Bijlade no. 13. 134 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1880. hebben wij dit bezwaardat het niet raadzaam is om bij de behandeling van de gemeente-begrooting, terloops een besluit te nemen omtrent de plaats waarop de schoei zal worden gesticht. Aangezien de door ons voorgedragen memoriepost niets beslist omtrent de plaats, bevelen wij de onveranderde aan neming daarvan aan. Eerst dan, wanneer, na een naauwgezet onderzoek, onze opinie omtrent de meest geschikte plaats tot rijpheid is ge komen, wenschen wij ter zake een gemotiveerd voorstel den raad ter overweging aan te bieden, waardoor er gelegenheid zal bestaan de zaak grondig te beoordeelen. In den tegenwoordigen stand der zaakachten wij die niet rijp voor beslissing. Yolgno. 198. De raad wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld het openbaar examen der leerlingen bij te wonen en de resultaten van de muziekschool te beoordeelen. Bovendien -reeft de commissie van toezigt jaarlijks verslag van den toestand der school. Wij vereenigen ons overigens met de zienswijze van de commissiedat de resultaten althans vooralsnog moeijelijk met den vinger zijn aan te wijzen, en zijn ook van oordeel, dat eene muziekschool onder bekwame leiding tot de behoef ten eener gemeente van den omvang als de onzebehoort. Zooals bekend is kan de raad jaarlijks over het verleenen der subsidie beslissenwanneer het daartoe betrekkelijk adres van de commissie voor de muziekschool ter tafel komt. Yolgno. 201. Ingevolge raadsbesluit van 4 October 1849, no. 7, is het perceel land ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie F no. 650, ter groote van 5 H. 56 A., vroeger deel makende van het zoogenaamde Groote Meen- schar ter beschikking gesteld voor exercitiën van het garni zoen en de schutterij. In 1880 is er door de militairen slechts enkele malen van dat land gebruik gemaakt. Dit stond in verband met- en was een gevolg van het kamperen van het garnizoen dezer gemeente. Bij gewone omstandigheden worden er in den zomer op dat land bijna dagelijks oefeningen gehouden. Dat dit feit een nadeeligen invloed uitoefent op den huur prijs ligt voor de handmaar men verlieze bij de beoordee ling van deze aangelegenheid niet uit het oogdat de ge meente groot belang heeft bij een betrekkelijk talrijk garni zoen en dat dit bepaald behoefte heelt aan een uitgebreid exercitiebeeld. Wij deelen hieromtrent nog mededat er geen vooruitzigt bestaat om bedoeld land van gemeld bezwaar te ontheffen tenzij het gemeentebestuur op andere wijze kan voorzien in een grooter en meer gelegen terrein. Volgno. 217. Burgemeester en wethouders wenschen eerst af te wachten het resultaat van de tweede serie der geldlee- ning ad 900,000voor dat in overweging wordt genomen de vraag of het in het belang der gemeente isom ook tot conversie van de bestaande 41/2 pet. en 5 pet. leeningen ten laste der gasfabriek over te gaan. Wij zullen casu quobij eene toestemmende beantwoording dier vraagde vereischte voorstellen aan uw oordeel onder werpen. INKOMSTEN. Volgno. 5. De fout in de memorie van toelichting zal worden geredresseerddoor het cijfer 2 pet. te vervangen door I1/2 pet. Volgno. 16. Met het oog op de bepalingen van de nieuwe wet op het lager onderwijs hebben wij gemeend de opbrengst van schoolgelden niet hooger te moeten voordragen dan de ontvangstonder de werking van die wetzal zijn. Wil de raad evenwel die opbrengst ramen tot een cijfer, dat vermoedelijk zoude worden ontvangenindien de thans nog geldende heffingsbesluiten van kracht blevendan be staan bij ons daartegen geen bezwaren indien de post van onvoorziene uitgaven dan ook met een gelijk bedrag wordt verhoogd. Yolgno. 19a. Tengevolge de verhuring van de zathe en landen op Wijlaarderburen zal op dit onderdeelin plaats van ƒ2632.50 2585 worden uitgetrokken. Volgno. 20d en e. Burgemeester en wethouders zullen een voorstel doen om het huis in de Hoogstraat onderhands te verhuren. Zoo lang het rijk nog niet heeft opgezegd de huurover eenkomst van het voormalig soephuis kunnen wij geen voor stellen doenomtrent de bestemming van dat gebouw. Yolgno. 22. De burgemeester heeft als hoofd van de poli tie de toestemming tot het bleeken op bepaald daarvoor aan gewezen gemeentegrond reeds beperkt tot des namiddags 2 uur. Wij achten het in het belang der volksgezondheid en der reinheid wenschelijkdat aan de behoeftige ingezetenen dezer gemeente de gelegenheid wordt gelaten om gedurende een gedeelte van den dag hun linnen te bleeken. Burgemeester en wethouders zijn van -meening datergeene verordening in 't leven behoeft te worden geroepenom even tuele misbruiken tegen te gaan. Yolgno. 53. Met de voorbereiding van den sclioolbouw zal de vereischte spoed worden gemaakt. De uitgewerkte plannen, bestekken en begrootingen kun nen evenwel niet vóór de openstelling der inschrijvingen op de 2de serie der geldleening groot ƒ900,000 in Maart 1881, gereed zijn. Volgno. 54. Na de vernietiging van het besluit van gede puteerde staten d.d. 24 Junij 1880, no. 69, waarbij de goedkeuring is onthouden aan het raadsbesluit van den 27 Mei 1880, 110. 11, tot wijziging van de voorwaarden van uitgifte van het perceel bouwterrein no. 88, hebben wij het voornemen opgevatom ook voorstellen te doen tot wijziging van de voorwaarden van uitgifte van andere perceelen bouw terrein, ten einde die voor belanghebbenden aannemelijker te maken. Tegen publieken verkoop dier terreinen bestaan bij ons vooralsnog bezwaren. Volgno. 56. De koopsom van het perceel bouwterrein no. 88 zal volgens de voorwaarden van uitgifte in 1881 moeten worden betaald. Op art. 3 van hoofdstuk Y afd. II kan daarvoor ƒ5600 aangebragt worden. Opgemaakt den 17 November 1880 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden W. J. v. W. RENGERS. De SecretarisP. A. BERGSMA. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1880. 135 VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot nadere wijziging der gemeente-begrooting dienst 1880. Mijne Hreren Op de gemeente-begrootingdienst 1880 is onder hoofd stuk Vafdeeling Iart. 2 der inkomsten aangebragt eene som van ƒ40,000.als opbrengst eener geldleening ter be strijding dor kosten van het tweede gedeelte der vergrooting van het armhuis. Ten behoeve dier werken is voor het thans loopende dienst jaar niet tot het geheele daarvoor toegestaan bedrag beschikt, terwijl ook andere buitengewone werkenmet name de ver betering van den toestand op Olde-Galileën met minder spoed zijn kunnen worden voortgezet dan men zich aanvankelijk had voorgesteld 'zoodat de uitgaven daarvoor, over dit dienst jaar, belangrijk beneden de gemaakte raming zijn gebleven. In verband hiermede bestaat er voorshands geen noodzake lijkheid tot het aangaan van de bovenbedoelde geldleening door dien men gemeend heeft de uitgaven voor de bovenom schreven werken uit andere middelen te kunnen bestrijden. Uit dien hoofde is door ons opgemaakt het nevensgevoegd besluitbehelzende de tengevolge van de vorenstaande op merkingen in voormelde begrooting aan te brengen wijzi gingen waarbij tevens de vereischte fondsen zijn aangewe zen ter bestrijding van de kosten vallende op de in dit jaar aangegane geldleening tot buitengewone aflossing van schuld, zooméde ter bestrijding der verhoogde uitgaaf wegens jaarwed den van de aangestelde tijdelijke leeraren van het gymnasium. Wij hebben de eer dat bpsluit, vergezeld van eene memo rie van toelichtingu hiernevens aan te bieden met voorstel daaraan uwe goedkeuring te verleenen. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 23 December 1880door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. De raad der gemeente Leeuwarden In aanmerking nemende dat er noodzakelijkheid bestaat tot wijziging der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1880 Besluit de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1880, laatstelijk gewijzigd vastgesteld den 14 October 1880, goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten van Friesland, bij besluit van 21 October 1880, no. 35, nader te wijzigen als volgt INKOMSTEN. HOOFDSTUK II. Afdeeling VII. Art. 5. Opbrengst van marktgelden onderdeel b wegens de veemarkt, te verhoogen met 1400. en vast te stellen op 12,400. Art. 0. Opbrengst van schoolgelden, geraamd op/28,315. te verhoogen met 700.en vast te stellen op ƒ29,015. In verband daarmede het bedrag van afdeeling VIIInu bedragende ƒ06,724.50, vast te stellen op 08,824.50 en dat van hoofdstuk II, nu bedragende ƒ200,184.94, te verhoogen tot ƒ202,284.94. HOOFDSTUK V. Afdeeling 1. Art. 2. Geldleening ter bestrijding der kosten van het 2e gedeelte der vergooting van het armhuis, uitgetrokken op> ƒ40,000.te roijeren. Art. 3. Eerste gedeelte eener geldleening ter bestrijding van uitgaven voor buitengewone werkenaankoop van vastig- BlJVOEGSEL BEHOOREXDE BIJ DE LEEEWARDIR COURANT. heden en aflossing van schuld geraamd op 509,000. te verhoogen met ƒ9505.en te brengen op ƒ518,505. Aan deze afdeeling toe te voegen een nienw Art. 4Tijdelijke geldopneming ter bestrijding van uit gaven voor buitengewone werken ƒ10,000. Na deze wijziging het totaal van deze afdeelingnu be dragende ƒ589,000.— vast te stellen op ƒ568,505.— en dat van hoofdstuk V op ƒ573,025. Tengevolge van het vorenstaande het totaal der inkomsten nu begroot op ƒ1,225,409.855, nader vast te stellen op ƒ1,207,074.855. UITGAVEN. HOOFDSTUK 11. Afdeeling X. Onder deze afdeeling aan te brengen een nieuw Art. 8. Kosten vallende op eene aangegane geldleening ƒ3200.—. Dientengevolge het totaal dezer afdeelingnu bedragende ƒ1475.— te brengen op 4675.— dat van hoofdstuk 11 begroot op ƒ12,724.55, te stellen op ƒ15,924.55. HOOFDSTUK III. Afdeeling VII. Art. 2. Tweede gedeelte der werken tot vergrooting van het armhuis geraamd op 40,000.te verminderen met ƒ13,500.— en uit te trekken op ƒ26,500.— Art. 6. Verbetering van den toestand op Olde-Galileën, geraamd op ƒ11,000.te verminderen met 7000.en uit te trekken op ƒ4000. Tengevolge daarvan afdeeling VII, nu bedragende 136,830. terug te brengen tot ƒ116,330.en het totaal van hoofdstuk III, nu bedragende 337,389.vast te stellen opƒ 316,889. HOOFDSTUK VII. Afdeeling II. Art. 1. Jaarwedden van de docenten aan het gymnasium, geraamd op ƒ20,700.—te verhoogen met 284.— en te brengen op ƒ20,984. In verband daarmede het totaal van afdeeling IInu be dragende 144,925. - vast te stellen op 145,209.- - en dat van hoofdstuk VII, nu bedragende ƒ208,593.70, op 208,877.70. HOOFDSTUK XI. Art. 1. Onvoorziene uitgaven uitgetrokken op ƒ6285.— te verminderen met ƒ1379.en vast te stellen op 4900. Na deze wijzigingen het totaal der uitgaven nu bedra gende 1,225,452.70.— te verminderen met 18,395.— en vast te stellen op 1,207,057.70 en de balans der begrooting als volgt Inkomsten1,207,074.855 Uitgaven1,207,057.70 Waarschijnlijk batig saldo 17.15" MEMORIE VAN TOELICHTING bij liet be sluit van den raad der gemeente Leeuwar den d.d. tot nadere wijziging der gemeente-begrootingdienst 1880. De uitvoering van het tweede gedeelte der werken tot vergrooting van het armhuiswaarvoor bij de primitieve be- grooting eene som van ƒ40,000.— en de verbetering van den toestand op Olde-Galileën, waarvoor bij gewijzigde be grooting van den 5 Augustus 1880 eene som van 11,000.— werd geraamdzijn niet met dien spoed kunnen worden voortgezet als men zich aanvankelijk had voorgesteld tenge volge waarvan over een niet onbelangrijk gedeelte van de toegestane som op de dienst van 1880 niet behoeft beschikt te worden en de betrekkelijke artikelen der begrootingvolg- nos. 127 en 131 te zamen met eene som van ƒ20,500. kunnen verminderd worden. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1880 | | pagina 68