WW-
Bijlage no. 9.
24
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884.
Wij hebben gemeend deze som tot maatstaf te kannen ne
men voor het bepalen der afkoopsom van het onderhoud der
graven op de gemeente-begraafplaats alhier.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer u voor
te stellen behoudens 's Konings goedkeuring te besluiten
I. Dat de regten, volgens art. 5 van het heffingsbesluit
Gemeentiblad no. 8 van 1870) verschuldigd voor onderhoud
van graven op de algemeene begraafplaats alhier, kunnen
worden afgekocht.
II. In het besluit van heffing van begrafenisregten, achter
art. 5 te laten volgen een nieuw artikel, van dezen inhoud:
De regten verschuldigd voor onderhoud van elk eigen graf,
kunnen worden afgekocht, te weten:
van een graf, zonder gedenkteekenen kruizen of andere
verhevenheden
op de eerste afdeeling voor 40, tweede afdeeling voor ƒ30,
derde afdeeling voor ƒ20, vierde afdeeling voor ƒ10;
van een graf met kruizenborden of andere verhevenheden
van hout
op de eerste afdeeling voor 50, tweede afdeeling voor 40,
derde afdeeling voor ƒ30, vierde afdeeling voor ƒ20;
van een graf met kruizen, borden of andere verhevenheden
van metaal
op de eerste afdeeling voor 60, tweede afdeeling voor 50,
derde afdeeling voor ƒ40, vierde afdeeling voor ƒ30;
van een graf gedekt met een steen of zerk:
op de eerste afdeeling voor ƒ150, tweede afdeeling voor
'ƒ140, derde afdeeling voor 130, vierde afdeeling voor 120
van een grafomsloten door een ijzeren hek
op de eerste afdeeling voor ƒ150. tweede afdeeling voor
ƒ140, derde afdeeling voor 130, vierde afdeeling voor 120;
van een graf gedekt met een steen of zerken omgeven
door een ijzeren hek
op de eerste afdeeling voor 300 tweede afdeeling voor
ƒ280, derde afdeeling voor 260, vierde afdeeling voor 240.
De raad behoudt zich voor om de afkoopsom van het
onderhoud van zerken hekken enz. van buiteugewonen vorm
en bewerking bij afzonderlijk besluit vast te stellen.
Het onderhoud van zoogenaamde monumenten van graf
kelders en gemetselde graven kan niet worden afgekocht.
III. Dat de verpligting tot onderhoud vervalt, zoodra de
begraafplaats aan hare bestemming wordt onttrokken.
IV. Dat bet bedrag der afkoopsom zal worden belegd in
inschrijvingen op het Grootboek der Ned. Werk Schuld, ten
name van de gemeente Leeuwarden.afkoopsom van graf-
gelden."
V De beslissing op het adres van den heer R. Reijnders
aan te houdentotdat de koninklijke goedkeuring op het
nieuwe artikel 6 van het heffingsbesluit zal zijn verkregen.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 13 Maart
1884 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT-.
De Secretaris, P. A. BERGSMA.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1884.
25
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
tot wijziging der gemeente-begrooting
dienst 1884.
MIJNE HEEREN!
In uwe vergadering van den 28 Februarij j.l. werd mede-
deeling gedaan van eene circulaire van heeren gedeputeerde
staten van Friesland, dd. 14 Februarij 1884, 2e afdeeling,
no. 5 betreffende het opmaken der kohieren van hoofdelijken
omslagtot een hooger bedrag dan daarvoor bij de begroo
ting is toegestaan.
Gelijk bekend is, Btrekt de overschrijding van de op de
begrooting dezer gemeente uitgetrokken som alléén omzoo
noodigin staat te zijn de toegestane ontheffingen of ver
mindering van het bedrag der aanslagen te kunnen dekken.
Deze wijze van handelen achten gedeputeerde staten in
strijd met de regelen eener goede administratie.
Wil men voorkomen zoo wordt in de circulaire opgemerkt,
dat minder dan het bij de begrooting geraamd bedrag worde
ontvangen dan lette men daarop bij het opmaken en vast
stellen der begrootingen wel door onder de ontvangsten
eene hoogere som wegens hoofdelijken omslag en onder de
uitgaven een post voor ontheffingen enz. aan te brengen.
Ofschoon wij hieraan geen onverdeelden bijval kunnen
schenken en van meening zijn dat de ten dezen bij de rijks
administratie bestaande voorschriftenvolgens welke onthef
fingen verminderingen enz. van rijks belasting worden ge
regulariseerd door middel van aftrek op de opbrengst der
INKOMSTEN.
Volgn. 2, hoofdst. II, afd. I, art. 1. Opcenten op de
hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommenge
raamd op ƒ15.817.98, te verhoogen met ƒ365.en te
brengen op ƒ16,182.98.
Het totaal van afdeeling I hierna vast te stellen op 17,144.18.
Volgn. 5, hoofdst. II. afd. IV, art. 1. Plaatselijke directe
belasting naar 3.52 ten honderd van het belastbaar inkomen,
geraamd op ƒ153,111.31, te verhoogen met ƒ6,888.69 en te
brengen op ƒ160,000.
Hierna het totaal van hoofdstuk II, nu bedragende
ƒ280,837.46, te verhoogen met 7253.70 en nader vast te
stellen op ƒ288,091.15.
Hoofdst. III. Aan dit hoofdstuk toe te voegen een nieuw
art. 3a: Pacht van het buffet in de handelsbeurs 250.
Na deze toevoeging het totaal van dit hoofdstuk nu be
dragende ƒ55,271.91, nader vast te stellen op ƒ55,521.91.
Volgn. 50, hoofdst. IV, art. 16. Subsidie ten behoeve
van het gymnasium geraamd op 12.300.te verhoogen
met ƒ175.en te brengen op ƒ12,475.—.
In verband hiermede het totaal van hoofdstuk IVnu be
dragende ƒ372,719.41, nader vast te stellen op 372,894.41.
Hoofdst. V, afd. II. Aan deze afdeeling toe te voegen
een nieuw artikel.
Volgn. 58a, hoofdst. V, afd. II, art. 4. Opbrengst wegens
amotie van den Nieuwetoren ƒ880.
Hierna het totaal van afdeeling II nader vast te stellen op
35,880.en dat van hoofdstuk V op 106,380.
Na vorenstaande wijzigingen het totaal der inkomsten nu
bedragende ƒ878,588.38, nader vast te stellen op 887,147.07
middelen, beter uitvoerbaar en voorzeker minder omslagtig
zijnkomt het ons niet wenschelijk voorhieromtrent in na
dere correspondentie te tredenmaar eene wijziging van de
gemeentebegrooting in den aangegeven zin vast te stellen
ten einde de vereischte goedkeuring op het kohier, dienst
1884, zooals dat thans is opgemaakt, te erlangen.
In verband hiermede is door ons een daartoe strekkend
ontwerp-besluit opgemaakt waarbij tevens aanleiding is ge
vonden enkele verdere wijzigingen in voormelde begrooting
voor te dragendie noodzakelijk zijn wegens verschillende
door u genomen besluiten tot aankoop van vastigheden enz.
Wij hebben de eer bedoeld ontwerp-besluit met eene daar
aan toegevoegde memorie van toelichting, u hiernevens aan
te bieden met voorstel daaraan uwe goedkeuring te hechten.
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 13 Maart 1884 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT.
De SecretarisP. A. BERGSMA.
CONCEPT.
De raad der gemeente Leeuwarden
In aanmerking nemendedat er noodzakelijkheid bestaat
tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1884.
Besluit
De begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente
voor het dienstjaar 1884, vastgesteld den 22 November 1883,
goedgekeurd door de gedeputeerde staten van Friesland den
20 December d. a. v., en gewijzigd bij raadsbesluit van den
10 Januarij 1884, goedgèkeurd als voren bij resolutie van
den 17 Januarij 1884, no. 17, nader te wijzigen als volgt:
TOELICHTINGEN.
Door deze verhooging wordt de geraamde som in overeen
stemming gebragt met het thans bekende bedrag der gemeen te-
opcenten op het vastgestelde kohier der grondbelasting over 1884.
Naar aanleiding van de circulaire van gedeputeerde staten
van Friesland, dd. 14 Februarij 1884, 2e afdeeling no. 5,
waarbij is voorgeschreven dat de kohieren van hoofdelijken
omslag tot geen hooger bedrag, dan deswege bij de gemeente
begrooting is geraamd, mogen worden vastgesteld is in ver
band met de onder volgn. 207a in uitgaaf gestelde som op
nevens vermeld artikel een hooger cijfer uitgetrokken.
De op dit artikel uitgetrokken som is in overeenstemming
met de gehouden publieke verpachting.
Deze verhooging is geraamd naar het bedrag der uitgaaf
gesteld onder volgn. 174.
Raadsbesluit van 24 Jauuarij 1884, no. 10.