40 Bijlage tot het verslag der handelingen den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884. in de eerst.;tctie gesteld, werd met algemeene stemmer- ontkennend beantwoord. Wil menzooals een deel der leden van de de sectiebij het stichten der weeghuisjes, de bestaande gelegenheid tot wegen en meten intrekken en alzoo noch personeelnoch werktuigen vanwege de gemeente beschikbaar stellen om elders te wegen en te meten: ook dan blijven de bezwaren in hun volle gewicht bestaan. Maar wanneer naar het denkbeeld van een groot aantal leden en waarbij de meerderheid uwer commissie zich aansluit, eenige weeghuisjes worden opgericht met behoud der bestaande gelegenheid tot wegen en meten, dan vervallen die bezwaren geheelwant in dit geval geeft men eene uitbreiding aan het bestaandezonder aan den anderen kant eenige beperking op te leggen. Intusschen werd opgemerktdat bij de uitvoering van dit laatste denkbeeld een ander bezwaar oprijst. Die uitvoering zou toch gepaard moeten gaan met vermeerdering van perso- neel, en, omdat nu reeds de meters-wegers geene te ruime bezoldiging genieten, zou waarschijnlijk de gemeente subsidie moeten verleenen. in meer dan ééne sectie werd dit bezwaar sterk op den voorgrond gesteld. Die leden der 3e sectie welke weeghuisjes willen stichten doch met intrekking der bestaande gelegenheid tot meten en wegen, verzuimden niet in het licht te stellendat hun voorstel inkrimping van per soneel zou veroorlovenwat vooral ook met het oog op eene verlaging van het tarief voor het weeg- en meetloonwen- schelijk mocht worden geacht. Rapporteurs merken te dezen aanzien op, dat ook de ka mer van koophandel, blijkens haar advies van den 12 Fe bruari 1881 no. 1368, dien weg schijnt op te willen, hoe wel daarmede minder goed kau worden gerijmd haar bij mis sive van 9 Augustus 1882no. 1420geuite meeningdat voorshandsdrie weeghuisjes voldoende zullen zijn. Dit wijst op eene proefneming, die de meerderheid uwer com missieen naar zij meent ook de meeste leden zouden wil len nemen, ten einde aan den herhaalden en ernstigen aan drang van corporationdie zich de bescherming en ontwik keling van handel en landbouw ten doen stellente voldoen, een aandrang die in den laatsten tijd krachtig is ondersteund door een honderdtal belanghebbenden bij den graanhandel Vooral omdat niet ontkend kan worden, dat het belang def gemeente er bij betrokken ismeenen die ledendat aan het yerzoek om weeghuisjes te stichtenbehoort te worden vol daan. Maar men mag niet voorbijzien de hiervoren gememoreerde bezwarenwaardoor het twijfelachtig wordtof het wegen en meten aan bepaalde stations aan de behoefte zri voldoen. BJeek cit niet het geval te zijndan zou in plaats van een verwachte vermeerdering van aanvoer van graan wel eens eene verdere verminderde aanvoer kunnen plaats hebben, in dien te gelijk met h«t stichten van weeghuisjes de bestaande gelegenheid tot meten en wegen werd ingetrokken. In dezen dus ook het stelsel toegepastden handel volgenhem niet vooruitloopen of dwingen. En wat nu de vermeerdering van personeel betreft, zoo was het nog de vraagof dit bij het stichten van slechts drie weeghuisjes wel noodig zou zijn. Thans reeds achten burge meester en wethouders een personeel van 14 man voldoende, en daar er 18 korenmeters zijn zouden reeds 4 in de weeg- huisjes dienst kunnen doen. Mogelijk dat alleen Vrijdags een hulppersoneel van een paar man noodig zou wezen en dan zeker nog maar alleen in het drukst van den aanvoeT maar ook dit is nog niet bepaald aan te nemen want men mag veronderstellen dat van de meet- en weeghuiejes wel gebruik zal worden gemaakt, en in dit geval zullen de werk zaamheden daar buiten in evenredigheid verminderenzoodat de drie ploegendie nu des Vrijdags dienst doenzeker wel tot twee zouden kunnen worden verminderd. Ook moet niet voorbijgezien worden, dat het werk aan de weeghuisjes spoe diger kan afloopen omdat daar alle benoodigde werktuigen gereed staan en het personeel zich niet behoeft te verplaatsen. Nog deelen rapporteurs mededat in de 3e sectie de mee ning werd geuitdatwanneer tot het stichten van weeg huisjes werd besloten met intrekking der bestaande gelegen heid tot wegen en meten dadelijk tot vermindering van het getal korenmeters behoorde te worden overgegaan en de uit vallende zooveel mogelijk, hetzij door ze in eene andere be trekking te plaatsenhetzij door eene geldelijke toelage uit de gemeentekasschadeloos behoorden te worden gesteld. Uit het medegedeelde blijktdat eenige leden van oordeel zijn, dat geene weeg- en meethuisjes behooren te worden gestichten hiertoe behoort de minderheid uwer commissie dat andere leden zoodanige huisjes wenscheu te stichten met intrekking van. andere gelegenheden tot wegen en meten van granen van gemeentewege; dat een groot deel der leden een drietal weeg- en meethuisjes wil oprichten, doch met behoud van de bestaande gelegenheden tot wegen en meten van gra nen, met welke zienswijze de meerderheid uwer commissie zich vereenigt. Het tweede punt, dat meer bijzonder op den voorgrond treedtbetreft het weeg- en meetloon. In het adres van het bestuur der 1ste afdeeling van de maatschappij van landbouw in Friesland wordt mede aange drongen op verlaging van het weeg- en meetloon, „Die loonenzoo zegt het bestuur, zijn hier veel hoo „ger dan in Franeker en Harlingen. „Die hoogere vergoeding is reden, dat graan dikwijls niet .hier, maar iu een van die plaatsen wordt afgeleverd. „Elders in deze provincie zijn eenigen tijd geleden de loonen „verlaagdmaar hier niet. „Voor den graanhandel te Leeuwarden achten wij dit na- „deelig en verzoeken wij verlaging van de bedoelde rechten" Ook de kamer van koophandel adviseert in dien geest. Omtrent dit punt leest men in hare missive van 12 Februari 1881, no. 1368, het volgende: „In de tweede plaats komt „in aanmerking eene verlaging van het tarief der meet- en „weegloonen. Wij moeteu erkennendat de verhooging „welke het tarief in 1875 onderging, het gevolg was van „onze voorstellen „Wat was echter het geval? In eene ten jare 1874 te „Leeuwarden gehouden vergadering van commissiën uit de „kamers van koophandel en fabrieken in Friesland was een „tarief aangenomendat iedere kamer aan den raad harer „gemeente zou verzoeken vast te stellen. Alleen echter te „Leeuwarden werd op ons advies daartoe overgegaan. In de „andere gemeenten bleef de zaak onveranderd. Hierdoor ont stond eene ongelijkheid in de loonendie ten nadeele van „Leeuwarden kwam en ten voordeele inzonderheid van Fra neker, waar, behalve waarschijnlijk ook om de eerotver- „melde oorzaakhet lagere tarief den landbouwenden stand „trok en dan ookblijkens den ov«rge!«gdeu staat, van 1876 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1884. 41 „af het jaar 1878 uitgezonderd eene belangrijke ver „meerdering der graan aan voeren plaats vond. „Bij de invoering van het reglement in 1876 bedroeg de „aauvoer te Franeker 2364, te Leeuwarden 13,419; in 1879 „te Franeker 3555 te Leeuwarden 10 307 last. „De verhouding van Franeker tot Leeuwarden is dus van ongeveer !/s geworden of verdubbeld. „Te Leeuwarden wordt thans betaald: per 15 hectoliter 30 „per 30 hectoliter 60 en voor iedere 15 hectoliter meer 30 cent „gedeelten van 15 hectoliter worden voor vol terekend. „Het. omslaan is per iedere 15 hectoliter verplichtend, „Te Franeker bedraagt het meet- en weegloon voor 15 „hectoliter 30, tusscheu 15 en 30 hectoliter 40 cent, terwijl „voor verder omslaan vrije keu8 is gelaten. Voor eiken vol genden omslag wordt 10 a 20 ct. betaaldal naar mate er „gewogen wordt of niet. „Het bezwarende nu ligt juist hierin, dat te Leeuwarden telkens „per 15 hectoliter 25 cent moet worden betaald, als er wordt „gemeten en 30 cent, als er gemeten en gewoge wordtvoor „eene partij van 150 hectoliter, die gemeten en gewogen „wordt, wordt alzoo te Leeuwarden f 3 betaald of 2 cent „per hectoliter. „Ongaarne zouden wij teruggaan tot het vroegere stelsel „n 1. om het meten en wegeu voor eene zekere hoeveelheid niet verplichtend te maken. Zooals echter het tarief thans „te dezer stede is, woideu de kosten te hoog. Naar ons iu- „zien di*»nt te worden bepaald, dat van de eerste 15 hecto „liter één van de volgende 15 hectoliter weder één hecto „liter worde gemeten en gewogen en vervolgens per 30 hec „toliter ééu hectoliter, of zooveel meer als partijen verlangen „In verband hiermede zou het tarief zóó moeteu worden „gewijzigddat van de eerste 15 hectoliter worde betaald „25 cent voor meet- en 5 cent voor weegloon, voor de daarop „volgende 15 hectoliter 20 en 5 cent en vervolgens 25 en 5 „cent per 30 hectoliter, zoodat ten slotte voor 150 hectoliter „in plaats van ƒ3, gelijk thans, zal worden betaald 1.75." „De belangrijke besparing van kosten, die hierin voorden „verkooper is gelegen, zal, naar wij gelooventengevolge „hebbendat de aanvoer van granen te Leeuwarden weder „zal toenemen. „Zeer wenschelijk zou het tevens zijn dat bij de aflevering „voor den maatstaf van het meet- en weegloon een kleiner „minimum dau 15 hectoliter werd aangenomenn.l. 7.5 „hectoliter. Thans wordt betaald vóór 15 hectoliter of min- „der 35 cent. Het komt ons voordatin plaats daarvan „dient te worden bepaald: „voor 7 5 hectoliter 15 en 10 25 cent. 10 20 10 30 15 25 10 35 „Wel is waar zal de loonsverlaging eene vermindering van „inkomsten voor de meters en wegers medebrengen doch de „inkomsten zullen van den anderen kant klimmen bij de te „verwachten meerdere aauvoeren. „Overigens zougelijk wij reeds vroeger de eer haddeu in „overweging te gevenhet getal meters-wegers zonder be- zwaar kunnen worden verminderd waardoor de verdiensten „van de overblijvenden te beter zouden worden en de be trekking in tegenstelling van thanseen voldoend bestaai. „zou opleveren. Bij de invoering van de voorgestelde nieuwe „wijze vau meten en wegenzal de vermindering te eerder „kunnen plaats hebben." Ook de beurscomniHsie beveelt vermindering van weeg-en meetloon aan terwijl burgemeester en wethouders mede van oord el zijn dat h*t tarief' voor die loonen verlaagd en zoo mogelijk gelijk gemaakt moet worden aan dat te Franeker. De groote meerderheid der leden kon echter mee met het voor-tel v in burgemeester en wethouders medegaaaom eerst het tarief te ve-lagen, nadat het getal wegers-ineters door ontslag of overlijden tot 14 zou zijn gedaald Men meende dat de toenemende a invoer van granen te Franeker tegen over de vermind-rde aanvoer te dezer stedevoornamelijk moest geweten worden aan het verschil tusscheu de tarieven voor meet- en weegloon. Blijkens het verslag van den toestand der gemeente over 1883 (bladzijden 178 en 2'>6), was in dat jaar de aanvoer van granen en zaden weder belangrijk minder dan in vorige jaren en da-irom scheen uitstel tot vermindering der loonen onge- wenscht. Wel meende men dat andere omstandigheden tot een ver minderden aanvoer hadden medegewerkt, o a. ook deze, dat hier minder groote kooplieden of commissionairs in granen zijn gevestigd dan vroeger, doch waar het eeu feit is, dat elders de graanhandel toeneemtterwijl hij hier gaandeweg minder is geworden daar schijnen toch oorzaken van meer plaatselijken aard in het spel te zijn. De vraag of het tarief van Franeker of wel het voorstel van de kamer van koophandel moest worden gevolgdis in de sectiën niet overwog-n. Trouwens dit punt zal wel een nader onderzoek vereischen ook in verband hiermede of al dan niet gewoonlijk vele kleine partijen worden aaugevoerd en afgeleverd. Intusschen bleef de opmerking niet achterwegedat ver mindering van loon tengevolge zou hebben een vermindering van inkomsten der wegers-meters, die thans reeds niet te ruim zijn, en van te meer gewicht zou die opmerking zijnindien het korps wegers-meters, door het oprichten van weeghuisjes, niet zou kuunen worden ingekrompenmaar veeleer uitbrei ding zou moeten eilaugen. Hierop werd geantwoord, dat, indien al door het oprichten van enkele weeghuisjes en het bestaan blijveu van de tegen woordige wijze van meten en wegen, op enkele drukke Vrij dagen eenige meerdere hulp noodig mocht zijn het misschien overwegiug zou verdienendie buitengewone hulp althans in den eersten tijd uit de gemeentekas te vergoeden. Overigens mocht men met eeuigeu grond verwachtendat een vermeer derde aanvoer zou opwegen tegen het verlaagde tarief, terwijl iu elk geval het belang der gemeente moest gesteld worden boven dat der wegers-meters. Mocht het al blijken, dat men iu dit opzicht te groote verwachtingen had gekoesterddan zou nader moeten worden overwogenwat in het belang der wegers meters moest worden gedaan. In verband met het ten dezen geopperde bezwaar werd nog in de eerste sectie het denkbeeld aan de hand gedaanhet bestaande tarief voor de Vrijdagen te behouden en het alleen voor andere dagen te verlagen Waarochijulijk zou dit ten gevolge hebbendat de aanvoer op de marktdagen vermin- «lerde en op andere dagen toenam zoodat de werkzaamhe den zich meer gelijdelijk over alle of meer dagen der week cerdeeldeuin welk geval zeker van vermeerdering van per soneel geen sprake behoefde te zijn. Uwe commissie is eenstemmig met de meerderheid in de sectiën van oordeeldat tot eene dadelyke verlaging vaa

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1884 | | pagina 21