Bijlage no. 5.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1880.
43
VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling van verordeningen regelende
het gebruik van de beurs en de waag, be
nevens de heffing en invordering vanregten
aan die inrigtingen.
MIJNE BEER EN!
Gelijk u bekend is kan eerlang liet tijdstip worden bepaald voor
de in gebruik stelling van het nieuwe beurs- en waaggebouw.
In verband hiermede is het noodzakelijk, bepalingen vast te
stellen die het gebruik van de beurs en de voor dat gebruik
te heffen regten regelenterwijl de bepalingen ten opzigte
van het gebruik der waag en de daar te heffen regten wijzi
ging dienen te ondergaan.
Ofschoon de regeling van het gebruik der beurslocaliteit
alhier betrekkelijk eene nieuwe zaak is meenen wij toch dat de
daarvoor noodige bepalingen van eenvoudigen aard kunnen ziju.
Wij hebben het althans niet noodzakelijk geacht ten dezen
de vaststelling eener strafverordening voor te dragen.
Wel zijn in de betrekkelijke ontwerp-verordening enkele
verbodsbepalingen opgenomendoch tegen de overtreding
van deze politie-maatregelen binnenshuis zal naar wij vertrou
wen wel kunnen worden gewaaktzonder dat bedreiging van
straf noodig schijnt.
In navolging van hetgeen elders als gebruik is aangenomen
en op advies van eene commissie uit de kamer van koophan
delbepaalt het bijgaand ontwerp der beursverordeningdat
er zal zijn eene beurs-eommissie aan welke het handhaven
der goede ordebenevens enkele andere bemoeijingende
beurs betreffende worden opgedragen.
Met het oog op de voorgestelde bezoldiging van den beurs-
meester merken wij op dat de bemoeijingen van dezen be
ambte behalve eenige administratieve werkzaamhedenzich
bepalen tot hetgeen hij heeft te verrigten gedurende den
beurstijd, en na afloop daarvan tot de zorg voor liet schoon
maken der beurslokalen.
De overige bepalingen in dat ontwerp vervat, zijn van dien
aard dat ze naar ons oordeel geene bijzondere toelicht ingvorderen.
Bij de zamenstelling der verordening voor de waag hebben
tot leiddraad gestrekt de twee voor die inrigting bestaande ver
ordeningen, welker bepalingen thansbehoudens noodig geachte
wijzigingen gedeeltelijk zijn opgenomen in bijgevoegde ont
werp-verordening, terwijl het andere gedeelte meer eigenaardig
kan worden vermeld in de insiructiën voor het waag-personeel.
Ofschoon omtrent elk artikel afzonderlijk alzoo geene toe
lichting zal worden vereischtmeenen wij toch met betrek
king tot sommige der ontworpen bepalingen het volgende te
moeten opmerken
Art. 2. Sints geruimen tijd worden aan de waag publieke
veilingen van partijen boter gehouden, zonder dat daaromtrent bij
de waagverordening of bij afzonderlijk raadsbesluit jets is bepaald.
Om in deze leemte te voorzien en gelegenheid te hebben
de noodige bepalingen van orde te doen vaststellen is dit
artikel opgenomen.
Het instellen eener waagcommissiein dit en in volgende
artikelen bedoeldis opgenomen tengevolge van het daartoe
strekkend advies van de kamer van koophandel.
Zal zoodanige commissie van eenigen invloed zijn op den
goeden gang der werkzaamheden aan de waagdan dient zij
zich te belasten met hetgeen te dien opzigte in de verorde
ning is aangewezen.
Art. 3. De openstelling der waag op donderdag namid-
BlJVOEGSEL 7 BEUOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT.
dag van 5 tot 9 uur strekt ten gerieve van hen die gewoon
lijk op dien dag, althans gedurende een groot gedeelte des
jaarseene meer of minder belangrijke hoeveelheid vaten bo
ter voor de vrijdagsmarkt aanvoeren.
Artt. 7 en 9. De bemoeijingen van den waagmeester worden
meer in bijzonderheden opgenomen in eene instructie, waarvan
het ontwerp binnen kort ter vaststelling zal worden aangeboden.
Aangezien het in onze bedoeling ligt dien ambtenaar zoo
danig aan de waag te verbinden dat hij zich uitsluitend aan
het belang dier inrigting wijdtwaartoe mede zal behooren
het voortdurend toezigt op de in bewaring gegeven vaten
boteren hem tevens op te dragen de zorg voor de bewa
king van het beurs- en waaggebouwterwijl wij bovendien
vrijheid wenschen te hebben om hem in den daarvoor beschik
baren tijd met andere werkzaamheden te kunnen belasten
achten wij het billijkdat zijne bezoldiging op het voorge
stelde bedrag wordt bepaald.
Art. 10. Ten einde ingeval daartoe noodzakelijkheid mogt
komen te bestaan het thans bij verordening bepaalde getal
der wegers en weegsters te kunnen vermeerderenis de be
paling opgenomen dat de noodige wegers en weegsters door
burgemeester en wethouders worden aangesteld.
Art. 12. De bezoldiging der wegers is met 25 verhoogd
in verband met de meer te presteren diensten door het hou
den van botermarkt op Maandag, tengevolge waarvan beur
telings een hunner op dien dag in functie is.
Art. 13. Even als ten aanzien van de wegers en weegsters
is het ook opzigtens de waagwerkers raadzaam geoordeeld de
bepaling van het getal dier beambten aan burgemeester en
wethouders over te latenvooral met het oog op de waag-
ruimte en den afstand tusschen de waag en de buitengracht.
In verband met de mogelijke vermeerdering van het getal
der waagwerkers zal nader moeten worden overwogen of en in
hoeverre het wenschelijk is de thans bestaande regeling hnnner
bezoldiging te behoudenwaarom ook deze aangelegenheid
bij de verordening aan burgem. en weth. is opgedragen.
Art. 18. Het zou dienstig kunnen zijndat in de waag
gelegenheid werd aangeboden tot het koopen van sommige
voorwerpen welke door handelaren of andere waagbezoekers
doorgaans worden gebruikt, terwijl het voor den handel ze
ker niet zonder belang zal zijnom in de waagdoor aan
plakking berigten of aankondigingen ter kennis van het
publiek te kunnen brengen.
Met het oog daarop is dit artikel in de verordening opge
nomen ten einde burgemeester en wethouders des vereischt
de noodige bepalingen kunnen vaststellen.
Artikel 19 is het gevolg van een vroeger raadsbesluit, om,
bij de stichting van het beurs- en waaggebouw van de voor
waag bestemde ruimte een gedeelte af te zonderen tot be
waarplaats van weeke boter.
Van dit gedeelte kan mede gebruik worden gemaakt om
de vaten boter, die als onverkocht of om andere redenen niet ter
stond worden weggevoerd, tijdelijk in bewaring te doen blijven.
Art. 22. Het tijdstip van het in werking treden dezer
verordening kan voorshands niet worden bepaald.
Dit is afhankelijk van den dag waarop de nieuwe waag
wordt in gebruik gesteldwaaromtrent echter nog geene be
slissing kan worden genomen.
Met opzigt tot de ontworpen verordeningen voor de heffing en
invordering van beurs- en waagregtenmeenen wij te kunnen
verwijzen naar de daartoe betrekkelijke memorien van toelichting.
Na mededeeling van het vorenstaande hebben wij mitsdien
de eer u bij deze aan te bieden ontwerp van
4