n Bijlage no. 5. 16 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 138:'. main zal dit zijn, dat dezelve gemakkelijk en wel voor elk der ove,- afzonderlijk afgesloten en gereinigd zal kunnen worden. Ten slotte laat ik hier eene approximatieve opgave der uit gaven volgenwelke de uitvoering van de bovengenoemde werken zullen vorderen; vooral voor enkele werken vermeen ik het bedrag eenigzins hoog aangenomen te hebben; daaren tegen zullen bij de uitvoering zeker ook nog verschillende kleinere veranderingen of nieuwe aansluitingen noodzakelijk zijn, die niet extra opgevoerd zijn. 1. Voor het bouwen van een nieuwen gas houder vau 3000 M3. inhoud f 55,000. 2. Voor de verplaatsing van het woonhuis - 9,000. 3. inrigting van het kantoor en verplaatsen van werkplaatsen - 2,200.— 4. Voor vergrooting van de cokesbergplaats en verplaatsing der warande voor het buizenmagazijn- 2,000. 5. Voor aanbouw van een magazijn voor retorten enz- 5,000. 6. Voor een condensor- 2,500. 7. n exhaustor- 3,800. 8. twee scrubbers enz- 3,500. 9. zes nieuwe ovens compleet met verankeringmain klim dieppijpen enz. - 23,000. 10. Voor aanleg van 6 privaten en 2 nissen voor reservoirs- 300. 11. Voor bestrating van verschillende ge deelten van het terrein, voor buizenlei dingen en onvoorziene uitgaven - 2,700. 12. Voor een opzigter gedurende den bouw - 1,000. ƒ110,000.- Leeuwarden27 Januari] 1883. De Directeur der Gemeentelijke Gasfabriek J. C. W. DE RONDE. Den Heer Secretaris der gemeente Leeuwarden. In verband met de voorgestelde veranderingen in de gasfabriek heb ik de eer u volgens afspraak nog het volgende te berigteu 1. De toestand der stolp van den grooten gashouder blijkt werkelijk van dien aard te zijn dat eene gedeeltelijke ver nieuwing in dezen zomer onvermijdelijk is. 2. Dientengevolge is het onmogelijk eene vergrooting van gasberging op de voorgestelde wijze nog in den loop van dit jaar te verkrijgen. Hoewel de zaak zeer wenschelijk en noo- dig blijft, is zij toch niet zoo urgent, dat er volgens mijne zienswijze bezwaar tegen bestaat de uitvoering van dit werk tot het begin van 1884 uit te stellen. Zelfs indien besloten mogt worden eenen nieuwen gashouder aan de overzijde van de Singelgracht te bouwen waaraan zoowel voor de uitvoe ring als later voor het gebruik echter groote bezwaren ver bonden zijn, zoude het zeer moeijelijkzoo niet onmogelijk zijn met het werk voor den winter gereed te komen en ver dient hetmet het oog op de vele werken die in dezen zomer welligt uitgevoerd zullen worden, aanbeveling in beide gevallen het begin der uitvoering tot een volgend voorjaar te verschuiven. 3. De verplaatsing van het woonhuis, noodig indien de voorgestelde vergrooting van gasberging mogt worden aan genomen kan uitgesteld worden tot er met het bouwen van een nieuwen gashouder een begin wordt gemaakt. 4. De verplaatsing van de werkplaatsen en de inrigting van de vroegere werkplaatsen tot kantoren zouden naar ver kiezing in den loop van dit jaar of in den aanvang van 1884 uitgevoerd kunnen wordeu. De voordeelen voortspruitende uit eene verplaatsingzijn zeker niet onbelangrijk daarentegen geven de bestaande toe standen voor zooverre mij bekend geen grond om alleen uit dit oogpunt beschouwd deze veranderingen voor het oogen blik noodzakelijk te maken. 5. De verder voorgestelde veranderingenuitbreidingen of vernieuwingen schijnen mij noodzakelijk of althans zeer wenschelijk om in den loop van dit jaar uitgevoerd te worden. 6. De vervanging van slechts de helft der bestaande ovens door ovens volgens systeem Schwarzer is geschied of liever gezegd is voorgesteld a. om gedurende den bouw met de tweede helft der be staande orens in de behoefte te kunnen voorzien b. omdat de helft der oude ovens gevoegd bij de nieuwe ovens voor den volgenden winter voldoende reserve opleveren c. om het resultaat der nieuwe ovens te kunnen beoor- deelen en eerst alsdan eene beslissing omtrent de tweede helft noodig te doen zijn. De kosten opgegeven als het approximatief bedraghet geen voor vergrooting van het productief vermogen der gas fabriek noodig zal zijnzullen voor dit jaar alsdau vermin derd kunnen worden met die bedragen welke voor de wer ken zijn uitgetrokken, die in dit jaar niet worden uitge voerd daarentegen zullen de kosten van die leveringen en werkenwelke verondersteld werden gedeeltelijk uit den af braak bestreden te zullen wordeneene verhooging moeten ondergaan Aannemende dat in dit jaar dus niet zal geschieden: 1. het bouwen van een nieuwen gashouder; 2 het verplaatsen van het woonhuis; 3. de verplaatsing van werkplaatsen en de nieuwe inrig ting der oude werkplaatsen tot kantoren vermoed ik dat de onderstaande werken de bijgevoegde uitgaven zullen vorderen I. het afbreken der oude ovens enz. bouwen van zes nieuwe ovens met bijbehoorende main enz. het bouwen van een kanaal langs de oven tot afvoer van de verbrandingsproducten het maken van de verbindingen van de mains met de leidingen aankoop en plaatsing van een condensor exhaustor 3 van twee scrubbers plaatsing en aankoop van de noodige re servoire enz. en inrigting van het zuiver huis voor de plaatsing aanbouw van een magazijn voor retorten en vergrooting van de cokesbergplaats II. verplaatsing der warande 12. aanleg van privaten en nissen. 13. bestratingen, leidingen enz. enz. 14. een opzigter gedurende den bouw. 2. 3. 4. 6. 7. 9. 10. 800.— 3 23,000.— 3 2,000. 700.— 3 3,500.- 3 4,500.— 3 3,500. 2,000. 5,000. 1,600.— 400.— 300.— 2,700.— 1,000.— Totaal 51,000.— Leeuwarden 6 Maart 1883. De Directeur der Gasfabriek J. C. W. DE RONDE. Bijlage tot het Terslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1883. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot inkrimping van den duur der jaarmarkt te Leeuwarden. Mijne Eeeren I Bij de behandeling van de begrooting hebben rapporteurs zich vereenigd met het in een der sectiën uitgesproken ver langen tot inkrimping der kermis en is door burgemeester en wethouders een voorstel in dien geest toegezegd. Van een zuiver économisch standpunt beschouwdis er voorzeker voor het behoud der kermis of jaarmarkt al zeer weinig te zeggen. Hare beteekenis van vorige eeuwentoen de verkeer-middelen zooveel te wenschen overlietendat men zich voor sommige buitenlandsche artikelen slechts ée'nmaal in 'tjaar, op de jaarmarkt van het noodige kon voorzien en die markt alzoo een grooten toevloed van koopers en een levendig handelsverkeer te weeg bragtdie beteekenis heeft zij ten eenemale verlorenDe enkele vreemde kramersdie zich hier nog vertoonen handelen behoudens onbeteekenende uitzonderingen allen in artikelen welke men hier even goed en voor dezelfde prijzen kan verkrijgen en oefenen dus eene min gewenschte concurrentie uit tegenover den neringdoenden stand. Ook mag men het betwijfelenof het vertierdat de kermisdrukte teweegbrengtinderdaad voor het algemeen de meest voordeelige resultaten oplevert. Niet onbelangrijke sommen worden dan uitgegeven voorop zijn zachtst uitge drukt nuttelooze en overbodige zaken welke gelden, indien zij in den kermistijd bespaard warentoch zouden gebezigd zijnmaar op eene wijzedie voor de volkswelvaart voorze ker betere resultaten zouden opleveren. Uit het oogpunt van moraliteit is er voorzeker niets, wat het behoud der kermis kan regtvaardigenwantmoge zij zich alhier niet door die tooneelen van dierlijke uitgelaten heid kenmerken, welke men elders ontmoet, de uitspanningen en vertooningenwelke de kermis oplevertzijn allerminst geschikt om het peil van zedelijkheidvooral bij min-ontwik- keldente verhoogen en zijn niet zelden de aanleiding tot allerlei verkeerdheden. Niettemin achten wij ook op de gronden in het begroo- tingsverslag aangevoerd eene geheele afschaffing van de ker mis op dit oogenblik minder geraden. Van haar oorspronke lijk karakter ontaard blijft zij hare beteekenis behouden als uitepauningstijd voor eene klasse der bevolkingdie overigens zelden eenige uitspanning kan genieten en die men ongaarne een gepast vermaak wil ontzeggen. Wij achten het dan ook niet geheel onmogelijk de kermis allengs van de meest erger lijke gebreken die haar kenmerken te zuiverenin de eerste plaats door inkrimping van haren duur. De aanvang die thans op den 2n Woensdag van Julij is bepaald zou voortaan kunnen worden gesteld op den Maandag volgende op dien 2en Woensdag. Reeds nu blijkt het, dat de meeste vertoo ningen en uitstallingen van eenige beteekenis een paar dagen na de offieieele opening van de kermis aanvangen en hare versc hijning gedurende de 2 of 3 eerste dagen zich alleen openbaart door straatmuziek en straatvertooningen van het minste gehalte. Wordt het begin der kermis eenige dagen later gesteld, dan bestaat er tevens kans dat bij voldoende medewerking der politie een deel dier vagebonderende kermisbezoekers zich niet langer bij voorkeur hier heen zal begeven. In het belang van de neringdoenden blijven de drie dagendie zich door het drukste bezoek van de vreemdelingen plegen te ken merken gespaard terwijl zijvoor wie de kermisuitspanning eene behoefte wordt geachtin tien dagen ruimschoots de gelegenheid kunnen vinden daarvan te genieten. Aangezien het tijdstip van aanvang van de kermis is vast gesteld bij art. 2 der verordening van 27 September 1860 regelende de marktpolicie en de wijziging dier bepaling, krach tens art, 195 der gemeentewet aan de goedkeuring van ge deputeerde staten is onderworpenhebben wij na de com missie voor het ontwerpen van strafverordeningen daarover te hebben gehoordde eer u voor te stellen voorbehoudens gemelde goedkeuring, art. 2 van bovenbedoelde verordening te lezen als volgt „De jaarmarkt of kermis begint op den Maandag, volgende op den tweeden Woensdag der maand Julijdes voormiddags te tien uur en eindigt op den 2n Woensdag daaraanvolgende, des morgens te acht uur. De aanvang en het einde worden door klokgelui aange kondigd." Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 12 April 1883 door Burgemeester en Wethouders oan Leeuwarden W. J. v. W. RENGERS. De Secretaris P. A. BERGSMA. ilJTOBGC-ÏL BBHOOKENPB BIJ DB LbEUWAEDEB COUBAKT. 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1883 | | pagina 9