12
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1883.
ovens kunnen worden geoordeeld indien niet tegelijker tijd
ovens van een ander, trouwens door den directeur veroordeeld,
stelsel in gebruik blijven.
In verband hiermede zal de som vau ƒ23,000, voor zes
nieuwe ovens uitgetrokkentot het dubbele bedrag moeten
worden aangebragtwaardoor het totaal der altijd echter glo
baal opgemaakte begrooting van kosten zou worden 133,000.
2Gasberging.
De uitbreiding van de gelegenheid lot gasberging is vol
strekt noodig. Volgens het plan van den directeur zou eene
vermeerdering van p. m. 1800 stère worden verkregen (7000
tegen 5200).
Kon er ruimte voor worden gevondendau zouden wij de
vermeerdering zelfs nog grooter weuschen te zien gemaakt
ook om steeds eene voldoende reserve te hebben.
De meerderheid onzer commissie had echter bezwaar tegen
de wijzewaardoor de voorgestelde vermeerdering zou worden
verkregen, n.l. door verplaatsing van des directeurs woning.
De directeur telt dit ligt; doch onze meerderheid vond het
zeer bedenkelijkdeze pas in 1877 geheel nieuw gestichte
woning thans reeds weder af te breken zonder dat gebreken
in die woning zelve dit noodzakelijk maakten
Volgens die meerderheid bestond er een ander raiddel, om
in de zaak te voorzien.
Een nieuwe gashouder zou kunnen worden geplaatst op het
aan de gemeente behoorend tegenover de gasfabriek gelegen
terrein, de zoogenaamde „Bleek". Wel is waar, is dit terrein
door eene gracht van de gasfabriek gescheiden doch door
afdamming van de gracht zouden van uit de gasfabriek aan- eu
afvoerbuizen op den bodem der gracht gelegd en zou alzoo
de noodige verbinding van den gashouder met de gasfabriek
gemaakt kunnen worden.
Te Leidenwaar op het terrein der gasfabriek mede te
weinig ruimte voor een nieuwen gashouder was, is onlangs
op dezelfde wijze te werk gegaan.
Door op genoemd terrein een nieuwen gashouder te plaatsen,
zou voorts het belangrijke voordeel worden verkregen, dat de
gelegenheid tot meerdere gasberging zoo ruim mogelijk kon
worden genomen, zelfs zóó, dat zij in de behoefte zou kun
nen voorzienook indien te eeniger tijd de twee in de
onmiddellijke nabijheid van de stokerij geplaatste kleine gas
houders zouden moeten worden geamoveerd, om meerdere
ruimte voor andere toestellen en werktuigen te verkrijgen.
Het viel niet te ontkennen, dat ook hier belangrijke uit
gaven aan het plaatsen van een gashouder zouden zijn ver
bonden waarbij ook nog zou komen de waarde van het in te
nemen terrein en de waarschijnlijke waardevermindering van het
overblijvende gemeente-eigendom doch in elk geval zou worden
bespaard de belangrijke uitgave van 9000 geraamd voor de
verplaatsing van de woning des directeurs.
Nog een ander voordeel zou het voor het oogenblik ople-
leverenindien naar het gevoelen der meerderheid werd te
werk gegaan. Te gelijkertijd dat op bedoeld terrein de nieuwe
gashouder werd geplaatst, zou kunnen worden overgegaan tot
de herstelling van den bestaanden grooten gashouder (waarop
wij straks terugkomen)en zoo zou vóór den aanstaanden
winter de bergruimte voor gas in alle opzigten volgens het
gemaakte plan zijn ingerigt.
De minderheid onzer commissie wilde dit alles gaarne toe
stemmen. Haar bezwaar was echter, dat een op bedoeld ter
rein te plaatsen gashouder veel minder aan het voortdurend
toezigt van den directeur zou zijn onderworpen en hetin
't algemeenwenschelijk scheen dat alle tot de gasfabriek
behoorende toestellen eu werktuigen zich op hetzelfde terrein,
waarop zij staat, bevinden.
Mede kwam liet denkbeeld bij ous ter sprakeom door
overleg met het Rijk, te trachten de beschikking te verkrij
gen over het aan de gasfabriek grenzende terrein, loopende
van de brug tusschen den Noorder weg eu het Hoeksterend
tot de rijksbrug in den Groninger straatweg en dit dan aan
de gasfabriek te verbinden.
Door het veranderen van de voetbrug bij het Blaauwhuis
in eene rij-tevens draaibrugzou dan langs die zijde de
gemeenschap van uit den Groninger straatweg naar de stad
en omgekeerdzij 't ook met een kleinen omwegworden
verkregen.
Heeft men de beschikking over dit terreindan zou de
gelegenheid bestaan om nog twee gashouders, die gezamenlijk
ten minste 4000 stère gas zouden kunnen bevatten, te maken.
Er zou dan nog genoeg ruimte overblijven omblijkt later
nog verdere vergrooting der fabriek in een of ander epzigt
noodig, daartoe over te gaan Na de stellige verklaring ech
ter van den directeur, dat in de eerste jaren met het tegen
woordige terrein in alle behoeften zou kunnen worden voor
zien, werd genoemd punt verder buiten behandeling gelaten.
Intusschen waren wij het allen daarover eens, dat, al werd
beslotenden nieuwen gashouder op het terrein „de Bleek"
te plaatsen, dan nog tot eene overbrenging van het kantoor
in het gebouwwaar zich de onderscheidene werkplaatsen
bevinden zou dienen te worden besloten.
Al wat de directeur tot aanprijzing van deze verandering
aanvoertmaken wij gaarne tot ods gevoelen.
Ook met de verdere voorstellen van den directeur konden
wij ons allezins vereenigen. Zooveel noodig, verwijzen wij
naar de daarvan door hem verstrekte inlichting.
Het zal ongetwijfeld ook uwe aandacht hebben getrokken
dat de directeur geen voorstel heeft gedaan omtrent den tijd
van uitvoering der onderscheidene veranderingen enz. Bij de
bespreking van de zaak met hem bleek ons echter, dat zijne
bedoeling wasal de door hem voorgestelde werken in het
jaar 1883 te doen uitvoeren. Zijns inziens was daarvoor ge
noeg tijd voorhanden.
Hierop zou echter één uitzondering moeten worden ge
maakt indien n.l. zijn plan omtrent den te maken nieuwen
gashouder doorging.
In dat geval zou, gelijk reeds uit zijne memorie blijkt, tot
dit werk niet eerder kunnen worden overgegaan dan in het
jaar 1884. De belangrijke herstellingen toch, die de bestaande
groote gashouder zonder langer verwijl vordertzullen ten
gevolge hebben, dat hij pl. m. drie maanden buiten dienst
zal zijn, gedurende welken tijd de beide gashouders, die m
het stelsel van den directeur zullen worden opgeruimd in
voortdurend gebruik zullen moeten blijven. De herstellingen
zullen wel niet eerder dan omstreeks de maand Julij zijn volbragt.
Dan echter schiet er op verre na niet genoeg tijd over
om den geprojecteerden nieuweu gashouder vóór den aan
staanden winter te doen voitooijen. Wel zal dan gedurende
dien winter weder met dezelfde ruimte tot gasberging als tot
dusverre moeten worden gewerkt, doch de directeur vleit zich,
dat zij bij niet te belangrijk toenemend gasverbruiken
hij zou geen reden weten, dit te moeten verwachten, - ook
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1883.
I
dau weder voldoende voor de behoefte zal blijken te zijn, te
meer omdat, is de groote gashouder geheel hersteld, het be
langrijk gasverlies zal ophouden dat door den slechten toe
stand van dien gashouder thans wordt veroorzaakt.
Wat voorts die herstelling aangaatkunnen wij mede-
deelendat de vereischte voordragfc daartoe u ten spoedigste
zal worden aangeboden.
Gelijk u zal zijn geblekenbewaart de directeur het stil
zwijgen over de bergplaatsen van steenkool.
Onze vraagof deze in den eersten tijd voldoende ruimte
zouden blijven aanbieden werd door hem toestemmend be
antwoord. Intusschen zullen zij herstellingeu van verschil
lenden aard dienen te ondergaan. De uitvoering daarvan is
echter geheel afgescheiden van het onderwerpelijke plan.
Er blijft ons nog over te spreken over de wijze van uit
voering der voorgestelde werken.
Al wat timmer-, metsel-, graaf- en dergelijk werk betreft,
zal, behoudens 't geen welligt door de werklieden der fabriek
zeiven zal kunnen worden gemaakt, in het openbaar behooren
te worden aanbesteed.
Anders evenwel is lu-t gesteld met de toestellen en werk
tuigenzooals de gashouder, de condensor, de exhauster, de
scrubbers en de ovens met toebehooren.
Ten einde te beter verzekerd te zijn, dat al deze toestellen
en werktuigen van de beste hoedanigheid zijnis 't veelal
gebruikelijkdie regtstreeks uit gunstig bekende of speciaal
daarvoor bestaande fabrieken te ontbieden, of wel in het open
baar aan te besteden onder voorwaarde dat deze voorwerpen
in daartoe aangewezen fabrieken moeten worden vervaardigd.
Er ligt weinig verschil in deze twee wijzen van handelen.
Volgens beide zal het beoogde doel worden bereikt. De
eerste wijze van haudelen in dergelijke gevallen hier steeds
gevolgd. Wij vinden geen reden voor te stellen daarvan
ditmaal af te wijken.
Het spreekt van zelf, dat tot het vinden van de gelden
benoodigd tot bekostiging der werkenhet middel van geld-
leening zal moeten worden gebezigd. Het dienen van advies
daaromtrent achten wij nogtans minder op onzen weg gelegen.
Het betreft een punt van uitvoering, dat geheel aan uwe zorg
kan worden overgelaten, te meer daar eene wijziging der gem.-
begrooting voor 1883 daarmede in noodzakelijk verband staat.
Wij hebben het ten slotte niet ondienstig geacht, hierbij
over te leggen een door ons opgemaakt overzigt van de ge
bouwen enz.sedert de overneming der gasfabriek (1 Octo
ber 1865) tot en met 31 December 1882 gemaakt.
In zekeren zin kan dit stuk worden geacht zich aan te slui
ten bij het financieel overzigt van de gasfabriekvan eerst
genoemd tijdstip tot en met 31 December 1881 bij ons
schrijven van den 5 October 1882, no. 157 ingezonden.
Wij hebben thans de eer u in overweging te geven den
raad voor te stellen:
1. In beginsel goed te keuren het plan van uitbreiding
eu verbetering der gemeentelijke gasfabriek gelijk het door
den directeur dier fabriek is aangebodenbehoudens de door
ons aangegeven wijzigingen.
2. Uwe vergadering uit te noodigen, zoo spoedig mogelijk
den raad aaa te bieden de voorstellen, vereiseht om aan ge
noemd gewijzigd plan uitvoering te geven.
De Commissie voor dr. Gemeentelijke Gat fabriek,
J. J. BRUINSMA Voorzitter.
A. DUPARC, Lid en Secretaris
Aan
de vaste Raadscommissie voor de gemeentelijke gas
fabriek te Leeuwarden.
MEMORIE van toelichting behoorende bij de
schetsteekening van het voorstel tot ver
grooting van het producerend vermogen
der gemeentelijke gasfabriek te Leeuwarden.
Den 5 April van het vorige jaar had ik als gevolg uwer
opdragt, de eer aan uwe commissie schriftelijk rapport om
trent den toestand der gemeentelijke gasfabriek alhier in te
dienen. Sedert dien tijd bood mijne langere aanwezigheid
hiermij meer en meer de gelegenheidna te gaanin hoe
verre het destijds geuit gevoelen mij juist bleek te zijn. Het
resultaat hiervan is, dat in hoofdzaak mijne zienswflze de
zelfde kon blijvendat zich echter tevens meer en meer de
slechte toestand deed kennenwaarin zich zeer vele onder-
deelen der fabriek bevondendoor de gebrekkige of eigen
aardige inrigtkig van het geheel, bovendien gepaard gaande
met groote moeijelijkheden omzonder stoornis in den ge-
regelden gang van zaken te veroorzakenverbetering aan te
brengen.
Mijn eerste werk was dus natuurlijkhet bestaande in dien
toestand te brengen dat de fabriek voor den aanstaanden
winter voldoende in de aan haar gestelde eischen zoude kun
nen blijven voorzienvooral daar de volgens mijne zienswijze
noodige veranderingen van dien omvang warendat het niet
raadzaam was daarmede nog in den gepasseerden zomer te
beginnente meer daar de beperkte ruimte der fabriek een
degelijk overleg vooraf neodig maakte.
Terloops zij hier nog aangemerktdat zich vooral in de
tweede helft des jaarsdoor de vele en aanhoudende regen
verschillende gebreken aan de hoofdleidingen openbaarden
waarvan het opsporen der oorzakenvooral wat de juiste
plaats betreft, zeer veel tijd kostte; ook kwamen verschil
lende klagten over onvoldoende verlichting bij particulieren
voor, die, waar ze niet van geheel tijdelijken aard wsren
gewoonlijk hun grond vonden in te kleine gasmeters of wel
in den slechten toestand of de geringe afmetingen van bin
nen- of buiten-leidiDgen.
Zooals reeds in bovengenoemd rapport gezegdzijn in de
eerste plaats de ovenszoo door de geringe afmetingen als
door hunnen bouw niettegenstaande het groote aantalbe
paald onvoldoende te noemen en tevens ongeschikt om op
de eene of andere wijze eene transformatie te ondergaan in
de tweede plaats is de gasberging te klein om vooral bij
een toenemend gasverbruikvoordeelig te kunnen blijven
werken ten derden is de bergruimte voor cokes zeer klein
terwijl ook aan geschikte bergplaatsen voor nieuwe retorten
rollend materiaal, hout enz. behoefte bestaat.
Het tegenwoordige terrein der fabriek en de ruimte der
verschillende lokalenbieden geene zwarigheidom een en
ander voor eene aanmerkelijke grootere gasproductie in te
rigten de wijze waarop dit geschieden kan heb ik in hoofd
zaak in de bijgevoegde schetsteekenirg aangegeven en heb
ik de eer deze hierbij aan uwe goedkeuring te onderwrrpeD.
Ten einde vooral de keuze der ovens te motiveren herhaal
ik hierhetgeen aanleiding gaf, dat ik in den vorigen zomer
oenige gasfabrieken persoonlijk bezocht, dat bij de verschil
lende fabrieken de verschillende systemen van ovens (zoowel roos-