I
I
Bijlage no. ÏO.
88
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1881.
van haren voorzitter gaf de 2e sectie als haar gevoelen te
kennen dat deze post met 2,000.zou kunnen worden
versterkt. Op grond van rijzing van den prijs der specie die
de verzamelplaats van vuilnis oplevertkunnen rapporteurs
zich met de zienswijze der 2e sectie vereenigen en zij stellen
alzoo voor dit artikel op ƒ48,900.uit te trekken.
Yolgn. 47. Hoofdst. IV, art. 16. In verband met de ver
hooging op volgn. 17, sub. a aangebragtachtte de 2e sectie
vermindering van deze post met ƒ500.aangewezen. Rap
porteurs stellen deze vermindering voor.
Volgn. 48. Hootdst. IV, art. 17. In de 2e sectie werd de
vraag gedaanof bij de berekening van deze subsidie de kos
ten van het herhalingsonderwijs in acht zijn genomen De
memorie van toelichting geeft hierop een ontkennend ant
woord.
In verband met hun voorstel bij volgn. 181 stellen rappor
teurs nu voor, deze post met 255.te verhoogen en alzoo
uit te trekken op ƒ25,878.
Volgn. 50. Hoofdst. Vafd. 1art. 1. De 2e sectie
wenschte, uit aanmerking dat althans de in de memorie van
toelichting genoemde werken van herstelling aan de Oldehoof
en verbetering van de Potmarge als verzamelingen van ach
terwege gelaten jaarlijksch onderhoudniet als buitengewone
kosten konden gelden, de voorgestelde leening vermeden te zien.
Rapporteurs wijzen er opdat afgescheiden van deze be-
i schouwingen worden hunne voorstellen aangenomen de uit-
getrokkene leening niet noodzakelijk zal wezen. Intusschen
zouden ze met het oog op de voorhanden uitgaven voor het
lager onderwijs deze post voor memorie willen uittrekken
hetgeen ze alzoo voorstellen.
Volgn. 53. Hoofdst. V, afd. 2, art. 3. In de 3e sectie
werd bij de behandeling van deze post gevraagd, of de uitgifte
van het gereserveerde bouwterrein achter het nieuwe beurs
gebouw geene overweging zoude verdienennu door vele
inrigtingen in den omtrek van dat gebouw is voorzien in de
behoefte der beurs- en waagbezoekers aan recreatie. Een voor
stel werd evenwel hieromtrent niet gedaan en rapporteurs
meenen ook te kunnen volstaan met eene onderwerping van die
vraag aan de overwegingen van het dagelijksch bestuur.
Ten slotte doen rapporteurs opmerkendatworden hunne
voorstellen tot wijziging van uitgetrokken sommen aangeno
men het totaal der geraamde inkomsten zal bedragen
ƒ723,027.86 dat der uitgaven ƒ722,969.09 en het vermoe
delijk batig saldo ƒ58.77.
Aldus gerapporteerd op 27 October 1881.
D. v. GÓENS Rapporteur der le sectie.
Mr. .1. MINNEMA BUMA, 2e
Mr. J. L. v. SLOTERDIJCK 3e en
algemeen Rapporteur.
Bijlage tot het rerslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1881.
89
ME MOEI E VAN BEANTWOORDING door bur-
gemeester en wethouders opgemaaktnaar
aanleiding van het verslag der commissie
van rapporteursbenoemd door de sectiën
van den Baad der gemeente Leeuwarden
bij het onderzoek van de ontwerp-begroo-
ting van de inkomsten en uitgaven dier
gemeente, voor het dienstjaar 1882.
Sommige onderwerpen door de commissie van rapporteurs
in hunne beoordeeling van de ontwerp-begrooting van 1882
behandeld schijnen aan burgemeester en wethouders van ge
noegzaam gewigt omook ter bekorting van de openlijke
beraadslagingschriftelijk te worden toegelicht..
Zij onthouden zich echter zooveel mogelijk van eene be
spreking der puntendie of door de rapporteurs zeiven reeds
genoegzaam zijn opgehelderd, of, waaromtrent reeds vroeger
inlichtingen zijn gegeven en niets naders kan worden me-
UITGAVEN.
Volgn. 64. Blijkens onze memorie van beantwoording,
begrooting 1881 hebben wij meermalen in overweging ge
nomen of het schoonhouden van het gemeentehuis en de
bureaux van politie niet kan worden aanbesteedevenwel
met het resultaatdat aanbesteding daarvan niet is aan te
bevelen.
Wij kunnen intusschen de verzekering gevendat ook in
dezen zuinigheid wordt betracht.
In 1880 is op dit artikel uitgegeven ƒ873.17
te weten
arbeidsloonen475.935
wasschen van gordijnen,53.15
schoorsteenvegen21.
stucadoorwerken235.50
aanschaffing van gereedschappen 87.585
Totaal ƒ873.17
Onder arbeidsloonen is begrepen de wekelijksche belooning
ad ƒ2.50 van de werkster, die de bureaux van den heer
commissaris van politievan de inspecteurs en van de die
naren van politie schoonmaakt en die van de arbeidster
die wekelijksgedurende twee middagen en een' geheelen
dag behulpzaam is voor het schoonhouden van de verschil
lende lokalen in het gemeentehuistegen eene belooning
van ƒ2.per week.
Uit gemelden post worden mede bestreden de loonen van
de arbeidersdie de kagchels in het gemeentehuis plaatsen
poetsen en wegnemende glazen wasschen in het gebouw
de gootenmuren enz. reinigen.
De stucadoorwerken, waarvoor in 1880 235.50 is uitge
geven zijn uitbesteed.
Volgn. 92. Wij zouden tegen het verminderen van de op
dit artikel uitgetrokken som met het bedraggeraamd voor
de herstelling van den weg naar de Bontekoegeen bezwa
ren hebben indien gelijk rapporteurs veronderstellen de
tramweg niet in 1882 wordt aangelegd.
Verwachtende dat die aanleg wèl in het volgend jaar zal
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
geschiedenwenschen wij het uitgetrokken cijfer te behouden.
Immersde herstelling van den straatweg is noodzakelijk
en alleen dan wanneer de tramweg in 1882 niet in uitvoe
ring komtzouden wij dat onderhoud tot een volgend dienst
jaar willen uitstellen.
De voorgedragen som strekt slechts voor eene partiële ver
betering niettegenstaande nagenoeg de geheele weg herstel
ling vordert.
Wij hebben echter gemeend de herstelling bij gedeelten te
moeten uitvoerenten einde de begrooting voor één dienst
jaar niet al te zwaar met dit onderhoud te belasten.
Volgn. 93. Tegen de overkruining van den rioolmond
naast het hoekhuis „de Roode boer" aan den Grachtswal, be
staan geene bezwarenofschoon de walmurenter aangewe
zen plaats niet in dezelfde rooijing zijn te brengen dan met
belangrijke kosten. Uit dien hoofde is de door rapporteurs
besproken verbetering tot dusver achterwege gebleven.
Een partiële verbetering kan echter door het plaatsen van
ijzeren leuningen langs den rioolmond en een gedeelte van den
walmuur worden tot stand gebragt.
Volgn. 94. Burgemeester en wethouders achten het niet gera
den reeds nu het uitloozen van faecalia in de grachten geheel te
verbieden. De zaak is meermalen ook in den Raad besproken
doch steeds heeft de groote meerderheid zich kunnen vereenigen
met het thans gevolgde systeem van geleidelijke afschaffing
der riolenvoor afvoer van faecale stoffen bestemd. De jaar-
lijksche verslagen betreffende de stadsreiniging doen ziendat
de geleidelijke vermindering dier riolen niet onbeteekenend
isterwijl bij elke passende gelegenheid door den directeur
der reiniging stappen worden gedaanom de invoering van
het tonnenstelsel te bevorderen.
Vergunning tot aanleg van nieuwe of herstelling van ver
vallen riolenwordt niet gegeven dan onder voorwaarde
dat zij niet tot afvoer van faecale stoffen mogen worden ge
bezigd.
Het resultaat van deze maatregelen is zeer bevredigend en
geeft geene moeijelijkhedendie stellig te verwachten zouden
zijn van een verbodals door de 3e sectie wordt bedoeld.
Volgn. 95. De verhooging van het cijfer van onderhoud
van het plantsoen is geschied zooals uit de toelichting van den
directeur der gemeentewerken bij de door hem ingezonden
begrooting blijkt, niet tot versterking van hetpolitie-toezigt
maar ten einde het personeel, dat belast is met het onder
houd het aanleggen en verbeteren van de plantsoenente
vermeerderen en daarvoor personen te kunnen aanstellen, die
op de hoogte zijn van de eischen van den tegenwoordigen
tijd op dit gebied. Voor aankoop van boomen in 1881 op
ƒ400.geraamd, is nu 700.voorgedragen, terwijl het
cijfer voor arbeidsloonen van ƒ700.tot ƒ1,700.is ver
hoogd.
Bij de uitbreiding van plantsoenen zal deze begrootings-
post uit den aard der zaak stijgenzooals dan ook de arbeids
loonen tengevolge van den aanleg van de oude veemarkt-
plaats tot wandelpark, in 1881 beduidend hooger zullen zijn
dan in vroegere jaren.
Wij zullen de opmerking omtrent het vellen van boomen
rondom het gymnasium in overweging nemenen nagaan in
hoever die aanleiding kan geven tot het doen van voorstellen.
Tegen het vervangen van eenige boomen van den Brink ©p
het Blokhuisplein door een heesterperkbestaan by ons be
zwaren omdat wij noode kunnen besluiten tot het rooijen
10
a|