Bijlage no. 16.
Bijlage no. 17.
Qtt
Bijlage' tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1882.
tige klassewelke dóór iedere epidemie het meest wordt be
zocht, het zwaarst wordt geteisterd en die de meeste offers
moeten leveren tot het buitengewone sterftecijfer, ook voor
de geneesheeren belast met de behaudeling der armendat
in 1880 deze stad genadig is verschoond gebleven van de elders
heerschende pok-épidemie niet alleen maar zelfs van spora
dische gevallen. Maar wat is de feitelijke toestand? Er zijn
nog wen8chen in deze stad die nimmervelen die onvoldoend
zijn ingeënt. In verhouding tot de gansche bevolking is het
aantal personendie éénmaal of meerdere malen in hun leven,
na hunne eerste inenting werden herent, onbeduidend. Be
halve in de jaren 1871 en 1880, hebben er in een groot aan
tal jaren: 1863 en 1866 slechts 2, in 1867 slechts lOrevac-
cinatiën plaats gehad, in 1868, 1869, 1870, 1872, 1873,
1874, 1875, 1876, 1877, 1878, 1879 en tot nu toe in 1882
hebben in het geheel geene herentingen op uw bureau voor
vaccinatie plaats gehadblijkens de officiële en naauwkeurige
rapporten en uwe verslagen van den toestand der gemeente
Leeuwarden en buiten het gratis bureau voor vaccinatie bij
de meer gegoede inwoners, misschien enkele, misschien in
het geheel geene. Wanneer in Leeuwarden, door en uit
sporadische gevallendoor scheepvaart of ander middel van
vervoer aangebragt, een brandpunt van besmetting was ont
staan zoude de stad onzer inwoning dezelfde ramp hebben
getroffen, als 's Gravenhage met 1700, als andere plaatsen in
Nederland met een aantal van 20,000 sterfgevallen, met alle
schade aan gezondheid die bij zoovelen welke niet aan deze
verschrikkelijke ziekte bezweken, na blijft met alle schade
aan finantiën van getroffen individuënvan betrokkene fa-
miliënOm dergelijke rampen nu te voorkomenwaar eene
pok-epidemie is uitgebrokendoor massale vaccinatiën van eene
geheele bevolkingdaartoe stelt slechts de animale inenting in
staat. De geneeskundigen van Leeuwarden hebben kennis
genomen van de ervaringen elders opgedaan. Zij weten dat
ervarene geneesheeren in den beginnebij de animale vac
cinatiën, de onaangename ondervinding hadden van 48 pet.
te Amsterdamvan 25 pet. op andere bureaux van niet ge
reüsseerde inentingen, een bezwaar dat intusschen later ver
mindert en bij de meest zorgvuldige behandeling en het in
acht nemen van tallooze kleinighedenophoudt, terwijl voor
de gehumaniseerde stof veel meer vatbaarheid bij den mensch
bestaat, zoowel bij de eerste inënting als bij de latere her-
ëntingendat dit de moeders der in te enten kinderen in
den beginne zeer onaangenaam zal stemmen. Maar aan den
anderen kant is ervolgens waarnemingen door dr. Bezcth te
Rotterdam prof. Warlomont te Brusseldr. Serafino te Na
pels en drChandroba te Bombaijgedurende épidemiën van
pokken gedaan en door meer vertrouwbare mannen van groote
verdienste, niet één geval bekend en geconstateerd van pok
ziekte na animale vaccinatie het voorbehoedend vermogen van
animale vaccine is dus bijzonder grootgrooter dan van ge
humaniseerde Wij weten datnaar onze bescheiden mee
ning, overdreven, en in gewone tijden onnoodige dienstijver
bij het vaststellen van de wet op besmettelijke ziekten in
art. 18 bepaalt, dat er iedere drie maanden de gelegenheid
moet worden gegeven om inentingen en herentingen te laten
doendat de aanvragen om vaccine menigvuldiger en dik
werf op ongelegener tijden aan ons bureau zullen gedaan
wordenterwijl de animale vaccine veel spoediger dan de
gehumaniseerde haar kracht verliest en werkeloos wordt
een groot bezwaar voor de bureaux voor animale vaccinatie
dat zij hierdoor in vele moeijelijkheden en conflicten zullen ge
raken met gemeentebesturen en ambtgenooten.
Toch wenschen de geneeskundigen van Leeuwardenniet
tegenstaande de bezwaren voor hen hieraan verbondeneen
bureau voor animale vaccinatie binnen deze stad. Had men
vroeger de kosten van een bureau voor animale vaccinatie
geraamd op ƒ2,500.'sjaars, later heeft men eene becijfe
ring gemaakt van ƒ1,200.'sjaars. Men heeft UE. Acht
bare gewezen in een rapport van eene commissie ad hoede
heeren L. Ali Cohen Stempel en Brakkeaan den geneeskundi
gen raad van Friesland en Groningenom het laatste cijfer
aannemelijk te maken en tot staving der uitvoerbaarheid van
het plan bii deze begrootingop het voorbeeld van Thurin-
genwaar door retro-vaccinatiegoedkoope animale vaccine
zoude worden verkregen. Dit voorbeeld echterde commis
sie zegt het zelf in haar verslagpag. 6laatste alineaen
pag. 7 is niet van toepassing op Frieslandveel minder op
Leeuwarden. In Thuringen is de stalvoedering algemeen
op de stallen worden de runderen ingeentde moeders ko
men met de kinderen in de stallendaar wordt in- en uit-
geënt en herentde eigenaren van het vee vragen in Thu
ringen geenerlei vergoeding. Van dat alles hier niets! geen
stalvoederinggeen gratis koeijengeen gratis hulpgeen
optogten zijn hier te organiseren van de moeders van ver
schillenden stand naar geënt vee rondom deze stad.
Dr. Carstenadj .-inspecteur van het geneeskundig staats-
toezigt in Zuidhollanddie de animale vaccinatie in het bui
tenland heeft bestudeerd en vergeleken met die in Nederland,
zegt op pag. 18 (la vaccination animale dans les Pays-Bas)
,011 peut admettreque les dépenses s'élèvent a la sommede
frs. 4,000.par annon compris les gratifications des me
dicina." Wij meenen de somvoor ons noodig tot oprigting
en instandhouding van een bureau voor animale vaccinatie
te moeten stellen op ƒ1,600.a ƒ2,000.'sjaars, ook om
aan art. 18 van de wet op besmettelijke ziekten te kunnen
voldoen. Zonder subsidie komt een bureau van animale vaccina
tie hier nimmer tot stand en kan zich nergens staande hou
den. Wij nemen de vrijheid UE. Achtbare voor zulk een
bureau te vrageneene jaarlijksche subsidie van zevenhonderd
en vijftig guldens. Wij vragen deze subsidie van de gemeente
in de hoop en onderstelling, dat ook de provincie en het rijk
door billijke geldelijke ondersteuning, de zaak voor ons uit
voerbaar zullen maken.
Tegenover deze finantiële opofferingen staan: 1. de voor
keur, welke het publiek meer en meer geeft aan de inen
tingen met animale vaccine, waardoor 2. inentingen op jeug
digen leeftijd worden gevorderden ook hierdoor 3. voor het
vervolg de mogelijkheid eener pok-epidemie wordt verminderd
4. zuivere pokstof, vrij van alle menschelijke smetstoffen,
b. v. syphiliswaardoor 5. den bestrijders een wapen tegen
deze heilzame kunstbewerking ontnomen wordt6. ruime hoe
veelheid pokstof bij dreigende of uitgebroken pok-epidemie;
7. voor vaccinations en massevoor de recruten of militairen
in een kamp of te velde8. ophouden van de moeijelijkhe
den bij toenemende weigering om van de kinderen met ge
zond voorkomenof van gunstig bekende oudersstof te
nemen ter inënting van anderen.
Dat de oprigting van een bureau voor animale vaccinatie,
deze stad en provinciespoedig ten goede moge komen wen
schen de geneeskundigen van Leeuwarden ten zeerste.
Uit naam van alle Geneeskundigen binnen
Leeuwarden gevestigd
(Get.) Dr. LOBRY de BRUIJN.
Dr. P. J. v. d. GRIJP.
Dr. KOUMANS van DAM.
Bijlage tot het verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwarden, 1882.
91
Rapport der raadscommissie belast geweest
met het onderzoek van het voorstel van
burgemeester en wethouders tot wijziging
der gemeentebegrootingdienst 1882.
De ondergeteekendencommissie van rapporteurs uit de sec
tiën omtrent de gemeentebegrooting voor 1882 in wier handen
ter raadsvergadering van 24 Augustus j 1. een voorstel van
burgemeester en wethouders tot wijziging van die begrooting
werd gesteldheeft de eer te rapporterendat bij het onder
zoek van dat bij apostille van 19 September j .1. haar toe
gezonden voorstel het hare aandacht heeft getrokkendat de
toelichtingen van voorgestelde verhooging van posten van uit
gaaf voor onderhoud van gemeente-eigendommen onder de
volgnummers 105 en 116 in het licht te stellendat ook waar
bij aanneming in dat onderhoud wordt voorzientoch nog
daartoe behoorende werkzaamheden in eigen beheer worden
uitgevoerd. Zij is van meening, dat, waar het nuttig is ge
oordeeld voor dergelijke onderhoudswerken het stelsel van
aanneming uitsluitend te volgenbij de aanbesteding daarvan
ook het werkwaarop vooruit niet kon worden gerekend
naar een tarief in de aanneming behoort te worden opge
nomen.
Omtrent volgn. 139e, hoofdst. Ill, afd. VII, art. 14 der
uitgaven: „laatste gedeelte der stichting van een beurs- en
waaggebouw f 8305-.waarin volgens de toelichting een be
drag van 6000.is begrepen tot betaling van de vordering
des aannemers wegens meer en minder werkdan bij bestek
bepaald was doet ze de opmerking gelden datnu deze vor
dering in regten aanhangig is gemaakthet zeker niet raad
zaam isdaarvoor een post op de begrooting uit te trekken,
omdat de uitslag van die procedure tot een veel hooger be
drag ingesteld, onzeker en het einde hiervan nog in 1882 niet
te verwachten isZe stelt alzoo voor, dezen post op 2304.94
het restant van de aannemingsom, uit te trekken. Wordt
dit voorstel aangenomendan dient het cijfer onder hoofdst. I
art. 2 der inkomstevals gedeelte van het saldo der rekening
over 1881 voorkomende, met ƒ6000.verminderd en alzoo
op ƒ17,743.25 uitgetrokken te worden, omdat de thans be
sprokene uitgaaf naar het oordeel van burgemeester en wet
houders behoorde tot diewelke op de dienst van 1882 zou
den moeten worden verhaald.
De toelichting op volgn208hoofdst. VIIafd. V art. 3
der uitgavenhetwelk behoort te luiden„teruggave voor
„ontheffingen op de plaatselijke directe belasting", waarvan
eene verhooging met ƒ1000.wordt voorgesteldontlokt dei-
commissie de opmerkingdat het argument voor die verhoo
ging bijgebragt, nl. „naar aanleiding van de gewijzigde artt.
„264266 der gemeentewet" ook reeds dienst heeft gedaan,
toen bij het voordragen van de begrooting voor 1882 de vroe
ger hier uitgetrokken doch op verre na nimmer besteede som
van ƒ500.op ƒ1500.werd gebragt. Van eene ver
wachting, dat de bedoelde teruggaven over 1882 meer dan
ƒ1500.zullen béloopenwordt in de toelichting niet ge
waagd. En ook overigens schijnt daarvoor geen voldoende
grond te bestaanimmers, er zijn wel vele reclames ingediend en
naar art. 266 der gemeentewetzooals het nu luidtschor
ten deze de verpligting tot betaling van den aanslag niet op,
doch dat werkelijk door reclamanten, wier bezwaren, gegrond
bevonden zijn, reeds meer dan ze ten slotte schuldig zouden i
Bijvoegsel behoorende bij db Leeuwarder Courant.
wezen betaald zou zijnis niet in die mate geblekendat ook
met het oog op teruggaaf in geval van overlijden, het uitge
trokken begrooting-cijfer geacht zou kunnen worden onvol
doende te zijn. De commissie stelt derhalve voorde voorge-
dragene verhooging van volgn. 208 niet aan te nemen.
De verhooging van volgn. 233 „fonds voor onvoorziene
„uitgaven" met 4000.acht ze ook niet gemotiveerd, im
mers van behoefte aan versterking van dat art. wordt zelfs
niet gesproken en de toelichtingdat ze zou moeten strekken
om het totaal van inkomsten en uitgaven in overeenstemming
te brengen is zeker allerminst geschikt om die verhooging
te regtvaardigenomdat het fonds voor onvoorziene uitgaven
niet kan worden beschouwd als een zoogenaamde sluitpost
in dien zindat ze ten slotte het evenwigt tusschen de ge
raamde inkomsten en uitgaven zou moeten voltooijen.
De commissie stelt alzoo voor, ook deze verhooging niet
aan te nemen.
Tegen de overigens voorgedragene wijzigingen van de ge-
meente-begrootingdienst 1882, heeft ze geene bedenking.
Alleen de toelichting op volgn. 54, hoofdst. V, afd. I,art, 1
der inkomsten „opbrengst van eene aan te gane geldleening"
acht ze minder juistde voorgestelde geldleening toch kan
niet worden besckouw.d als een gedeelte van diewaartoe de
raad op 5 Augustus 1880 besloot, omdat deze de bestemming
had van de middelen te verschaften voor de buitengewone
aflossing van 5 pet. en 4 Va pet. gemeenteschuld en voor be
strijding van de uitgaven voor buitengewone werken in 1880
en 1881 uit te voeren en de werken waarvan de kosten uit
de voorgestelde leening moeten worden bestreden en die in
het onderwerpelijk voorstel onder volgn. 132, 139 a, 6, c
en rf, 142, 185, 186, 188, 189 en 197 a vermeld zijn, allen
werken zijn, die in 1882 zijn of zullen worden uitgevoerd.
Bij aanneming van hare voorstellen ten opzigte van de volg
nummers 208 en 223 stelt de commissie voor, volgn. 54
voornoemd uit te trekken op een cijfer van ƒ76,000.
Voorts adviseert zij tot aanneming van de boven niet speciaal
behandelde onderdeelen van het voorstel van burgemeester en wet
houders. Ten slotte stelt ze voor burgemeester en wethouders uit
te noodigende totalen van afdeelingen en hoofdstukken, als
mede de eindcijfers van de begrooting voor 1882 met de be
sluiten welke de raad tengevolge van hun voorstel en dit
rapport neemtin overeenstemming te brengen
Aldus gerapporteerd ter vergadering van den raad der ge
meente Leeuwardengehouden op 28 September 1882door
de commissie voornoemd
D. van GOENS.
MINNEMA BUMA.
J. L. van SLOTERDIJCK.
MEDEDEELING van het besluit van burge
meester en wethouders tot intrekking van
het 23 Maart 1882 aangeboden voorstel
tot wijziging der verordening regelende
den werkkring der vaste raadscommissie
voor de gemeentelijke gasfabriek.
MIJNE HEEREN
Toen in uwe vergadering van 13 Julij 1.1. met 15 tegen 2
stemmen, (die van den burgemeester en den eenigen aanwe-
U