Urt
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1880.
BEGROOTING 1881.
S>
2 Voorgedragen
-«1
Sommen
over 1880
toegestaan.
UITGAVEN.
122
III V
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
VI
Ill VII
133
134
4 17,600.—
15,500.-
21,000.—
500.—
3,500.—
3,500.—
300.—
300.-
23,300.—
22,300.—
4,270.—
4,025.—
23,203.—
22,881.—
290.—
200.-
7,600.—
7,200.—
700.—
1
O
O
OO
15,078.—
23,000.—
Transport 1,500.
Hierbij voor grondbelasting, patentregt en de kosten van
verzekering tegen brandschade ad 1,280.
Maakt zamen de voorgedragen som van 2,780.
De raming der uitgaaf op dit artikel is gegrond op de volgende berekening
vernieuwing van 8 ovens 4,800.
onderhoud van machinestoestellen enz.
onderhoud van buizensijphons enz.
onderhoud van lantaarns met toebehooren
aankoop van gasmeters
aankoop van buizen voor uitbreiding en verbetering van
de straatkanalisatie
2,600.—
2,500.—
1,500.—
3,000.—
3,200.—
Zamen 17,600.
Deze som stemt overeen met die uitgetrokken op art. 11 van hoofdstnk III
der ontvangsten.
Voor de berekening van de sub b van dit artikel uitgetrokken veranderlijke
belooning ad 2,520.is tot grondslag genomen eene vermoedelijke opbrengst
van 46,000.—
De toenemende uitbreiding der exploitatie van het aschlandmaakt eenige
verhooging van te betalen bezoldigingen van personeel noodzakelijk.
In verband met de noodzakelijke aanschaffing van een vierden tonnenwagen,
is op dit artikel een bedrag van ƒ400.meer uitgetrokken dan in het vorige
jaar werd toegestaan.
Men rekent voor dit artikel dit jaar de uitgetrokken som voldoende.
Behalve de nog op de dienst van 1880 te verevenen gelden zullen voor de
voltooijing der stichting van het beurs- en waaggebouw de aanschaffing van
benoodigd meubilair en het maken van een ijzeren hekde op dit artikel
uitgetrokken som besteed moeten worden.
Voor het derde of laatste gedeelte der werken betreffende vergrooting en
vernieuwing van het armhuis zal voor 1881 nog op dit artikel de voorgestelde
uitgaaf noodig zijn.
Ter bestrijding dezer uitgaaf is onder artikel 1 afdeeling I van hoofdstuk
V der inkomsten de 3e serie van de mede ten behoeve van gemelde werken
vastgestelde geldleening eene som van ƒ20,000.aangebragt. De meerdere
uitgaaf wordt bestreden uit het saldo der rekening over 1879aangezien
bij de begrooting van dat jaar was gerekend op eene uitgaat van ƒ29,000.
terwijl in werkelijkheid niet meer dan pl. m. ƒ26,000.werd uitgegeven.
De kosten der stichting van een nieuw gebouw voor gymnasium zullen,
blijkens de daarvan gemaakte begrooting, bedragen eene som van ƒ51,000.—,
de meubelen hieronder niet begrepen. Voor het in 1880 uit te voeren gedeelte
dier werken, werd bij gewijzigde begrooting van 5 Augustus 1880 eene som
van 30,000.beschikbaar gesteld. Het resterend bedrag wordt op dit arti
kel voorgedragen.
Ofschoon omtrent de plaats waar de hierbedoelde publieke privaten en vuil
nisbakken zullen worden gestichtgeene bepaalde voorstellen kunnen worden
gedaan, acht men het evenwel noodzakelijk nu reeds ter zake een vereischt
bedrag beschikbaar te stellen.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1880.
117
BEGROOTING 1881.
Sommen
Ec
s
.2
ra
<D
«2
<3
a
over 1880
toegestaan.
UITGAVEN.
135
136
137
138
139
III
VII
140
141
142
143;
144
145
IV
7,000.—
4,000.—
1,250.
200.—
29,600.—
Memorie
2,600.-
3,200.-
6,908.—
15.
3,058.-
6,808.-
15,-
2,173.—
De voorgedragen som moet strekken om uitvoering te geven aan het raads
besluit dd. 9 November 1872, om geleidelijk de bestaande onvoldoende be
strating door betere soort keijen te doen vervangen.
Voor de aanschaffing van meubelen in het nieuwe gymnasium gebouw is,
blijkens daarvan gemaakte begrooting, eene uitgaaf van het op dit artikel
uitgetrokken bedrag noodzakelijk.
Men stelt zich voor de aanbesteding in 1881 zoo tijdig te doen plaats heb
ben dat de meubelen tegelijk met de oplevering van het gebouw gereed kun
nen zijn.
Bij herhaling is de wenschelijkheid gebleken om 's winters bij verschillende
bruggen en pijpen, eene hoeveelheid zand beschikbaar te hebben, ten einde
daarvan gebruik te kunnen maken zoodra zulks wegens vriezend weder of ge
vallen sneeuw noodzakelijk is.
Voor de aanschaffing van bakken tot berging van het benoodigde zand
wordt de daarvoor vereischte uitgaaf op dit artikel voorgedragen.
Ten behoeve der brandweer wordt het wenschelijk geacht eenige openingen
te maken in de overkruining van het raadhuis- en hofplein. De daarvoor
vereischte uitgaaf wordt op dit artikel voorgedragen.
De toenemende bevolking op en in de nabijheid van het Vliet maakt het
reeds sedert geruimen tijd noodzakelijk maatregelen te nemen tot beschikbaar
stelling van meerder localiteit tot plaatsing van kinderen op de gemeente
school no. 6 en de daaraan verbonden bewaarschool.
Men acht het wenschelijk de localen der bewaarschool aan de school voor
lager onderwijs toe voegen en tot de stichting van een nieuwe bewaarschool
over te gaan. De daarvoor vereischte gelden worden op dit artikel voorgedragen.
In afwachting van de nader ter zake in te dienen voorstellen wordt dit
artikel voor memorie op de begrooting uitgetrokken.
Ter verdere uitvoering van de voorwaarden door gedeputeerde staten van
Friesland bij resolutie van den 10 Januarij 1878 no. 51 opgelegdwordt
nevensvermelde som in uitgaaf aangebragt.
Voor verbetering en uitbreiding van het buizennet voor de straatverlichting,
wordt voor 1881 eene uitgaaf noodig geacht van ƒ3,200.—.
Aan het eind dezer afdeeling gekomenzij nug opgemerkt dat daaronder
niet zijn aangebragt de kosten van stichting eener nieuwe school voor lager
onderwijs, ofschoon naar het opschrift der afdeeling daaronder behoorende en
zulks naar aanleiding van het besluit van de gedeputeerde staten van 12 Au
gustus 1880 Provinciaal Blad no. 94), welk besluit medebrengt dat deze
kostennevens de verdere uitgaven voor het lager onderwijs, achtereenvolgend
naar de aangegeven volgorde onder hoofdstuk VII, afdeeling II, moeten worden
aangebragt. Iu verband daarmede is onder volgno. 118 eene som van
ƒ52,000.voor dit doel uitgetrokken.
Ten behoeve van de brandweer wordt blijkens daarvan door het collegie
van brandmeesters ingediende begrootiug eene kleine verhooging noodig ge
acht met het oog op eenige meerdere uitgaven voor de dienst bij eene wacht-
brandspuit.
De raming der kosten voor onderhoud van op de verschillende ouderdeelen
van dit artikel vermelde gebouwen levert over het geheel genomen weinig
verschil op bij de raming voor 1880. De hoogere uitgaaf op dit artikel voor
gesteld is een gevolg van noodzakelijke verfwerken aan verschillende gebou
wen, het maken van een nieuw hekwerk langs het land bij de herberg de