I Bijlage no. 2. 6 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885. de hierboven voorkomende beschouwingen over het tarief Het wegen met den bak komt niet meer voor. Art. 22 —26 Zie de artt. 2428 der vigeerende verorde ning. Art. 26 is verder in overeenstemming met het in de vergadering van 3 Julij j.l. genomen besluit. Art. 27. Tengevolge de aanvulling van art. 12 schijnt eene regeling als hier wordt voorgesteldwenschelijk. Art. 28. Het komt billijk voor, dat bij ziekte van den kommandeur, deze in het genot blijft van een deel zijner inkomsten en dat zijn gezin, bij zijn overlijden, in dezelfde rechten wordt gesteld als de gezinnen der meters-wegers. Art. 29. Bij de inwerking-treding dezer verordening zal, ook in verband met het aan te stellen getal, eene nieuwe benoeming dienen plaats te hebben. m Art 30. Zoo deze bepaling ontbrak zouden vele der thans in functie zijnde meters wegers niet herbenoemd kunnen worden. Art. 31. Volgens vroegere verordeningen dient de spaar kas, om daaruit de schade te vergoedenwelke door de meters wegers aan de goederen mocht worden toegebracht en om die genen te ondersteunen, welke door ouderdom of gebreken buiten staat geraken om te arbeiden. Het inleggeld is tien cent per week. In de laatste jaren betaalt de kommandeur uit de spaarkas het patentrecht door de meters wegers ver schuldigd en de reparatiën aan de maten enz. Op dit oogen- blik bedraagt de geheele spaarkas ruim 40. De administratie en het beheer der kas geschiedt nog altijd overeenkomstig de verordening van 8 Maart 1828 Ofschoon nu de spaarkas aan haar oorspronkelijk doel min der beantwoord meende men toch dat het wenschelijk is haar te behouden al ware het alleen om de meters-wegers het laten repareeren en aanschaflen van gereedschappen voor het meten gemakkelijk te maken. Art. 32. Men rekent dat met 1 Mei e.k. de meet- en weeg huisjes in dienst kunnen worden gesteld. Van daar deze tijds bepaling. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LYCKLAMA a NIJEHOLT. De SecretarisP. A. BERGSMA. Bijlage tot het vei .dag dei handelingen fan den geniuenteraa te L •i I MISSIVE van het bestuur der vereenlging „de Ambachtsschool", houdende beschouwin gen omtrent het voorstel van burgemeester en wethouders om niet over te gaan tot reorganisatie der burger dag-en avondschool. Leeuwarden, 17 Januari 1885. Aan den Raacf\ der gemeente \Leeuwarden. Met ingenomenheid ontvingen wij in den loop van het vorig jaar de officieuse mededeeling, dat wij door burgemeester en wethouders zouden worden uitgenoodigd om met de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs alhier de voorwaarden te besprekenwaarop het onderwijs der burger avondschool aan de ambachtsschool gegeven en tevens het herhalings-onder- wijs bij het onderwijs der ambachtsschool ingelijfd zou kunnen worden. Toen later de officieele uitnoodiging kwamhebben wij overtuigd van het wenschelijke van deze zaakons ge haast een plan daartoe te ontwerpen en dit in eene bijeen komst met twee leden der commissie van toezicht medegedeeld. Nu in het voorsteldoor burgemeester en wethouders aan u gedaanmet de betrekking tot de reorganisatie der burger dag- en avondschoolook de bedoelde overbrenging van het onderwijs der burger avondschool en der herhalingsschool ter sprake komtmeenen wij enkele opmerkingen niet te mogen terughouden waartoe ons de door burgemeester en wethouders te dier zake geleverde beschouwingen aanleiding geven. Wij laten daarbij de reorganisatie der burger dagschool buiten be spreking omdat deze zaak met de ambachtsschool niet in direct verband staat. Orize eerste opmerking betreft de jaarlijksche kosten voor de bedoelde overbrenging geraamd Daaronder komt voor eene som van ƒ657 voor rente van een kapitaal van 14,600 tegen 4Vs pet en bovendien eene jaarlijksche aflossing van ƒ500. Hierbij zal wel aan eene vergissing moeten worden gedacht. Wanneer toch onder de jaarlijksche uitgaven eene som van ƒ500 voor aflossing van het kapitaal in rekening wordt gebrachtwaardoor het geheele kapitaal na 29 a 30 jaren zal zijn afgelost, dan mag voor gemiddelde rente over die jarenslechts de helft van de rente van het volle kapitaal worden gerekend. Dit zou dus eene vermindering in jaarlijk sche uitgaven van 328 50 geven. Maar bovendien behoeft het kapitaal zoo hoog niet te zijn. Het nadere van onzentwege ingediende plan voor de verbou wing, waarvan burgemeester en wethouders in hun voorstel ook gewagenen dat geheel voldoende kan worden geacht bedraagt slechts 5400 voor de verbouwing en 2000 voor aankoop van grond; samen dus ƒ7400. Hierbij komt de som van ƒ1600 voor hulpmiddelen; zoodat het geheele kapitaal wordt ƒ9000. Rekenen wij nu, even als burgemeester en wethouders, op eene aflossing in 30 jaren, dan bedraagt de jaarlijksche aflossing ƒ300 en de gemiddelde jaarlijksche rente tegen 4,/2 pet 225. De geheele jaarlijksche som van rente en aflossing wordt dan 525; dus 632 minder dan de ra ming van burgemeester en wethouders; waardoor de geheele kosten in plaats van ƒ6327, worden ƒ5695. Na 30 jaren Bijvoegsel behoobende bij de Leeuwarder Courant. .warden, 1385. zou deze jaarlijksche uitgaaf wegens het vervallen van den post van rente en aflossiiig verminderen met 525. Wij merken hierbij nog opdatterwijl burgemeester en wethouders de geheele bedoelde uitgaaf op ƒ6327 per jaar berekenen, zij daarentegen op blz. 159, 2e kolom van de bijlage, daarvoor eene som van ƒ5800 noemen. Wij hebben niet kunnen nagaanwaarop dit gewijzigd cijfer berust. Ook de eindcijfers van de bij het voorstel van burgemees ter en wethouders gevoegde berekeningen trokken onze aan dacht. De eindcijfers der drie door burgemeester en wet houders becijferde stelsels zijn ƒ11,792, ƒ7421 665 en ƒ5755. Om nu te kunnen nagaan hoeveel meerdere kos ten de overbrenging der burger avondschool en der herhalings school naar de ambachtsschool na zich sleeptmoeten de uit gaven van alle drie stelsels berekend worden in dezelfde veronderstelling, nl. dat de 1 eeraar v. d. Heide herbenoemd wordt Dit nu is niet gedaan voor de kolomwelker eind cijfer is f 11,792. Passen we ook op die kolom genoemde veronderstelling toedan moet zij verminderd worden met eene som van ƒ933.335 voor pensioen van bedoelden leeraar, bovendien moet ervolgens het hierboven opgemerktevan afgetrokken worden 632, in het geheel dus 1565.335. Daardoor wordt het eindcijfer dezer kolom van 11,792 terug- gebragt op ƒ10,226 665. Behalve boven besproken berekeningen trok in de tweede plaats onze aandacht, dat in het voorstel van burgemeester en wethouders gewezen wordt op eene oplossing der reorga nisatie-kwestie waarbij na opheffing der burger dagschool voor de leerlingen, die anders deze school zouden bezoeken, p aats zou kunnen gezocht worden op de rijks hoogere bur- school alhier. Het onderzoek van de wenschelijkheid of uit voerbaarheid van dit plan ligt niet op onzen weg. Maar met het oog op de mogelijkheiddat het denkbeeld in uw midden ondersteuning vindtwenschen wij ook voor dat geval op het eindcijfer der uitgaven te wijzen, in de veronderstelling dat het onderwijs der burger avondschool en der herhalingsschool dan aan de ambachtsschool komt. De overbrenging van dit ouderwijs zou, zooals boven werd berekend, tot eene jaarlijksche uitgaaf van ƒ5695 leiden. Daarbij komen dan de pensioenen van de leeraren der burger dag- en avondschool. Berekenen wij zooals burgemeester en wethouders dit voor een der leeraren deden het pensioen op 2/8 van de jaarweddedan wordt ditdaar de gezamenlijke jaarwedden eene som van ƒ6800 bedragen, eene jaailijksche uitgaaf van ƒ4533.335, die gedurende een zeker aantal jaren ten laste der gemeente zou komen. Voegt men deze uitgaaf bij de bovengenoemde van ƒ5695, dan worden de totale jaarlijksche kosten ƒ10,228.335. De opheffing der burgerdag- en avond school zou echter eene vermindering geven van ƒ7945. Er zou dusgedurende een zeker aantal jareneene jaarlijksche meerdere uitgaaf van 2283.335 moeten geschiedendie echter later gaandeweg bij het ophouden der pensioenen door over lijden verminderenen ten slotte in eene jaarlijksche mindere uitgaaf van 2250 overgaan zoude. De gemeente kreeg daarbij ook nog de beschikking over het tegenwoordige gebouw der burgerdag- en avondschool voor andere doeleinden. Nam de gemeentevolgens het denkbeeld van een lid van het college van burgemeester en wethouders de kosten van de opleiding der onvermogende leerlingen aan de Rijks hoogere burger school op zich dan zouden de berekende uitgaven natuurlijk met eene zekere som moeten worden verhoogd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1885 | | pagina 4