BIJLAGE no. ÏO. 30 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1885. „in eene vaste beurt varendeen voor „alle vaartuigendie „aan of op een der scheepstimmerwerven worden hersteld of in aanbouw zijn. 4. „Wegens vaartuigen regtsstreeks in gebruik voor de „gemeentediensthetzij voor de gemeentewerken de reini- „giug of anderzins. 5. Wegens houtvlotten diede gemeente binnen geko- „men, vóór den nacht in particulier water worden opgeborgen. „Wegens de trekschepenbarges of stoombooten die ge- „bezigd worden in vaste trekveren of stoombootdiensten, wordt, „wanneer in de dienst door de gezamenlijke schippers vier- malen of meer in de week wordt gevarenvoor 1 js van het „regt vrijstelling verleend; d. ter vervanging van het bestaande art. 3 vast te stellen navolgend Art. 3. „Wegens de vaartuigengenoemd in art. 1 sub „letter a—e is het regt slechts eenmaal verschuldigd, onge- „acht den duur van het verblijf in de gemeente. „Wegens de vaartuigen, genoemd in art. 1 sub letter is, „indien zij langer dan vier wekeD achtereen in de gemeente „ligplaats hebben het regt na afloop van ieder tijdvak van „vier weken op nieuw verschuldigd. „Wegens vaartuigen genoemd in art. 1 sub letter gals- „mede voor houtvlotten is het regt verschuldigd voor iedere „week van het verblijf in de gemeente het gedeelte van eene .week voor een geheele gerekend": e. de letter „d"voorkomende in art. 4 van het heftings- besluit, tusschen de woorden „tot en genoemd", te vervan gen door de letter „e". II. In art. 4 van de verordening op dc invordering van het havengeldin de laatste alineater vervanging van sub lo achter het cijfer 2 te lezen „laatste alinea". Voorgesteld ter raadsvergadering van 28 Mei 1885 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. De SecretarisP. A. BERGSMA I wk <vy< Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes en van de verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling op het lager onderwijs MIJNE HEEREN Lie commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs heeft bij hare missive d.d. 26 Mei j,l.no. 462, verzocht hij u ter tafel te brengen de door haar in dat schrijven voorge stelde wijzigingen van de verordening op de Bchool van middel baar ouderwijs voor meisjes 'en van de verordening ter uit voering van de nieuwe regeling van het openbaar lager on derwijs. Die wijzigingen spruiten voort uit de door haar uitgesproken wenschelijkheid om het toelatings-examen voor eerstgenoemde school af te schaffen, althans voor die leerlingen die de hoogste klasse van een der gemeentescholen tot voorbereiding voor hooger- en middelbaar onderwijs hebben doorloopen. Dc commissie heeft zich betreffende dit onderwerp in be trekking gesteld met de commissie van toezigt op het lager onderwijsdie zich blijkens haar advies d.d. 23 Mei j.lno. 6448in hoofdzaak met de voorgestelde wijzigingen kan ver eenigen. De gronden, door de commissie van toezigt op het middel baar onderwijs voor bedoelde wijzigingen aangevoerd, hebben bij ons instemming gevonden, en zijn zoo uitvoerig uiteen gezet, dat wij volstaan kunnen met ons daaraan te refe reren. Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen te besluiten: I. in artikel 11 der verordening op de school van middel baar onderwijs voor meisjes met vijfjarigen cursus in de ge meente Leeuwarden (Gemeenteblad no. 7 van 1875) te doen vervallen de le en 2e alinea en te lezen: „Op de school worden zonder onderzoek naar de bekwaam- „heid toegelaten de leerlingen, die de hoogste klasse vaneen „der gemeentescholen tot voorbereiding voor hooger- of mid- „delbaar onderwijs hebben doorloopen, en eene verklaring van .bekwaamheid, afgegeven van wege de commissie van toezigt „op het lager onderwijs overleggen. Zij, die aan dit vereischte „niet kunnen voldoen, moeten hij een nader onderzoek de blij- .ken hebben gegeven van voldoende bekwaamheid om het onder- „wijs te volgen. „Voor haardie eene voorwaardelijke verklaring van be- .kwaamheid overleggen, loopt het onderzoek uitsluitend over .de daarin als onvoldoend vermelde vakken. „Het onderzoek naar de bekwaamheid geschiedt jaarlijks in „de eerste week van September door de directrice enz." II. Als overgangsbepaling op het nieuwe artikel 11 der ge noemde verordening vast te stellen 't navolgende „Voor de jaren 1885 en 1886 wordt bovendien aan die „leerlingen, die de hoogste klasse van de gemeenteschool no. 3 „niet hebben bezocht, gelegenheid gegeven, in de maand Juli „blijken van bekwaamheid fe geven." III. Aan artikel 10 der verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs (Gemeente blad no. 16 van 1881), zooals dat is gewijzigd bij de veror dening van 26 December 1883 (Gemeenteblad no. 21) toe te voegen eene nieuwe alinea, luidende: „Aan de leerlingen, die een der scholen van de eerste klasse „doorloopen hebben, wordt eene verklaring van bekwaamheid „tot het volgen der lessen aan de school voor middelbaar „onderwijs voor meisjes uitgereikt. „Deze verklaring is voorwaardelijk, indien de bekwaamheid „in niet meer dan twee der leervakken te wenschen overlaat. „Geldt dit laatste voor meer dan twee vakken, dan wordt .de verklaring niet uitgereikt. „De beoordeeling van een en ander geschiedt door de com- „missie van toezigt op het lager onderwijs, of door één oi „meer harer leden, daartoe aan te wijzen, gehoord het hoofd „der school en de onderwijzeressen in de hoogste klasse." Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 28en Mei 1885 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. De Secretaris, P. A. BERGSMA. Lebuwabden 26 Mei 1885. VOORSTEL van de commissie van toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs tot wijziging der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes en van de verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling op het lager onderwijs. Aan Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. MIJNE H EE REN.' Vóór cenigen tijd vestigde de directrice der middelbare school voor meisjes onze aandacht op de vraagin hoeverre het wenschelijk zoude zijn om den overgang van het L. O. tot de M. S. zonder voorafgaande toelatings-examen te doen plaats hebben. Wij noodigden de commissie van toezicht op het L. O. uit, omindien ook zijzooals wijaanvankelijk gunstig over deze aangelegenheid dacht, aan twee harer leden met twee van onze commissie op te dragen om de beantwoording van bovenbedoelde vraag vóór te bereiden en ons na gehou den samenspreking met de daarbij betrokken onderwijzeressen rapport uit te brengen. Deze subcommissie heeft de zaak tot een punt van nauw gezet onderzoek gemaakt en bericht ons dat zoowel de direc trice der middelbare school als het hoofd van gemeenteschool no. 3 haren onverdeelden bijval hechten aan het denkbeeld in onderstaande voorstellen geformuleerd. De slotsom van dat rapportwaarmede wij ons kunnen vereenigenis samengevat in de navolgende punten 1. Afschaffing van het toelatings-examen, voor zoover mo gelijk is wenschelijkomdat dit laatste geene betere waar borgen geeft voor de geschiktheid van de leerling, om het M. O. te volgen dan de ervaring door degenen opgedaan, die gedurende het laatste jaar met haar onderwijs belast waren. Daarentegen werkt hst examen storend op het gewone on-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1885 | | pagina 16