Bijlage no. 21.
106
Bijlage tot het terslag (ter handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1679.
ter bewoning, geschieden, indien deze personen niet in
de gemeente wonen of hunne woonplaats onbekend is, aan
den hoofdbewoner der woning.
3. Algemeene en strafbepalingen.
Art. 27. Voor de naleving van de voorschriften van 1
is degene voor wiens rekening gebouwd of verbouwd wordt,
en, waar dit eene vereeniging is, hare bestuurders, aansprakelijk.
Art. 28. Aan burgemeester eu wethouders en de raadscommis-
siën, ingevolge deze verordeningte benoemende ambtenaren en
bedienden van politie en der stads reiniging, zoomede aan den
directeurden hoofdopzigter en de opzigters der gemeentewer
ken wordt de last verstrekt om, ter uitvoering dezer verorde
ning de woningen der ingezetenen, huns ondanks, binnen te
tredenmits daarbij worden in acht genomen de voorschriften
der wet van 31 Augustus 1853 Staatsblad no. 83).
De uitvoering van dien last mag ten alle tijde geschieden.
Art. 29. Het opsporen en constateren van de overtredin
gen der bepalingen van deze verordening en der krachtens deze
verordening uit te vaardigen besluiten is opgedragen aan de
in het vorig artikel genoemde ambtenaren en bedienden.
Art. 30. De overtreding van eene der bepalingen van
deze verordening of van de ter harer uitvoering door burge
meester en wethouders te geven bevelen of voorschriften
wordt gestraft met eene geldboete van vijf tot vijf en twintig
guldenmet of zonder gevangenisstraf van één tot drie dagen.
Art. 31. Met het in werking treden van deze verordening
zijn die op het bouwen en inrigten van woningen, zoomede
tegen het bewonen van voor de gezondhdid nadeelige wo
ningen van 26 February 1874 (gemeenteblad no. 7) en die
tot wijziging van laatstgenoemde van 10 Januarij 1878
(gemeenteblad no. 2), vervallen.
Bijlage tot-het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879.
107
Voorstel van burgemeester en wethouders
op een verzoek van de vereeniging .de Harmo
nie", om een regt van opstal te vestigen voor
een gebouw op het terrein achter het paleis van
J ustitie.
Mijne Heeren
Toen het voorloopig bestuur der vereeniging ,de Harmonie"
alhier Uwe beschikking ontving van den 13 Junij 1878, tot
niet goedkeuring van het bij zijn adres van 20 April bevorens
ingezonden nader ontwei']) voor een gebouw der vereeniging,
te stichten in den prinsentuinwerd liet tevens in kennis ge
steld met het besluit Uwer vergadering, waarbij in overwe
ging werd gegeven dat zijnerzijds zou worden omgezien naar
een ander terrein voor de stichting van het verlangde gebouw.
Als gevolg daarvan mag worden aangemerkt het door genoemd
voorloopig bestuur den 22 February 1879 bij ons collegie in
gediend adres, strekkende dat onderhandelingen worden ge
opend teneinde de vereeniging, voor de stichting vaneenten
haren behoeve gewenscht gebouwde beschikking erlange over
één der bij dat adres omschreven drie terreinen, aangeduid
als volgt:
a. het terrein achter het paleis van justitie tot de stads
gracht, waar gedurende de kermis het circus van Carré ge
plaatst is;
b. het terrein bij de voormalige Vrouwenpoort, waarop zich
thans bevinden een molen en twee huizen, en
c. het terrein der oude veemarkt.
Dat adres werd gesteld in handen van den directeur der ge
meentewerken ten einde te vernemen tot welke opmerkingen
de aanvrage om een der opgegeven terreinen hem aanleiding gaf.
Bij missive van den 24 February 1879, no. 48/3 antwoorde
die ambtenaar daaroponder aanvoering van eenige motieven,
dat hij eene bebouwing der sub a en c vermelde terreinen niet
geraden achtdoch het terrein sub b genoemd voor het be
oogde doel zeer geschikt oordeelt.
Dewijl ook aan ons collegie evengemeld terrein ten bewus-
ten einde wel geschikt voorkwam, hebben wij van den adres
sant inlichtingen gevraagd of hijindien het gemeentebestuur
tot afstand genegen was, de zekerheid had dat de eigenaars
van de op dat terrein staande gebouwen genegen waren tot
eigendoms overdragt.
Daaruit bleek echter dat de eigenaar van een der huizen en
van den molen zoo overdreven in zijne eischen was, dat er
niet aan kon worden gedacht om ten dezen onderhandelingen
te openen.
Intusschen meenden wij, in strijd met het advies van den
directeur der gemeentewerken, dat eene gunstige beschikking
op het adres van het voorloopig bestuur der vereeniging „de
Harmonie" niet van het terrein bij de voormalige Vrouwen
poort afhankelijk moest worden gesteld.
Het kwam ons toch voor dat het gemeentebestuur, niet al
leen door hetgeen bij de behandeling van vroeger ingediende
verzoeken is voorgevallenmaar vooral ook met het oog op
hetgeen door het voorloopig bestuur in verband daarmede reeds
is verrigt, tegenover die vereeniging zedelijk verpligt is om,
waar zulks zonder nadeel voor de gemeente geschieden kan,
het voorloopig bestuur te steunen in zijne pogingen om een
Bijvoegsel behoorende wj de Leeuwarder Courant.
geschikt terrein voor de stichting van een gebouw te erlan»
gen, dewijl daarvan het bestaan der vereeniging afhankelijk
moet worden geacht.
Met betrekking tot het terrein der oude veemarkt merken
wij op, dat het ons wenschelijk voorkomt daaraan vooralsnog
geenerlei bestemming te geven.
Wij gaven mitsdien aan adressant te kennen dat wij bereid
waren mede te werken tot den afstand van liet door hem in
de eerste plaats gevraagd terrein, echter onder liet speciale be
ding dat het eventueel te stichten gebouw minstens 00 meter
van den stoep vóór den achtergevel van het paleis van justi
tie eu minstens 20 meter van de stadsgracht moet verwijderd
blijven.
Nadat adressant zich met deze in de eerste plaats te stellen
voorwaarde had vereenigdwerden door ons, bij besluit van 22
Maart 1879, no. 3, de voorwaarden geregeld, onder welke
wij bereid waren aan Uwe vergadering voor te stellen, ten be
hoeve van de vereeniging „de Harmonie" een regt van op
stal te vestigen op eene oppervlakte grond van hoogstens 5000
centiaren, uitmakende een gedeelte van liet terrein gelegen
achter het paleis van justitie.
Met dat besluit in kennis gesteldbood het voorloopig be
stuur der vereeniging ons tengevolge daarvanbij missive
van 13 October 11.het bouwjilau aan voor het te stichten
Harmoniegebouw, terwijl wij, bij missive van 25 October, in
kennis werden gesteld dat de leden der vereeniging het voor
loopig bestuur hadden gemagtigd om over het vestigen van
een regt van opstal op het terrein achter bet paleis van ju
stitie met het gemeentebestuur te onderhandelen.
Wij stelden het ontvangen bouwplan, met de beide daarop
betrekking hebbende missivesom consideration en advies in-
handen van den directeur der gemeentewerken. Daarbij werd
tevens ter zijner kennisneming gevoegd eene copij van ons be
sluit van 22 Maart 1879, no. 3, teneinde hem zou kunnen
blijken dat en onder welke voorwaarden wij onze medewer
king hadden toegezegd voor de vestiging van een regt van
opstal op een gedeelte van het terrein achter liet paleis van
justitie.
Ofschoon het genoegzaam duidelijk was en ten overvloede
kon blijken uit de apostille gehecht aan evengemelde missives
dat het niet de bedoeling kon zijn ons besluit aan de beoor
deeling van den directeur te onderwerpenheeft deze toch bij
zijn advies van 11 November 11. no. 386/3 daarvan zoodanig ge
bruik gemaakt, dat wij niet kunnen nalaten bepaaldelijk op
deze omstandigheid de aandacht te vestigen.
Wat nu betreft de beschouwingen van den directeur der ge
meentewerken die hem er toe leiden om te adviseren dat het
terrein achter het paleis van justitie aan niemand en dus ook
niet aan de vereeniging de Harmonie worde afgestaanvin
den wij geene overwegende redenen om ons daarmede te ver
eenigen, dewijl de beschouwingen van genoemden ambtenaar
evenzeer gelden ten opzigte van het terrein der oude veemarkt
of van eenig ander beschikbaar terrein binnen de gemeente,
waarop de vereeniging „de Harmonie" voor haar doel de aan
dacht zou kunnen vestigen.
Tegen het aangeboden bouwplan bestaan bij ons geene be
denkingen, zoodat wij geen bezwaar maken te adviseren dat
het eventueel te stichten gebouw naar dat plan worde opge
trokken.
Intusschen valt niet te ontkennen dat er bezwaren bestaan
tegen den afstand van het terrein achter het paleis vanjusti-
18