00 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1881. ran opgaande boomenmaar vooralomdat deze brink sedert jaren voor de jeugd uit dit gedeelte der gemeente een doel matige speelplaats is geweest. Kr bestaan onzes inziens geene overwegende redenen om in dezen bestaauden toestand verandering te brengen. Hoewel wij de wenschelijkheid beamen, om in verschillende beplantingen bloemperken aan te leggen meenen wij daar mede toch met omzigtigheid te moeten te werk gaan en ons voorsbands te moeten bepalen tot die plaatsenwelke on der aanhoudend toezigt kunrten worden gestelddaai de on dervinding heeft geleerd dat de bloemen niet zóó worden ge waardeerd als ze dit verdienen. Volgn. 100. Tegen de voorgestelde versterking van het uitgetrokken cijfer met ƒ3,000.bestaan bij ons geene be denkingen. De onzekerheid of niet vroeger of later tot eene amotie van den Nieuwetoren zal worden besloten doet ons onraadzaam achten belangrijke kosten aan het uurwerk te besteden. Beter zouden wij het achten indien jaarlijks een bedrag beschikbaar werd gesteM om hier en daar op openbare ge bouwen uurwerken te plaatsen die voorzeker in de meer afge legen buurten voor vele bewoners een groot gerief zouden aanbieden. Volgn. 103. Burgemeester en wethouders hebben geen be zwaar gevonden omovereenkomstig het voorstel van de commissie voor de gasfabriekverschillende posten op de be grooting voor te dragennaar eene berekening van den gas- prijs naar 8 cents de stèreomdatindien de raad de naar die berekening voorgedragen sommen goedkeurtdaarin stil zwijgend ligt opgesloten eene opdragt aan het collegie om de nog geldende verordening van 28 December 1876 op dat punt te wijzigen. Zoodanige wijziging zoude in ieder geval kunnen plaats vinden vóór den aanvang van het dienstjaarwaarop de be grooting betrekking heeft. Burgemeester en wethouders zouden het zelfsmet het oog op de door de commissie gemaakte opmerkingwenschelijk achten dat de gasprijs niet bij de verordening wordt bepaald, maar dat de raad telkens bij de behandeling der begrooting dien prijs vaststelde. Hieraan zoude ook nog dit voordeel verbonden zijndat de verordening niet telkensbij verhooging of verlaging van den gasprijsmo#»t worden gewijzigd. Volgn. 103. Het benedengedeelte van het oude waagge bouw is voorloopig bestemd tot bewaarplaats van de brand spuit, die bediend wordt door de brandwacht. Bij storm of andere gelegenheden houdt het personeel verblijf in een der bovenlokalen. De ligging van dit gebouwin 't midden der gemeente is voor dit doel bijzonder geschikt. Wij zullen in overweging nemen voor welk doel de ruimte onder de luifelsrondom de oude waag kan worden bestemd. Volgn. 108. Wij erkennendat het werk door de in ge bruik gestelde wagentjes op rails voor de waagwerkers is ver ligt maar merken daarbij op dat zonder die verbeterde wijze van aan- en afvoer van boterhet bestaande personeel niet toereikend zoude zijn geweest om het werk op tijd te verrigten. Zelfs met behulp van de wagentjes hebben de waagwerkers geene gemakkelijke taakom de boter naar wensch te ver werken. Wij zullen echter in overweging nemenom de belooning der waagwerkers in billijke verhouding te brengen met de door hen te verrigten diensten en casu quo in verband daar mede de vereischte voorstellen aanbieden. Volgn. 121. Tegen de verhooging van dezen post met ƒ4,911.bestaan bij ons geene bedenkingen. Daar wij de rente-berekening der kapitalen door de ge meente ten behoeve van de gasfabriek verstrektvooral thans nu die fabriek eenvoudig is eene industrieele onderneming der gemeentevan weinig belang beschouwenkunnen wij indien de vergadering op de gronden door rapporteurs aan gevoerd eene berekening ad 5 percent verkieslijk achtons daarbij gereedelijk nederleggen. Volgn. 132. Op het grondplan tot uitbreiding van het bebouwd gedeelte der gemeentevastgesteld bij raadsbesluit van den 4 April 1867 no. 3a/34is eene kadelangs de buitengracht geprojecteerd. De voorgestelde doortrekking der bestrating van de Wil lemskade naar het Ruiterskwartier en het Schavernek is alzoo de uitvoering van een vroeger door u genomen besluit. Voor het gedeelte van het Ruiterskwartier tot de opslag plaats achter het terrein der „Harmonie" is bestrating nood zakelijk om te voorkomen dat die weg door het gebruik van zwaar geladen voertuigen voor wandelpad onbruikbaar wordt. De uitgaaf ad ƒ5,000.kan worden gesplitst in ƒ3,500. voor het maken van den walmuur en ƒ1,500.— voor de be strating. Volgn. 140. Aangezien er bij ons collegie plannen in overweging zijnom aan het voormalig soephuis eene be stemming te gevenwaarvan althans gedeeltelijke amotie van dat gebouw het gevolg zal zijnbestaat er geen bezwaar de voorgestelde som van ƒ500 te roijeren. Volgn. 140. Hoofdst. V, art. 1, litt. b. Tegen de ver mindering van de som ad 1,550.met het bedrag dat ge raamd is voor de herstelling van het wijnhuisbestaan bij ons geene bedenkingen. Het is niet aan onze aandacht ontsnaptdat nog bij u aanhangig is het voorstel om in den Prinsentuin een gebouw te stichten voor muzijkuitvoeringen bij ongunstig weder. Deze zaak is echter op den achtergrond gekomendoor de vele en belangrijke uitgaven aan de beurs het gymnasiumhet armhuis en andere werken. In die omstandigheden meenden wij geen vrijheid te heb ben het aanhangig voorstel op nieuw aan te brengen. Indien de Raad er echter prijs op stelt daaromtrent eene beslissing te nemen zullen wij spoedig aan dien wensch kun nen voldoenaangezien het gewijzigd project nagenoeg ge reed is. Volgn. 153. Hoofdst. VIafd. 3. Burgemeester en wet- ders hebben ten opzigte van de gebouwen aan de Bonepater- steeg en aan de Kruisstraat en van het Stads-Armhuis ge bruik gemaakt van de hunbij de laatste alinea van art. 4 der verordening op het bouwen Gemeenteblad no. 5 van 1880), toegekende bevoegdheid, om afwijkingen toe te staan van de eerste en voorlaatste alinea van gemeld artikel. Bij inzage van de omtrent die afwijkingen gehouden uit voerige correspondentiezal blijkendat niet ligtvaardig van die bevoegdheid gebruik is gemaakt en dat afwijkingen van de bepalingen der verordening slechts worden toegestaan waar afdoende redenen in het openbaar belang er voor plei ten en dat zij steeds worden beperkt tot het strikt noodige. Bijlage tot het rerslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1881. 91 Volgn. 174. Aan den wenschom de indeeling van art. 1 van hoofdstuk VIIafd. 1te maken gelijk aan die van de artt. 2 en 3 dezer afdeeling zal worden gevolg gegeven. Volgn. 181. Tegen het uittrekken van den memoriepost op het cijfer ƒ850.— als bekende kosten van het herhalings- onderwijs in 1882 bestaan geene bezwaren ofschoon die som daarvoor niet toereikend zal zijn en zeker verhoogd zal moe ten wordenonder anderen met de kosten van leermiddelen, die nog niet bekend zijn. Over 1881 is daarvoor reeds ƒ200 uitgegeven. Volgn. 191. Waar het gemeentebestuur, gelijk wij mee nen dat hier het geval is, op onbekrompene wijze de gele genheid tot het verkrijgen van onderwijs voor alle standen der maatschappij beschikbaar steltachten wij het aanmoedi gen van schoolbezoek door geldelijke bijdragen onnoodig en gelooven wij de bestrijding van het schoolverzuim aan parti culiere bemoeijingen te mogen overlaten. Wil men door be looningen het bezoek der scholen aanmoedigen waartegen in beginsel nog al iets is aan te voerendan zal toch de voor gestelde som van ƒ300.weinig nut kunnen stichten. Wij achten dus het voorstel van rapporteurshoe loffelijk de be doeling moge wezenniet aannemelijk en zonden niet weten welk doelmatig gebruik van de verleende som zou kunnen worden gemaakt. Volgn. 209. Zoodra de omstandigheden geschikt worden geacht om met eenigen kans op een gunstig resultaat tot conversie der schuldenten laste der gemeentelijke gasfabriek, te kunnen overgaanzullen wij daartoe de vereischte voor stellen aanbieden. Volgn. 219. Het komt ons voor, dat het cijfer op art. 1 van hoofdstuk XI eerst kan worden vastgesteldnadat de verschillende artikelen van ontvang en uitgaaf bekend zijn. INKOMSTEN. Volgn. 17. Bij het opmaken van de ontwerp-begrooting had het tweede toelatings-examen voor het gymnasium nog niet plaats gehadzoodat het juiste getal leerlingen toen niet kon worden opgegeven. Tegen de verhooging van het cijfer met het door de com missie voorgesteld bedragbestaat geen bezwaar. Bij de begrootingstukken zal eene bijlage worden gevoegd waaruit kan blijken de opbrengst der schoolgelden wegens onderwijs aan de gemeente-inrigtingen van openbaar lager onderwijs sedert 1 Julij 1881. Volgn. 20. In verband met de bij ons aanhange plannen om het voormalig soephuis voor den publieken dienst te be stemmen is het niet aan te bevelen daarvoor een post van ontvang op de begrooting aan te brengen. Al kunnen burgemeester en wethouders de gegrondheid van sommige opmerkingen betreffende het beheer van den Prin sentuin niet tegensprekentoch gelooven zijdat de grieven niet van overdrijving zijn vrij te pleiten. Men vergete toch niet, dat in de laatste jaren veel is tot stand gebragt, om het bezoek van dien tuin te veraangenamen dat hij dan ook door vreemde bezoekers wordt geroemd als een der schoonste publieke tuinen in ons land en dat voor de geringe abonne mentssom zeer veel aan de geabonneerden wordt aangeboden. Wij achten het bij de behandeling van de begrooting overigens minder geschikt eene beslissing te nemen over de eventuele wijzigingen en verbeteringenwelke omtrent het beheer van den tuin wenschelijk worden geacht. Het is zeker aan de aandacht van den raad ontgaan dat de gevelde boomen aan den Nieuwewegdie gedeeltelijk door de keverschurft waren aangetastin het trottoir ston den waardoor de passage vooral bij avond belemmerd werd. Ofschoon ook wij met leedwezen opgaande boomen zien vallenkunnen er zich toch omstandigheden voordoendat èn in het publiek belang, èn in het belang van particulieren, tot het vellen van opgaand hout moet worden overgegaan. Volgn. 33. Tegen de verhooging van het cijfer, uitgetrok ken voor de opbrengst van het aschland, met ƒ2,000..be staan bij burgemeester en wethouders geene overwegende be zwaren ofschoon de tegenwoordige exceptioneel hooge prijs der mestspecie niet onvoorwaardelijk als maatstaf voor 1882 kan worden aangenomen. Volgn. 50. Burgemeester en wethouders kunnen niet toe stemmen dat een werk als de verbetering van de Potmarge niet door buitengewone middelen dient te worden bekostigd. Mogt de Raad zich echter met de voorstellen van rapporteurs betreffende de verhooging van verschillende posten van ont vang vereenigendan zal de leening voor memorie kunnen worden uitgetrokken. Volg. 53. Wij zullen de vraagof de uitgifte van het gereserveerde bouwterrein achter het beurs- en waaggebouw thans reeds kan geschiedenin overweging nemenen casu quo daartoe de vereischte voorstellen aanbieden. Opgemaakt den 26 October 1881 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden W. J. v. W. RENGERS. De Secretaris P. A. BERGSMA.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1881 | | pagina 46