Bijlade no. 17.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1879.
99
VOORSTEL van burgemeester en wethouders, be
trekkelijk het aangaan eener suppletoire geld
leening ten behoeve der stichting van een
beurs- en waaggebouw.
Mijne Heeren
Op de gemeente begrooting voor het dienstjaar 1879, zoo
als die laatstelijk werd gewijzigd bij raadsbesluit van 24 Julij
1879 en goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten van
Friesland bij resolutie van den 31 Julij d. a. v. no. 17, is on
der de ontvangsten aangebragt eene som van f 40.000 als op
brengst eener suppletoire geldleeningter bestrijding van uit
gaven voor werken aan het beurs- en waaggebouw, die in
het bestek van aanbesteding niet zijn opgenomen en waarop
mitsdien bij de primitief gemaakte raming van kosten niet
was gerekend; zoo mede voor uitgaven van verfwerken aan
dat gebouw en de aanschaffing van het in de localen ver-
eischt ameublement.
Met het oog op de plaats gehad hebbende uitvoering van
de vorenbedoelde werken en de naderende voltooijing van het
gebouw is het wenschelijk, dat alsnu een plan tot het aan
gaan van evengemelde suppletoire leening worde vastgesteld,
ten einde over de vereischte fondsen ter bestrijding van de
bovenbedoelde uitgaven zal kunnen worden beschikt. Het is
ons wenschelijk voorgekomen, dat ten aanzien van de hierbe-
doelde suppletoire leening dezelfde bepalingen worden vast
gesteld als in het promitieve plan der geldleening voor de
stichting van het beurs- en waaggebouw zijn opgenomen,
en dat de aflossing zooveel mogelijk in overeenstemming met
de daarbij gemaakte bepalingen plaats hebbe.
In verband daarmede schijnt het wenschelijk het bedrag der
aandeelen vast te stellen op ƒ500, die des verlangd in onder
deden van ƒ250 kunnen worden gesplitst.
Een in dien zin door ons ontworpen plan, vervat in het
betrekkelijk besluit tot het aangaan der leening, hebben wij
de eer u hiernevens ter vaststelling aan te bieden, met voor
stel daaraan uwe goedkeuring te hechten.
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 27 November
1879 door burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
ONTWERP-PLAN.
De raad der gemeente Leeuwarden;
Gezien de begrooting der inkomsten en uitgaven van de
gemeente, voor het dienstjaar 1879, zooals die laatstelijk is
gewijzigd bij raadsbesluit van den 24 Julij 1879, goedgekeurd
door de gedeputeerde staten van Friesland bij resolutie van
den 31 Julij d. a. v. no. 17.
Overwegende, dat daarop als opbrengst eener suppletoire
geldleening is aangebragt eene som van ƒ40.000 speciaal ter
bestrijding van uitgaven voor werken aan het in aanbouw
zijnde beurs- en waaggebouw, die niet in het bestek van
aanbesteding zijn begrepen en waarop mitsdien niet bij de
primitieve raming van kosten der stichting van genoemd ge
bouw was gerekend.
Overwegendedat er met het oog op de uitvoering dier
werken en de naderende voltooijing van het gebouw, nood
zakelijkheid bestaatthans de vorenbedoelde geldleening aan
te gaan, ten einde ter verevening der uitgaven voor bovenge
melde werken, en voor aanschaffing van het in de localen
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
benoodigd ameublement over de daarvoor vereischte fondsen
kan worden beschikt.
Gelet op het bepaalde bij art. 194 lett. a der gemeente wet.
Besluit:
Voorbehoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten
van Friesland, ten behoeve der gemeente Leeuwarden ter be
strijding der uitgaven voor buitengewone werken, en aan
schaffing van ameublement hiervoren omschreven, aan te
gaan eene geldleening groot ƒ40.000 overeenkomstig het
volgend
PLAN.
Art. 1. Deze geldleening wordt, tegen eene rente van
vier een tweede ten honderd in het jaar, aangegaan tot een
bedrag van ƒ40,000.
Art. 2. De wegens deze leening onder een doorloopend
volgnummer uit te geven schuldbekentenissen worden gesteld
op naam of aan toonderter keuze van de deelnemersieder
ten bedrage van vijfhonderd gulden.
Zij kunnen ook in onderdeelen van tweehonderd vijftig
gulden worden gesplitstuit te geven onder hetzelfde nummer,
geteekend met letter A B.
Art. 3. Bij elke schuldbekentenis worden afgegeven 24
coupons waarvan de eerste voor den tijd tusschen de storting
en den dag van rentebetaling verloopende en de overigen
ieder voor een jaar rente telken jare 1 Oetober verschijnende.
Daarbij wordt gevoegd een bewijs ter bekoming van nieuwe
coupons voor het vervolg.
De verschenen coupons zijn betaalbaar ten kantore van den
gemeente-ontvanger.
De rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen wor
den voldaan uit de opbrengsten van het beurs- en waagge
bouw envoor zoo verre deze niet voldoende zijnuit de
plaatselijke inkomsten.
Art. 4. De deelneming in deze geldleening wordtbij
openbare inschrijving aan den meestbiedende opengesteld.
De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen
groot vijfhonderd guldenterwijl daarbij wordt vermeld hoe
veel obligatiën van ƒ500 of van ƒ250 de inschrijver verlangt,
ingeval zijne inschrijving wordt aangenomenonder opgave
van den persoon ten wiens name de obligaten moeten worden
gesteldwanneer daaraan boven het stellen van dezen aan
toonder de voorkeur wordt gegeven.
Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou
ders aannemelijk voorkomenerlangt de hoogste bieder de
aandeelen waarvoor hij heeft ingeschrevendaarop volgt degene
die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens.
Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelijken
prijs meer is ingeschreven dan benoodigd isbeslist het lot
tusschen hen.
De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven
en vóór of op den door burgemeester en wethouders te bepalen
tijd bij dat collegie ingekomen zijn.
Op den omslag der billetten moet worden vermeld: „Billet
van inschrijving voor de geldleening van 40,000.
De opening daarvan heeft in het openbaarop een door
burgemeester en wethouders te bepalen tijdstipin eene ver
gadering van hun collegie plaats.
Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan
de belanghebbendenwier inschrijvingen geheel of gedeeltelijk
zijn aangenomendaarvan kennis gegeven.
Art. 5. Wanneer niet voor het volle bedrag van deze lee-
15