Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884.
uit den weg worden geruimd, omdat ons collegie de bevoegd
heid bezit lijders aan chronische ziekten in het ziekenhuis te
doen opnemenwanneer de noodzakelijkgeid daarvan blijken
mogt, en niet besloten is voor goed te bepalen, zooals heeren
voogden blijkens eene uitdrukking in hunnen brief raeenen
dat voortaan nimmer zoodanige lijders in het stads ziekenhuis
zullen worden toegelaten. Ieder geval toch wordt op zich
zelf beoordeeld.
Ten behoeve der huiszittende armen, lijdende aan chronische
ziekten, achten wij het daarom niet noodig noch gewenscht
den weg te verlaten die tot nu toe is gevolgd en als regel
aan te nemen, dat zij in het stads ziekenhuis zullen worden
opgenomen en verpleegd.
De bedenkingen van heeren voogden der stads armenkamer
gelden meer bepaald de verpleging in het armhuis van lijders
aan chronische ziekten dat wil zeggenvan de meeste der
in het armhuis opgenomen mannen en vrouwen van hoogen
leeftijd.
Ten opzigte van die bedenkingen en wat betreft de gevol
gen verbonden aan het inwilligen van des armbestuurs ver
langen verwijzen wij naar het uitvoerig en zaakrijk advies van
het bestuur van het ziekenhuis. Met dat advies kunnen wij
ons volkomen vereenigen en wij achten ons dientengevolge
ontslagen van de verpligting u nader uiteen te zetten waarom
wij geen aanleiding vinden u een voorstel aan te bieden tot
wijziging van de verordeningen op de geneeskundige behan
deling van behoeftigen in deze gemeente en die op het be
stuur van het stads ziekenhuis, in den zin door heeren voog
den der stads armenkamer verlangd.
Het komt ons echter wenschelijk voor eerstgenoemde ver-
ordening te wijzigen in een ander opzigt.
Aan het slot van het advies van de commissie van bestuur
van het ziekenhuis wordt de wensch uitgesprokendat de
behandeling der zieken in het armhuis worden opgedragen
aan den geneesheer-directeur van het ziekenhuis, en die
wensch wordt door ons gedeeld.
Wij vertrouwendat daardoor vele moeijelijkheden in het
vervolg zullen kunnen worden voorkomen. De geneesheer
directeur van het ziekenhuis toch moet nu het dagelijksch
bestuur adviseren over de al of niet opname van armhuis-
verpleegdenwaarmede hij niet bekend isterwijl hem de
inrigting en de huishoudelijke dienst van het armhuiswaar
mede bij het uitbrengen van zijn advies rekening gehouden
moet wordenvreemd zijn.
Hij zal de noodige aanwijzingen weten te gevenwaardoor
in voorkomende gevallen de bezwaren van heeren voogden
der algemeene armen, om een ouden verpleegde in het armhuis
te houdenuit den weg worden geruimd en in elk geval zal
er nooit sprake kunnen zijn van het verligteu of verzwaren
van de werkzaamheden van den eenen geneesheer, ten behoeve
of ten laste van den ander. Heeren voogden der armenka
mer over dit denkbeeld gehoord adviseren niet guustig, doch
brengen geen argumenten bij die ons terughouden uitvoering
te geven aan het verlangen van het bestuur van het zieken
huis. De verdeeling der werkzaamheden van de stads genees
kundigen is aan ons collegie opgedragen.
De bewoordingen van de artt. 14 en 7 der verordening,
met elkander in verband beschouwd geven ons evenwel geene
vrijheid de verdeeling op de verlaugde wijze te regelen. In
art. 7 wordt van den dienst in het armhuis de geneesheer
directeur van het ziekenhuis uitgesloten. Wij hebben nog
slechts enkele maanden geleden zelf de verordening aldus
voorgesteld, doch daarbij niet de moeijelijkheid kunnen voor
zien die zich thans voordoet.
Wij geven u in overweging dat artikel en art. 4 der ver
ordening op de genees-heel- en verloskundige behandeling
en verzorging van behoeftigen in de gemeente Leeuwarden
(Gemeenteblad 1884, no. 11) te wijzigen als volgt:
Art. 4sub 1te doen luiden
„De genees- en heelkundige behandeling der verpleegden
„in het armhuis en het stads ziekenhuis enzooveel noodig
„het verleenen van verloskundigen bijstand aan de zwangere
„vrouwen en kraamvrouwen in laatstgenoemde instelling."
In art. 7 te doen vervallen de vijf laatste woorden.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 24 Julij
1884 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYCKLAMA a NI.JEHOLT.
De SecretarisMEN KEMA l.*S,
Leeuwarden den 17 Julij 1884.
No. 1358.
De commissie van bestuur over het stads ziekenhuisin
wier handen door burgemeester en wethouders is gesteld een
schrijven van heeren voogden der stads armenkamer geda
teerd 19 Junij 1884, no. 1164 6, om daarop te dienen van
berigt, consideration en advies, heeft de eer als haar ge
voelen het volgende mede te deelen.
Tot het doel en de besteraming van een stads armhuis be
hoort ook en in de eerste plaats, het verzorgen en verplegen
van ouden van dagen. Nu is het een bekend feitdat er
weinig menschen op gevorderden en van hoogen leeftijd ge
vonden wordenwaarvan men naar waarheid zal kunnen be
weren dat ze zijn volkomen gezonddat ze niet lijden aan
een of meer gebreken des ouderdoms.
Dat vaststaande moet men aannemendat een stads arm
huis ouden van dagen opnemehdezoodanig behoort inge-
rigt te zijn dat die oude lieden met hun kwalen behoorlijk
verpleegd kunnen worden.
Krijgt een verpleegde eene acute uitbreiding zijner kwaal
of bevangt hem eene nieuwe noemenswaardige ziektedan
behoort hij in een ziekenhuis overgebragt te worden om daar,
öf volkomen genezenóf in den ouden toestand teruggebragt
te wordenof een rustig verscheiden te kunnen afwachten.
Het ligt in den aard der zaak dat een ziekenhuis nooit be
stemd kan zijn personen op te nemendie niet lijdende zijn
aan eene noembare ziekteen eenvoudig onderworpen zijn
aan eene regelmatige afloop van het levensproces. In dit
geval toch zou een ziekenhuis geheel van bestemming ver
anderen en meer den vorm aannemen van een zoogenaamd
oude mannen- en vrouwenhuis, net gaat dus niet aan een
ziekenhuis te bestemmen tot lozingsplaats voor gebrekkige en
sukkelende oude menschen.
Dat heeren voogden tot nu toe dit gevoelen hebben ge
deeld blijkt ons uit de registers van het ziekenhuis.
Vóór 1882 zijn slechts zelden zieken uit het armhuis in
het stads ziekenhuis opgenomenterwijl in 1882 7 in 1883
15 en 1884 5 zieken zijn verpleegd waarvan het meeren-
deel hoog bejaard was en lijdende aan slepende ziekten, zoodat
de gevolgtrekking gemaakt kan worden dat vroeger wel dege
lijk gelegenheid tot verpleging van zieken in het armhuis bestoud.
Bijlage tot het verslag der handelingen va
Heeren voogden van het armhuis zien deze feiten volkomen
over het hoofdwanneer zij in hun schrijven bewerendat
het armhuis uitsluitend is ingerigt voor gezonden, want zooals
in den aanhef dezer aangestipt iszal een goed deel der be
volking altijd moeten bestaan uit oude liedenwaaronder
strikt genomen, weinig echt gezonden worden aangetroffen.
Wauneer zulke lieden aldaar niet tot hun regt kunnen
komendan bewijst dat eenvoudigdat er iets ontbreekt
aan, dat er een fout schuilt in de organisatie van het arm-
huiB. Deze redenering wordt bij de commissie volkomen be
vestigd door de waarneming der feiten. Zoo moge het b.v.
voor gezonde en krachtige lieden doelmatig zijn om (zooals
nog 3 Julij j.l. plaats vond) op een dag, dat de thermometer
88" aanwees, zuurkool als middagmaal te verstrekken. Voor
zwakken en ouden van dagen die lijdende zijn aan aller
hande ouderdomskwalen is zulk eene spijs zeker af te keuren.
Zoo moge het gemakkelijk zijn om oude liedendie over
niets klagendan dat ze 's nachts ongeveer 4 malen geholpen
moeten worden om aan hunne natuurlijke behoefte te voldoen
en overigens zeiven beweren niet ziek te zijn, naar het zie
kenhuis te verwijzendoelmatiger ware het eene flinke dienst
bode aan te stellen of iemand van de inwonenden uit het
jonge personeel met de taak te belasten zulke hulpbehoeven
den bij te staanmaar dat niet op te dragen aan eene zeer oude
zwakke en ziekelijke vrouw.
Wat aangaat de bewering van heeren voogden, dat er geen
personen in het armhuis aanwezig zouden zijn om als zieken
oppaster te fungeren zijn wij zoo vrij op te merkendat
sommige personen buitenshuis in het werk zijn.
Het schijnt afdoende te bewerendat het armhuis niet is
ingerigt tot het koken van spijzen voor zwakken of ziekelijken,
doch deze bewering verliest hare waarde, wanneer men be
denkt dat versterkend voedsel zooals: melk, eijeren en wijn
zonder noemenswaardige bereiding verstrekt kunnen worden
en werkelijk dan ook verstrekt worden, en er voor ziekenvoed-
sel weinig te bereiden overblijft, dan soep of rijst en pap van
karnemelk of dergelijke eenvoudige geregten.
Dat dit nu eene geheele omwenteling in de huishouding
van het armhuis zal teweeg brengen, vermeent de commissie
te moeten betwijfelenen dat daarvoor eene afzonderlijke kook
ster zou noodig zijnevenzeer trouwens die kookster zoude
kunnen gevonden worden in de flinke dienstbode hierboven
bedoeld, wier werkkring toch niet te uitgebreid zal worden.
Wat de localiteit betreft, wordt opgemerkt dat het armhuis
in het bezit is van twee flinke zoogenaamde zwakkenzalen voor
vrouwen en mannenwelke ieder behoorlijk in tweeën zijn
gedeeld, en nu begrijpt de commissie niet, waarom de eene
helft niet de bedlegerige ouden en in de andere helft de opzit
tenden zich kunnen bevindenziet men in ieder ziekenhuis niet
hetzelfde Bevinden zich ook daar niet bedlegerigen en zwak
ken in dezelfde zalen en dat nog wel gewoonlijk zonder afschei
ding? Wanneer, zooals heeren voogden mededeelen, ligging
en verschooning niet toereikend zijn voor verpleging van suk
kelende oude liedendan is het pligt te zorgen dat van een
en ander meerdere voorraad aanwezig is.
Betreffende de kosten deelen wij mede
<i. dat gemiddeld per verploegdag de voeding in 't stads
ziekenhuis kost 40 cent en dat ieder verpleegde per ver-
pleegdag in zijn geheel gemiddeld kost, ruim ƒ1.40 a 1.50,
alzoo per week ruim ƒ10;
b. dat voorts de kosten vau verpleging iu het stads arm-
den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884. 59
huis per persoon en per jaar bedragen ruim ƒ80, alzoo
per week ƒ1.50.
De commissie heeft ter vergelijking een onderzoek inge
steld in het armhuis van de diaconie der Ned Herv. ge
meente alhiereene inrigting van gelijke strekking en be
stemming als het stads armhuis. Het stelsel dat daar heersrht,
en volgens beweren van den vader ruim 15 jaren goed werkt,
kan ten deze als voorbeeld strekken voor het stads armhuis
en komt hier op neersukkelende oude mannen worden door
jongeren (doch ook altijd van bedaagden leeftijd) opgepast
bovendien is er eene flinke meid voor de vrouwen. Eigen
lijke ziekenzalen zijn er nietwel zwakkezalen.
Soep en dergelijk voedsel kan door den doctor worden voor
geschreven en wordt dan afzonderlijk bereid.
Naar het stedelijk ziekenhuis worden alleen zij vervoerd
die werkelijk ziek zijn en niet bepaald aan eene ouderdoms
kwaal lijden. Een gewigtig motief daarvoor ligt waarschijn
lijk hierindat voor diaconiezieken in het ziekenhuis moet
worden betaald en men derhalve de sukkelenden liever zelve
verpleegt, dan ze naar het ziekenhuis over te brengen.
Deze handelwijze is economischmaar vordert dan ook dat
het gesticht zoodanig ingerigt zij dat sukkelende ouden goed
tot hun regt kunnen komenterwijl op de goede verpleging
en verzorging er van door den in het gesticht practiserenden
geneesheer, toezigt kan worden gehouden.
Uwe commissie wil echter gaarne aannemen dat er menig
ziektegeval bij ouden van dagen kan voorkomenwaarvoor
eene opname in het ziekenhuis wenschelijker is dan het voort
durend verblijf in het armhuisen hierop is door burgemees
ter en wethouders ook bepaaldelijk gelet bij art. 14 van de
verordening op de genees-heel- en verloskundige behande
ling en verzorging van behoeftigen in de gemeente Leeuwar
den (Gemeenteblad no. 11), en bij art. 17 van de verordeuing
op het bestuur van het stads ziekenhuis Gemeenteblad no. 10),
waar duidelijk omschreven is hoe in dergelijke gevallen ge
handeld moet worden.
Bij aandachtige lezing van deze verordeningen is het ons
niet duidelijk waarom heeren voogden der stads armenkamer
op de instructie van den geneesheer-directeur van het ziekenhuis
wijzen in hun bezwaarschrift. Deze toch staat buiten de kwestie.
Evenals heeren voogden der stads armenkamereindigen
wij met op te merkendat eene goede zamenwerking van het
stads ziekenhuis en van de stads armenkamer als instellingen
wier beider uitgaven door de gemeente worden gehoedaan
de gemeentelijke financiën ten goede komt.
Ter bevordering van die zamenwerking komt het ons wensche
lijk voordat er eene wijziging gebragt worde in den werk
kring der genees- en heelkundigenbedoeld in art. 1 sub
a, b en c, en wel zoodanig, dat de behandeling der zieken
in het stads armhuis opgedragen worde aan den geneesheer
directeur van het stads ziekenhuis.
Aan Heeren Burgemeester en Wet
houders van Leeuwarden.
De Commissie van Bestuur over het stads Ziekenhuis,
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT, Voorzitter.
H. KUIPERSSecretaris.
Leeüwardes. 5 Juli 1884.
No
Het komt ons wenschelijk voor in den werkkring der ge-