Bijlage no. 16. 94 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1879. Yolgn. 96. Het maken van trottoirs in verschillende stra ten dezer gemeente is reeds meermalen bij ons collegie be sproken. Wij hebben daarbij evenwel bij herhaling zoo vele onoverkomelijke moeijelijkheden ondervondendat wij weinig hoop koesteren van nieuwe pogingen een gunstig resultaat te zullen krijgen. Mogt zich echter de gelegenheid voordoen, om hier of daar in den aangegeven zin verbetering aan te bren gen, dan zal die door ons collegie niet uit het oog verloren worden. Volgn. 96c. Burgemeester en wethouders hebben gemeend geen voorstel te moeten doen omtrent de bestemming van de oude veemarktplaats, vóór dat het beurs- en waaggebouw vol tooid en in gebruik genomen is. Yolgn. 130. Wij kunnen niet medegaan met de commissie van rapporteurs om dezen post voor memorie uit te trekken, en blijven van oordeeldat zoo lang gedeputeerde staten niet zijn terug gekomen op hunne resolutie d.d. 10 January 1878 no. 51 hrt gemeentebestuur die behoort te eerbiedigen. Wij stellen er derhalve prijs op het voorgedragen cijfer in uitgaaf te behouden. Mogten gedeputeerde staten vasthouden aan de door hen gestelde voorwaarden, dan zal de raad later het uitgetrokken bedrag kunnen verhoogen. Hoofdst. Ill afd. VII. Tegen het aanbrengen van een memorie-post als art. 8. „Kosten van stichting of vernieuwing van een gebouw voor gymnasium" bestaan bij ons geene be zwaren. Zooals uit de memorie van toelichting blijkt was het onze aandacht niet ontgaan, dat in vorige jaren een memorie-post op de begrooting was gebragt voor stichting van eene be waarschool op het Vliet. Bij de omstandigheid, dat nu reeds is te voorziendat er geen kans zal bestaan om dat werk in 1880 uit te voeren, hebben wij het beter geoordeeld daarvoor geen memorie-post uit te trekken. Te minder is zoodanige memoriepost aan te bevelenomdat wij de uitvoering van de nieuwe wet op het lager onderwijs wenschen af te wachten, alvorens inzake het onderwijs, nieuwe belangrijke en kostbare maatregelen te nemen. Volgn. 133. Het abuis in de cijfers zal worden geredres seerd in overeenstemming met de opmerking der commissie. Art. 141. Dit rente bedrag is, evenals in vorige dienst jaren, op art. 7 van hoofdstuk V aangebragt, omdat deze rente is verschuldigd voor een gedeelte van de koopsom, dat volgens de verkoopvoorwaarden, onder hypothecair verband dier vastigheden minstens tot Mei 1880 daaronder moest ver blijven. Indien de raad nu, in afwijking van hetgeen vroeger is besloten, deze rente wil plaatsen op art. 1 der Ie afdeeling van hoofdstuk VIIIdan bestaan daartegen bij ons geene overwegende bezwaren. Volg. 179. In de ontwerp-begrooting der gemeentewerken en inngtmgen, door den directeur ingezonden bij missive d.d. 14 Julij 1.1., no. 233/11, en die bij de ontwerp-begrooting der gemeente voor 1880 ter inzage van de leden is overge legd, zijn de kosten van onderhoud en die van schoonmaken voor ieder schoolgebouw gesplitst. Bij eene volgende begrooting zal men er op bedacht zijn hetzij in de begrooting zelve, hetzij in de memorie van toe lichting, het geraamd bedrag zoo voor onderhoud als voor schoonhouden zooveel mogelijk voor ieder onderdeel gesplitst aan te geven. Ook zullen wij gaame onderzoeken in hoever aanbesteding van het onderhoud der schoollokalen aanbeveling verdient. Volgn. 205. Niettegenstaande het raadsbesluit tot het ver- leenen van subsidie aan de stads bank van leening aanleiding kan geven om de hier bedoelde som op een ander artikel te plaatsenhebben wij geen bezwaar om voor te stellen op een nieuw art. 4 aan te brengen den volgenden post: „tijdelijke toe lage aan de bank van leening tot gedeeltelijke bestrijding van het pensioen aan den vroegeren boekhouder dier inrigting/ 450." INKOMSTEN. Volgn. 5. In verband met onze zienswijze, die bij het op maken van de begrooting op den voorgrond heeft gestaan 'dat het niet wenschelijk is voor 1880 de belastingen te ver hoogen, hebben wij eene percentage van 3.63 ten honderd van het belastbaar inkomen voorgedragen. Wij vleijen ons dat die heffing voldoende zal zijn om het geraamd bedrag te erlangen. Volgn. 14. Het aan te bieden besluit tot heffing met de verordening op de invordering eener belasting voor het ge bruik van de waterenkaden en wallen in deze gemeente zal met betrekking tot de opbrengst der belasting niet zoo danige wijzigingen ondergaan dat daarin aanleiding kan wor den gevonden om het voorgedragen cijfer te veranderen. Bij verhuringen en verpachtingen worden ook steeds de vroegere huur- en pachtsommen in ontvang aangebragt, om dat a priori moeijelijk is te voorzien, welk resultaat eene nieuwe verhuring of verpachting zal opleveren. Bij gebreke van een beteren maatstaf, is het onzes inziens wenschelijkden tegenwoordigen toestand als basis aan te nemen voor het vervolg. Volgn. 16. Wij achten het niet raadzaam om voor het tegenwoordige maatregelen te nemen, zoo als door de com missie van rapporteurs in overweging worden gegeven, bij de onzekerheid of, en in hoeverre de invoering der nieuwe wet op het lager onderwijs tot eene reorganisatie der hier bedoelde inrigting zal leiden. Volgn. 19 lett. n. De raming van f 200 voor huur van de lokalen voor het kantongeregt, is gebaseerd op het vermoeden dat de huur dier lokalen in 1880 zal worden opgezegd. Bij de onzekerheid met welk tijdstip dit zal geschieden is 2 3 der huursom over een geheel jaar in ontvangst gebragt. Op art. 2 van hoofdstuk III moet nog eene som van 65 worden aangebragt voor huur van een huis op de Wisses- dwinger, welk huis tegen ƒ1.25 per week is verhuurd. Volgn. 31. Burgemeester en wethouders achten verlaging van den gasprijs voor het tegenwoordige niet wenschelijk en deelen alzoo de zienswijze van de commissie van rapporteurs. Volgn. 53. De wenschelijkheid eener wijziging der indeeling van de zoogenaamde villa-terreinen bij het Stationsplein is reeds meermalen bij ons collegie besproken. De thans ge maakte opmerking zal er toe leiden dat dit punt meer opzet telijk in behandeling zal worden genomenten einde daarom trent bepaalde voorstellen te kunnen aanbieden. Aangeboden den 23 October 1879 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879. 95 VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot het op nieuw vaststellen van bepalingen voor de heffing en invordering van regten wegens de uitgifte van stukken ter secretarie en ver- rigtingen van den burgerlijken stand. Mijne Heeren! De opbrengst der legesgelden die voor administratieve dien sten van wege het gemeentebestuur verstrektworden gehe ven krachtens een tarief goedgekeurd bij kon. besluit van 30 December 1852 no. 36, bedraagt gemiddeld jaarlijks ter naau- wemood ƒ350, eene som die in geene de minste verhouding staat tot de kosten voor het verstrekken dier diensten gevor derd. Was het bedrag der onder den naam van leges betaalde retributiën reeds uiterst gering tijdens hare invoering, de onevenredigheid tusschen de bewezen diensten en de daarvoor verschuldigde leges is door de sedert zoo belangrijk toege nomen kosten van bestuur niet weinig vermeerderd. Zonder dit middel tot eene drukkende hoogte op te voeren of daaruit eene belangrijke bron van inkomsten te verwachten, gelooven wij toch datnu de heffing van leges tot de bestrijding van een deel der plaatselijke uitgaven eenmaal is ingevoerd, het bestaande tarief eene billijke verhooging toelaat. Te meer vindt ons collegie hiertoe aanleiding, dewijl art. 6 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad no. 72) tot regeling der heffing van regten wegens de verrigtingen van den ambtenaar van den bur gerlijken stand bepaalt, dat alle andere verordeningen betref fende dit onderwerp vervallenzoodat het bestaande tarief althans voor dit onderdeel eene herziening vereischt en op nieuw aan de koninklijke goed keuring moet worden onder worpen. Uit dien hoofde hebben wij de eer u bij deze ter overwe ging aan te bieden een ontwerp-besluit tot het heffen van regten wegens de uitgifte van stukken ter secretarie en ver rigtingen van den burgerlijken standbenevens eene ontwerp verordening op de invordering dier regtenvergezeld van be trekkelijke memoriën van toelichting, met voorstel daaraan uwe goedkeuring te hechten. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 23 October 1879 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. ONTWERP-BESLUIT tot het heffen van regten, wegens de uitgifte van stukken ter secre tarie en verrigtingen van den burgerlijken stand in de gemeente Leeuwarden. De raad der gemeente Leeuwarden, In aanmerking nemende dat zijn besluit van 14 October 1852, houdende vaststelling van een tarief voor de heffing van leges ter secretarie ten behoeve der gemeente, wijziging behoeft naar aanleiding van het bepaalde bij art. 6 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad no. 72); dat het in verband daarmede wenschelijk is, deze heffing, zoover noodig, op nieuw te regelen. Besluit Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. Ten behoeve der gemeente Leeuwarden worden, onder de benaming van leges, regten geheven in voege als hierna is omschreveno Art. 1. Voor afschriften van: a. besluiten van den raad (art. 72 der gemeentewet) b. afgekondigde verordeningen (art. 175);;. c. het jaarverslag van den toestand der gemeente (art. 182); d. dé' begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven (art. 203); uf e. de rekening van de inkomsten en uitgaven der ge meente (art. 219) f. den staat van hetgeen naar het burgerlijk regt eigen dom der gemeente is (art. 229), alsmede van bestekken en voorwaarden van aanbesteding, voorwaarden van verhuringen en verpachtingen en van tweede afschriften van huur- en pacht-contracten of dergelijke, voor elke bladzijde, houdende 27 regels, ieder van 12 lettergrepen, gedeelten voor een ge heel genomen ƒ0.20. Zijn deze stukken gedeeltelijk gedrukt, zoodat alleen aan vulling noodig is, dan is voor elk geheel of gedeeltelijk geschreven bladzijde, boven de in het volgend artikel ver melde regten, verschuldigd ƒ0.10. Voor afschriften van stukken in het archief berustende, dagteekenende vóór 1800, voor elke bladzijde schrift van 27 regels, ieder van 12 lettergrepen, gedeelten voor een geheel genomen ƒ0.50. Art. 2. Voor geheel of gedeeltelijk gedrukte stukkenin aard en strekking met de in artikel 1 vermelde overeenko mende, van wege het gemeentebestuur uitgegeven: per vel druks. 0.20; 0.10; 1/4 „0.05. Hebben deze stukken een grooteren omvang dan twee vel druksdan wordt het meerdere berekend naar tien cent voor ieder vel druks, gedeelten voor geheel berekend. Art. 3. Voor het legaliseren van h&ndteekeningen of waarmerken van stukkenuitgezonderd die ten behoeve van 's rijks militaire dienst, voor de grootboeken der nationale schuld of voor de ontvangst van lijfrentenpensioenen gagementen, wachtgelden en ridder-soldijen vereischt, wegens elke handteekening of ieder gewaarmerkt stuk ƒ0.25. Art. 4. Voor elke gunstige beschikking op verzoekschrif ten, voor ieder certificaat van goed gedrag, van gegoedheid of elke andere verklaring tot welker afgifte trt gemeente bestuur bevoegd is, voor iedere bladzijde van 27 regels, elk van 12 lettergrepen, gedeelten voor geheel gerekend ƒ0.25. Deze heffing wordt niet toegepast op stukken, benoodigd voor 's rijks militaire dienst of ten behoeve van onvermogen- den, in hun persoonlijk belang op behoorlijk bewijs van on vermogen afgegeven en voor vergunningenwelke uit ande ren hoofde tot eenige betaling aan de gemeentekas aanleiding geven. Art. 5. Voor de voltrekking van een huwelijk op anderen tijd dan die, daarvoor ingevolge art. 4 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad 110. 72) is aangewezen, indien de voltrekking plaats heeft Op dezelfde dagen, doch andere uren als bovenbedoeld, 5. Op een anderen dag, mits niet des Donderdags, ƒ10. Op Donderdag ƒ20. Burgemeester en wethouders kunnen minvermogenden vrij stellen van de betaling dier regten, wanneer deze, uithoofde 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1879 | | pagina 49