w
Èl!i
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1883.
werken in de laatste jarenvooral ook met het oog op eene
eventuele demping der grachtenslechts het hoogst nood
zakelijke onderhoud is verrigt.
Wij merken nog op, dat de uitgaven aan de demping ver
bonden, bestreden moeten worden door eene geldleening, die
wij zouden wenschen op te nemen met bepalingdat die in
40 jaren zal worden afgelost.
De jaarlijksche uitgaven voor de bedoelde werken zullen
in dat geval gedurende gemeld tijdvak ƒ3500 bedragen.
Wij hebben ten slotte de eer u voor te stellen te besluiten:
1. De grachtenloopende van den Wortelhaven langs den
Eewal en het Heerenwaltje te dempen, volgens het plan en
op de wijze door den directeur der gemeentewerken inge
zonden en aanbevolen bij zijne missive, dd. 17 Junij 1882,
no. 294/2 en 27 Jumj 1883no. 253/2.
2. Aan burgemeester en wethouders op te dragen om,
voor dat aan het besluit sub 1 uitvoering wordt gegeven, met
de betrokken eigenaars der panden langs den Eewal en het
Heerenwaltje overeenkomsten te sluiten omtrent alle zoo
danige onderwerpen die met de demping in verband staan.
3. Burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner
tijd de vereischte financiële voorstellen te doen tot bestrijding
der kosten aan de sub 1 en 2 genomen besluiten verbonden.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 11 Octo
ber 1883 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. J. BRUINSMAw.-Burgemeester.
De Secretaris, P. A. BERGSMA.
Leeuwarden, 17 Junij 1882.
No. 294/2.
Rubriek:
Waterstaat.
E
Onderwerp
Demping van grachten.
Bijlagen
3 teekeningen.
Bij kantbeschikkin'g van den 22 Augustus 1881 no. 314
stelde UEd. mij in handen verschillende hierbij teruggaande
missives van eigenaars van panden langs den Eewal en het
Heerenwaltjemet opdragt tevensiu verband met de daarbij
gemaakte opmerkingente willen berigten op welke wijze de
Eewal en het Heerenwaltje kunnen gedempt worden casu
quo onder opgave van eene globale raming van kosten.
Ik heb gemeend aan deze opdracht van UEd. niet anders
te kunnen voldoendan door het opmaken van een zoo vol
ledig mogelijk plan voor de demping van bedoelde grachten,
omdat daarna eerst een eenigzins betrouwbaar cijfer voor de
daaraan verbonden kosten kan worden opgemaakt.
Dit plan met de daarbij behoorende stukken tot opheldering
daarvan heb ik de eer bij deze aan UEds. overweging en goed
keuring te onderwerpenen meen daarbij te moeten voegen
dat een vroegere inzending daarvan niet doenlijk wasbij de
vele andere werkzaamheden die sints den 22 Augustus van
het vorige jaar mij werden opgedragenen eene bewerking
en bestudering van het onderhavigezeer werkelijke plan
slechts bij tusschenpoozeu heeft kunnen plaats vinden en
daaraan af en toe is gewerkt kunnen worden.
Redenen waarom dan ook de inzending daarvan eerst ruim
acht maanden na de opdragt heeft kunnen plaats vinden.
De Directeur der Gemeentewerken,
J. E. G. NOORDENDORP.
Aan den heer burgemeester
van Leeuwarden.
MEMORIE van toelichting behoorende bij
het ontwerp voor de demping van de Wortelha
ven, den Eewal, de Hofspijp en het Heerenwaltje.
Een ontwerp als het hierboven genoemdemeende ik aan
UEd. niet ter overweging en onderzoek te mogen toezenden,
dan begeleid van eene memorie, waarin de daarvoor uit te
voeren werken naderen zoo naauwkeurig mogelijk worden
toegelichtten einde daaraan te kunnen voldoen op zoodanige
wijzedat die toelichtingen geleidelijk en op gemakkelijke
wijze kunnen worden nagegaan heb ik mij voorgesteld daar
toe de volgende punten te behandelen als
I. Het nut en de gevolgen der demping van de Wortel
haven den Eewal, de Hofspijp en het Heerenwaltjein ver
band met het publiek belang.
II. Op welke wijze de demping daarvan geschieden kan
en in hoeverre de belangen van de particuliere eigendommen
daarbij betrokken zijn.
III. De gevolgen van de demping voor die eigendommen,
en wel voor ieder pand in het bijzonder.
IY. De wijze van uitvoering, het kostenbedrag en den tijd
die voor de bovenomschreven werken zal benoodigd zijn.
Tot de behandeling van het sub I genoemde punt over
gaande meen ik te moeten opmerkendatevenals bij den
eersten aanleg van het meerendeel der steden in ons vader
land het geval is geweest, ook in deze gemeente het gebrek
zich voordoetdat in het centrumwaar uit den aard der
zaak het drukste verkeer isde communicatiewegen op te
kleine schaalwat de afmetingen daarvan betreftzijn aan
gelegd om aan de eischen van door toeneming der bevol
king vermeerderd publiek verkeerbij voortduring te kunnen
blijven voldoen.
De kadendie van de Hoeksterpoort of het oosteinde dezer
stad naar het centrum en daarlangs naar de andere gedeelten
daarvan voerenwordendaargelaten of de breedte daarvan
op zich zelf voldoende isdoor de geringe afmetingen van
de Kelders en het Naauw onderbroken voor 't verkeer met
bespannen of onbespannen voertuigen dientengevolge wordt
de Wortelhaven en de Eewal daarvoor de aangewezen ver
bindingsweg.
De vrije ruimte voor voertuigen langs de Wortelhaven en
den Eewal bepaalt zich in den tegenwoordigen toestand tot
eene breedte van 3 75 meter en 3 70 meterdie afmetingen
zijn onvoldoendeom bij voortduring behouden te kunnen
blijvente meer wanneer men daarbij in aanmerking neemt
dat het naauwste punt tevens het vereenigingspunt is van
WortelhavenEewal en Slotmakersstraat daarbij gevoegd
de gevaarlijke afrid van laatstgenoemde straatdoor de bijna
onmiddellijke nabijheid van de grachtzal de bewering zeker
niet gewaagd zijndat daaraan in 't belang van 't publiek
verkeer te dier plaatse veel te verbeteren valt.
De demping van die grachten zal daartoe in de eerste plaats
-W
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1883.
89
leiden, want de Eewal en de Wortelhaven verkrijgen volgens
't bijgevoegd ontwerplangs het post- en telegraafkantoor
eenen rijweg ter breedte van 10 meter, die naar den Eewal
verloopende aldaar eene breedte bij de Slotmakersstraat ver
krijgt van 15 meter, en eene doorgaande rijweg blijft, over
7t midden van de gedempte gracht ter gemiddelde breedte van
8 meter, terwijl de veiligheid voor 'tpubliek verkeer van
voetgangersdie in den tegenwoordigen toestandzoowel
door de helling van de Wortelhavenspijp voor het postkan
toor als de weinige ruimte die passanten overblijft bij druk
rijtuigverkeerzeker veel te wenschen overlaatdoor 't aan
brengen van 3.50 meter breede trottoirs gewaarborgd wordt.
Hetzelfde kan ten opzigte van het Heerenwaltje worden
opgemerktdaar toch wordt door de demping een rijweg ver
kregen van 4.80 metertegenover de tegenwoordige die 3.00
meter breed isen daardoor een tweede en ruimere commu-
nicatieweg van 't Hofsplein met de Nieuwestad daarstelt.
De Weerd, slechts eene breedte hebbende van 4.00 meter,
die voor rijtuigverkeer te smal iswordt daardoor als rijweg
ontlast en 't verkeer voor voetgangers daar ter plaatse vei
liger indien deze beide grachten worden gedempt, ligt het
voor de handdat gelijke maatregel ook op de Wortelhavens
pijp en Hofspijp moet worden toegepast.
Door demping van die grachten en pijpen verkrijgt de ge
meente een communicatieweg van voldoende afmetingen, die,
in verband met de zeker nooit te effectueren demping van
het vaarwater, dat, door de stad loopende van het oosten naar
het westen, het centrum der gemeente in de gelegenheid
stelt, om te water gemeenschap te houden met het groot-
scheepsvaarwaterop geene andere of althans op geen minder
kostbare wijze kan verkregen worden.
Is het plan van demping uit het oogpunt van verbetering
van de communicatie in 't centrum dezer stad reeds belang
rijk van niet minder waarde is die demping van een hygi
ënisch standpunt beschouwd.
Zeker toch is de herhaalde aanvrage van 57 bewoners dier
grachten om de demping daarvan bij adres van den 10 Au
gustus 1880, niet zonder grond, en 'tdoor mij ingesteld on
derzoek dat voor 't opmaken der plans noodig washeeft
getoond, dat de klagten over walgelijke uitwasemingen dier
grachten en pijpen niet overdreven zijn te noemen als men
weet, dat, van 61 panden, de faeces langs riolen van meer
of minder goed gehalte zich verzamelen in de ter demping
voorgestelde gedeeltenen men aanneemtdat volgens den
vorm door Liernur voor de berekeningen bij pneumatische
riolering gesteldgemiddeld in iedere woning zes personen
huisvestenen volgens Pettenkofer de menschelijke faeces en
urine per persoon in 24 uren 1330 gram of 0,00133 kub.
meter bedraagt, hetgeen te zamen 89.060 kub. meter is. De
gracht in de jaren 1872 73 geslat zijnde, heeft naar deze niet
overdreven berekening thans een bodem bestaande uit 890,600
kub. meter faecale stoffendie alle daarin opgehooptdoor
hunne schadelijke uitwasemingen zeker niet kunnen bijdra
gen tot bevordering van den gezondheidstoestandvan de
bewoners van die gedeelten der stad.
Worden die grachten gedempt, dan is daarvan het gevolg,
dat in de panden van die particulierenwaar door middel
van doorloopende privaten de faecale stoffen in de gracht wor
den geloosd het tonnenstelsel moet worden ingevoerd en de
bestaande riolen alleen voor waterlossing van hemel- en mé
nagewater aangewezen zullen moeten worden waardoor vol
gens bovenstaande berekening eene zeer belangrijke hoeveel
heid faeces en urine zal worden onttrokken aan de veront
reiniging van den bodem van die gedeelten dezer gemeente.
Summa summarum zijn dus als gevolgen van de dempiDg
van de Wortelhavenspijpden Eewalde Hofepijp en het
Heerenwaltje te beschouwen
a. belangrijke verbetering van de communicatiewegen in
het centrum dezer gemeentedaarin bestaandedat in plaats
van de naauwe en onvoldoende verkeer-wegen van den Eewal
en 't Heerenwaltje eene ruime en voldoende circulatie, zoowel
voor voertuigen als voetgangerswordt verkregen
b. dat voor eene aanzienlijke uitbreiding van het tonnen
stelsel eene de grachten en den bodem verontreinigende
massa faeces en urine daaraan onttrokken wordt, die tot
andere doeleinden gebezigdeen groote factor moet worden
voor de bestendiging van de algemeene gezondheidstoestand
van deze gemeente.
Overgaande tot de behandeling van het hierboven genoemde
punt
II. Op welke wijze de demping daarvan geschieden kan en
in hoeverre de belangen van de particuliere eigendommen daarbij
betrokken zijn.
Slechts in weinig steden zal men zulke eigenaardige bezwa
ren aantreffen bij het dempen van grachten als bij het onder-
werpelijk plan het geval iswaartoe in de eerste plaats
moeten gerekend worden te behooren de eigenaardige be
zwaren die bij de belendende particuliere eigenaren van
panden aan die grachten gelegen zullen overwonnen moeten
wordenen die bestaan
a. in de eigendommen van die particulieren, loopende onder
den publieken weg
b. in de noodzakelijkheid om in iedere woning, die daarvan
niet is voorzien, het tonnenstelsel aan te moeten brengen;
c. in het onvermijdelijk gevolgdat voortvloeit uit de geac
cidenteerde ligging van de terreinenwaardoor de toegangen
naar de woningen van verschillende particulierenminder
gemakkelijk worden gemaakt.
Om aan het bezwaar van het eerste punt tegemoet te komen,
staan twee wegen open: nl.door ten koste der gemeente
den eigenaren het gebruik van de keldersdie onder den
publieken straat zijn aangebragtte blijven verzekerenof
door aankoop meester daarvan te wordenom op afdoende
wijze verbetering te kunnen brengen in den onzuiveren toe
stand dat de ondergrond van een publieken weg niet bij
dien weg behoort.
Het eerste is volgens 't overgelegd plan uitvoerbaardoor
de toegangen, welke die kelders nu van uit de gracht hebben
te verplaatsen, en aan te brengen in de stoepen van die pan
den waar kelders bestaan.
Deze oplossing is mogelijk maar niet aanbevelenswaardig
de gemeente wordt daardoor geen meesteres van het terrein
en de bestaande toestand blijft onveranderdzij zelve geen
eigenaresse van de grond zijndedie als publiek eigendom
wordt beschouwdblijft daardoor afhankelijk van die eige
naren die met hun eigendom naar hun believen kunnen
handelendaarvan bergplaatsen kunnen maken voor goederen
van welken aard ooken, door minder deugdzaam onderhoud,
na verloop van tijd gevaarlijke toestanden in 't leven kunnen
roepen.
Wel kan hierin door bijzondere voorwaarden worden te gemoet
gekomenmaar steeds blijft de toestand halfslachtig en dit is