Bijlage no. 24. Bijlage no. 25. 110 j3ijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1883. in geval van uitbreiding in oostelijke rigtinggemakkelijk kunnen besparen want altijd zal een gedeelte van het nu te plaatsen plantsoen kunnen blijven om de veemarkt voor het oog der tegenover wonenden te verbergen op dezelfde wijze als ook nu het plantsoen de tegenwoordige veemarkt ten oosten dekt. Wanneer wij dus vau oordeel zijndat het behoud van het bedoelde terrein vooralsnog in het welbegrepen belang der gemeente isdaar erkennen wij evenzeerdat het terrein be hoort gebragt te worden in een toestanddie ook deze entree der stad een behagelijk aanzien geeft. De vrij geworden en thans voldoende doorgevroren slib der Harlingervaarttot nog toe aan de Sneekerkade geborgen heeft ons reeds de gelegenheid gegeven om het terrein te applaneren enwanneer nu zonder groote onkosten, door een doelmatigen aanleg het open terrein in eene aangename'wan deling wordt herschapen en eenige beplanting weldra in den zomer wat schaduw zal aanbrengendan gelooveu wij, dat de welstand evenzeer bevorderd zal wordenals wanneer Maar villa's zullen verrijzenen vooral villa's zooals die meestal noodzakelijk worden ingerigtwanneer de bodem per centi are moet worden betaald waarin het steenen gebouw het leeuwenaandeel erlangt en de tuin zich met een zeer stief moederlijk aandeel in het terrein moet tevreden stellen. In verband dus met het aangevoerde meenen wij u te moeten in overweging geven te besluiten: 1Aan adressant te kennen te geven dat het door hem bedoelde terrein vooralsnog niet zal worden verkocht 2. burgemeester en wethouders te magtigen het terrein door eene passende beplanting en eenvoudigen aanleg een aangenaam uitzigt te geven. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 13 Decem ber 1883. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarder P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. P. A. BERGSMA, Secretaris VOORSTEL van burgemeester en wethou ders tot nadere wijziging en het op nieuw vaststellen der verordening, regelende de in- rigting van het personeel der policie in de gemeente Leeuwarden. MIJNE HEEREN! In de vergadering van den 25 October j.l. werd door unaar aanleiding van een door ons ingediend voorstel besloten tot nadere regeling der jaarwedden van de inspecteurs en diena ren van policie in deze gemeente en in verband daarmede de verordening regelende de inrigting van het personeel der policie vastgesteld den 13 February 1873 gewijzigd Bij het bevorderen der opname van dit besluit in het Ge meenteblad is onze aandacht gevallen op de vele wijzigingen, welke bedoelde verordening reeds heeft ondergaan. Vóór de laatste wijziging toch werd zij reeds gewijzigd bij besluiten van 24 Maart 1873, 5 December 18742 September 1875, 14 September 1876 en 14 December 1876. Het komt ons voor een doelmatig gebruik wenschelijk voor, de verordening in haar geheelzooals zij tengevolge van de nu en vroeger aangebragte wijzigingen is luidendein het Gemeenteblad op te nemen. Wij hebben in verband daarmede nagegaanof er ook nog andere bepalingen behooren te worden gewijzigd of aangevuld. Het resultaat hiervan blijkt u't de hierbij overgelegde bij gewerkte verordening. Wij achten het niet noodig de thans voorgestelde wijzigin gen en aanvullingen afzonderlijk toe te lichtenomdat zij allen punten van ondergeschikt belang betreffen. Teneinde te voorkomen, dat de verordening op nieuw spoedig zou moeten worden gewijzigd, hebben wij de eer u voor te stellen, aan de door ons noodig geachte wijzigingen en aanvullingen uwe goedkeuring te hechten en in verband daarmede de ver ordening in haar geheel op nieuw vast te stellen. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 13 Decem ber 1883 door ons, Burgemeester en wethouders van Leeuwarden P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. De secretarisP. A. BERGSMA. ONTWERP-VERORDENING rogc'.Slide de inrigting van het personeel der policie in de gemeente Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Van het personeel, de bezoldiging en de uitrusting [der beambten van policie en van den door hen af te leggen eed. Art. 1. Voor de handhaving der openbare orde in deze gemeentezoowel bij dag als bij nachtworden aangesteld 2 inspecteurs van policie, 1 inspecteur van policie-titulair 3 policiedienaren der le klasse 9 2e 24 3e 8 4e Art. 2. De jaarwedden van deze beambten zijn voor: de inspecteurs van policie ieder ƒ1200 den inspecteur van policie-titulair 450 de policie-dienaren der le klasse ieder 650 2e 600 3e 500, doch na vijf-jarige dienst in laatstgenoemde klasse 550. De berekening van den diensttijd vangt aan voor hendie reeds bij de invoering dezer verordening in functie zijn met het tijdstip waarop zij de betrekking van policie-dienaar 3e klasse hebben aanvaard. Art. 3. De policie-dienaren der 4e klasse genieten geene vaste jaarwedde. Wanneer zij in dienst treden genieten zij eene belooning voor den t jd, dien zij in functie zijnin ver houding van de jaarwedde van de policie-dienaren der 3e klasse, die nog geen vijf jaren alszoodanig hebben gediend. Art. 4. De inspecteurs van policie dragen als onderschei- dingsteeken om den hals en over het vest een zijden lint van geele en blaauwe kleur, waaraan een zilveren penningzooals hun van gemeentewege verstrekt wordt. De policie dienaren dragon een distinctief, waaruit blijkt tot welke klasse zij behooren. Art. 5. De policie-diennen van de eerste, tweede en derde klasse worden door den bu gemeester, op kosten der gemeente, voorzien van de noodige b erMeeding, waarvoor, ten behoeve «af J Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 188o 111 van ieder hunner echter niet meer dan 72 jaarlijks op de begrooting wordt uitgetrokken. Art. 6. De policie-dienaren worden door den burgemeester, op kosten der gemeente, van de noodige wapenen en verdere uitrusting voorzien. Art. 7. Bij het eindigen, op welke wijze ook, van de bediening der in artikel 1 genoemde beambten, worden de hun van gemeentewege verstrekte voorwerpenin deze verorde ning genoemdbij den commissaris van policie ingeleverd. Art. 8. Vóór de aanvaarding hnnner bediening leggen de inspecteurs en de dienaren van policie in handen van den kantonregtereen eed of belofte af van den volgenden in houd „Ik zweer (heloot) getrouwheid aan den Koning, dat ik „de wetten van den staat en de verordeningen der gemeente „zal nakomen en onderhouden en dat ik mij in de dienst „naauwgezet zal toeleggen op de vervulling mijner pligten „zooals een braaf policie-ambteraar betaamt. Zoo waarlijk „helpe mij God almagtig! (dat beloof ik)." HOOFDSTUK II. Van de lokalen en het materieel ten dienste der policie. Art. 9. Op kosten der gemeente worden ten dienste der policie de noodige lokalen aangewezen en beschikbaar ge houden. Art. 10. De in het vorig artikel bedoelde lokalen worden van het noodige ameublement voorzien en zooveel noodig op kosten der gemeente behoorlijk verwarmd, verlicht en ge reinigd. Art. 11. Van gemeentewege worden in een der lokalen voor de policiedienaren geplaatst en beschikbaar gehouden ten dienste van drenkelingen en personen aan welke eenig ongeluk is overgekomenwaarbij de hulp der policie wordt vereischt, de volgende voorwerpen: 1. eene legerstede voorzien van het noodige beddegoed 3. eenige mans- en vrouwenkleedingstukken ter verpleging dienstig 3. de vereischte voorwerpen (chirurgicale instrumenten en medicijnen) ter behandeling van drenkelingen; 4. de nooclige reddingsmiddelenzooals noodlijnenlad ders enz. Art. 12. De voor de policie benoodigde schrijfbehoeften en gereedschappen worden mede ten koste der gemeente ver strekt. Art. 13. Voor de uitgaven bij deze verordening vastgesteld en voor buitengewone uitgaven ten behoeve der policie, wordt jaarlijks eene som op de begrooting der gemeente gesteld Art. 14. Deze verordening treedt in werking den ADRES van de vereeniging ter bevordering van volksgezondheid, om het loozen van fae- caliën in openbare wateren en riolen en het hebben van beerputten te verbieden en het tonnenstelsel verpligtend te stellen; Aan den Raad der gemeente Leeuwarden. Onderwerp verpligte 'invoering tonnenstelsel met 2 bijlagen. In den laatsten tijd heeft het een punt van ernstige over weging bij ons uitgemaaktof het niet ter bevordering der volksgezondheid van Leeuwarden nuttig en mogelijk zou ziju, het tonnenstelsel in deze gemeente verpligt in te voeren. Bij deze overweging namen wij in de eerste plaats kennis van den actuele* toestandvan de wijze waarop thans de faecaliën door het tonnenstelsel verzameld wordenhierbij gebruik makende vau de belangrijke cijfersons verstrekt door het lid der vereenigingden heer J. Sontendam, direc teur der stads reiniging. Bijlage A geeft eene schets van den gang der exploitatie van 1872—1882. Het eindcijfer, 31 December 1882, bedraagt 3390 tonnen: van deze 3390 tonnen waren er 782 ter vervanging van 404 riolen 177 .78 beerputten, 376 202 privaten aan slooten staande 2055 oude opene tonnen en in nieuw aangebouwde woningen. Deze 3390 tonnen waren in gebruik als volgt 194 in de scholen 163 in openbare gebouwen 156 in gestichten 63 in publieke privaten 2814 bij de ingezetenen. Zijn deze cijfers belangrijk voor een tijdperk van tien jaren en is daardoor veel goeds tot stand gebragtde bijlage B leertdat het tonnenstelsel nog niet zoo algemeen in gebruik is als wenschelijk geacht wordt tot bevordering der algemeene gezondheid en tot verbetering van den onaangenamen en schadelijken reuk dien de openbare wateren en riolen dik werf van zich doen uitgaan. Deze bijlage wijst aan in hoevele perceelen in de verschil lende straten en grachten het tonnenstelsel nog gemist wordt. Het eindcijfer is 525. Dit aanzienlijk cijfer verdient zeer de aandachtals er van verontreinigingen der openbare wateren sprake is. De on aangename en schadelijke uitwasemingen der openbare wate ren moeten voor een deel zeker aan die bron van verontrei niging toegeschreven worden. Nog schadelijker en meer stankverwekkend werd echter het uitloopen van privaten in de gesloten riolen geacht te zijn die uit de hoewel zoo goed mogelijk gesloten roosterszeer onaangenaam riekende en ongezonde gassen nu en dan te voorschijn brengen en in de atmosfeer verspreiden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1883 | | pagina 56