1
I
74
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden,
1880.
s
w
te
G
VIII
Werkelijk
bedrag vol
gens de
rekening.
328.
7,082.
.02
13
16
822.25'
27,891.57
INKOMSTEN.
Deze som werd met het oog op de bekende opbrengstbij wijziging der begrooting
bij besluit van 18 December 1879 verhoogd tot ƒ750—
De werkelijke opbrengst overtreft nog het geraamd bedrag met ƒ14.37.
Als opbrengst van leges ter secretarie geheven, werd geraamd ƒ350.
Vermoedelijke oorzaken der mindere opbrengstkunnen niet worden opgegeven.
De opbrengst der bruggelden waarvoor 8869 op de begrooting werd uitgetrokken
bleef de niet onbelangrijke som van ƒ1786.45 beneden de raming.
Het verschil tnsschen de raming en opbrengst blijkt uit de volgende opgave
rftrmnrr L
Vlietsterbrug
Boomsbrug
IJzeren brug op 't Vliet
Poppebrug
Blaauwebrug
Potmargebrug
Harlingervaartsbrug
Vrouwenpoortsbrug
Noorderbrug
Verwersbrug
Wirdumerpoortsbrug
Prins Hendriksbrug
raming opbrengst
400—
660—
25—
34.50
15.50
1,614—
2,052—
575—
781—
338—
1,063—
1,311—
296.70
521.65
25—
34.50
15.50
1,217.15
1,677.25
477—
642.15
300,75
855.80
1,019.10
ƒ8,869— 7,082.55
De opbrengst van de bovengenoemde bruggen behoudens die welke worden verpacht,
bedraagtblijkens vorenstaande staatnagenoeg 20 pet. minder dan de daarvan ge
maakte raming.
Eene algemeene oorzaakwaarschijnlijk mindere scheepvaart of lagen waterstand zal
zeer zeker ten dezen van invloed zijn geweest.
De weinige aanvoer van visch aan de vischmarkt alhier heeft aanleiding gegeven
dat de ontvangst op dit artikel ƒ177,74' beneden de raming is gebleven.
Wegens opbrengst van schoolgelden werd geraamd ƒ27,700.
Volgens de vastgestelde lijsten was het invorderbaar bedrag dezer heffing 27,939.07
Daarvan is eene som van 31,87 Vs als oninvordeibaar in de rekening verantwoord
krachtens besluiten waarbij geheele of gedeeltelijke ontheffing van aanslagen werd ver
leendzoodat te verhalen blijft 15.62Va-
Verdeeld over de verschillende inrigtingen van onderwij
wegens schoolgelden als volgtraming
Gymnasium
Middelbare school voor meisjes
Burger dag- en avondschool
Gemeenteschool no. 1
2
3
4
n
le Bewaarschool
2e
3e
raming
1879
2,400—
4,350—
200—
600—
n
6,600—
D
4,750—
4,900—
n
1,500—
550—
n
650—
7
500—
350—
r.
350—
27,700. -
opbrengst
1879
2,625—
4,482.37'
V
206.25
870.10
n
5,501.87'
71
5,405—
n
5,192.37'
n
1,039.55
n
536.05
739.50
538.75
353.75
n
401
7)
1878
2,122.50
4,590.12'
206.25
588.10
6,039.37'
4,963.75
5,007.82'
1,144.95
537.80
746.95
558.25
321.25
397.75
27,891.57' 27,224.87'
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1880.
75
4
M
3
&b
Werkelijk
co
bedrag vol
O
2
O
gens de
O
a
2
<1
rekening.
INKOMSTEN.
VIII
26
27
10 \f 691,84'
15,188.16'
7,888.75
9 I
10
444.25
245.85
583.94
3,320—
479.58
1,311.21'
Voor dit artikel werd evenals vorige jaren 150.geraamdde meerdere ontvangst
is ook nu weder een gevolg van de vele herstellingen aan straten welke hebben moeten
plaats hebbeniu verband met de vernieuwing of uitbreiding van het buizennet voor
de gasverlichting.
Deswege werd door de gasfabriek vergoed eene som van 502.03.
Primitief geraamd op ƒ13,937.25 is dit artikel bij wijziging der begrooting verhoogd
met ƒ1,125.25 en gebragt op ƒ15,062.50, in verband met den uitslag der gehouden
verhuringen en den aankoop van de linnenbleekerij c.a. buiten de Hoeksterpoort.
De ontvangsten ter zake de verschillende onderdeelen van dit artikel zijn overeen
komstig de bestaande huurcontracten.
Wegens huur van huizen werd primitief geraamd 7,769.20; die som werd bij ge
wijzigde begrooting verhoogd met 188.45zijnde de huur die is kunnen worden
bedongen voor de stalling en het wagenhuis in de IJvobrouwersteegwelke gebouwen,
aangekocht ten behoeve der vergrooting van het armhuis voor dat doel in 1879 voors
hands niet behoefden te worden geamoveerd. In verband daarmede werd het begroo-
tingscijfer nader vastgesteld op ƒ7,957.65.
De mindere opbrengst dan de geraamde som is, behoudens eenige meerdere ontvangsten
op enkele onderdeelen van dit artikelhoofdzakelijk een gevolg van de amotie der
woningen in de Haniasteeg en de IJ vobrouwersteegdie ten behoeve der vergrooting
van het stads armhuis in 1879slechts een gedeelte van dat jaar zijn verhuurd geweest.
Wegens pacht van grasgewas werd geraamd 580. De gehouden publieke verpachting
leverde als uitkomst op, dat terzake ƒ457.75 moest worden ontvangen.
Ingevolge eene daartoe betrekkelijke in de pachtvoorwaarden opgenomen bepaling
werdwegens plaatsing van het paardenspel op het betrokken perceelde toegezegde
korting ad ƒ10 verleend, terwijl eene som van 3.50, wegens onvermogen van een
pachter als oninvorderbaar in de rekening is verantwoord.
De zuivere ontvang bedraagt mitsdien ƒ444.25.
De opbrengst wegens verkoop van kaphout bedraagt ƒ25.85 meer dan de daarvoor
geraamde som.
De opbrengst van de krachtens privaatregt genoten wordende tollen aan den Harlin-
ger trekweg en der trekschepen werdwegens expiratie van de bestaande contracten
voor den tijd van een jaar in het openbaar verpacht.
Het gevolg daarvan wasdat op dit artikel 147.56 minder werd ontvangen dan de
geraamde som.
De opbrengst van de krachtens privaatregt genoten wordende sluisgelden werd we
gens expiratie der bestaande contracteningevolge raadsbesluiten van den 31 October
1878 en 21 Mei 1879goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten bij besluiten van
den 31 October 1878no. 24 en 28 Mei 1879no. 40op nieuw voor den tijd van
drie jaren verpacht.
De pachtsom van de Nesserzijl bedraagt ƒ30 minder dan de geraamde som.
Wegens grondpachten werd bij de begrooting geraamd eene som van ƒ400.88. In
verband met den aankoop door de gemeente van een pand op den Wissesdwinger, dat
met eene grondpacht van ƒ2,58 was bezwaard, is den gemeente-ontvanger magtiging
verleenddat bedrag over 1879 als oninvorderbaar in de rekening te verantwoorden
zoodat het zuiver bedrag der ontvangsten wegens grondpachten over 1879 bedraagt 398.30.
Bij raadsbesluit van 23 Januarij 1879, goedgekeurd door heeren ged. staten van Fries
land bij resolutie van den 30 Januarij d.a.v.werd bepaald, dat gerekend met ingang
van den 1 Januarij 1879 door de bank van leening voor de ten behoeve van die in-
rigting van de gemeente geleende of nog op te nemen geldeneene rente zal worden
vergoedberekend naar vier en een half ten honderd in het jaarin plaats van 5 pet.
gelijk tot nu toe geschiedde.
In verband hiermede is de opbrengst van dit artikel 163.78' beneden de daarvan
gemaakte raming gebleven.