"w:. -j^-i 36 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1385. b. dat de jaarlijksehe gemeente-begrootingen met niet meer wegens rente en aflossing worden bezwaard als uit die plans van leening zou voortvloeien. Wat sub a betreft verwijzen wij U ten aanzien van de te converteeren gewone gemeenteschuld naar staat A. Volgens kolom 9 van dien staat zal die schuld op 1 Januari 1886 nog bedragen ƒ512,500. Wij wensclien daarvoor eene leening te sluiten van 522,000, omdat op eene inschrijving beneden pariop de courtage voor de kassiers en opzegels en advertentiekosten moet worden gerekend. Die nieuwe schuld zouden wij willen aflossen als in kolom 10 van staat A is uitgetrokken. Zooals reeds is medegedeeldbedraagt het restant der schuld van de gasfabriek ter zake der 5 pet. leening van 1867 en de 4Vi pet. leening van 1876 op 1 Januari 1886 nog 110,000, en wel van de eerstgemelde leening 49,000 en van de laatst- gemelde ƒ61,000. Volgens de betrekkelijke plans van leening moet op die van 1867 jaarlijks minstens 2000 worden afgelost en op die van 1876 ƒ3000. De eerste leening zal afgelost zijn in 1909 of 1910 en de laatste in 1905 of 1906. Op de voor deze schuld te Bluiten nieuwe 4 pet. leening die ƒ113,000 zou moeten bedragen, zouden wij jaarlijks wil len aflossen minstens ƒ5000, waardoor deze in 1907 of 1908 geheel verevend zou zijn. Beide nieuwe leeningen zouden dus voldoen aan de voor waarde sub a gesteld. Met deze regelingen zou tevens voldaan worden aan de voorwaarde 3ub b gestelddat de jaarlijksehe gemeente- bef'TOotingen met niet meer wegens rente en aflossing behooren te "worden bezwaard dan uit de oorspronkelijke plans van leening zou voortvloeien. Hiertoe verwijzen wij naar den hierbij overgelegden staat B. Daaruit blijkt het bedrag dat ieder jaar op de begrooting wegens rentebetaling en aflossing van de te converteeren leeningen moet worden uitgetrokken hij geeft tevens een gelijk overzicht van de nieuw te sluiten leeningen, en toont aan welken invloed ,de conversie op de jaarlijksehe begroo- tingeu zou hebben. Op slechts zeer enkele jaren na, zal de conversie vangun- stigrn invloed op de gemeente-begrooting zijn, zoodat ook aan de voorwaarde sub b gesteld zou zijn voldaan. Uit de totalen van dien staat blijkt verder, dat eene con versie op den aangegeven voeteene besparing zou opleveren van een tonne gouds. Wij meenen nog te moeten opmerken, dat de betrekkelijke plans van leening geen bezwaren tegen eene conversie in den weg leggen. Ten aanzien der conversie moeten wij nog mededeelen, dat de aflossing en rentebetaling van de bestaande leeningen jaarlijks niet alle op hetzelfde tijdstip plaats hebbenzooals blijkt uit de volgende opgave Leening van 1874restant 30,000. Aflossing en rente betaling op 1 Juli. Leening van 1875, restant ƒ67,000. Aflossing en rente betaling op 1 Juli. Leening van 1876, restant ƒ72,000. Aflossing en rente betaling op 1 Januari. Leening van 1877 restant 52,000. Aflossing en rente betaling op 1 Januari. Leening van 1878, restant 150,000. Aflossing en rente betaling op 1 October. Leening ad ƒ40,000 van 1879, restant 37,500. Aflos sing en rentebetaling op 1 October. Leening ad ƒ120,000 van 1879, restant 104,000. Aflos sing en rentebetaling op 1 Januari. Deze omstandigheid maakt het wenschelijkde nieuwe leening tot conversie der gewone schuld bij seriën uit te schrij ven, in- voege als op den hierbij overgelegden staat Cis aangewezen Voor de nieuwe conversie leening voor de gasfabriek is dit minder noodig. Van beide bestaande leeuingen geschiedt toch de aflossing op 1 Januari en de rentebetaling der 5 pet. op 1 Januari en 1 Juli en die der 4y, pet. op 1 Januari. Het is wenschelijkdatgelijk iu de laatste jaren in de plans van geldleening is bepaald de rente per halfjaar wordt betaald en dat in verband met de aflossingen en rentebeta lingen der bestaan blijvende leeningeu voor de conversie- leening ter zake gewone schuld de aflossingen worden bepaald op 1 October en de rentebetaling op 1 April en op 1 October. Daar in de begrooting voor het loopende jaar eene geld leening van ƒ19,000 wegens buitengewone werken is uitge trokken zijn wij van oordeeldat dit bedrag in de op nieuw aantegane leening kan worden opgenomen en wel tot een bedrag van ƒ20,000 met het oog op inschrijving beneden pari enz.terwijl eene jaarlijksehe aflossing van 1000 van dit bedrag ons wenschelijk voorkomt. De nieuwe leening zou dan tot eene som van f 542,000 moeten worden uitgeschre ven. Aangezien echter bij het betrekkelijk plan van geld leening wordt voorgesteld om de eerste aflossing te doen plaats hebben op 1 October 1887, dient dit bedrag weer verminderd te worden met ƒ14,000, de som die volgens de berekening in 1886 zou worden afgelostzoodat deze leening tot een bedrag van ƒ528,000 moet worden aangegaan. Worden onze voorstellen omtrent de conversie door u aan genomen dan zullen wij in verband daarmede eene wijziging der begrooting voor 1885 aan uwe goedkeuring onderwerpen. Op grond van het aangevoerde hebben wij de eer u voor te stellen 1. Over te gaan tot eene buitengewone aflossing van een gedeelte der gewone gemeenteschuld voor zooveel betreft de 4'3 pet. leeningen van de jaren 1874. 1875, 1876, 1877 1878 en 1879. 2. Tot vinding der middelen voor de sub 1 omschreven buitengewone aflossing en ter bestrijding der uitgaven voor buitengewone werkenuit te voeren in het jaar 1885 aan te gaan eene geldleening van 528,000tegen eene rente van 4 pet.bij seriën op te nemen. 3. Over te gaan tot eene buitengewone aflossing van de restanten der leeningen in 1867 en 1876 aangegaan ten be hoeve van de exploitatie der gasfabriek. 4. Tot vinding der middelen voor de sub 3 omschreven buitengewone aflossing aan te gaan eene geldleening van ƒ113,000, tegen eene rente van 4 pet. 5. Voor de geldleening sub 2 bedoeld vast te stellen het hierbij gevoegde plan A. 6. Voor de geldleening sub 4 bedoeld vast te stellen het hierbij gevoegde plan B. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 11 Augus tus 1885 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. TROELSTRA, l.-B. Be SecretarisP. A, BERGSMi., Ma—a. - v V-. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885. 37 A. F L A 1ST Art1Deze geldleening wordttegen eene rente ran vier ten honderd iu het jaaraangegaan tot een bedrag van ƒ528,000, verdeeld in drie of meer serieen, de eerste tot een bedrag van ƒ250,000. Van de verdere serieën wordt het bedrag en de tijd van opname door burgemeester en wethouders vastgesteld met inachtneming van de bij de begrooting beschikbaar gestelde som. Art. 2. De wegens deze leening onder een doorloopend volgnummer uit te geven schuldbekentenissan worden gesteld op naam of aan toonder, ter keuze van de deelnemers ieder ten bedrage van duizend gulden. Zij kunnen ook in onderdeelen van vijf honderd en van twee honderd gulden worden gesplitstuit te geven onder hetzelfde nummer, geteekend met letter A, B en zoo noodig C, D en E. Art. 3. Bij elke schuldbekentenis wordt afgegeven een stel halfjarige coupons verschijnende 1 April en 1 October van elk jaar waarvan de eerste voor den tijd tusschen de stor ting en den dag van rentebetaling verloopende en de overigen ieder voor een halfjaar rente. Daarbij wordt gevoegd een bewijs tot het kosteloos beko men van nieuwe coupons voor het vervolg. De verschenen coupons en de volgens art. 9 bij uitloting jaarlijks ter aflossing aangewezen schuldbekentenissen zijn betaalbaar ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeu warden en bij de Kasvereeniging te Amsterdam. De rente en aflossing der schuldbekentenissen worden ge vonden uit de plaatselijke inkomsten der gemeente. Art. 4. De deelneming in deze geldleening wordt, respec tievelijk tot het bedrag voor elke serie bepaald, bij openbare inschrijving aan den meestbiedende opengesteld. De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen groot duizend gulden, terwijl daarbij wordt vermeld hoeveel obligatien van ƒ1000 of van ƒ500 of van 200 de inschrij ver verlaDgt, ingeval zijne inschrijving wordt aangenomen, onder opgave van den persoon ten wiens name de obligatiën moeten worden gesteldwanneer daaraan boven het stellen van dezen aan toonder de voorkeur wordt gegeven. Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou ders aannemelijk voorkomenerlangt de hoogste bieder de aandeelen waarvoor hij heeft ingeschreven daarop volgt de gene die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens. Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelij ken prijs meer is ingeschreven dan benoodigd is, beslist het lot tusschen hen. De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven on vóór of op den door burgemeester en wethouders te be palen tijd bij dat collegie ingekomen zijn Op den omslag der billetten moetmet aanduiding der serie waarop de inschrijving betrekking heeftworden ver meld„Billet van inschrijving voor de geldleening van ƒ528,000." De opening daarvan heeft in het openbaarop een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstipin eene ver gadering van hun collegie plaats. Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de belanghebbenden wier inschrijvingen geheel of gedeelte lijk zijn aangenomendaarvan kennis gegeven. Art. 5. Wanneer niet voor het volle bedrag der openge stelde serie van deze leening is ingeschreven of wel de in schrijvingen ten deele door burgemeester en wethouders on aannemelijk zijn geacht, wordt door dat collegie voor het resterend bedrag op nieuw eene inschrijving opengesteld overeenkomstig de bepalingen van dit plan behoudens wij- ziging van den termijn van storting en het tijdstip van ingang der rentetenzij het collegie besluit voorshands eene nieuwe inschrijving achterwege te laten in welk geval het restant der niet tot het volle bedrag aangenomen serie bij de vol gende serie wordt gevoegd. Bij niet volteekening van het gevorderde bedrag kan ook het ingeschreven bedrag aangenomen en de verdere deelne ming gesloten worden. Art. 6. De storting der wegens de eerste serie ingeschre ven sommenvoor zoover betreft de tengevolge der eerste openstelling aangenomen inschrijvingenmoet geschieden in één termijnop 2 Januarij 1886. De rente gaat in met den eersten dier maand. Bij vernieuwde openstelling der inschrijving wordt het tijd stip van storting en ingang der rente van de alsdan aan te nemen sommen, ingevolge art. 5 aangewezen. Art. 7. Voor de in het vorig artikel bedoelde stortingen kunnen voor zoover bij de inschrijving gebleken zij van het voornemen dezer wijze van betaling, met opgave van de lee- ning waartoe de in betaling te geven obligatiën behooren in betaling worden gegevenbij de storting der wegens de eerste serie aangenomen sommen de schuldbekentenissen der geldleeningen rentende 4y, pet., aangegaan in 1876, 1877 en 1879 (groot ƒ180,000); bij de storting der wegens de tweede serie aangenomen sommen, de schuldbekentenissen der 4yf pet. geldleeningen aangegaan in 1874 en 1875, en bij de storting der wegens de derde serie aangenomen som mende schuldbekentenissen der 4y, pet. geldleeningen 1878 groot ƒ160,000 en 1879 groot ƒ40,000, met de daarbij be- hoorende coupons en talons. Deze schuldbekentenissen worden a pari aangenomen. Art. 8. Bij de storting worden aan de deelnemers de ver langde schuldbekentenissen door den gemeente-ontvanger af gegeven. Art. 9. Op deze leening wordtaan te vangen met het jaar 1886, afgelost gedurende de eerste 3 jaar, jaarlijks min stens ƒ15,000, de volgende 4 jaren jaarlijks minstens ƒ17,000, de daaraanvolgende 7 jaren jaarlijks minstens ƒ18,000, de daaraanvolgende 5 jaren jaarlijks minstens 19,000 de daar aanvolgende 5 jaren jaarlijks minstens 18,000de daaraan volgende 8 jaren jaarlijks minstens ƒ7000 en de volgende jaren jaarlijks minstens ƒ6000. De raad regelt verder het bedrag der af te lossen som. Art. 10. De uitloting heeft jaarlijks plaats in eene open bare vergadering van burgemeester en wethouders, in de maand Julij. De uitslag daarvan wordt in een of meer der in de ge- meente uitkomende dagbladen alsmede in twee te Amsterdam of elders verschijnende effectenbladen bekend gemaakt, met oproeping tevens van de houders der ter aflossing aangewezen schuldbekentenissenom op den volgenden eersten October de hun aankomende geldentegen overgave der schuldbeken tenissen en van de alsdan niet verschenen couponsin ont vang te nemen ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwarden of van de kasvereeniging te Amsterdam. Art. 11. Aan de gepatenteerde kassiers of handelaars in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1885 | | pagina 19