Bijlage no. 6.
14
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879.
Op de begrooting is gebragt8,850
Verschil ƒ13,400
Art. 2. De op dit artikel aangebragte verhooging strekt
tot beschikbaarstelling van een gelijk bedrag als waarmede de
jaarwedde van de leerares voor de aardrijkskunde en geschie
denis is verhoogd.
Art. 4, 5, 6, 7 en 10. In verband met de oprigting eener
school voor kosteloos onderwijs, krachtens raadsbesluit van 23
Januarij 1879goedgekeurd zoo ver noodigbij resolutie van
gedeputeerde staten dd. 14 February d. a. v. no. 17, is het
noodzakelijk op deze artikelen de Bommen aan te brengen die
worden vereischt ter verevening der koBten uit de oprigting van
de bedoelde school voortvloeiende.
Wat het cijfer der jaarwedden betreft, valt op te merken dat
dit is berekend naar het bedrag der bezoldiging voor den hoofd
onderwijzer en voor twee hulponderwijzers, en wel over een
tijdvak van acht maandenomdat de school wel niet voor 1
Mei zal kunnen worden geopend.
Verder is op art. 4 aangebragt het bedrag der jaarwedde over
9 maanden toe te kennen aan den met April a. s. optredenden
hulponderwijzer in de gemeenteschool no. 4 ter vermeerdering
van het aan die inrigting tot dusverre werkzame personeel.
A f d e e 1 i n g IV.
Art. 4. Door de militaire autoriteit is de wenschelijkheid
betoogd dat aan de schietbaan eenige verbeteringen worden aan
gebragt, waarvan de kosten zijn begroot op 1200.
Die verbeteringen zullen van rijkswege worden uitgevoerd en
bekostigddoch door de gemeente zal aan het rijk worden ver
strekt eene bijdrage in de kostentot een derde gedeelte, hoog
stens ten bedrage van f 400.
Tengevolge daarvan is de voor dit artikel geraamde som met
evengenoemd bedrag verhoogd.
Hoofdstuk VIII.
Afdeeling I.
Art. 1. De aan te gane geldleening tot bestrijding der uit
gaven voor buitengewone werken en aankoop van vastigheden
aanvankelijk begroot op f 55,000moet worden verhoogd met
f 36,000.
Aannemende dat het bedrag dezer leenmg met 1 Julij wordt
opgenomen tegen eene rente van 4I,V pet. dan zal daarvoor in
1879 aan rente moeten worden betaaldf 2047,50
Deze leoning zal mede strekken tot aflossing der
in 1878 tijdelijk opgenomen gelden ad 19,000
rentende 5 pet.
Geschiedt zulks met 1 Julij dan is daarvan over
zes maanden rente verschuldigd, bedragende 475.
Maakt 2522.50
Voor de hier omschreven renten is op de begroo
ting aangebragt1000.
Zoodat verhoogiug van dezen post wordt ver
eischt met1522.50
Afdeeling III.
Art. 1. Het op dezen post uitgetrokken bedrag voor pensi
oenen moet worden verhoogd met eene som van 1200ter
verevening van het pensioentoegekend met ingang van 1 Ja
nuarij 1879 aan den heer Dr. D. C. Pleijteals afgetreden rec
tor van het met genoemd tijdstip opgeheven gymnasium.
Hoofdstuk XI.
Art. 1. Ten einde het bedrag der bij deze wijziging aan de
begrooting toegevoegde gewone uitgaven met het totaal cijfer
der aangebragte verhooging van posten van gewone inkomsten
te doen overeenstemmenis het gebleken noodzakelijk te zijn
dat de somvoor onvoorziene uitgaven geraamdmet f 2240
wordt verminderd, omdat thans geene gelegenheid bestaat op
andere wijze tusschen de geraamde inkomsten en uitgaven de
vereischte overeenstemming te brengen.
Vastgesteld den
Bijlage tot het verslag der handelingen va
VERSLAG van de Commissie omtrent het ver
zoek van Commissarissen van onderscheidene
corporatiën en vereenigingen om subsidie en
lokaliteit ten behoeve van eene op te rigten
ambachtsschool.
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het bij uw
besluit van den 13 Februarij jlno. 15, om praeadvies, in onze
handen geBteld adres van commissarissen van onderscheidene
corporatiën en vereenigingen ter bekoming van subsidie en lo
kaliteit ten behoeve van eene op te rigten ambachtsschool.
Nu de meerderheid van den raad heeft gemeend, niet te moe
ten overgaan tot de oprigting van wege de gemeente eener theo
retische en practische ambachtsschoolverdient hetzekerljjk
ten zeerste waarderingdat adressanten daarmede de zaak niet
als afgedaan beschouwenmaar thans door particulier initiatief
eene praotische ambachtsschool willen trachten tot stand te
brengen.
Hun plan mag worden geacht te zijn geheel in den geest van
de meerderheid van den raaddie niet tegen de oprigting
eener ambachtsschool zelve gestemdmaar van oordeel was, dat
die oprigting behoorde te geschieden door particulieren, des noo
dig, met geldelijke ondersteuning van de gemeente.
De steundien de adressanten van de gemeente vragenis
drieledig
1. Beschikbaarstelling van gemeentewege van een gebouw
met de noodige ruimte. Alles wat tot de inrigting van die ruimte
voor werkplaats en teekenschool moet worden aangebragtno
men adressanten voor hunne rekening.
2. Een jaarlijksch subsidie van ƒ2000.
3. Het oprigten van eene herhalingsschool met driejarigen
cursus.
Wij zullen deze punten thans achtereenvolgend behandelen.
Ad. Ium. Dit punt vond bij ons geen bezwaarte minder
daar niet afstand in eigendommaar alleen beschikbaarstelling
van een gebouw wordt gevraagd.
Yoor het beoogde doel werd onze aandacht gevestigd op het
sedert eenigen tijd ontruimde gebouw der gemeenteschool no. 8
met tuin en de daaraan verbondenmode ontruimdewoning
van den hoofdonderwijzer dier school, in de Speelmanstraat. Wel is
waar isnaar wij meeneneen gedeelte van het schoolgebouw
thans ingerigt voor den geneeskundigebelast met het onder
zoek van publieke vrouwen doch daarvoor ware alligt eene an
dere lokaliteit te vinden.
Yoor 't overige gelooven wij nietdat het beschikbaarstellen
van deze gebouwen voor do gemeente eenig ongerijf zal ople
veren. Wegens hun onvoldoenden en ook min of meer bouw-
valligen toestandkonden zij niet langer voor Bchool en onder
wijzerswoning dienen. Zoo ze al geschikt warenom er eene
andere bestemming ten dienste der gemeente aan te geven
't zou niet anders kunnen geschieden dan tegen welligt niet
onaanzienlijke kosten. Het zal dus voor de gemeente geen
grooto opoffering zijndie gebouwen voor de onderwerpelijke
zoo hoogst nuttige zaakwaarbij het gemeente-belang tevens
niet weinig iB betrokkenbeschikbaar te stellen. Daarbij
dient mede in het oog te worden gehoudendat adressanten
die voor inrigting enz. van werkplaatsen en van een teekenlokaal
eene som van f 5,000 op hunne begrooting van kosten hebben
uitgetrokkendaardoor de gebouwen zeer zeker menige verbe
tering zullen doen ondergaandie hun in vele opzigten bouw-
valligen toestand niet andere dan ten goede zal komen.
Door welwillende tusschenkomst van den burgemeester hebben
wij een Platte grond en een Teekening dier gebouwen mogen
erlangen. Wij leggen die beide stukken hierbij over.
De gezamenlijke inhoudsgrootte van de beschikbaar te stellen
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
i den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879. 15
lokaliteit enz. is 5 are. Daarin zalgelijk wij onderstellen
wel genoegzame ruimte voor de op te rigten school worden
gevonden. Het spreekt van zelf, dat het onderhoud van de
gebouwen voor rekening van de inrigting zal moeten komen
en datmogt deze later worden opgehevende vrije beschik
king bij het gemeentebestuur terugkeore.
Ad Ilum. Een lid onzer commissie verwonderde er zich
eenigzins over, dat onder de inkomsten niet meer dan ƒ500
voor contributie van leden was geraamd. Zijns inziens zouden
Leeuwardens ingezetenen op krachtiger wijze van hunne belang
stelling in deze zaak doen blijkenindien slechts op gepaste en
oordeelkundige wijze op die belangstelling werd gewerkt. In
dat geval zou dan de van de gemeente gevraagde jaarlijkBche
bijdrage van 2000 ook niet ten volle benoodigd zijn. Om nu
van den eenen kant adressanten of wel het bestuur der voor
de ambachtsschool op te rigten vereeniging te bewegenalle
krachten in te spannen tot het bekomen van bijdragen van
particulieren, en van de andere zijde het voortbestaan der
school zooveel mogelijk van gemeentewege te verzekerenzou
de som van ƒ2,000 als maximum der gemeentelijke bijdrage
kunnen worden toegestaan of lieverdaar er volgens de ge
maakte bogrooting jaarlijks 4,500 zal benoodigd zijn, zou aan
de school eene bijdrage kunnen worden verzekerd tot dekking
van het tekort, mits tot geen hooger bedrag dan ƒ2,000.
Ad Ilium. Het oprigten van eene herhalingschool met drie
jarigen avondcursus achten wijmet adressantenin hooge
mate wenschelijk voor de leerlingen der ambachtsschool. In
menig opzigt toch zullen deze ook nog behoefte hebben aan
theoretische opleidingwelke echter deze schoolzooals zij
thans zal worden ingerigt, hun niet zal kunnen geven. Teregt
wijzen adressanten er opdat de nieuwe wet op het lager
onderwijs de gemeenten de verpligting oplegt, zooveel doenlijk,
voor herhalings-onderwijs te zorgen. Intusschen zouden wij
moegelijk kunnen aanraden, bjj deze gelegenheid een besluit te ne
men tot oprigting van eene herhalingschool. Dit punt hangt ten
naauwste zamen met de reorganisatie van het lager onderwijs
in zijn geheel in deze gemeenteovereenkomstig de nieuwe
wet. Ongetwijfeld mag binnen een niet lang tijdsverloop een
volledig plan daartoe van het collegie van dagelijksch bestuur
worden tegemoet gezienen in dat plan zal dan wel uit den
aard der zaak ook de oprigting van de gewensohte herhaling
school worden opgenomen. Zy 't ook welligt ten overvloede
veroorloven wij ons er op te wijzendatingevolge het 2e lid
van art 17 der aangehaalde wet, aan die school tevees zooge
naamd voortgezet onderwijsn.l. in een of meer der vakken
vermeld in art. 2onder letters f—f, kan worden verbonden,
iets 'tgeen voor de leerlingen der ambachtsschool niet van be
lang is ontbloot.
Voor adressantendie zelven reeds op deze wet..jepaliiig wij
zen zal het uitzigt op hare eerlang te wachten uitvoering ze-
kerljjk wel voldoende zijn. In die bepaling ligt voor hen een
waarborg, dat het ook voor de leerlingen der ambachtsschool
niet zal ontbreken aan dein het algemeen zoo gewenschte
gelegenheid om herhalingsonderwjjs te genieten.
Op grond van het bovenstaande, hebben wij de eer, met een
parige stemmen, te adviseren:
1. Aan de adressanten ten behoeve van de oprigting eener
practische ambachtsschool te Leeuwarden toe te kennen
o. de vrije beschikking over het gebouw, vroeger gebizigd
voor de gemeenteschool no. 8, met tuin, en de daaraan verbon
den vroegere onder wijzerswoning, in de Speelmanstraat, kadastraal
bekend sectie A nos. 362 en 362a
b. eene jaarlijksche bijdrage uit de gemeentekastot zoo
danig bedrag als telken jare de inkomsten der ambachtsschool
minder dan 4,500 mogten opleverendoch tot geen hoogere
som dan 2,000
een en ander onder voorwaarden
6