lil
aai
ISijlage no. 17.
94
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885.
BEGROOTING 1886.
Sommen
a
Voorgedragen
over 1885
toegestaan.
215 VIII
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
IX
UITGAVEN.
XI
31 ƒ309,500.—
III
I
III
o. wegens de opgenomen le en 2e serie der geldleening, groot 243,000.—
le serie groot ƒ66,000.
2e 81,000— 3,240.—
b. wegens de leeningvastgesteld bij raadsbesluit van
25 Augustus 1885, no. 3, groot ƒ113,000.a 4 pot.
4,520.—
Zamen
45,500.—
5,000.-
1,700.—
859.—
Memorie
500.—
900.-
350.—
4,000.—
1,000.—
4,460
f
1,000.—
2,000.—
2,000.—
500.—
4,000.—
1,000.—
10,400
Op dit artikel is uitgetrokken wegens verpligte aflossing volgens de plans
an leeningenaangegaan in 1880 f 18,000.
1883
1884
1874
1875
1878
1879
Wegens buitengewone aflossing,in verband met
het leeningsplan, vastgesteld bij raadsbesluit van
25 Augustus 1885no. 3op de leening
1878
1879
8,000.-
500.—
Wegens aflossing op de leening, aangegaan in 1885,
waarvan bet bedrag niet bij bet plan is bepaald
Wegens buitengewone aflossing ter converteering
van de restanten der4Vs pet. geldleeningen, aange-
1874 29,000.—
1875 65,000.—
1878 „140,000.—
1879 36,500.—
14,000.—
2,000.—
gaan
Zamen ƒ270,500.
5,000
1,700.
934.
500.
900.—
350.—
4,000.—
I 8,690
Totaal ƒ309,500-
Verpligte aflossing op de geldleening, vastgesteld bij raadbesluit van 25
Augustus 1885, no. 3.
Gespecificeerd op bijlage no. 60.
61.
Blijkens gedane mededeeling in de raadsvergadering van den 25 Jurnj 1885,
zal het 39e Ned. landhuishoudknndig congres in 1886 binnen Leeuwarden
worden gehouden. Voor de bij die gelegenheid van wege de gemeente te
geven leesten is eene buitengewone uitgaaf van ƒ1,000.— op dit artikel
uitgetrokken.
De stand der begrooting laat niet toe dat voor onvoorziene uitgaven een
hooger bedrag dan op dit artikel is uitgetrokken, worde beschikbaar gesteld.
Opgemaakt door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
r*
4*-'-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885.
95
VOORSTEL van burgemeester en wethou
ders tot vaststelling van eene gewijzigde ver
ordening op de heffing van het recht wegens
vergunning tot verkoop van sterken drank in
't klein en eene verordening op de invordering
van dat recht.
MIJNE HEEREN!
Bij 25 der wet, van 16 April 1885, (Staatsblad no 78),
is bepaald dat alle plaatselijke verordeningen regelende het
heffen van vergunningsrecht wegens den verkoop van sterken
drank in het klein overeenkomstig de bepalingen dier wet
vóór 1 Januari 1886 moeten worden herzien.
Door het aanbieden van bijgaand concept voor eene nieuwe
verordening omtrent de heffing van bedoeld recht, voldoen
wij aan dit wettelijk voorschrift.
De noodzakelijke wijzigingen betreffen hoofdzakelijk het be
drag van het recht, doch wij nemen deze gelegenheid te
baat u ook nog enkele andere wijzigingen voor te stellen.
Ten einde u het overzicht van de veranderingendie wij
noodig achten gemakkelijk te makenwordt tevens voor
u ten gemepntehuize ter inzage overgelegd een exemplaar
der bestaande verordeningwaarin die veranderingen met
rooden inkt zijn aangebracht.
Tot toelichting der artt 1 en 2 diene het volgende
Bij 4 der boven aangehaalde wet is bepaalddat het
vergunningsrecht niet lager mag zijn dan 5 en niet hooger
dan ƒ12 50 voor elke ƒ50 huurwaarde of gedeelte daarvan,
met dien verstandedat het recht voor eene vergunning tot
30 April 1890 niet lager dan ƒ15, van 1 Mei 1890 tot 30
April 1895 niet lager dan f 20 en daarna niet lager dan
ƒ25 zij.
Volgens de bestaande verordening bedraagt het recht ƒ25
voor elke ƒ100 huurwaarde of gedeelte daarvan en wij heb
ben geen reden gevonden dat recht thans te verminderen.
Reeds nu zullen eenige drankverkoopers door de aangebrachte
wijziging profiteeren want terwijl tot nu toe bij eene huur
waarde van bv ƒ130 50 recht moest worden betaald, zal
dit voortaan bedragen 37.50.
Volgens de laatste verlengde vergunningen zullen 45 per
sonen in die voordeeliger positie gerakenwaardoor de op
brengst van het recht, volgens de voorgestelde wijziging, met
562.50 zal verminderen.
De vermindering van 25 ten honderd voor de localiteiten
waar geen sterke drank verkocht noch geschonken wordt tus-
schen Zaterdag avond te zes en Maandag ochtend te zes ure
is bij de wet behouden geblevenzoodat deze bepaling in
art. 1 wordt teruggevonden.
Ter verbetering der redactie hebben wij in de eerste alinea
van art. 1 den grondslag van het recht vermeld, in bewoor
dingen geheel met de wet overeenkomende.
In de laatste alinea van art. 1 vindt men terug de bepa
ling van art. 14 der vigeerende verordening, doch in uitge
breid en zin. Naar het stelsel der wet kan van geen restitutie
van betaald recht sprake zijnook niet b.v. bij het overdoen
van het bedrijf aan een ander.
Het nieuwe art. 2 is een gevolg van de bepaling van 5
der meer bedoelde wetwaarbij is voorschrevendatwan-
BIJYOBGSEI, BEIIOORENDK BIJ DK LHEÜWAEDER COUHANT.
neer eene vergunning tusschentijdst. w. tusschen 1 Mei en
30 April wordt verleendhet vergunningsrecht voor den eer
sten termijn, tot 30 April d.a.v., bij kwartalen moet wor
den berekend waarbij een gedeelte van het kwartaal voor
een geheel geldt.
Art. 5. De laatste zinsnede is iets verduidelijkt. Bijzon
dere toelichting zal wel niet noodig zijn.
Art. 7. Volgens art. 9 der verordening gaat, wanneer
herschattirig gevraagd wordtdeze toch dooral heeft de
belanghebbende geen herschatter aangewezen. Dit is naar
onze meening minder rationeel. De belanghebbende, die zich
met de eerste schatting bezwaard achtdient zooveel mogelijk
te zorgen dat iemand van zijnentwege de hertaxatie mede
verricht, daar die anders minder aan het doel beantwoordt.
Vandaar de toevoeging aan de eerste alinea.
Art. 8. De toevoeging der nieuwe alinea is zeker op hare
plaats en zal wel geene toelichting vereischen.
Art. 9. De bestaande bepaling is onvolledig. Zij is niet
duidelijk omtrent de vaststelling der huurwaardeindien er
eene meerderheid en eene minderheid is.
Verder is dit artikel gewijzigd in verband met de toevoeging
aan art7
Eindelijk wordt nog eene wijziging voorgesteld voor het
de door den belanghebben 'e aangewezen deskundige
niet tot de herschatting medewerkt. In dat geval, waarin
twee deskundigen tot de eindelijke vaststelling der huurwaarde
medewerkenschijnt het wenschelijkom bij verschil van
gevoelen, de middelsom van de beide schattingen te nemen.
Art. 10. De voorgestelde wijziging betreft slechts eene
verbetering van redactie.
Art. 11. De doorgehaalde woorden worden overtollig ge
acht. In het eedsformulier dient ook van de verordening
melding te worden gemaaktdaar ook deze regelen omtrent
de schatting bevat.
Art. 12. Is slechts eene verbetering van redactie.
Art. 13. Daarin is de wijziging gebracht die bij raadsbe
sluit van 28 December 1882 is vastgesteld. 0
De toevoeging aan dit artikel schijnt wenschelijk zooals
de bepaling thans luidt wordt eenigszins in het midden ge
laten of bij het niet voldoen van de vergoeding der schat
ters dadelijk bij het indienen van het verzoek om hertaxatie,
toch de herschatting moet doorgaan.
Art. 14 (oud). Zie het aangeteekende op art. 1.
Art. 16. Bij 25 der meerbedoelde wet is bepaald dat
de thans geldende verordeningenregelende het vergun
ningsrecht niet langer dan tot 1 Mei 1886 van kracht
blijven.
Daar nu met dit tijdstip de verleende vergunningen op
nieuw ingaan en de behandeling der daartoe betrekkelijke
kennisgevingenbenevens de schattingen en de vaststelling
en betaling van het rechtvóór 1 Mei 1886 moet hebben
plaats gehad zijn wij van oordeeldat de nieuwe verorde
ning vóór dat tijdstip in werking moet treden1 Januari
komt ons daarvoor geschikt voor.
Art. 17. Bij het in werking treden der nieuwe verorde
ning op 1 Januari 1886houdt deze overgangsbepaling ver
band met de laatste alinea van 24 der wet, van 16 April
1885, (Staatsbl. no. 78).
Behalve de noodige wijzigingen in de consideransis ove
rigens de mede hierbij gevoegde concept-verordening op de
invordering van het gemeentelijk vergunningsrecht voor den
16
t
I
i