakt, terwijl voorts, volgens de verkoopsvoorwaardenden 1 November e. k. moet worden voldaan, de tweede helft van de koopsom, der in dit jaar door de gemeente aangekochte vastighedenmet bijbetaling van de alsdan verschenen rente van af den 12 Mei 1879, berekend naar vijf ten honderd in het jaar. Een en ander maakt het wenschelijk, dat alsnu worde vastgesteld een plan tot het aan gaan eener geldleening groot ƒ200,000, waarvan dit jaar eene eerste serie tot een bedrag van 120 000, zal dienen te worden opgenomen, ten einde de vereischte fondsen in de gemeentekas aanwezig te doen zijnvoor de betalingen die terzake hiervoren vermeld zullen moeten plaats vinden. Uit dien hoofde hebben wij de eereen ontwerp-besluit tot het aangaan eener geldleening, op den gebruikelijken voeten tot vaststelling van een daartoe betrekkelijk plan, u hiernevens aan te bieden. Omtrent de in dat plan vervatte bepalingen merken wij opdat, voorshands de opname eener serie, tot het op de begrooting van het loopend dienstjaar uitgetrokken be drag van 120,000 voldoende wordt geacht. Overigens zijn bij het ontwerpen van dat leeningsplan in hoofdzaak gevolgd de bepalingen die sinds geruimen tijd bij het aangaan van leeningen ten behoeve dezer gemeente zijn vast gesteld. Wij nemen de vrijheid u voor te stellen aan het bovenbedoeld ontwerp uwe goedkeuring te hechten. AlduB voorgesteld ter raadsvergadering van den 24 Julij 1879 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. De raad der gemeente Leeuwarden Gezien de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente, voor het dienstjaar 1879, zooals die is gewijzigd bij raadsbesluiten van den 10 April en 24 Julij 1879waarbij is vastgesteld het plan tot vernieuwing en vergrooting van het armhuis. Overwegende dat erin verband daarmede en ter bestrijding der uitgaven voor de verdere op de gemeentebegrooting uitge trokken buitengewone werken, zoomede tot betaling der koop sommen van door de gemeente aangekochte vastigheden en aflossing eener in 1878 aangegane tijdelijke geldopneming nood zakelijkheid bestaat tot het aangaan eener geldleening groot ƒ200,000 te verdeelen in twee of meer seriën. Gelet op het bepaalde bij art. 194 lett. a der gemeentewet. Besluit Gelet op zijn besluit van 24 Julij 1879. Bijvoegsel behoorekde bij de Leeuwarder Courast. i den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879. 19 Voorbehoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten van Frieslandten behoeve der gemeente Leeuwarden, tot bestrij ding der uitgaven voor buitengewone werken, aankoop van vastigheden en aflossing van in 1878 tijdelijk opgenomen gel den aan te gaan eene geldleening groot ƒ200,000 overeenkom stig het volgende PLAN. Art. 1. Deze geldleening wordttegen eene rente van vier en een half ten honderd in het jaaraangegaan tot een bedrag van ƒ200000 verdeeld in twee of meer seriën de eerste tot een bedrag van 120,000. Van de tweede en verdere seriën wordt hot bedrag en de tijd van opname door burgemeester en wethouders vastgesteld. Art. 2. De wegens deze leening onder een doorloopend volgnummer uit te geven schuldbekentenissen worden gesteld op naam of aan toonderter keuzo van de deelnemersieder ten bedrage van duizend gulden. Zij kunnen echter in onderdeelon van vijfhon derd gulden worden gesplitst, ia welk geval twee onderdeden een gelijk nummer bekomen onder bijvoeging van de letter a of b. Art. 3. Bij elke schuldbekentenis wegens de eerste serie worden afge geven 24 coupons, de eerste voor vier maanden, de overigen ieder voor een jaar rente, telkens 1 Januarij verschijnende. Daarbij wordt gevoegd een bewijs ter bekoming van nieuwe coupons voor het vervolg. De verschenen coupons zijn betaalbaar ten kantore van den gemeente-ontvanger. De rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen worden voldaan uit de plaatselijke inkomsten. Art. 4. De deelneming in deze geldleening wordt respectievelijk tot het bedrag van elke serie bepaald, bij openbare inschrijving aan den meestbiedende opengesteld. De inschrü vingen geschieden voor een of meer aandeelen groot duizend gulden. Daarbij vermeldt de inschrijver hoeveel obligation van 1000 of van 500 hij verlangt ingeval zijne inschrijving wordt aan genomen onder opgave van den persoon ten wiens^ name de obligatiën moeten worden gesteld wanneer aan obligatiën od naam boven het stellen van deze aan toonder voorkeur wordt gegeven. Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethouders aannemelijk voorkomen, erlangt de hoogste bieder de aandeelen waarvoor hij heeft ingeschrevendaarop volgt degene die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens. Indien door twee of meer der hoogst biedenden voor gelijken prijs meer is ingeschreven dan benoodigd is, beslist het lot tus- schen hen. De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven en vóór of op den door burgemeester en wethouders te bepalen tijd bij dat collegia ingekomen zijn. Op den omslag der billetten moet, met aanduiding der serie waarop de inschrijving betrekking heeft, worden vermeldbillet van inschrijving voor de geldleening van 200.000. De opening daarvan heeft in het openbaar, op een door bur gemeester en wethouders te bepalen tijdstip, in eene vergadering van hun collegia plaats. Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de belanghebbendenwier inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zijn aangenomen, daarvan kennis gegeven. Art. 5. Wanneer niet voor het volle bedrag der opengestelde serie van deze leening is ingeschreven of wel de inschrijvingen ten deele door burgemeester en wethouders onaannemelijk zijn geachtwordt door dat collegia voor het resterend bedrag op nieuw eene inschrijving opengesteld overeenkomstig de bepa- 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1879 | | pagina 11