Bijlage no. 2S>„ Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1884. 133 VERVOLG op het, vorslag van do comniiaaie van rapporteurs uit de sentieu van don raad omtrent het ondorzook van het voor stel van burgemeester en wethouders tot aanleg en oxploitatie van eene drinkwa terleiding binnen de gemeente, MIJNE IIEEREN! De commissie van rapporteurs in uwe vergadering van Don derdag 11 September j 1. uitgenoodigd om alsnog van hare zienswijze te doen blijken, omtrent de opmerkingen en amen dementen in de sectiën, in haar rapport vermeld, heeft de eer hieraan bij deze te voldoen. Ad. art. 2. Het vaststellen in de concessie-voorwaarden van eene formulewaaraan het waterwat betreft zijne scheikun dige samenstelling, moet beantwoorden, komt uwe commissie vooralsnog niet wenschelijk en niet noodzakelijk voor. Niet wenschelijkomdat de prise d'eau nog niet bekend is niet noodzikelijk met het oog op de bepalingen van art. 3 der concessie-voorwaarden. Evenwel stelt uwe commissie voor in art. 2 als 2e aliuea op te nemen ,Het water moet beantwoorden aan eene norm, door burge meester en wethouders in het contract met de concessionarissen vast te stellen." Waar in de concessie-voorwaarden van overmacht sprake is (art. 22 2(i)wenscht de commissie die bepalingen te be houden. De commissie vereenigt zich met het voorstelom ,-j- Z P. dat is" te doen vervallen en stelt dus voor den laatsten re gel van art. 2 aldus te amendeeren. Verder acht zij de bijvoeging „ten allen tijde"waarvan in de 3e sectie sprake wasmet de meerderheid in deze sectie overbodig. Ad. art. 3. Wij vereenigen ons met het denkbeeld om bij staking van den dienst ook de subsidie te staken en nemen dus het amendement bij art. 18 voorgesteldover. Eveneens komt het denkbeeld in de le sectie bij de be spreking van alinea 2 te berde gebrachtons aannemelijk voor. Uwe commissie stelt dus voor aan art. 3 eene 3e alinea van dezen inhoud tos le voegen De kosten van arbitrage komen ten laste van den concessiona ris tenzij de opmerkingen van het gemeentebestuur blijken on gegrond te zijn." Ad. art. 4. Uwe commissie wenscht geen oordeel uit te spreken ^omtrent de wenschelijkheid of uitvoerbaarheid van de bepaling van grondslagen van de waarde der waterleiding door de le sectie bij alinea 2 van dit art. gewenscht, en doet daaromtrent dus geen voorstel. Zij neemt daarentegen over het amendement door de 3e sectie bij alinea 4 van dit artikel voorgesteld en stelt dus l voor te lezen: „zoo omtrent de vergoeding." Ad. art. 7. Uwe commissie ziet de noodzakelijkheid niet in dat bepalingen omtrent provinciale of rijksgebouwen in de concessievoorwaarden voor deze gemeente worden opge nomen en neemt dus het amendement van de le Bectie niet over. Evenmin kan zij zich vereenigen met de opmerking door Bijvoegsel, beiioorrnde bij de Leeuwaeder Courant. een lid van de 3e sectie gemaakt omtrent de bepaling van aliuea 3, maar sluit zich aan bij't gevoelen van den voorzitter. Ad. art. 0. Wij vereenigeu ons met het amendement van de le sectie en stellen dus voor in plaats van de woorden „af te staan" (regel 3) te lezen in gebruik te geven. Ad. art. 11 Wij nemen het amendement van de 3e sectie over, om de woorden paardenspoorwegen (regel 2) te doen vervangen door tramwegen. Daarentegen ziet ook uwe commissie bezwaar in de „ver antwoordelijkheid" die de gemeente volgens alinea 1 sub finem van art. 11 en alinea 3 sub linem van art. 12 op zich neemt. Zij stelt dus voor art. 11, al. 1 sub finem te amendeeren door weglating van de woorden: terwijl in het laatste geval de gemeente zich mor de prompte uitbetaling dier schadever goeding verantwoordelijk stelt. Ad. art. 12. Stelt uwe commissie als amendement voor: weglating van de 3e alinea. Ad. art. 15. Uwe commissie vereenigt zich met de opmer king in de 3e sectie gemaakt, bij alinea 2 van dit artikel. Zij stelt dus voor aan alinea 2 in 't begin toe te voegen de woorden De rente van het gestorte geld en. Ad. art. 17. Uwe commissie neemt over het amendement van de 3e sectie en wenscht dus te lezen in plaats van de woorden „voor minvermogenden": ,voor on- en minvermo genden, ter beoordeeling van burgemeester en wethouders." Ad. art. 18. Eveneens stelt aij voor, om aan het slot van dit artikel deze woorden toe te voegenWanneer en voor zoover hij aan zijne verplichtingenbij art. 2 omschreven voldoet. Zij vereenigt zich niet met de opmerking bij alinea 3 ge maakt en stelt mitsdien geen amendement voor. Ad. art. 2G Daar uwe commissie boven heeft verklaard zich te vereenigen met de bewoordingen van de concessie voorwaarden waarin van overmacht sprake isvindt zij geen termen om het voorstel van de le sectie over] te nemen. Ad art. 27. Zij vereenigt zich met de in de sectiën ge maakte opmerkingmaar ziet geen kans deze misstelling te amendeeren. Wat het tarief betreftheeft uwe commissie geene opmer king te maken maar neemt zij over het voorstel van de 3e sectieom in de 3e alinea van beneden in plaats van de woorden „in overleg met"te lezen onder goedkeuring van. Eindelijk wenscht uwe commissie -de conclusie van haar rapport uit te breiden door inlasecbing van de volgende zin snede tusschen de woorden „om" en „mede": behoiulens de wijzigingen door den raad in de~concessievoor waarden aan te brengen. (Get.) JAC. BAART de la FAILLE, Rapporteur der le sectie en algemeen rapporteur. (Get.) C. van EIJS1NGA Rapporteur der 2e sectie. (Get.) E. STAR BUSMANN Rapporteur der 3e sectie. 20

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1884 | | pagina 68