li 20 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1881. op die, waarvoor de invordering per maand geschiedt, in den loop der vorige maand leerlingen toegelatendan wordt het schoolgeld voor zoodanig tijdvak tegelijk met dat voor het aangevangeno op de in te zenden lijst uitgetrokken. Art. 2. De in het vorige artikel bedoelde lijsten worden zoo spoedig mogelijk door burgemeester en wethouders vastgesteld en aan den gemeente-ontvanger ter invordering gezonden. Art. 3. Tegelijk met de toezending der lijsten geschiedt daarvan door burgemeester en wethouders openbare kennisgeving. Art. 4. De schoolgelden moeten zijn betaald: 1. wegens de scholen der eerste klasse en der tweede klasse a vóór liet einde der eerste maand van elk kwartaal 2. wegens de scholen der tweede klasse b vóór den een entwintigsten dag der maand, waarovei ze verschuldigd of waarin ze op de in art. 1 be doelde lijsten gebragt zijn. Bij nalatigheid of weigering van betaling, geschiedt de in vordering overeenkomstig de voorschriften van de artt. 258 262 der gemeentewet. Art. 5. De gemeente-ontvanger geeft wegens de scholen der eerste klasse en der tweede klasse a vóór het einde van elk kwartaal, wegens die der tweede klasse b ten minste vijf dagen vóór het einde van iedere maand aan burgemeester en wethouders berigt van den stand der invordering van de schoolgelden. Art. 6. Deze verordening treedt in werking tegelijk met die tot heffing van schoolgelden voor het onderwijs op de scholen van openbaar lager onderwijs in de gemeente. Aldus besloten enz. E. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegende, dat er noodzakelijkheid bestaat, bepalingen te maken ter uitvoering van de bij besluit van heden vast gestelde nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente; Besluit Vast te stellen navolgende VERORDENING ter uitvoering van de nieuwe regeling van het openbaar lager onder wijs in de gemeente. Art. 1. Om op de scholen der eerstetweede en derde klasse te worden toegelaten, moeten de kinderen den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Kinderen die binnen de eertvolgende drie maanden na de in het volgende artikel bepaalde tijdstippen dien leeftijd zul len hebben bereikt, kunnen, onder goedkeuring van de com missie van toezigt op het lager onderwijs, mede worden toe gelaten. Art. 2. De toelating geschiedt met den 1 Januarij en met den 1 Julij. Zijdie de kinderen verlangen te hebben toegelatendoen daartoe ten minste acht dagen te voren bij het hoofd der school aangifte. Ten blijke der toelating wordt hun een schriftelijk bewijs verstrekt Ten behoeve van kinderen, die van elders in de gemeente komen wonen, kan door de commissie van toezigt op het lager onderwijs van de in het 1ste lid van dit artikel ver melde tijdsbepalingen worden afgeweken. Indien de kinderen de school zullen verlaten, moet daar van ten minste acht dagen te voren door hen, die ze ter school hebben gezonden, aan het hoofd der school schriftelijk kennis worden gegeven. Hij geeft hun van de ontvangst dier kennisgeving een schriftelijk bewijs. Art. 3. Op de scholen der derde klasse worden geen kin deren toegelaten dan met goedkeuring van burgemeester en wethouders. Art. 4. Op de herlialiugscholen worden alleen toegelaten zijdie het gewoon schoolonderwijs hebben genoten. Art. 5. De toelating geschiedt met den 1 October. Ten aanzien der herhalingscholen gelden de bepalingen van de laatste vijf leden van art. 2. Art. 6. Aan iedere schoolgenoemd in art 1is eene schoolbibliotheek verbonden. Daarvoor wordt jaarlijks eene som op de gemeente-begroo- ting gebragt. Art. 7De leermiddelen worden door de gemeente ver strekt, met uitzondering van die, welke door de leerlingen ook te huis worden gebruikt. Art. 8. Onverminderd het bepaalde bij het koninklijk be sluit van 30 Augustus 1880 Staatsblad no. 167), worden de inrigting der lokalen en de verdere regeling van het onder wijs door burgemeester en wethouders vastgesteld, den arron- dissemeuts-schoolopziener en de commissie van toezigt op het lager onderwijs geboord. Art. 9. Het aan de onderwijzers, op verzoek, te verleenen eervol ontslag gaat niet eerder in dan twee maanden na den dag, waarop het verzoek om ontslag is ingekomen. Onder onderwijzers zijn de onderwijzeressen begrepen. Art. 10. Jaarlijks wordt eene openbare les gehouden ten overstaan van eene commissie uit den gemeenteraad en de commissie van toezigt op het lager onderwijs: op de scholen der eerste en der tweede klasse in den loop der twee weken, voorafgaande aan de zomer-vacantie, zoo die er is op de scholen der derde klasse in de maand April. Art. 11. Ter gelegenheid van de openbare les wordt aan de leerlingendie zich in het afgeloopen jaar door vlijt en goed gedrag hebben onderscheiden, een getuigschrift uitgereikt. De bcoordeeling hiervan geschiedt door de commissie van toezigt op het lager onderwijs, op voordragt van het hoofd der school. Art. 12. De bepalingen omtrent de schooltucht en hetgeen tot nadere regeling van het in deze verordening voorgeschre- vene mogt noodig zijn, worden opgenomen in eene veroi*- dening, binnen twee maanden na het inwerkingtreden de zer verordening vast te stellen door burgemeester en wet houders, de commissie van toezigt op het lager onderwijs en de hoofden der scholen gehoord. Art. 13. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de bij besluit van den raad van heden vastgestelde veror dening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente. Bij hare invoering zijn alle bestaande verordeningen betref fende onderwerpen bij deze verordening geregeld, vervallen. Aldus besloten enz. Leeuwarden, den 18 Maart 1881. J. S. VAN HAR1NXMA THOE SLOOTEN, Rapporeeur der le Sectie. F. PLANTENGA Rapporteur der 2e Sectie. A. DUPAltC, Rapporteur der 3e Sectie en Algemeen Rapporteur. J'M Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1881. Bijlage no. 3. rFUBKLEnXTIKTGSr van de ONTVANGSTEN en UITGAVEN der gemeente Leeuwarden, «ver liet jaar 1880, 21 'o II OMSCHRIJVING DEB ARTIKELEN. (ONTVANGSTEN). Begrooting sommen. II III IV VI OWTVAHGSTEN: Werkelijk bedrag. Ontvangsten wegens vroegere dienstjaren. Batig slot der door den gemeenteraad geslotene rekening over het dienst jaar 1878, zoover daaraan niet reeds eene bepaalde bestemming is gegeven. Totaal van het Iste hoofdstuk Opbrengst van plaatselijke belastingen. Opcenten op de hoofdsom der grondbelasting. 40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen. 10 opcenten op de hoofdsom der belasting op de ongebouwde eigendommen. Totaal der Iste afdeeling Opcenten op de hoofdsom der rijks personele belasting. 30 opcenten op de hoofdsom der personele belasting van 1 Januarij tot 31 December 1880 Totaal der Ilde afdeeling Opcenten op de hoofdsom van de in het 3e lid van art. 241 der ge meentewet bedoelde daarvoor vatbare rijksbelastingen, direct naar het ver mogen of inkomen geheven, met uitzondering van het patentregt. Nihil. Totaal der lilde afdeeling Hoofdelijke omslagen of andere plaatselijke directe belastingen. Plaatselijke directe belasting naar ƒ3.63 ten honderd van het belast baar inkomen f 150,000 Af voor oninbare posten 1,500 Totaal der IVde afdeeling Belasting op voorwerpen van verbruik. Nihil. Totaal der Vde afdeeling Belasting op de honden. Opbrengst der belasting op het houden van honden BiJVOEQSEL BEH00BENDE BIJ DE LEEÜWABDEB COÜBANT. Totaal der Vide afdeeling 8,264.28 s 8,264.28s 8,264.28 s 8,264.28 s 14,382.44 956.72 15,678.21 15,339.16 15,678.21 27,521.28 28,399.15s 27,521.28 28,399.15s ƒ148,500.— 148,716.18s ƒ148,500.— 148,716.18s 1 O O r—t X 1,791.- 1,500.- 1,791.-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1881 | | pagina 11