11 ml v Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880. Werkelijk bedrag vol gens de rekening. UITGAVEN. 466.78 159.80 10,101.60* 3,748.68 947.80 1,988.32 369.626 1,485.13 800.975 507.58 De toegestane som ad ƒ425.werd bij af- en overschrijving verhoogd tot 470. ter bestrijding der uitgaven die op dit artikel noodzakelijk bleken te zijn. Ook ten vorigen jare was versterking van het toegestaan bedrag noodzakelijk, waarvoor echter geene bepaalde oorzaken konden worden opgegeven zoodat mag worden aangenomen dat het begrootingcijfer te laag werd geraamd. De uitgaaf op dit artikel maakte versterking van de geraamde som noodzakelijk, zonder dat daarvoor bepaalde oorzaken kunnen worden opgegeven. Ook ten vorigen jare was versterking van het begrootingcijfer noodzakelijk, weshalve ook hier aan eene te lage raming kan worden gedacht. Voor onderhoud van wegen, straten, kolken en riolen werd primitief geraamd 8,970, welke som achtereenvolgend bij raadsbesluiten van 22 Januarij en 25 Maart 1880 werd versterkt tot ƒ10,120. De aanleiding daartoe was gelegen eensdeels in de omstandigheid dat voor het onder houd van puin en schilwegen wegens de veel gevallen regenbuitengewone uitgaven moesten worden gedaanen anderdeels doordien meerdere vervloeringen van straten noodzakelijk bleken te zijn dan waarop bij de raming van dit arttkel was gerekend. Voorts was op de verhoogde uitgaaf van invloed het bedrag der kosten van de plaats gehad hebbende besteding van het herstellen der bestratingen over 18791884 en de aan den aannemer uitgekeerde vergoeding ad 220.ingevolge overeenkomst om over een daarbij bepaald tijkvak bekwame buitenlandsche straatmakers in dienst te houden. Het aanbrengen van afsluitkettingen bij verschillende beweegbare bruggen, eenige bui tengewone herstellingen aan de Vlietsterbrug en de uitkeering eener som van ƒ110.— wegens het slatten van eene slootwaarvan het onderhoud ten laste der gemeente ishebben aanleiding gegeven dat de uitgaaf op dit artikel gestegen is boven de geraamde som. In verband daarmede werd het begrootingcijfer ad ƒ3,521.bij af-en overschrijving versterkt tot ƒ3,751. Met het oóg op de gebleken noodzakelijkheid tot het doen maken van meerdere boom kokers dan waarop bij de begrooting was gerekendis het op dit artikel toegestaan bedrag ad ƒ1,100.bij af- en overschrijving versterkt tot ƒ1,180. De uitgaaf op onderdeel a van dit artikelwaarvoor 300.was uitgetrokken bleef daarentegen belangrijk beneden de ramingin verband waarmede het geheele artikel een overschot oplevert van 232.20. Voor onderhoud Yan pompen, putten, den vijver enz. werd geraamd ƒ1,065. Deze som werd bij raadsbesluiten van 22 Januarij en 25 Mei 1880 verhoogd tot 1,990.en zulks wegens aanschaffing en plaatsing van meerdere urinoirs, dan waarop gerekend wasin verband met en ter betere handhaving der verbodsbepaling van art. 24 der verordening betreffende de instandhoudingreinheid enz. der openbare wegen straten enz. tot gemeene dienst van allen in deze gemeente bestemd. Op dit artikel werd aanvankelijk uitgetrokken eene som van 200.die echter bij af- en overschrijving werd verhoogd tot ƒ400.ter bestrijding der uitgaven die we gens de vroeg ingevallen winter noodzakelijk zijn geweest. Het aanbrengen van minuutwijzers aan den nieuwetoren waarvoor 200.op de begrooting werd uitgetrokkeneischte belangrijk meerdere kosten dan de toege stane som. Naar aanleiding daarvan en wegens onvermijdelijke vernieuwing van het uurwerk in den toren van het gemeentehuisis het op dit artikel toegestaan bedrag ad 1,220. versterkt tot ƒ1,490. Aanvankelijk geraamd op ƒ700.werd het uitgetrokken cijfer bij raadsbesluit van 25 Maart 1880 verhoogd tot ƒ810.ter bestrijding der buitengewone uitgaven voor herstellingen aan de dakbekleeding van de loodsenwaarvan de noodzakelijkheid bleek bij de uitvoering van het verfwerk aan die gebouwen. Voor dit artikel werd geraamd ƒ350. De meerdere uitgaaf is een gevolg van de aanschaffing van een nieuwe houtwagen Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1880. 80 -e Werkelijk bedrag vol gens de rekening. UITGAVEN. Ill I 584.02 118 IV 3 2,748.716 1 2 1 1 3,587.775 217.735 32.90 47,763.575 3 i 4,731.60" 4 8,865.36 en van een waterpas-instruinent voor de uitvoering der werken tot stichting van het beurs-waaggebouw. Voor aanleg en onderhoud van ijsbanen werd evenals vroeger geraamd ƒ150.De buitengewone maatregelendie dit jaar door het maken van waarschuwingsborden en afsluitingen van bruggen en sommige ijsbanen ter voorkoming van ongelukken her haaldelijk moesten worden genomenvorderde belangrijke meerdere uitgaven. De geraamde som werd in verband daarmede versterkt tot ƒ585. De uitgekeerde belooningen aan de bedienden bij begrafenissen bedragen ƒ148.71* meer dan de som daarvoor bij de begrooting geraamd. In verband daarmede werd de uitgetrokken sombij raadsbesluit van 25 Maart 1880 verhoogd met ƒ150.en gebragt op 2,750. Tegenover deze meerdere uitkeeringenstaat echter eene hoogere ontvangst wegens begrafenisregten. Bij raadsbesluit van 25 Maart 1880 werd de primitief op dit artikel uitgetrokken som van ƒ3,520.60 verhoogd tot ƒ3,590.60, aangezien de aan de waagwerkers uitge keerde werkloonenwaarvan het bedraggeheel afhankelijk van de meer of mindere aanvoer aan de waag, eene som van ƒ67.175 meer bedraagt, dan terzake bij de be grooting werd geraamd. Wegens onderhoud van het waaggebouw werd wegens buitengwone vernieuwing van de asphalt-bedekking der vaste luifelsen wegens aanschaffing van gordijnen waarop niet was gerekend eene som van ƒ97.735 meer uitgegeven dan daarvoor werd geraamd. In verband daarmede werd liet begrootingcijfer, bij raadsbesluit van 25 Maart 1880, met ƒ100.verhoogd. Het onderhoud van de vischmarkt eischte eenige meerdere uitgaaf dan de geraamde som, tengevolge waarvan het toegestaan bedrag ad ƒ20.tot ƒ33.werd verhoogd. Het gasverbruik in 1879 nam niet in die mate toe als men zich in 1878 bij het op maken der begrooting heeft voorgesteldzoodat er belangrijk minder steenkool behoefde te worden aangekochtde prijs der steenkool was bij aanbesteding belangrijk lager din de prijs waarop bij de raming was gerekend. Een en ander was oorzaak dat dit artikel waarvoor ƒ62,100.op de begrooting werd uitgetrokken een overschot oplevert van ƒ14,336.42*. Voor onderhoud en betaalde belastingen der gebouwen van de gasfabriek waren belangrijk meerdere uitgaven noodig dan primitief daarvoor werd geraamd. Hoofdzakelijk was dit een gevolg van noodzakelijke herstellingen aan de kolenloods dievroeger gedeeltelijk voor het bergen van turf voor de armen afgestaan, in het begin van 1879 geheel in gebruik werd genomen ten behoeve van de gasfabriek, j Belangrijke versterkingen moesten aan dit gebouw worden aangebragt ten einde daarin eene grootere hoeveelheid steenkolen te kunnen bergen dan men zich vroeger had voor- i gesteld. Voorts waren eenige herstellingen aan de fabriekgebouwen en buitengewoon stuca- doorwerk noodzakelijk waarop bij de raming der uitgaven niet was gerekendterwijl i tevens de vervallen vrijdom wegens grondbelasting van de herbouwde fabriekgebouwen en een dit jaar toegepasten aanslag wegens patentregtop de verhoogde uitgaaf van invloed waren. Tengevolge van een en ander werd de primitief geraamde som ad 2,600.bij raads besluiten van 22 Januarij en 25 Maart 1880 verhoogd tot ƒ4,780. Op dit artikelwaarvoor bij de begrooting 22,000.werd toegestaanis slechte uitgegeven eene som van ƒ8,865.36. Het belangrijk verschil is hierin gelegendat onder de geraamde som 8,500.— is begrepen voor het vernieuwen van een gashouderstolp waarvan de uitvoering om ver schillende redenen in 1879 achterwege is gelaten terwijl tevens voor onderhoud van machineriën, straatbuizen, lantaarns enz. p. m. 3,000.minder is uitgegeven dan daarvoor werd geraamd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1880 | | pagina 42