96
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1885.
verkoop van sterken drank in het kleingeheel gelijk lui
dend met de bestaande.
Naar aanleiding van het vorenstaandehebben wij de eer
u voor te stellen
1. vast te stellen de hierbij gevoegde concept-verordening
op de heffing van het recht, wegens vergunning tot verkoop
van sterken drank in het klein
2. mede vast te stellen de hierbij overgelegde concept
verordening op de invordering van het gemeentelijk vergun
ningsrecht voor den verkoop van sterken drauk in het klein.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 22 Septem
ber 1885.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT.
De SecretarisP. A. BERGSMA.
VERORDENING op do heffing van het recht
wegens vergunning tot verkoop van
sterken drank in het klein.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien artt. 6, 7 en 30 van de wet van 28 Juni 1881,
(Staatsblad no. 97)tot regeling van den kleinhandel in ster
ken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap
zooals deze is gewijzigd bij de wetten van 23 April 1884
(Staatsbl. no. 54) en 16 April 1885, (Staatsbl. no. 78);
Gelet op de artt. 232 tot 236 der wet van 29 Juni 1851
(Staatsblad no 85).
Besluit onder 's konings goedkeuring
Art. 1. Als grondslag voor de berekening van het ver
gunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het
klein wordt genomen de jaarlijks te schatten huurwaarde
die de localiteitin verband met den omvang van het be
drijf waarvoor de vergunning strektkan geacht worden te
bezitten.
Het recht bedraagt twaalf gulden vijftig cent voor elke
vijftig gulden huurwaarde of gedeelte daarvan doch is voor
eene vergunning niet lager dan vijf en twintig gulden.
Yoor de localiteiten waar geen sterke drank verkocht noch
geschonken wordt tusschen Zaterdag avond te zes en Maan
dag ochtend te zes uurwordt het recht met vijf en twintig
ten honderd verminderd.
Restitutie van betaald vergunningsrecht wordt niet toe
gestaan
Art. 2. Het recht in het vorig artikel bedoeld is telkens
voor één jaarvan 1 Mei tot 30 Aprilverschuldigd.
Wordt echter eene vergunning tusschentijds verleend, dan
wordt het recht tot den eerst volgenden 30sten April bij
kwartalen berekendmet dien verstandedat een gedeelte
van een kwartaal voor een geheel geldt.
Art. 3. De schatting der huurwaarde geschiedt door twee
deskundigen, door burgemeester en wethouders te benoemen.
Tevens wijzen zij plaatsvervangers aanom de deskundigen
bij eventueele verhindering te vervangen.
Deze benoemingen geschieden telkens voor den tijd van één jaar.
Zoodra een verzoek om vergunning tot het verkoopen van
sterken drank in het klein is ingewilligd, geven burgemeester en
wethouders daarvan kennis aan de deskundigen in art. 3 bedoeld.
De schatting moet binnen acht dagen zijn verricht.
Art 5. De schatters maken van hunne bevinding ter
plaatse proces-verbaal op en zenden dit onverwijld aan bur
gemeester en wethouders in
Indien hieruit blijktdat de schatters over het bedrag der
huurwaarde in gevoelen verschillen wordt door burgemeester
en wethouders een derde deskundige aangewezendie met
de beide schatters binnen acht dagen na de daartoe ontvangen
opdracht de schatting verricht
De eerste alinea van dit artikel is ook ten deze van toe
passing.
Blijkt uit het nader proces-verbaal dat er geene eenstem
migheid is verkregendan geldt de schatting der huurwaarde
volgens de meerderheid en zoo alle drie schatters in gevoe
len verschillende schatting die noch de hoogste noch de
laagste is.
Art. 6. Burgemeester en wethouders deelen den verzoeker
binnen vijf dagen na ontvangst van het proces verbaal
schriftelijk en tegen bewijs van ontvang den uitslag der
schatting mede.
Art. 7. Indien de verzoeker met de schatting der huur
waarde van zijne localiteit geen genoegen kan nemen zendt
hij binnen vijf dagen na ontvangst van de kennisgeving in
het vorig artikel bedoeldschriftelijk een verzoek om her
schatting aan burgemeester en wethouders inmet opgave
van den persoondien hij als herschatter verlangt Bij ge
breke van die opgave wordt het bezwaarschrift geacht niet te
zijn ingediend.
Burgemeester en wethouders wijzen hunnerzijds onmiddel
lijk een persoon aan om bij de gevraagde herschatting voor
de gemeente op te treden.
De deskundigendie tot de eerste schatting hebben mede
gewerkt, zijn daartoe niet benoembaar.
Art. 8. Beide herschatters doen tegelijk met een derde,
door den ontvanger der directe belastingen aan te wijzen, op
nieuw de schatting in art. 3 bedoeld binnen acht dagen na
de daartoe van burgemeester en wethouders ontvangen op
dracht.
Zij handelen daarbij evenals in art. 5 le alinea, ten aan
zien van de eerste schatting is voorgeschreven.
Indien geene eenstemmigheid tusschen deze schatters be
staat is de laatste alinea van art5 van toepassing.
Art. 9. Indien de door den belanghebbende aangewezen
herschatter weigert den eed te doen of op den voor de her-
schatting bepaalden tijd niet ter plaatse is verschenen of wei
gert aan de herschatting deel te nemengeschiedt de her
schatting door de beide andere deskundigen en wordtbij
verschil van gevoelen, de middelsom van beider schatting als
grondslag genomen voor de berekening van het recht.
Art. 10. De bepaling van den dag en het uur der schat
ting of der herschatting geschiedt door den burgemeester,
in overleg met de schatters ot herschatters.
Art. 11. De schatters en herschatters leggen, alvorens
eenige schatting te verrichten den volgenden eed of belofte
in handen van den burgemeester af
tIk zweer (beloof) dat ik de schatting der huurwaarde van
localiteitenwaar sterke drank in het klein wordt verkocht
naar mijn beste weten en zonder aanzien des persoons over
eenkomstig de wet en de verordening zal verrichten. Zoo
waarlijk helpe mij God almachtig. (Dat beloof ik)."
Art. 12. Voor de schatting der huurwaarde volgens de le
alinea van art. 1zullen de schatters en herschatters, behalve
op het debiettevens hebben te letten op den standde lig
Bijlagé tot het verslag der handelingen van
den gemeenteraad te Leeuwarden,* 1885.
9?
ging en de inrichting der localiteit. Zij nemen daarbij voorts
in achtdatwanneer in de localiteitwaarvoor de vergun
ning strektook andere bedrijven dan dat van verkoop van
sterke drank in het klein worden uitgeoefend alleen de om
vang van laatstbedoeld bedrijf in aanmerking behoort te ko
men en datzoo de bedoelde localiteit een gedeelte van
een gebouw uitmaaktalleen de huurwaarde van dat gedeelte
moet worden geschat.
Art. 13. De belooning van ieder schatter wordt vastge
steld op ƒ1.en van ieder herschatter op ƒ2.voor de
werkzaamhedenvoortvloeiende uit iedere aanvraag om ver
gunning tot verkoop van sterken drank in het klein.
De belooning der schatters komt ten laste der gemeente
kas die der herschatters voor de eene helft ten laste der
gemeentekas en voor de andere ten laste van hem die de
herschatting heeft gevraagdDe deswege door den aanvrager
verschuldigde rechten moeten terstond bij de indiening van
het verzoek om herschatting worden voldaan. Bij gebreke
hiervan wordt het bezwaarschrift geacht niet te zijn ingediend.
Art. 14. Het bedrag van het vergunningsrecht wordt, in
verband met de voorgaande bepalingendoor burgemeester
en wethouders vastgesteld. Zij doen daarvan mededeeling
zoowel aan den belanghebbende als aan den gemeente-ontvan
ger en zenden aan den laatste tevens een afschrift der ver
gunning
Art. 15. Indien de belanghebbende wenscht dat de hem
verleende vergunning bij het eindigen van het vergunnings
jaar zal worden geacht wederom voor een jaar te zijn inge
gaan, geeft hij daarvan minstens ééne maand vóór het ein
digen van den termijnover welken de vergunning loopt
aan burgemeester en wethouders kennis, door wie onverwijld
eene nieuwe schatting van de in art. 1 omschreven huur
waarde wordt gelast.
Op deze herhaalde schatting zijn de artikelen 3 tot en met
13 van toepassing.
Art. 16. Deze verordening treedt in werking met den 1
Januari 1886met welk tijdstip alle vroegere bepalingen
nopens de heffing van het vergunningsrecht vastgesteld, ver
vallen.
OVERGANGSBEPALING.
Art. 17. Wegens de vergunningen die van 1 Januari
1886 tot 30 April van dat jaar verlengd worden, is het recht,
in art. 1 vastgesteldverschuldigd voor zooveel twaalfde ge
deelten als de termijn voor de vergunning maanden bevat.1
Een gedeelte van eene maand geldt voor een geheele.
VERORDENING op de invordering van het
gemeentelijk vergunningsrecht voorden
verkoop van sterken drank in 't klein.
De raad der gemeente Leeuwarden;
Gezien zijn besluit van den waarbij onder
*8 konings goedkeuring is vastgesteld eene verordening op de
heffing van het in art. 6 der wet, van 28 Juni 1881 Staats
blad no. 97)zooals deze is gewijzigd bij de wetten van 23
April 1884 (Staatsblad no. 54) en 16 April 1885 (Staats
blad no. 78), bedoelde gemeentelijk vergunningsrecht;
Gezien art. 238 der wet van 29 Juni 1851 Staatsblad
no. 85)
Besluit
Vast te stellen de volgende
VERORDENING op do invordering van het
gemeentelijk vergunningsrecht voor den
verkoop van sterken drank in 't klein:
Art. 1. De invordering van het vergunningsrecht geschiedt
door den gemeente-ontvanger.
Art. 2. De betaling van het recht geschiedt in één termijn
ten kantore van den gemeente-ontvangertegen uitreiking
door dezen aan den verzoeker van het afschrift, bedoeld in
art. 14 van de heffings-verordeningdat als bewijs strekt van
de betaling van het recht.
Van de ontvangst van het recht en de uitreiking van het
afschrift der vergunning wordt door den ontvanger onmid
dellijk aan burgemeester en wethouders kennis gegeven.
Art. 3. In het gevalbedoeld in art. 15 van de heffings
verordening, geschiedt de betaling van het vergunningsrecht
vóór het einde van den vergunningstermijnten kantore van
den gemeente-ontvangerin eens en tegen door dezen af te
geven kwitantie.
Door deze betaling wordt de vergunning telkens geacht
weder voor een jaar te zijn ingegaan.
De laatste zinsnede van art. 2 is in dezen van toepassing.
Art. 4. Deze verordening treedt in werking met den 1
Januari 1886, met welk tijdstip de verordening, vastgesteld
den 13 October 1881 vervalt.