96
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1882.
Rapporteurs zijn mede van oordeel, dat de posten, voor
komende onder de volgn. 140, 145 en 146 uit de gewone
inkomsten moeten worden gekweten, en zij moeten ook toe
geven, zooals trouwens blijkt uit vorenstaande berekening met
opzigt tot de buitengewone werkendat de becijfering en de
daarop gegronde voorstelling, als zou een gedeeelte der bui
tengewone uitgaven door gewone ontvangsten worden gedekt,
voorkomende in de toelichting op volgn. 55, minder juist is.
Integendeel zullen volgens de begrooting de gewone uitgaven
niet eens door de gewone inkomsten gedekt kunnen worden
zonder wijzigingen aan te brengen.
Wat nu de geldleening betreft, deze zou met ƒ27,000.
kunnen worden verminderd, indien geene onverpligte aflos
sing op de begrooting wordt gebragt en rapporteurs zijn mede
van oordeel, dat, wanneer eene geldleening noodig is, het
meer rationeel is de buitengewone ontvangsten (hier het batig
slot van 1881) te doen strekken tot vermindering der geld
leening dan tot onverpligte aflossing van schuld, zooals door
burgemeester en wethouders wordt voorgesteld.
Intusschen is het steeds de gewoonte geweest een gedeelte
van het batig slot te doen strekken tot meerdere aflossing van
schuld der gasfabriek, omdat de winsten dier fabriek in ruime
mate tot dat batig slot bijdragen.
Uit aanmerking nu van de finantiële verhouding eenmaal
tusschen de gemeente en de gasfabriek in het leven geroepen
en die nog altijd wordt gehandhaafdmeenen rapporteurs dat
het voorstel van burgemeester en wethouders tot buitengewone
aflossing van 20,000. op de schuld der gasfabriek kan wor
den aangenomen* Zij zullen echter een voorstel doen om de
buitengewone aflossing van ƒ7,000.op de gewone schuld
der gemeente te doen vervallen.
Na deze algemeene opmerkingen zullen wij overgaan tot
de bijzonderheden en in de eerste plaats tot die betreffende de
UITGAVEN.
Volgn. 66. Onlangs is door burgemeester en wethouders
aan den raad medegedeelddat de heer Alberts tijdelijk was
aangesteld tot commies en de heer Timmers Verhoeven tot
adjunct-commies. In de 2de sectie werd er op gewezen dat
dergelijke tijdelijke benoeming niet lag in de bedoeling der
verordening van 1881 Gemeenteblad no. 5). Geheel iets an
ders is het, om gedurende eene vacature de waarneming der
betrekking aan den een of anderen ambtenaar op te dragen
maar in dat geval worden maatregelen genomen om zoo spoe
dig mogelijk door eene definitieve benoeming in de openge
vallen plaats te voorzienen dit schijnt de bedoeling van
burgemeester en wethouders niet te zijn.
Rapporteurs hebben gemeend die opmerking hier te moe
ten mededeelen.
Volgn. 78. Volgens de bijlagen is het doel om den archi
varis in het bezit te stellen van een schrijfbureau met stoel
en zes andere nieuwe stoelente zamen ten bedrage van
200.benevens van een nieuwe kast op de archiefkamer
ad 90.In een der sectiën werd de vraag gedaan, of
deze uitgaven wel bepaald noodig zijn, en indien er werke
lijk behoefte aan verbetering bestaat, of daarin dan niet op
eenvoudiger en minder kostbare wijze behoort te worden voor
zien. Uwe commissie maakt die vragen tot de hare en meent
tevens te moeten opmerkendat in de laatst aangeboden
voorstellen tot wijziging der begrooting voor 1882onder
volgn. 77 mede meerdere gelden worden gevraagd „voor het
maken van eene kast op het archief en eenige andere buiten-1
gewone werken."
Volgns. 80, 83 en 90. Daar met 1 Januarij 1883 de op-I
centen op het zegelregt van 38 tot 50 zullen worden gebragt,
behooren deze posten respectievelijk met 50.ƒ42.en 1
25 te worden verhoogd, waartoe het voorstel wordt gedaan.
Volgn. 98. In twee sectiën werd de post, voorkomende
onder volgn. 140, door het meerendeel der leden meer als
gewoon onderhoud beschouwd. Uwe commissie deelt die
zienswijze en stelt daarom voordezen post met 800.te
verhoogen.
Volgn, 99. In de 2e sectie werd de vraig gedaan, of het,
nu de houten treden in den wal langs het Schavernek ver
nieuwd moeten wordenniet beter zou zijn die treden te
doen vervallen en den wal op te trekken tot eene gelijke
hoogte als het andere gedeelte. De passagevooral met
rijtuigenzou daardoor veiliger en dus beter worden. Ook
meende men, dat nog slechts een enkel trekschip aldaar aan
legt zoodat het behoud van den bestaan den toestand minder
noodig schijnt.
Rapporteurs brengen die opmerking aan burgemeester en
wethouders over.
Ook was men in die sectie van oordeeldat het hier uit
getrokken bedrag behoorde te worden verhoogd met de som
van ƒ300.voorkomende onder volgnummer 146, daar het
herstellen der walbeschoeijing langs het terrein voor houtvei
lingen meer moet gerekend worden tot het gewoon onder
houd te behooren.
Rapporteurs, deze zienswijze deelende, doen tot de ver
hooging het voorstel.
Volgn. 100. Een lid der 2e sectie had zeer gaarne gezien
dat op de begrootiDg een post ware uitgetrokken voor het
maken van een bloemkaswaartoenaar hij meendehet
voornemen had bestaan. Dat lid was van oordeeldat, wan
neer eenmaal de eerste uitgave voor het stichten van een
bloemkas was gedaanop andere uitgaven zou kunnen wor
den bespaard en de prinsentuin en het ander openbaar plant
soen beter van bloemen zouden kunnen worden voorzien. De
gemeente kan toch zelve de noodige paardenmest en cokes
leveren en daar toch werkvolk voor de plantsoenen in dienst
wordt gehoudenzouden zonder verdere bijzondere uitgaven
vele en schoone bloemen kunnen worden aangekweektter
wijl nu een aantal bloemen moeten worden aangekocht.
Rapporteurs bevelen die opmerkingen gaarne aan de over
weging van burgemeester en wethouders aan.
In twee sectiën was men vrij algemeen van oordeeldat
het niet wenschelijk is plantsoen achter het beurs- en waag
gebouw aan te leggen en de 2e sectie was mede nagenoeg
eenstemmig van meening, dat ook vooreerst geene verande
ring moet worden gebragt in den toestand achter het gym
nasium-gebouw behalvezoo noodighet rooijen van eenige
boomen voor het verkrijgen van meer licht in dat gebouw.
Het was de bedoeling het terrein achter de beurs voor
bouwterrein te verkoopenalthans dit werd door de meerder
heid in die sectiën wenschelijk geacht. En al mogt nu ook
het tegenwoordig tijdstip daarvoor minder gunstig schijnen
zoo zou men door het aanbrengen van plantsoen toch eene
onnoodige uitgave doen.
Omtrent het terrein achter het gymnasium-gebouw werd
opgemerktdat de daar bestaande groep boomen den wel
stand geenszins ontsierendat het mogelijk noodig of wen-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1882.
99
echel ijk zal blijkendat het gymnasium of de daaraan ver
bonden tuin worde vergroot en dat in elk geval eerst eene
bepaalde beslissing moet vallen ten aanzien van de lokalen
voor de gymnastiekspeciaal ten opzigte van een lokaal voor
de leerlingen van het gymnasium.
Door nu aan het voornemen van burgemeester en wethou
ders gevolg te geven zou men op de beslissing dezer zaken
vooruit loopen.
Rapporteurs deze bezwaren deelende, stellen voor het uit
getrokken bedrag van ƒ3,500.met ƒ800.te verminderen.
Volgn. 105. In de 3e sectie werd de vraag gedaanof
het niet wenschelijk zou zijn pneutatische of electrische tijd
wijzers te plaatsen. Men meende dat deze tijdwijzers den tijd
met meer juistheid aanwijzen en op den duur minder kostbaar
zijn dan de bestaande uurwerken.
Rapporteurs bevelen deze zaak aan het onderzoek en de
overweging van burgemeester en wethouders aan.
Volgn. 113. In de 2e sectie werd herinnerd, dattenvori-
gen jare burgemeester en wethouders door de toenmalige
commissie van rapporteurs over de begrooting zijn uitgenoo-
digd voorstellen te doen tot definitieve regeling van de be
zoldiging der waagwerkers. Burgemeester en wethouders
hebben daarop geantwoorddat zij in overweging zouden
•nemen de belooning der waagwerkers in billijke verhouding
te brengen met de door hen te verrigten diensten en casu
quo in verband daarmede de vereischte voorstellen zouden
aanbieden.
Gaarne wenschte men nu te vernemen tot welk resultaat
de overwegingen van burgemeester en wethouders hadden
geleid.
Rapporteurszich hun oordeel over de al of niet te hooge
bezoldiging der waagwerkers voorbehoudendehebben toch
gemeend den geuiten wensch aan burgemeester en wethou
ders te moeten overbrengen.
Volgn. 120. Volgens de gegevens in de memorie van toe
lichting verstrekt, is het hier uitgetrokken bedrag 200.te
hoogwaarom wordt voorgesteld deze uitgaaf goed te keuren
tot een bedrag van ƒ63,400.
Volgn. 132. Omtrent de bewaarscholen bestaat geene door
den raad vastgestelde verordening. Alleen zijn, naar men
meendebij besluit van burgemeester en wethouders van 28
September 1841 vastgesteld eenige „bepalingen, betreffende
„de bewaarschool te Leeuwarden, op voordragt der plaatse
lijke schoolcommissie te Leeuwardenbij de opening der
„school den 21 Junij 1841." Bij dat besluit is o. a. ook het
schoolgeld geregeld.
In de 2e sectie werd nu de vraag gesteld, of na de uit
breiding die de bewaarscholen hebben erlangd en nog zullen
erlangenhet niet wenschelijk mag worden geacht dat daar
omtrent thans een reglement door den raad worde vastge
steld
De sectie beantwoordde die vraag toestemmend en daar ook
rapporteurs dat gevoelen deelenzijn zij zoo vrij deze zaak aan
de aandacht van burgemeester en wethouders aan te bevelen.
Vermits de uitgaaf voor dezen post op het belangrijk cijfer
van ƒ18,000.is geraamd, meent uwe commissie, dat de
toestemming van den raad moet worden verleend onder voor
behoud dat het plan en de begrooting aan zijne goedkeuring
worde onderworpenwaartoe alzoo het voorstel wordt gedaan.
Volgn. 139. Volgens de m. v. t. is deze post aangebragt
omdat het onzeker was of de aangevangen werken tot ver
betering van den toestand op Oldegalileën in 1882 konden
worden uitgevoerd. Blijkens de laatst ingediende voorstellen
tot wijziging der begrooting voor 1882 bestaat die onzeker
heid niet meer. De vraag rijst nu of deze post niet behoort
te vervallen
Volgn. 140. Indien het voorstel omtrent volgn. 98 wordt
aangenomenbehoort deze post te vervallen
Volgn. 141. In verband met het opgemerkte bij volgn. 105
gelieven burgemeester en wethouders mede te deelen of het
naar hunne meening ook wenschelijk zou zijn dezen post voor
memorie uit te trekken.
In elk geval geven rapporteurs in onverweging, twee wijzer
platen aan het uurwerk aan te brengen en die te plaatsen op
de wijze als dit is geschied ten aanzien van het uurwerk op
het perron van het stationsgebouw alhier. Het ligt voor de
hand dat het uurwerk dan meer genot kan aanbieden. Rap
porteurs voldoen hiermede tevens aan het verlangen der 2e
sectie
Volgn. 142. Daar de herstelling van het huis St. Jobsleen
255 nog in dit jaar zal plaats hebben en de kosten daarvan
op de begrooting van 1882 behooren voor te komen, wordt
voorgesteld dezen post te roijeren.
Volgn. 143. In de le sectie werd de vraag gesteldof het
wel strikt noodig mag worden geacht in 1883 weer eene som
van ƒ7,000.voor den aankoop van keijen uit te trekken.
In principe is het successievelijk bestraten met eene betere
soort keijen wel aangenomenmaar dit sluit niet in zichdat
bepaald ieder jaar daarvoor eene som moet worden aange
wezen. Ook met het oog op den stand der begrooting meende
men, dat wel eens een jaar kon worden overgeslagen.
Daartegen werd aangevoerddat de wenschelijkheid van
eene voortgezette betere bestrating moeijelijk kan worden ont
kend. Indien men nu al een enkel jaar die zaak liet rusten,
dan kon dit nog weinig invloed op de gemeente-financiën
uitoefenen. De ledendie dit opmerkten waren daarom voor
het behoud van dezen post.
De meerderheid der rapporteurs kan zich met deze ziens
wijze wel vereenigen.
Volgn. 145. In de 2e sectie was men vrij algemeen van
oordeeldat deze post hier niet behoorde voor te komen
Betreft het hier op zich zelf al eene buitengewone uitgaaf,
zoo behoort die toch tot de zoodanige, die telken jare in
meerdere of mindere matenu voor ditdan weder voor wat
andersterugkeeren.
Rapporteurs vereenigen zich met dit gevoelen en stellen
voor dezen post te roijeren en volgn. 150 met het uitge
trokken bedrag van ƒ1200.te versterken.
Volgn. 146. Indien het voorstel, betrekkelijk dezen post
onder volgn99 gedaan wordt aangenomen behoort dit ar
tikel te vervallen.
Naar het oordeel van rapporteurs behoort aan deze afdee-
ling nog een post te worden toegevoegd wegens het stichten
van eene bewaarschool op Vijversbuurttot een bedrag van
van ƒ14,870.en behoort volgn. 192 met dat bedrag te
worden verminderdomdat hiervoor geene rijks subsidie kan
worden genoten.
Zij doen daartoe het voorstelonder opmerking dat het ge
noemde cijfer is gebaseerd op de bijlage no. 18 van volgn. 51.
Volg. 149. Blijkens eene bij uwe commissie ingekomen
missive van burgemeester en wethouders dd. 9 dezer, no.
3i/77üj zal dit artikel met een bedrag van ƒ60.moeten wor-