36
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880.
Voorts zijn, bij deze wijziging, onder de buitengewone in
komsten en uitgaven de vereischte sommen opgenomen over
eenkomstig het besluit tot conversie van een gedeelte der
gemeenteschuld.
In verband met een en ander is vastgesteld het nevensge-
voegd besluit, terwijl ten aanzien van de velschillende daarin
omschreven artikelen het volgende wordt opgemerkt.
INKOMSTEN.
HOOFDSTUK III.
Art. 14. Bij raadsbesluit van 22 Januarij 1880no. 12
goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten van Friesland bij
besluit van 30 Januarij d. a. v., no. 19, werd ten behoeve van de
vereeniging „de Harmonie" alhier, voor een door haar te
stichten gebouw een regt van opstal gevestigd op een plek
gemeentegrond, gelegen achter het paleis van justitie in het
Zaailand.
Onder anderen werd daarbij de voorwaarde gesteld dat door
de vereeniging als erkenning van het eigendomsregt van de
gemeente op het vorenbedoeld terrein, jaarlijks aan de ge
meente zal worden betaald eene recognitie van ƒ350, in
gaande met de dagteekening der acte die ter zake de vesti
ging van het regt van opstal wordt opgemaakt.
Vorenbedoelde acte werd door partijen verteekend den 4
Junij 1880.
De recognitie zal mitsdien door de vereeniging op den 4
Junij 1881 voor het eerst moeten worden voldaan, in ver
band waarmede het bovengemeld bedrag op het vorenaange-
liaalde artikel der gemeentebegrooting onder de inkomsten is
opgenomen.
Art. 15. Bij de bovenomschreven overeenkomst met de
vereeniging „de Harmonie" ter zake van het door haar te
stichten gebouw, is onder de daarbij gestelde voorwaarden
tevens de bepaling opgenomen, dat de vereeniging gehouden
zal zijn, voor de in verband met de bedoelde stichting door
de gemeente uit te voeren werken wegens verleggen van rio
len enz., eene vergoeding te voldoen berekend naar 4 ten
honderd in het jaar van de daarvoor gemaakte kosten.
Blijkens daarvan gemaakte begrooting bedragen die kosten
ongeveer f2500, zoodat de jaarlijksche vergoeding bedraagt
100.
Dit bedrag is op art. 15 van hoofdstuk III onder de in
komsten der gemeente opgenomen.
HOOFDSTUK IV.
Art. 16a. Bij missive van den heer commissaris des konings
dd. 12 April 1880, 3e afd. no. 223, werd aan de gemeente
besturen medegedeelddat ter tegemoetkoming in de kosten
der volkstelling, voorgeschreven bij de wet van 22 April 1879
(Staatsblad no. 63), van rijkswege zal worden vergoed een
bedrag berekend naar 2 Vb cent per getelden persoon.
Blijkens daarvan opgemaakte lijstenwerden in deze ge
meente met inbegrip van de tijdelijk aanwezigengeteld
31,102 personenzoodat de toegezegde tegemoetkoming voor
deze gemeente zal bedragen eene som van ƒ777.55, die op
dit artikel onder de inkomsten is aangebragt.
HOOFDSTUK V.
Af deeling I.
Art. 3. Het op dit artikel uitgetrokken bedrag ad ƒ462,000
moet strekken
a. ter bestrijding der op hoofdstuk IIIafdeeling VIIar
tikelen 6 8 9 en 10 der uitgaven voorgedragen posten
wegens aankoop van vastigheden en van buitengewone wer
ken als
Koopsom van vastigheden 3,000
Verbetering van den toestand op Olde-Galileën 11,000
Stichting voor een gebouw voor gymnasium 30,000
Aanschaffing van schoolmenbelen 3,000
47,000
Zamen
b. tot aflossing van het, in verband met het
raadsbesluit tot conversie van een gedeelte der
gemeenteschuldop art. 5afdeeling Ivan
hoofdstuk VIII der uitgavenuitgetrokken be
drag der daarbij aangeduide geldleeningen be
dragende per resto 462,000
Aangezien men zich voorstelt de nieuwein
gevolge vorenbedoeld raadsbesluitbij seriën
open te stellen leeninggroot 900,000 aan
te gaan tegen eene rente van 4 ten honderd in
het jaarzal tot vinding van het op deze be
grooting uitgetrokken eerste gedeelte dier leening
tot een bedrag van 509,000een boogere som
moeten worden geleendter dekking van het
mogelijk tekort dat op de stortingen zal worden
geledennaar gelang van den koers tegen wel
ken de leening te plaatsen zal zijn.
Die koers zal natuurlijk afhankelijk zijn van
het meer of minder gunstig onthaal dat de lee
ning zal ontmoeten.
Aanvankelijk is men echter van meening, dat,
ofschoon eene inschrijving a pari niet wel zal
kunnen worden verwachter evenwelmet het
oog op de tegenwoordige geldmarktaanleiding
bestaat om te mogen veronderstellendat de
aan te gane leening tegen een gemiddelden koers
van 97 a 98 pet. te plaatsen zal zijn.
Ten eindeniet te minzooveel mogelijk
misrekening te voorkomenis bij de raming
van het op dit artikel uitgetrokken bedrag tot
grondslag aangenomen dat de leening minstens
tegen 95 pet. zal worden volgeteekend.
In verband hiermede zal de op het voorge
dragen nieuwe artikel 3 van hoofdstuk V der
inkomsten uitgetrokken bedrag ad 509,000
met ongeveer25,000
verhoogd moeten worden en stelt men zich voor
de eerste serie der geldleening aan te gaan tot
een bedrag van534,000
Afdeeling II.
Art. 1. In verband met de voorgenomen werken tot ver
betering van den toestand op Olde-Galileën is met de eige
naren van verschillende panden aldaar eene overeenkomst ge
sloten waarbij aan de gemeente in eigendom zijn overge
dragen de vóór hunne woningen gelegen bleekenten einde
daarover, ter verbetering der bestrating, te kunnen beschikken.
Daartegenover werd aan bedoelde eigenaren eene gelijke
oppervlakte gemeentegrond achter hunne woningen in ruil
O f/vaain n v%
Krachtens raadsbesluit van 27 Mei 1880goedgekeurd door
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880.
37
de gedeputeerde staten van Friesland, bij besluit van 3Junij
d. a. v., no. 4, is alsnog aan de verschillende hiervoren be
doelde eigenaren in koop afgestaan zoodanige oppervlakte
gemeentegrond als in verband met de vastgestelde rooijing
aan de in ruiling overgedragen terreinen is kunnen worden
toegevoegd.
Het bedrag der daarvoor bedongen kooppenningen is op
dit artikel der begrooting onder de inkomsten aangebragt.
UITGAVEN.
HOOFDSTUK II.
Afdeeling VII.
Art, 4. Ter bestrijding der kosten van de gehouden tien
jarige volkstelling is op dit artikelvoor schrijfloonenbe
looning van de agenten enz.uitgetrokken eene somover
eenstemmende met het bedrag der van 's rijkswege toegezegde
tegemoetkoming in de bedoelde kosten hiervoren onder hoofd
stuk IV der inkomsten aangebragt.
HOOFDSTUK III.
Afdeeling VII.
Art. 6. De toestand op Olde-Galileën die uit een oogpunt
van welstandmaar bovenal met het oog op de volksgezond
heid sedert geruimen tijd zeer veel te wenschen overliet
heeft reeds lang een punt van behandeling bij het gemeen
tebestuur uitgemaakt.
Bij de verschillende en herhaaldelijk aangewende pogingen
tot het tot stand brengen van de beoogde verbeteringmogt
het gemeentebestuur echter niet die medewerking ondervin
den van de verschillende eigenaren van aldaar gelegen ter
reinen waarover zij de vrije beschikking noodig hadals in
het belang der zaak wenschelijk scheen.
Thans evenwelnu de gemeentezóó door aankoop als
door ruiling van grondiH het bezit is gekomen van de hier
voren bedoelde terreinen zal tot de reeds lang noodzakelijk
geachte verbetering kunnen worden overgegaan, waartoe reeds
in de maand October 1879 bij de behandeling der gemeente
begrooting voor 1880 in beginsel werd besloten.
De kosten der beoogde verbetering zullen, blijkens door
den directeur der gemeentewerken daarvan opgemaakte be
grooting, bedragen eene som van ƒ11,000 daaronder begre
pen het bedrag derna bekomen magtiging van de gedepu
teerde statenbetaalde koopsom van het ten behoeve der
uit te voeren werken door de gemeente aangekocht terrein
het dempen van eene aldaar bestaande sloot en het leggen der
vereischte rioleering.
In verband hiermede is bij deze wijziging het voorschreven
bedrag op het betrekkelijk bij de primitieve begrooting voor
memorie uitgetrokken artikel aangebragt.
Art. 8. In vergadering van den raad d.d. 25 Maart 1880,
werd besloten een gebouw voor gymnasium in deze gemeente
te stichten volgens een daarvan door den directeur der ge
meentewerken ingezonden plan.
Dit besluit werd genomen nadat bij een naauwgezet onder
zoek en gehouden overleg met heeren curatoren was gebleken,
dat niet door verbouwing en uitbreiding der bestaande school-
localen een gebouwdat aan de billijke eisehcu voor een
gymnasium voldoet, kon worden verkregen.
Bovendien zouden de kosten van eventueele verbouwing van
het gebouw dat men aanvankelijk meendevoor gymnasium
te kunnen doen inrigtenvolgens daarvan opgemaakte be
grooting zoo belangrijk zijndat ook met het oog daarop
de voorkeur moest worden gegeven aan de stichting van een
geheel nieuwvoor gymnasiaal onderwijs doelmatig in te
rigten gebouw.
Blijkens de opgemaakte begrooting zullen de kosten dier
stichting bedragen eene som van f 44,000ongerekend die
voor het verwen van het gebouw en aanschaffing van meubilair.
Ter verevening van de uitgaven voor het dit jaar uit te
voeren gedeelteis thans op de begrooting eene som van
ƒ30,000 uitgetrokken.
Art. 9. Ter verevening van de uitgaven voor aankoop van
vastigheden ingevolge raadsbesluiten van 18 December 1879
en 27 Mei 1880, goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten
van Friesland bij besluiten van 19 December 1879 en 4 Jnnij
1880is het daarvoor vereischte bedrag op dit artikel
uitgetrokken.
Art. 10. De toenemende aanvragen tot plaatsing van kin
deren op sommige gemeentescholen (vroeger tusschenscholen),
heeft sinds geruimen tijd de noodzakelijkheid doen ontstaan
tot beschikbaarstelling van meerdere localiteit. Met het oog
op de gewijzigde wetregelende het lager onderwijsis het
voorshands wenschelijk voorgekomendoor het in gebruik
stellen van een hulplocaal in de bestaande behoefte te voorzien.
Voor de aanschaffing van de daarin benoodigde meubilair,
is volgens daarvan gemaakte begrooting eene uitgaaf vam
ongeveer f3000 noodzakelijk.
HOOFDSTUK VIII.
Afdeeling I.
Art. 3b. In verband met het raadsbesluit tot conversie
van een gedeelte der gemeenteschuld is op dit artikel Voor
buitengewone aflossing uitgetrokken eene som van ƒ462,000.
Met die som zullen behalve het reeds als verpligte en
buitengewone aflossing op de begrooting uitgetrokken bedrag,
worden verevend de alsnog niet uitgeloote obligatiën van de
volgende, tegen eene rente van 41/2 pet. en van 5 pet. aan
gegane leeningenals
die van 1856 per resto groot 74,000
1862 52,000
1863 49,000
1864 9,000
1865 100,000
1868 69,000
1869/70 48,000
1870 18,000
1871 43,000
Zamen 462,000
Met verwijzing naar de daaromtrent gegeven toelichting
zij hierbij opgemerkt, dat tegenover den post van uitgaaf
eene gelijke som als opbrengst eener nieuwe leening onder
de inkomsten is aangebragt.
HOOFDSTUK XI.
De som voor onvoorziene uitgaven beschikbaar gesteld
wordt verhoogd met ƒ970, ten einde daarvan later door af-
en overschrijving zoover noodig gebruik te maken tot ver
evening der uitgavendie zullen blijken noodig te zijn ter
zake omschreven bij artikel 6 der VTle afdeeling van hoofd
stuk III.