138
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884.
sehillende posten van uitgaaf en ontvang gemaakte beden
kingen en tot de voorstellen door de sectiën aan- en door
rapporteurs overgenomen of zelfstandig voorgesteld.
UITGAVEN.
Volgn. 65. In de lste sectie werd opgemerkt, dat onder
dezen post niet begrepen is eene som van ƒ150 voor den
klokkenist en dat dit bedrag is overgebragt naar volgn. 220,
.gratificatiën en wachtgelden" wat men minder juist achtte,
daar de titularis niet uit zijne betrekking is ontslagen.
In de 2de sectie werd voorgesteld de woorden „de klokke
nist" te roijeren, aangezien geene jaarwedde meer wordt uit
betaald.
Rapporteurs kunnen zich met het in de lste sectie uit
gesproken gevoelen vereenigen, op grond van de niet dub
belzinnige redactie van het raadsbesluit van 10 April 1884,
waarbij werd besloten den klokkenist in het genot te laten
van zijne jaarweddein afwachting van enz. De ƒ150, op
volgn. 220 overgebragt, behooren dus vooralsnog op dezen
post no. 65 te huis.
De rapporteurs stellen derhalve vermeerdering van dezen
post met ƒ150 voor, zoodat het totaal daarvan zoude worden
gebragt op ƒ8375.
Volgn. 77. In de 2de en 3de sectie werd deze post besproken
en in de laatste voorgesteld het uitgetrokken bedrag met min
stens ƒ250 te verminderen, aangezien de archivaris, die pas
in functie is en zich nog moet orienteren, in 1885 niet zooveel
werkkracht zal kunnen ontwikkelendat hij van den alge-
meenen index en van den catalogus genoegzaam copie zal
kunnen leveren, om voor het afschrijven, des gevorderd, en
het drukken daarvan eene raming van ƒ500 te wettigen.
Rapporteurs deelen dat gevoelen en stellen voor den post
terug te brengen tot ƒ250, ook op grond dat in den tegen-
woordigen en/blijvend min gunstigen toestand der finantiën
nieuwe, vroeger niet voorkomende, posten van uitgaaf be
hooren te worden vermeden of, zooveel mogelijk, beperkt.
Volgn. 90. Volgens de rekening over 1883 vorderde deze
post een bedrag van ƒ286.87.
Op het voetspoor van een daartoe betrekkelijk voorstel, in
de 3e sectie gedaan en met algemeene stemmen aangenomen,
stellen rapporteurs voor dezen post te verminderen met ƒ130
en alzoo terug te brengen tot een bedrag van ƒ300, onder
opmerking dat de onder dit artikel vallende uitgaven alleen
betreffen de boek- en vervolgwerken, almanakken, tijdschriften
enz.ten dienste der administratie en van het archief benoo-
digden geenszins zooals men uit het intitule van de afdeeling
IX misschien zoude kunnen opmakenmaterieelmet hoofden
gedrukte registers of dergelijke ten dienste der secretarie.
Volgn. 9o. In de 2de sectie werd door een der leden
voorgesteld het door den directeur der gemeentewerken in
zijne begrooting voorgedragen cijfer ad ƒ425 onveranderd
te behouden en derhalve de voorgestelde post met 75 te
verminderen. Bij stemming vereenigden zich drie leden met
dit voorstel, terwijl de drie overigen den post van ƒ500 on
veranderd wenschten te behouden.
Rapporteurs zien met den voorsteller niet in, waarom de
begrooting van den directeur, die voorzeker met de behoefte
het best bekend is en wel eene behoorlijke speling zal heb
ben in acht genomennog met een zeker bedragdat de post
alleen tot een rond cijfer brengt, moet worden overschreden.
Wordt derhalve voorgesteld den post met ƒ75 te vermin
deren en terug te brengen tot ƒ425.
Volgn. 98. In de 2de sectie werd ten aanzien van dezen
post in herinnering gebragt, het in eene der laatste raads
vergaderingen aangenomen voorstel om de voor het bevorde
ren van inschrijvingen op eene geldleening uit te loven pro
visie terug te brengen van Va op V* ten honderd en dien
tengevolge door de sectie voorgesteld dezen post met een be
drag van ƒ250 te verminderen.
Rapporteurs, vertrouwende dat de raad zich wel aan het
eenmaal, als 't ware in beginsel aangenomen percentscijfer
zal vasthouden, nemen dat voorstel over en stellen verminde
ring van den post met 250 en terugbrenging tot 550 voor,
onder opmerking, dat mogt het zijn, dat de leening van
ƒ19,000, zooals in hun plan ligt, van de begrooting wordt
afgevoerdhet voorgestelde bedrag nog voor meerdere vprla-
gingongeveer ƒ50, vatbaar is.
Volgn. 105. Een der leden van de lste sectie uitte de
wenschelijkheid om in den winter de bestrooijing van de
klinkertsteenenvóór de huizen der ingezetenen, ook voor
rekening van en door tusschenkomst van de gemeente te doen
plaats vinden. De overige leden der sectie deelden dat ge
voelen niet, zoowel wegens de kostbaarheid van den maat
regel, als vanwege het practisch bezwaar, dat eene bestrooijing
uit ééne hand door de geheele stad, op één gegeven oogen-
blik, zoude medebrengen.
Rapporteurs, hoewel de wenschelijkheid van bestrooijing
uit ééne hand erkennendekunnen zich met de aangevoerde
bezwaren geheel vereenigen en vinden dus geene vrijheid
eenig voorstel in dien geest te doen.
Volgn. 107. In de 3de sectie werd door een lid aan den
voorzitter de vraag gedaanhoe het staat met de aanschaffing
van pneumatische klokken en of het slagwerk van de stads-
huisklok niet kan worden versterkt en verbeterd. De voor
zitter, nog slechts korten tijd lid van het dagelijksch bestuur,
was niet in staat deze vraag te beantwoorden, als zijnde dat
onderwerp in de tot nu toe door hem bijgewoonde vergade
ringen niet besproken.
Rapporteurs brengen derhalve de vraag aan burgemeester en
wethouders over.
Volgn. 119. In de le sectie werd in overweging gegeven,
de geprojecteerde vervloering van het waaggebouw niet met
klinkertsteenen te doen plaats hebben, maar die door eene
betonbevloering te doen vervangen. De sectie was algemeen
van oordeel, dat de kosten alsdan hooger, maar het werk
zelf duurzamer zoude zijn.
Een bepaald besluit daaromtrent werd echter niet genomen.
Rapporteurs stellen zich in deze geheel technische vraag
^geene partij, maar brengen de zaak onder de aandacht van
burgemeester en wethouders.
Volgn. 133. In de 2de sectie werd door een der leden de
opmerking gemaakt en door anderen bevestigddat de ledige
tonnen, die aan de huizen der particulieren worden terug-
gebragt, dikwijls een onaangenamen en hinderlijken reuk ver
spreiden. Dientengevolge werd de vraag gedaan of aan de
desinfectie dier voorwerpen wel altijd genoegzame zorg wordt
besteed.
Ofschoon rapporteurs in deze van geene bepaalde ervaring
kunnen getuigenbrengen zij gaarne de gestelde vraag aan
burgemeester en wethouders over.
Volgn. 135. In de 3e sectie werd voorgesteld en algemeen aan
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1884.
139
genomen dezen post terug te brengen tot ƒ750, met het oog
op den stand der begrooting en als zijnde de hoegrootheid
van dezen post met de woorden in de memorie van toelich
ting „naar jaarlijksche gewoonte" niet als noodzakelijk gejus-
tificeerd.
Rapporteurs nemen dat voorstel over en 3tellen mitsdien
voor den post met een bedrag van 750 te verminderen en op
gelijk bedrag uit te trekken ook op grond dat het bedrag
dat in de laatste jaren aan dit onderdeel der gemeente-huis
houding besteed isvoor de toekomst voor vermindering vat
baar schijnt, daar juist voor dat tot nu toe besteed hooger
bedrag het altijd meer kostbare begin gemaakt iswaarop
men dan nu voortaan met meerdere matiging kan voortbouwen.
Volgn. 130. De 3e sectie stelde voor dezen post te laten
vervallen als niet direct noodzakelijkdaar een rijweg ter
voorgestelder plaats minder noodig en niet voor de hand
having der publieke orde gevorderd schijntdaar bij den
hoofdingang van de Harmonie genoegzame ruimte bestaat om
rijtuigen 'en voetgangers vrij te laten circuleeren.
Rapporteurs, ofschoon de wenschelijkheid van het werk
voor den welstand en voor eene betere standplaats van rij
tuigen vóór de Harmonie erkennendevinden geen vrijheid
tot behoud van den post mede te werkendaar wenschelijk
heid alleen geen genoegzaam motief is voor de uitvoering
van een buitengewoon werkwaarvoor de benoodigde gelden
geleend zullen moeten worden.
Zij stellen dus weglating vau dezen post voor.
Volgn. 137. In de eerste sectie verklaarden zich twee
leden voor bezuiniging op dezen post. In de derde werd zij
meer uitvoerig tot onderwerp van ge-dachten wisseling gemaakt.
De uitslag van het debat wasdat de meerderheid den ge-
heelen post voor dit jaar wenschte te zien wegvallen, terwijl
een lid dien onveranderd wilde behouden en nog een ander
dien teruggebragt tot ƒ3000, zoude kunnen aannemen.
De meerderheid van drie leden bragt als grond van haat
gevoelen bij den stand der begrooting en het einddoeldat
men wenschte te bereikenin verband met de omstandigheid,
dat in de laatste jaren reeds zooveel aan de bestrating is
ten koste gelegddat in den tegenwoordigen toestand over-
groote haast van beëindiging met het leggen van nieuwe
keijen niet gewettigd schijnt. Door de minderheid werd daar
tegen aangevoerd, dat de raad indertijd een besluit heettge
nomen om voortaan jaarlijks een post voor aankoop van
keijen op de begrooting te brengen en dat men zich aan dat
besluit diende te houden terwijl men de verbetering van de
straten door het leggen van betere keijen met meer of min
der spoed wilde beëindigd zien.
Rapporteurs staan tusschen die voor een gedeelte lijnregt
tegenover elkander staande beschouwingen in.
Ook zij wenschen den aankoop van nieuwe keijen niet. te
zien gestaaktmaar gaan aan den anderen kant ook niet met
burgemeester en wethouders medewaar zij voorstellen daar
voor ƒ9000 op de begrooting te brengen.
Dat bedrag toch ishuns inziensmet de tijdsomstandig
heden niet te rijmenen zij meenen in voldoende mate mede
te werken tot eene krachtige voortzetting van het eens be
gonnen en allezins noodige werkwanneer zij den raad voor
stellen het geraamde bedrag met ƒ4000 fce verminderen en
alzoo den post terug te brengen tot ƒ5000.
Aan het slot genaderd van de rij van uitgavenopgeno
men in afdeeling VIIwerd door een der leden van de 2de
sectie de vraag gedaanof een voorstel tot den opbouw van
een nieuwen toren reeds in bewerking iszijnde dat lid van
oordeeldat daarmede niet te veel tijd dient verloren te gaan.
Ten aanzien van dat punt werd nog opgemerkt, dat het ca
rillon indertijd aan de gemeente ten geschenke is gegeven
en dat het wenschelijk isdat dat geschenk weder aan zijne
bestemming beantwoorde zoomede dat wederom een officiëlen
tijdwijzer worde aan gebragt.
Ten slotte besloot de groote meerderheid der sectie voor
te stellen, om op de begrooting onder volgnummer 139aaan
te brengen en voor memorie uit te trekken een post luidende
Het bouwen van een nieuwen toren.
De meerderheid van rapporteurs kan echter de sectie op
dien weg niet volgen en neemt derhalve het voorstel niet over.
Het gaat toch naar het oordeel dier meerderheid niet aan
ter loops bij het behandelen der begrooting een punt van zoo
overwegend tinantieel belang als 't ware in beginsel aan te
nemen wat toch door het aanbrengen van eene memoriepost
gewoonlijk wordt te kennen gegeven en beslist.
Volgn. 145. Naar aanleiding van eene opmerking in de
lste sectie ten aanzien van dezen postvestigen rapporteurs
de aandacht van burgemeester en wethouders op de wensche
lijkheid om na afloop der loopende polissen eene aanmerke
lijke besparing op de assurantiekosten van de gemeentegebou
wen te bevorderenen wel door overbrenging der verschil
lende risico's in eene welbekendethans op meer waarborg
gevende grondslagendan wel vroeger gevestigde maatschap
pijen in deze gemeente te huis behoorende.
Volgn. 156. In de derde sectie werd den wensch geuit,
dat de handhaving der politie-verordeningen wat betreft het
verbod om met wagenskarren enz. op de kleine steenen te
rijdenbij de vele voorkomende en dagelijks op te merken
overtredingen van dien aardaan de bijzondere zorg van den
burgemeester zoude worden aanbevolen niet alleen met het
oog op de openbare veiligheid, maar ook in het belang van
den post sub volgnummer 100 „onderhoud van straten" enz.
Rapporteurs kunnen zich bij dien wensch aansluiten en
achtennaar aanleiding van reeds opgedane ervaring op dit
punthet tevens niet overbodig meer bepaald de aandacht
te vestigen op een streng toezigt op het rijden over de nieuw
aangelegde trottoirs langs den Eewal en het Hofsplein met
brood-kruiwagens enz.
Volgn. 178. Onderwijs in 't algemeen.
In de 2de sectie werd de vraag gedaanof het met het
oog op de tegenwoordige kostbaarheid van verspreiding, niet
mogelijk zoude zijn het onderwijs in de natuur- en scheikun
dige vakken in één locaal te concentreren.
Rapporteurs achten eene zoodanig ingrijpende reorganisatie
van eens bestaande toestanden al te veel omvattendom daar
omtrent bij deze gelegenheid een bepaald oordeel uit te spre
ken doch brengen de vraag gaarne over aan het dagelijksch
bestuur.
Volgn. 178sub c. De meerderheid der 2e sectie stelde
voor dezen post met ƒ100 te verhoogenwaardoor de post
in de bijlage „bibliotheek" van ƒ100 op 200 zoude worden
teruggebragt. Dit voorstel vond zijnen grond in de overwe
ging dat die door de vergadering van leeraren opgemaakte
en door curatoren aan burgemeester en wethouders aange
boden begrooting voor aanschaffen en onderhoud van boeken
voor de schoolbibliotheek waarlijk niet te hoog is opgevoerd.
Werd dat bedrag voor dat onderdeel in vorige jaren steeds