108
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1882.
quent voort te schrijden op den weg die tot vermindering van
den rentelast leidt.
Hiermede meenen burgemeester en wethouders alle opmer
kingen omtrent het financiël beleid in het algemeen te hebben
beantwoord en gaan als nu o?er tot de behandeling der op
merkingen omtrent de verschillende onderdeelen der begrooting,
beginnende met de
UITGAVEN.
Volgn. 66. Bijzondere motieven hebben ons aanleiding
gegeven, om den heer Alberts tijdelijk tot commies en den heer
Timmers Verhoeven tijdelijk tot adjunct- com mies ter secreta
rie aan te stellen.
Wij erkennen gaarnedat deze toestand niet kan worden
bestendigd.
Het ligt dan ook niet in onze bedoelingeene definitieve
benoeming langer uit te stellen, dan tot dat de redenen, welke
tot die tijdelijke voorzieningen leidden, zullen zijn opgeheven.
Volgn. 78. Wij laten gaarne aan den raad over, de be
antwoording der vraag, of aan den gemeente-archivaris een
schrijfbureau met stoelen zal worden verschaftdan of voor
dien ambtenaar eene gewone tafel en een paar eenvoudige
stoelen voor de bezoekers van het archief zullen worden be
schikbaar gesteld.
Eene nieuwe kast tot berging van verschillende registers
is echter dringend noodig. De kast die in 't loopende dienst
jaar op de kamer van'den archivaris is geplaatst, was be
stemd voor boeken der bibliotheek.
In 1881 zijn nieuwe kasten op de groote archietkamer ge
maakt. Het is echter geblekendat voor eene goede rang
schikking der aanwezige stukken er nog meer behoefte aan
kastruimte bestaat. Bovendien zullen er nog een paar kasten
van grooter omvang moeten worden aangeschaft tot berging
van de oude regterlijke archievendie thans nog in het pa
leis van justitie in bewaring zijn, doch die ingevolge besluit
van den minister van binnenlandsche zakenin verband met
het koninklijk besluit van 8 Maart 1879 Staatsblad no. 40),
naar het gemeente-archief zullen worden overgebragt.
Bij de behandeling der begrooting zullen wij dan ook aan
leiding vinden om een voorstel te doen tot het beschikbaar
stellen van de daarvoor vereischte fondsen.
Volgn. 98. De zienswijze der commissiedat de post, voor
komende onder volgn. 140„egaliseren van het terrein van
de kazerne"niet als een buitengewoon werkmaar meer
als gewoon onderhoud is te beschouwenkan door ons niet
worden gedeeld.
Immers het betreft hier niet verbetering van een bestaande
bestrating, bepuining of iets dergelijks, maar het scheppen
van een nieuwen toestandhet door bepuining of bestrating
geschikt maken van het terrein voor het doelwaarvoor de
militaire overheid het voortaan wenscht te gebruiken.
Onzes inziens zijn dan ook de kosten van dat werk teregt
onder de Vile afdeeling van hoofdstuk III opgenomenen
geenszins in strijd met het intitule dier afdeeling.
Volgn. 99. De beoogde verbetering der bestrating langs
het Schavernekmet opruiming van de thans bestaande treden in
den walheeft ook bij ons een punt van bespreking uitgemaakt.
Wij zullen in verband met de gemaakte opmerking een
onderzoek instellen of en in hoever aan den door heeren
rapporteurs uitgesproken wensch uitvoering kan worden gegeven.
Opzigtens het voorstel tot overbrenging van den post, ver
meld onder volgn. 146, wordt met verwijzing naar de opmer
king bij volgn. 98, ook hier als onze zienswijze medegedeeld,
dat het hierbedoelde werkniet als gewoon onderhoud is te
beschouwen
Het geldt hier niet eene herstelling van eene bestaande
walbeschoeijingmaar het maken van eene geheel nieuwe
met het oog op de bestemming van het aangrenzend terrein,
op andere en betere wijze ingerigt.
Wij stellen mitsdien voor den betrekkelijken post onder volgn.
146 te behouden.
Volgn. 100. Wij hebben geene vrijheid gevonden een post
op de begrooting voor te dragen, voor het maken van eene
bloemenkast, omdat wij ons tot het noodige wenschen te bepalen.
Het maken van een bloemenkast beschouwen wij als een
zaak van weeldealthans weelde bevorderend
Wij hebben eene som voorgedragen tot aanleg op weinig
kostbare wijze van het terrein achter het beurs- en waagge
bouw ten einde daaraan een eenigzins beter aanzien te geven.
Hierdoor zal onzes inziens geene onnoodige uitgaaf worden
gedaan omdat bij eventuelen verkoop of bebouwing van dat ter
rein, het aanwezig plantsoen elders zal kunnen worden benuttigd.
In ieder geval meenen wij verkoop van dien strook gronds
voor bouwterreinenalthans voorhands te moeten ontraden
De bedoeling van het aanbrengen eener som voor verbete
ring 'van het plantsoen achter het gymnasiumis geen andere
geweestdanom met behoud van de groep boomen het
terrein te egaliseren en zóódanig te makendat er een
goede afvoer van hemelwater wordt verkregen.
Burgemeester en wethouders achten het behoud van den voor
gedragen post noodig.
Volgn. 105. Omtrent het aanbrengen van electrische of
pneumatische tijdwijzerszal een onderzoek worden ingesteld
of in hoever dat is aan te bevelen.
Volgn. 113. De toezegging om in overweging te nemen
de belooning der waag werkers in billijke verhouding te brengen
met de door hen te verrigten diensten en casu quo in ver
band daarmede de vereischte voorstellen aan te biedenis onze
aandacht niet ontgaan.
Wij hebben het echter noodig geacht, om vooraf nauwkeurig
waar te nemen den steeds toenemenden aanvoer aan de waag,
ten einde met meer juistheid over het al of niet noodzakelijke,
van aan te brengen wijzigingen in de bestaande regeling te
kunnen oordeelen
Wij stellen ons voor in het begin van het volgend dienst
jaar het resultaat van ons onderzoek en onze overwegingen
den raad mede te deelen.
Volgn. 120. De uitgetrokken som ad ƒ63,600.'is in
overeenstemming met de begrootingingediend door de raads
commissie voor de gasfabriek.
In het gedrukt exemplaar der memorie van toelichting is
abusief 2,500.in plaats van ƒ2,700.vermeld.
Burgem. en weth. stellen voor den post op 63,600 te behouden.
Volgn. 132. Wij beamen de wenschelijkheiddat er eene
verordening tot regeling van de bewaarscholen, evenals de
bestaande voor de lagere scholen door den raad worde vast
gesteld. Meermalen en reeds voor lang heeft bq ons het voor
nemen bestaandaaromtrent voorstellen aan te bieden. Wij
werden echter daarin teruggehouden uit de overweging dat,
naar onze meeningbij de steeds toenemende uitbreiding van
bewaarscholen zoo in plattelands gemeenten als in steden
eene wettelijke regeling van het hier bedoelde onderwijs kon
worden tegemoet gezien.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1882.
109
Zoodra er volledige uitvoering is gegeven aan de wet van
17 Augustus 1878 Staatsblad no. 127) op het lager onder
wijs zullen wij de regeling der bewaarscholen tot een naauw-
gezet punt van overweging maken.
Het plan en de begrooting van kosten tot stichting van
de hierbedoelde school zal in voldoening aan den uitgespro
ken wensch, den raad ter goedkeuring worden aangeboden.
Volgn. 139. Behalve de werken waarvoor bij de onlangs
vastgestelde wijziging der begrooting, dienst 1882, de ver
eischte gelden beschikbaar werden gesteldblijft nog over
de verbetering van dat gedeelte van Oldegalileënwaarvoor
onder anderen de aankoop van eigendommen van den heer
Romein en van de erven Kool heeft plaats gehad.
Ten einde de aangevangen werken te kunnen voortzetten
moeten er nog, met verschillende eigenaren en corporatiën
onderhandelingen worden gevoerd.
In afwachting daarvan is het betrekkelijk begrootings artikel
voor memorie gesteld.
Volgn. 141. Het behoud van dezen post wordt wenschelijk
geacht, des noodig met eenige wijziging in de omschrijving,
zoodanig dat in plaats van uurwerk" worde gelezen „tijdwijzer".
Bij de uitvoering zal worden gelet op den wenschom
casu quo, twee wijzerplaten aan het uurwerk of den tijdwijzer
te doen aanbrengen.
Volgn. 145. Wij kunnen ons met de hier medegedeelde
zienswijze niet vereenigen.
Wel wordt ieder jaar gelijk ook nu weder een post voor
onderhoud van de Iinsumerzijl en brug op de begrooting uit
getrokkenmaar steeds tot een betrekkelijk gering bedrag
De thans op dit artikel voorgedragen uitgaafbetreft geheele
vernieuwing, geene herstelling, van de hoofdliggers en het
bovendek van de brug, dat onzes inziens moeijelijk als gewoon
onderhoud is te beschouwen.
Wij stellen mitsdien voor de uitgetrokken som op dit artikel
te behouden.
Volgn. 146. Met het hierbij gedaan voorstel, om aan deze
afdeeling nog toe te voegen een post betreffende de stichting
van een bewaarschool op Vijversbuurtkunnen wij ons veree
nigen.
De kosten dier stichting zullen blijkens daarvan door den
directeur der gemeentewerken opgemaakte begrooting 14,870.
bedragen, in verband waarmede alzoo de op volgn. 192 uit
getrokken som met evengemeld bedrag ad 14,870.— moet
worden verminderd en uitgetrokken op ƒ35,000.
Volgn. 149. Volgens nader van den directeur der gemeen
tewerken ingewonnen inlichtingenzal behalve de woning
Oostersingel no. 116ook de daarnaast gelegene moeten
worden hersteld.
In verband daarmede wordt voorgesteld het artikel met
ƒ120.te verhoogen.
Volgn. 152. Wij vereenigen ons met de opmerking en het
voorstel van rapporteurs.
Volgn. 179. Tegen de aanneming van het hierbij gedaan
voorstel bestaat, naar onze meening bezwaar, omdat het op
de gemeentebegrooting uitgetrokken bedrag der kosten van
het stads ziekenhuis in overeenstemming is met de begrooting
dezer instellingzooals die is vastgesteld bij raadsbesluit van
7 September 1882.
Het saldo van de bij raadsbesluit van 28 September j.l.
gearresteerde rekening ad ƒ20.zal bij een door de com
missie van bestuur voor het ziekenhuis voor te stellen wijzi
ging der begrooting, óp het eerste hoofdstuk dier begrooting
behooren te worden uitgetrokken.
Volgn. 181. In afwachting van het resultaat eener brief
wisseling die met de voogden van het Old Burger Weeshuis
wordt gevoerdstellen wij voor den post voor memorie op de
begrooting te behoudey.
Volgn. 186. Wij wenschen de resultaten af te wachten van
de toezegging der hooge regering tot wijziging der wet op het
middelbaar onderwijs alvorens stappen te doen tot verandering
van de burger dagschool.
Volgn. 192. Wij ondersteunen in dezen het voorstel van
rapporteurs.
Volgn. 222. Wij kunnen ons met het voorgestelde roije-
ment van den post ad ƒ7,000.voor buitengewone aflossing
van schuld niet vereenigen.
In de eerste plaats niet omdat dan niet zou plaats vinden
de voorgestelde aflossing ad ƒ2,000.— op de leening van
1853, welke aflossing wel niet bij het leeningsplan verplig-
tend is gesteld, maar volgens de regelen eener goede comp
tabiliteit toch is aan te bevelen. Ten opzigte van dezen post
verwijzen wij overigens naar de algemeene beschouwingen in
deze memorie.
INKOMSTEN.
Volgn. 7Wij deelen de zienswijze van hendie inkrim
ping van den duur der kermis wenschelijk achten.
Een voorstel in dien geest kan worden tegemoet gezien.
Volgn. 8. De wet tot regeling van den kleinhandel in
sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap
is nog te kort in werking y om nu reeds over te gaan tot
het vaststellen van bepalingenzooals in een der sectiën zijn
ter sprake gebragt.
De verleende vergunningentot verkoop van sterken drank
in het kleinovertreft het maximumvastgesteld bij art. 2
der wet van 28 Junij 1881 Staatsblad no. 97)met een ge
tal van 189, zoodat het geheel onnoodig is bij verordening
sommige stratenwaarin geene tapperijen zijnvan den ver
koop van sterken drank uit te zonderen.
Volgn. 13. Wij zijn met de heeren rapporteurs van ge
voelen, dat de huur voor muur vlakte in het beursgebouw voor
het doen van aankondigingen te hoog is gesteld en zullen
een voorstel in den gewenschten zin indienen.
Volgn. 15. Naar onze meening bestaan er bezwaren in
eene wijziging der verordening van 24 Maart 1864 in den
aangegeven zin. De bestaande voorschriften zijn voor deze
eigenaardige soort van handelin verband met het perso
neel der koopers van zeevisch niet belemmerendniet alleen,
maar werken gunstig op de goede orde.
Wij zullen echter de tot ons gerigte vraag in nadere over
weging nemen en nagaanof en in hoever er aanleiding be
staat in het vervolg eene wijziging der verordening voor te
stellen.
Volgn. 17. Voor eene strikte naleving der artikelen 5 en
6 van de verordening op de invordering der begrafenisregten
Gemeenteblad no. 8 van 1870) zal worden zorg gedragen.
Volgn. 18. Ofschoon volgens de berekeningin de 2e sectie
overgelegd de opbrengst van schoolgelden voor onderwijs aan
het gymnasium met 400.zoude kunnen worden verhoogd,
meenen wij dat daartoe niet behoort te worden overgegaan
omdat bij het opmaken van eene begrooting ook behoort te
worden gerekend op *het afnemen van het getal leerlingen dooi;
vertrek als anderzins.