120
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880.
UITGAVEN.
VII
II
III
li
n
IV
c IVIII
VI
I
101/ 1,660.-
151,
16
17
18
19
20
21
Nihil
1,000.-
3,725.-
5,813.-
530.-
50.-
430.-
430.-
1,000.-
2,000.-
8,291.-
100.-
100.-
250.-
4,186.-
50.-
20.-
150.-
200.-
500.-
500.-
4,148.
1,800.-
6,600.-
74,655.-
450.-
50.-
1,000.-
100.
100.
250.
4,071.
50.
20.
150.
200.
500.
500.
3,718.
1,800.-
6,600.-
67,090.-
Deze som is geraamd naar de daarvan door den directeur der gemeente
werken gemaakte begrooting.
Ofschoon de kosten van eventueele aanschaffing en onderhoud van scliool-
meubelen niet met eenige juistheid kunnen worden geraamdheeft men ge
meend dat daarvoor de uitgetrokken som beschikbaar dient te worden gesteld.
Bij de raming van deze sommen is tot grondslag genomen het bedrag der
uitgaven over 1879waaraan zijn toegevoegd de vermoedelijke kosten bij uit
breiding van het getal schoollocalen.
De kosten van de plaatselijke schoolcommissie zijn gelijk geraamd als voor 1880.
Op dit artikel zijn echter tevens uitgetrokken de kosten voor verlichting en
verwarming van het locaal voor de vergaderingen van genoemde commissie.
Deze artikelen zijn geraamd naar de uitgaven over 1879.
Uitgetrokken overeenkomstig het raadsbesluit van 26 Augustus 1880.
De onderdeelen a en 6 zijn gelijk geraamd als voor 1880 met verhooging
echter van ƒ20.wat lett. a betreft voor belooning van kweekelingen aan
de le bewaarschool.
De raming der kosten sub lett. c vermeld is gebaseerd op de uitgaaf over
1879 en die sub lett. cl overeenkomstig de begrooting van de plaatselijke
schoolcommissie terwijl voor onderhoud der schoolgebouwenvroeger verant
woord op art. 10 van deze afdeelingeene som is geraamd naar de daarvan
door den directeur der gemeentewerken gemaakte begrooting. Deze kosten
zijn als onderdeel c aan dit artikel toegevoegd.
Deze som is aangebragt in overeenstemming met de ingezonden begroo
ting van kosten der schutterij.
Bij de berekening van deze som is tot grondslag genomen het bedrag der
jaarwedden van het onderwijzend personeel en der docenten aan het gymnasium.
Een gelijk bedrag is op art. 6 van het hoofdstuk IV der inkomsten aangebragt
Bij de berekening van dezen post is aangenomen, dat de uitgeschreven geld-
leening ingevolge raadsbesluit van 5 Augustus 1880waarvan een gedeelte
moet strekken tot buitengewone aflossing van schuld, zal worden volgeteekend.
In dat geval zal over 1881wegens rente moeten worden betaald
Van de leening aangegaan in
1853, groot ƒ147,000.a 4 pet., na aflossing in 1880 van,/' 1,000..be
dragende ƒ98,000.3,920.
Transportere 3,920—
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880.
121
BEGROOTING 1881.
S Voorgedragen
Sommen
over 1880
toegestaan
UITGAVEN.
215VIII I
3,920—
2,700—
9,250—
1,755—
3,690—
4,590—
3,420—
7,200—
1,800—
5,400—
1,800—
450—
21,360—
7,320—
Totaal 74,655.
Bij de beoordeeling van het onder dit artikel aangebragt rentebedrag dient
in het oog gehouden te worden dat daarin is opgenomen een voljaar rente
der 5pct. leeningen van 1872 en 1873, op 1 Ju 1 ij 1881 verschijnende, bij
voljaars coupons betaalbaar en daarnevens een halfjaar rente van het bij con
versie daarvoor in de plaats tredende gedeelte der nieuwe leening.
11,270.11,655.Van de leeningen aangegaan ten behoeve van de gasfabriek zal wegens de
verschillende leeningen in 1881 eene rente verschuldigd zijn als volgt
van de leening
1865, groot ƒ154,000.a 5 pet.na aflossing in 1880
van ƒ3.000.bedragende ƒ84,000.
- 1867, groot ƒ96,000.a 5 pet., na aflossing in 1880
van ƒ2,000.bedragende ƒ73,000.
1876, groot ƒ85,000.a 4i/s pet., na aflossing in
1880 van ƒ3,000.bedragende 76,000
Transport
1872, groot ƒ60,000.a 5 pet., na aflossing in 1880
van ƒ3,000.bedragende ƒ54,000.verschijnende 1
Julij 1881
1873, groot 200,000.a 5 pet.na aflossing in 1880
van ƒ3,000.— bedragende ƒ185,000.1 Julij 1881
1874, groot ƒ40,000.—, a 4Vj pet., na aflossing in 1880
van ƒ1,000.bedragende ƒ39.000.
1875, groot ƒ90,000.a 4i/s pet., na aflossing in
1880 van ƒ2,000.bedragende ƒ82,000.
1876, groot ƒ108,000.a 4 Vs pet., na aflossing in 1880
van ƒ3,000.bedragende ƒ102,000.
1877, groot 76,000.a 4 Vv pet.waarvan de aflossing
aanvangt met 1880
1878, groot ƒ160,000.4y» pet,, waarvan de aflos
sing aanvangt met 1881
1879, groot ƒ40,000.a 4ys pet., waarvan de aflos
sing aanvangt met 1881
1879, le serie der leening groot ƒ180,000.ad
ƒ120,000.a 4i/s pet., waarvan de aflossing aanvangt
met 1881
Verder is in het geraamd bedrag opgenomen de rente:
a. van de in 1880 op te nemen 2e serie der geldleening
groot ƒ180,000.ad ƒ40,000.4 4 Va pet.
b. van de in 1881 op te nemen 3e serie der sub a
bedoelde leening, ad ƒ20,000.a 4Vs pet., berekend
over 6 maanden
c. van de in 1880 op te nemen le serie der leening
groot ƒ900,000.ten bedrage van ƒ534,000.a 4 pet.
d. van de in 1881 op te nemen 2e serie van de sub c.
bedoelde leeningbedragende 366,000.a 4 pet.
over 6 maanden
f
4,200—
3,650—
3,420—
Zaroen
11,270—