86 Bijlage tot het verslag der iingen van den gemeenteraad t Leeuwarden, 1883. Bijlade no. 1Y. VOORSTEL van burgemeester en wethoudei's tot demping van de gracht langs den Eewal en het Heerenwaltje. MIJNE HE EREN! Naar aanleiding van een adresdd. 10 Augustus 1880 van J. v. d. Berg en andere bewoners en eigenaars van panden aan den Eewal en het Heerenwaltjehoudende verzoek om de grachtloopende van de Wortelhaven tot de Nieuwestad te dempen of te overkruinen, is door u op den 9 December van dat jaar besloten: 1. Aan de adressanten te kennen te geven dat het ge meentebestuur hoezeer ook de wenschelijklieid erkennende eener demping van de gracht, loopende van de Wortelhaven tot de Nieuwestad, evenwel met het oog, zoowel op de zeer belangrijke kosten van dat werkals op de technische be zwaren die de uitvoering daarvan oplevertvooralsnog geen uitzigt kan geven dat daartoe spoedig zal worden overgegaan. Dat evenwel een onderzoek zal worden ingesteld naar de uitvoerbaarheid van gemelde dempingook in verband met de bestaande of beweerde regten van eigenaren der aange legen pandenwaarbij het bestuur nieent zich verzekerd te mogen houden van de medewerking der adressantenvoor zoover deze als eigenaars van bedoelde panden in staat zijn om de bezwaren tegen de demping der gracht weg te nemen dat eindelijk de hinderpalen en schadelijke uitwazemingen van bedoelde gracht naar 's raads oordeelook zonder demping voor het grootste deel kunnen worden weggenomendoor de in die gracht uitloopende riolen niet langer dienstbaar te maken voor den afvoer van faecale stoffen, wat in ieder geval niet zou worden toegelatenindien de gemeente eventueel tot demping der gracht en het aanleggen van een afvoerriool mogt besluiten. 2. Burgemeester en wethouders uit te noodigen o. een onderzoek in te stellen of en zoo ja, welke bezwaren van de zijde van de eigenaren van de langs den Eewal en het Heerenwaltje gelegen perceelen tegen de uitvoering van het sub I bedoelde wérk zullen worden ingebragt en of, en zoo jaop welke wijze die bezwaren kunnen worden uit den weg geruimd. b. eene specifieke begrooting van kosten te doen opmaken van de demping der sub a genoemde vaarwaters en van het maken van de daarmede in verband staande werken." Ter voldoening aan deze uitnoodiging hebben wij tot de eigenaars van pandenaan gemelde gracht gelegen navol gende circulaire gerigt: Bij de behandeling van een adresaan den gemeenteraad ingedienddoor de vele bewoners van den Eewal en het Heerenwaltje en strekkende, om de langs hunne woningen loopende gracht te doen dempen of overkruinenis het ge bleken dat tegen die dempinghoe wenschelijk zij ook moge zijngroote bezwaren bestaanniet slechts wegens de kost baarheid van het werkmaar ook door de moeijelijkheden welke de lokale gesteldheid dier gracht in betrekking tot de aangrenzende perceelen oplevert. Intusschen willen wij in verband met de over deze zaak gevoerde beraadslaging ec; onderzoek instellen naar de middelen waardoor aan de laatst bedoelde bezwaren zou kunnen worden tegemoetgekomen en alzoo trachten eene eventuele demping der gracht voor te bereiden. Het gemeentebestuur zal natuurlijk bij zooda nige demping hebben te letten op de belangen der omwo nenden inzonderheid door doelmatige af waterings- en brand- riolen te doen aanleggen doch vertrouwt tevens van de zijde dier belanghebbenden de medewerking te zullen ondervinden, welke inzonderheid voor dit werk onmisbaar is. In dat vertrouwen wenden wij ons dus in de eerste plaats tot de eigenaars der aan de gracht belendende panden met de volgende vragen, welker schriftelijke beantwoording wij binnen vier weken na heden van u te gemoet zien 1. Heeft het aan u toebehoorend pand gelegen letter no. deuren uitgangen vensters of lichtscheppingen beneden den beganei: gronduitkomende op bovenbedoelde grachten zoo ja welke 2. Berust de aanwezigheid dier deuren enz. op eenigen u bekenden titel of vergunningen zoo jawelke is die titel of door wie en wanneer is de vergunning verleend? 3Kunnen de sub 1 genoemde deuren, uitgangen, vensters of lichtscheppingen worden gemistof zoo dit niet het geval isop welke wijze zouden zij naar uw oordeel bij eene dem ping der gracht kunnen worden vervangen 4Heeft uw pand riolen of waterlossingen welke in de gracht uitloopen en zoo jahoe vele en worden die tevens gebezigd tot afvoer van faecale stoffen uit de privaten Bij de beantwoording van deze vraag tevens te vermelden of de bedoelde riolen met andere panden massaal zijn en zoo ja welke die panden zijn. 5. Wat dient overigens naar uw oordeel bij eene even tuele demping van den Eewalhet Hof en het Heerenwaltje, speciaal in het belang voor uw pand te worden geobserveerd De daarop ontvangen antwoordendie hierbij worden over gelegd zijn door ons in handen gesteld van den directeur der gemeentewerken met verzoek ons te willen berigten of en zoo jaop welke wijze de ingebragte bezwaren zouden kunnen worden opgelost. Wij verzochten den directeur tevens ons casu quo een plan van demping met eene begrooting van kosten te willen in zenden. Aan die opdragt heeft de directeur voldaan bij missive dd. 17 Junij 1882no. 294/2door de inzending van a een volledig plan der demping b. eene begrooting van kosten c. een staataanwijzende de gevolgen die de demping ten opzigte van de aan de gracht gelegen panden zal mede brengen en d. eene uitvoerige memorie van toelichting. In verband met de door den directeur der gemeentewerken opgegeven gevolgendie de demping ten opzigte van de par ticuliere eigendommen zullen medebrengen, hebben wij bij circulaire van den 14 October 1882 no. 48/793aan ieder der betrokken eigenaars daarvan inededeeling gedaanmet verzoek ons vóór den 1 November aan volgende te willen be rigten of er bij eventuele demping der grachttegen de hun kenbaar gemaakte werken bezwaren bestondenen zoo ja welke. De daarop ingekomen antwoorden hebben wij bij missive dd. 8 Februarij 1883, no. 48/121, aan den directeur der ge meentewerken verzondenmet opdragt een onderzoek in te -.w-. - Bijlag tot hot vers! d u liuge van den gem uteraad te I iwarden1883. 87 stellen of alle door de betrokken eigenaars opgegeven werken een noodzakelijk gevolg zijn van- en in direct verband stnan met eene eventuele demping der gracht, onder uitnoodiging om bij zijn rapport eene begrooting van kosten dier werken over te leggen met aanduiding van de werken die als een noodzakelijk gevolg van de demping zijn te beschouwen en van die, welke daarmede niet direct in verband staan. Aan deze opdragt heeft de directeur der gemeentewerken voldaan bij missive van den 27 Junij 1883no 253/2 en bijlagewelke stukken worden overgelegd. Ten einde een overzigt te hebben over de zaak in kwestie, achten wij het noodig in het kort mede te deelen hetgeen daarover sedert 1871 is voorgevallen. Bij adres van den 30 November van dat jaar hebben de toenmalige bewoners van huizen aan den Eewal en het Hee renwaltje zifh tot u gewend met verzoek die grachten te dempen of te overkruinen. Den 11 Januarij 1872 stelden wij u voor aan bovenbe doelde adressanten te kennen te gevendat hun verzoek niet voor inwilliging vatbaar werd geacht en mitsdien werd ge wezen van de hand. Hoewel toen reeds de wenschelijkheid van demping der gemelde grachten door ons werd erkendmeenden wij dat het destijds minder raadzaam was de al of niet. noodzakelijk heid der uitvoering van de verlangde werken tot een punt van opzettelijke overweging te maken en zulks met het oog op de belangrijke uitgaven die de gemeente zoude hebben te besteden voor de uitvoering van werkenwaartoe bereids was besloten of die sints geruimen tijd het onderwerp van beraadslaging hadden uitgemaakt. De raad konblijkens de over ons voorstel gevoerde dis- cussiën (pag. 9 en 10 van het verslag van 's raads handelin gen jaar 1872)zich wel met onze beschouwingen ver eenigen maar was van oordeeldat de conclusiein verhou ding tot de daarvoor aangevoerde motieven te pertinent was. Een voorstel van eeu uwer leden om in de conclusie in te lasschen de woorden „voor het tegenwoordige" werd in ver band daarmede door ons overgenomen terwijl de aldus ge wijzigde conclusie met algemeene stemmen is aangenomen. J. v. d. Berg en andere eigenaars en bewoners van panden aan den Eewal en het ffeerenwaltje hebben met verwijzing naar uw besluit van den 25 Januarij 1872, zich bij adres van den 10 Augustus 1880 op nieuw tot u gewend met verzoek thans tot de demping van bovengenoemde grachten te willen over gaan. De adressanten geven als hun gevoelen te kennendat de tijd is aangebroken om daartoe over te gaan nu de meeste zóó niet alle groote werken die in 1871 in uitvoering of in voorbereiding waren zijn tot stand gebragt De tot ons gerigte uitnoodigingaan het hoofd van dit voorstel omschreven is een uitvloeisel van laatstgemeld adres. Wij achten het overbodig in het breede uiteen te zetten de motieven die vóór de inwilliging van dat verzoek pleiten alsmede om de bezwaren op te sommen, die tegen eene toe wijzende beschikking kunnen worden aangevoerd, immers vindt men het pro et contra uitvoerig beschreven in de hoven aan gehaalde adressenvoorstellenmissives van den directeur der gemeentewerken en niet het minst in do over die adressen en voorstellen door u gevoerde discussiën. Wij meen en te kunnen volstaan met eene mededeeling, dat het door ons ingesteld onderzoek tot resultaat heeft gehad dat de bezwaren van de zijde der eigenaren van de langs den Eewal en het Heerenwaltje gelegen perceelen ingebragt tegen de uitvoering van de demping der meergenoemde grachten kunnen worden uit den weg geruimdop de wijze zooals door den directeur der gemeentewerken in zijne missives dd. 17 Junij 1882, no. 294/2 en 27 Junij 1883, no. 253/2 en bijlagen is uiteengezet. De begrooting van kosten van demping der bedoelde vaar waters en van het maken van de daarmede in verband staande werken bedragen ongeveer 66,000. Bij eene naauwgezette overweging van de vraagof en in boever het belang der gemeente medebrengt tot demping van de grachten langs den Eewal en liet Heerenwaltje over te gaan zijn wij tot de overtuiging gekomen dat die vraag in bevestigenden zin behoort te worden beantwoorden wel op de volgende gronden: De toestand van meergemelde grachten is sedert tal van jaren van dien aard dat daarin met het oog op de volksge zondheid verbetering moet worden gebragt. De uitwazemingendie vooral bij heete zomers zoo als onder anderen in dien van dit jaardaaruit voortkomen, zijn niet slechts uiterst hinderlijk voor de omwonenden en de voor bijgangers maar ze moeten ookbij langdurige droogtebe paald nadeelig werken op de gezondheid. Uit een hygiënisch oogpunt is demping alzoo zeer aan te prijzen. In de tweede plaats is de demping der gracht langs den Eewal aan te bevelenten einde daardoor een voldoenden rijweg te krijgen waaraan langs den Eewal groote behoefte bestaatomdat deze straat een gedeelte is van den wegdie gevolgd moet worden door alle rijtuigendie van de zuid en westzijde der gemeente naar de noordzijde gaan en om gekeerd. Dat de Eewal thans een zeer onvoldoende en zelfs gevaar lijke rijweg is, valt niet te ontkennen. Evenzoo zal door de demping van het vaarwater langs het Heerenwaltje een doel matige rijweg worden verkregenals verbinding tusschen de Nieuwestad en het Hofpleinwaardoor de smalle straat „de Weerd", zeer ten gerieve der voetgangers, van het drukke en gevaarlijke rijtuigverkeergedeeltelijk kan worden ontlast. In het belang der veiligheid is dus die demping ook zeer aan te bevelen. Dat voorts de demping der bedoelde smalle grachten zal strekken tot verfraaijing der gemeente, is boven allen twijfel verheven. Ten opzigte van de aan ons voorstel verbonden kosten merken wij opdat hierbij niet uit het oog moet worden ver loren datindien niet tot demping der grachten wordt over gegaan de gemeente binnen een betrekkelijk korten tijd zal moeten overgaan 1. tot algeheele vernieuwing, althans tot belangrijke her stelling van de in zeer slechten staat van onderhoud ver- keerende walmuren langs den Eewal en ook langs het Heeren waltje. 2. tot vernieuwing der bestrating langs de zuidoostzijde van den Eewal. 3. tot herstelling van de overkruining of der verwulven ouder de Wortelhaven en onder het Hofplein. Ofschoon deze kosten van onderhoud niet met juistheid zijn op te gevenligt het toch voor de hand dat ze eene uitgaaf van beteeken; zullen torderen, aangezien aan de bedoelde

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1883 | | pagina 44