46
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1880.
van den waagmeesterdie geheel met die bewaring onder
toezigt der waagcommissie is belast.
De leden der waagcommissie hebben bevoegdheid ten allen
tijde met den waagmeester de bewaarplaats binnen te treden
en te onderzoeken.
Art. 20. De heffing van weeg-werk- en bewaarloonen
de vergoeding voor het gebruik van afzonderlijke vaste stand
plaatsen die voor het regt van uitstalling en van aankondi
ging en die voor het verstrekken van weegbriefjesworden
bij afzonderlijke verordening geregeld.
Art. 21. De waagmeester is, onder toezigt der waagcommissie,
belast met de handhaving der bepalingen van deze verordening.
Art 22. Deze verordening treedt in werking op een door
burgemeester en wethouders nader te bepalen tijdstip.
Bij haar in werking treden vervallen de verordeningen
door den raad vastgesteld den 19 Junij en den 30 Oct. 1856.
CONCEPT.
De raad der gemeente Leeuwarden;
Overwegende dat er behoefte bestaat aan eene verordening
regelende de heffing van regten en vergoedingen voor het
bezoeken der beurshet gebruiken der aldaar van gemeente
wege geplaatste meubelenbenevens het regt van uitstalling
en aankondiging.
Gelet op art. 10 der verordening, regelende het gebruik
van het beursgebouw en 238 der gemeentewet.
Heeft besloten als volgt
Art. 1. Van de bezoekers der beurs gedurende den beurs
tijd wordt eene belasting geheven als volgt
a. bij abonnement, van ieder persoon vijf gulden per jaar.
Wanneer door deelgenooten eener firma of medebestuurders
eener naamlooze vennootschap of door bedienden van patroons,
firma's of naamlooze vennootschappenvan welke door één
persoon reeds een abonnement is verschuldigd ook zoodanig
abonnement wordt verlangd, wordt hiervoor slechts twee gul
den vijftig cent per jaar en per abonnement geheven;
b. buiten abonnement voor ieder bezoek der beurs gedu
rende beurstijd vijf en twintig cents per persoon.
Het belastingjaar vangt aan met den 1 Jan.eneindigtden31Dec.
Voor de abonnementen sub a bedoeldis de volle belas
ting verschuldigdwanneer het abonnement in de eerste zes
maanden en de helft der belasting wanneer het in de laat
ste zes maanden aanvangt.
Art. 2. In de voor graan- en vlashandel bestemde ruim
ten der beurs zullen aan de tafels vaste standplaatsen worden
verpacht aan de meestbiedendentelkens voor een tijdvak
van drie jaren, met een minimumprijs van vijf gulden per
jaar voor iedere standplaats.
De verpachting geschiedt door de beurscommissietelkens
als er een of meerdere standplaatsen beschikbaar zijn.
Art. 3. Voor zooverre er sloten aan de tafels of daarbij
behoorende laden of kastjes aanwezig zijnzullen die sloten
met de daarbij behoorende sleutels door de pachters ingoede
orde worden gehouden.
Het zal die pachters ook vrij staanin overleg met de
beurscommissieeigen sloten en sleutels te bezigenmits ten
hunnen koste en van geene mindere hoedanigheid dan de
sloten of sleutels die zij doen vervangenen onder voor
waarde dat bij het overgaan der standplaats in pacht bij
een ander de gebruikte sloten en sleutels in volkomen goe
den toestand zonder vergoeding worden overgeleverd.
Art. 4. In de afrekenkamers kunnen de knoppen ter op
hanging van monsterzakjes worden in gebruik genomen tegen ij
1 voor iederen knop per jaar. De aanwijzing dier knoppen
geschiedt door de beurscommissie.
Art. 5. Het regt van uitstalling en verkoop van door
burgemeester en wethouders aan te geven artikelen in eene
van gemeentewege op de beurs te plaatsen winkelkastzal
telkens voor een jaar door de beurscommissie kunnen worden
verpacht aan den meestbiedendeop nader door burgemees
ter en wethouders vast te stellen voorwaarden.
Art. 6. Het regt om voor aankondiging van adres als an
derzins gebruik te maken van de door de gemeente in de
beurs te hangen aanplakborden of van aan te wijzen muur
vlakken der beurszal door de beurscommissie worden ver
pacht op de voorwaarden nader door burgem. en weth. te bepalen.
Art. 7. Alle belastingen en retributiënwaartoe deze ver
ordening aanleiding geeftworden bij vooruitbetaling voldaaan.
Het jaar der pacht wordt gerekend te loopen van den 1 Ja
nuarij tot den 31 December. Die het gebruik aanvaardt ge
durende de eerste zes maanden betaalt de pachtsom of re
tributie van een vol jaarbij aanvaarding gedurende de
laatste zes maanden van het jaar is slechts de helft der pacht
som of retributie verschuldigd. Wanneer in den loop van het
jaar het gebruik ophoudtgeschiedt geene teruggave van
pachtsom of retributie.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij 1881.
MEMORIE van TOELICHTING bij het besluit
van den raad der gemeente Leeuwarden
dd. regelende de heffing
van beursregten.
Sints vele jaren had het gemeentebestuur van Leeuwarden
in overweging genomen dat het wenschelijk moest worden
geacht, ten behoeve van den hier gedreven wordenden handel,
een doelmatig beursgebouw te stichten.
Meermalen werden te dien einde voorbereidende maatre
gelen genomen en voor zoodanige stichting terreinen aange
wezen doch telkens deden zich omstandigheden voordie de
uitvoering der in meerdere of mindere mate voorbereide
plannen belemmerden of verhinderdentotdat de raadna bij
besluit van 12 Julij 1877 het terrein van den afgegraven
Wirdumerpoortsdwinger als plaats voor de stichting van een
beurs- en waaggebouw te hebben aangewezenbij besluit van
31 Jauuarij 1878 het plan voor die stichting vaststelde.
Dat bij dit plan sprake is van de stichting van een gebouw
voor beurs en waag vindt zijne oorzaak hierin, dat in de laat
ste jaren het voor waag bestemde gebouw ook na de uit
breiding daaraan successievelijk gegeven, niet voldoende kon
worden geacht om voor den handel in boter en kaas naar
behooren gelegenheid aan te bieden.
Was het derhalve noodzakelijk voor het houden van waag
I eene betere gelegenheid in het leven te roepenzulks werkte
j er toe mede dat te eerder tot het stichten van een beursge
bouw werd besloten dewijl door het stichten van één gebouw
voor beide imïgtingen kon worden te gemoet gekomen aan
de bezwaren van financiëlen aard die tegen de stichting van een
gebouw, uitsluitend voor beurs bestemd steeds hadden bestaan.
Tengevolge daarvan toch zou de heffing van regten voor
het gebruik van beide inrigtingen zoodanig kunnen worden
geregelddat de opbrengst er van in behoorlijke verhouding
zou staan tot de kosten aan de stichting en het onderhoud
van het gebouw verbondenbenevens die uit de bediening
van beide inrigtingen voortvloeiende.
lu hoever de nu vastgestelde verordening tot heffing van
beursregten er toe zal leiden dat wegens het gebruikmaken
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 188".
17
van die inrigting een behoorlijk aandeel 'wordt bijgedragen in
de kosten zooeven bedoeld, kan voorshands slechts bij bena
dering worden bepaald omdat de ervaring zal moeten doen j
zien of van de beurslokalen in die mate gebruik wordt ge-
maakt als men zich heeft voorgesteld.
Afgaande op daartoe betrekkelijke mededeelingen van de
kamer van koophandelzou kunnen worden aangenomen dat
een van de beursbezoekers te heffen entrée-regtindien dit
bij abonnement op 5 per jaar werd bepaald, welligt een j
bedrag van ƒ5000 zal kunnen opbrengen.
Wat betreft het bedrag voor abonnement aangegeven en 1
in de verordening opgenomen dit is zoo billijk gesteld dat j
daar tegen wel geen bezwaar kan bestaan.
Het is evenwel dienstig voorgekomen om in sommige ge
vallen dit regt voor abonnement op de helft van genoemd
bedrag te bepalenten einde zoowel het beursbezoek te bevor
deren als om aan patroons of chefs van firma's, tegen geringe
opoffering, gelegenheid te geven door middel van hunne bedien- j
den gedurende den beurstijd afdoening van zaken te bespoedigen.
Voor het bezoeken der beurs door niet geabonneerden j
is het entrée-regt op 25 cents bepaald.
Intusschen wordt het niet geraden geacht de geheele op- j
brengst dezer retributiën op een hooger bedrag te ramen dan
5000omdat zeer vermoedelijk de entrée's buiten abonne-
ment wel zullen noodig zijn om de ontvangst, uit abonne- 1
inenten voortvloeiende tot evengemelde som aan te vullen.
Neemt men nu aan dat de opbrengst der verder in de ver
ordening omschreven regten nl. het gebruik van monsterta
feltjes van knoppen voor monsterzakjes en van andere ten
gerieve van den handel verschafte gelegenhedenop plus
minus 1000 per jaar kan worden begrootdan zal uit de
heffing bij deze verordening omschreven eene ontvangst van
6000 per jaar kunnen voortvloeijen.
Ten aanzien van de heffing van regten aan de waag en de
daardoor te verkrijgen opbrengstwordtonder verwijzing j
naar de memorie van toelichting bij de verordening op die
heffinghier nog opgemerkt dat de opbrengst dier regten
wordt begroot op ƒ8600, zoodat de geheele jaarlijksche ont
vangst wegens de beurs en de waag te zamen vermoedelijk
zal bedragen ƒ14,600.
Ten einde een overzigt te erlangen in welke verhouding die
ontvangst zal staan tot de uitgaven welke de gemeente jaar-
lijkscb ter zake de stichting van het beurs- en waaggebouw en
voor de bediening van beide inrigtingen zal hebbente besteden
moeten de volgende sommen in berekening worden gebragt:
Ter bestrijding der kostenvereischt voor de stichting van
het gebouw en voor aanschaffing van daarin benoodigd ameu
blementis genegotieerd een bedrag van ƒ200,000, tegen
4y3 pet., waarvan alzoo aan renten per jaar moet worden
betaald f 9,000
Aan het terrein waarop het gebouw is ge
sticht, kan eene verkoopwaarde worden toege
kend van 50,000.
Daarvan 4Vs pet. rente berekenende, moet
hiervoor onder de jaarlijksche uitgaven worden
opgenomen 2,250
Voor onderhoud van het gebouw benevens het
ameublement in de beurs en in de waag wordt
gerekend ,600
Jaarwedde van den beursnieesler en schoon
houden van het beurslokaal 250
T ransportere f 12,100
Transport 12,100
Jaarwedden van den waagmeesterde wegers
en weegsters en de waagwerkers 4,195
Gereedschappen voor schoonhouden van de
waag en voor administratiekosten 50
Maakt te zamen 16,345
Wat het hiervoren opgegeven bedrag der ontvangsten be
treft deze zullen alleen vermeerdering kunnen ondergaan
wanneer het gebruik dat van de beurs zal worden gemaakt
de verwachting overtreft of indien de aanvoer van producten
aan de waag toeneemt en te boven gaat het gemiddelde over
de laatste tien jaren.
Ten aanzien van de berekende uitgaven wordt vermeld
dat de voor rente uitgetrokken sommen als vast staande kun
nen worden aangemerktomdat in de uitgaven geene som
voor aflossing is opgenomen.
De sommen voor onderhoud en schoonhouden zijn met het
oog op den omvang van het gebouw zeker niet t<i hoog ge
steld terwijl het bedrag der bezoldigingen wel niet voor ver
mindering vatbaar is.
De gemaakte berekening toont alzoo aandat bij de rege
ling van het bedrag der te heffen regten het voorschrift van
art. 254 der gemeentewet naar behooren in acht is genomen.
Na hetgeen hiervoren reeds is vermeld met betrekking tot
de regten bij de artikelen 1 2 en 4 bedoeld valt aangaande
de in de verordening opgenomen bepalingen nog op te merken
Art. 2. De aangenomen regel dat de standplaatsen zullen
worden verpacht, strekt eensdeels om zoo mogelijk de op
brengst iets hooger te doen zijn dan het als minimum aan
genomen bedrag van 5 en anderdeels om de handelaren
zelf te laten beslissen welke standplaats voor hen de meest
gewensclite moet worden geacht.
Art. 3 bevat slechts voorschriften van orde waaromtrent
geene toelichting noodig schijnt.
Artt. 5 en 6. Eene verpachting van het regt om van de
bij deze artikelen bedoelde ten behoeve van den handel ver
schafte gelegenheden gebruik te maken wordt noodzakelijk
geachtdewijl bezwaarlijk het bedrag eener retributie kan
worden bepaald zoolang niet bekend is of er gegadigden
zijn die dat regt verlangen.
Art. 7 behelst aanwijzingen die noodzakelijk zijn voorge
komen voor eene goede toepassing der verordening.
Ofschoon het beursgebouw nog in den loop van 1880 zal
worden in gebruik gesteld, heeft men toch gemeend de hef
fing van regten niet voor 1 Januarij 1881 te moeten doen
aanvangen omdat daardoor alle moeijelijkhoden ten aanzien
van de inning der per jaar te betalen regten worden vermeden.
Vastgesteld den De Raad der yemeente Leeuwarden.
CONCEPT.
De raad der gemeente Leeuwarden.
Gelet op de verordening regelende de heffing van regten
en vergoedingen voor het bezoeken der beurshet gebruiken
der aldaar van gemeentewege geplaatste meubelen benevens
voor het regt van uitstalling en aankondiging.
Gezien art. 257 der gemeentewet.
Heeft besloten vast te stellen de volgende
VERORDENING, regelende do invordering
der aan do beurs golioven wordende regten
en vergoedingen.
Art. 1. Het verschuldigde zoo voor enkel beursbezoekals
voor abonnementen daarvan wordt betaald aan den beurs-