a wf wr
BIJLAGE no. 20.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden; 1885:
KANTTEEKENINGEN op het rapport der
commissie van rapporteurs uit de sectiën van
den raad, over de invoering van het verpligt
tonnenstelsel.
Aan den Gemeenteraad!
Het schijnt dat de formulering van de conclusie van bur
gemeester en wethouders in de sectiën en bij de commissie
van rapporteurs, ernstige bedenking heeft ontmoet.
Te dien opzigte merk ik evenwel opdat men niet uit het
oog verliezen mag hoe de loop der behandeling is geweest
van het adres der vereeniging voor de volksgezondheid.
Oorspronkelijk is dat adres gesteld in handen van de com
missie voor de strafverordeningen.
Deze commissie wenschte een prae-advies van burgemeester
en wethouders en daarna eene principiële beslissing van den
raad. Eerst dan zou aan de commissie voor de strafverorde
ningen het ontwerpen van de voorschriften en verbodsbepa
lingen kunnen worden opgedragenzoo dit noodig bleek
te zijn.
Overeenkomstig dit verlangen van gemelde commissie is
door den raad besloten.
Het dagelijksch bestuur had dus tot taak eene beslissing
over het beginsel uit te lokkenmet andere woordeneen
voorstel te doen betreffende het al of niet invoeren van het
verpligt tonnenstelsel.
Hierover toch is men het algemeen eens dat het in de
gevolgen op hetzelfde neêrkomtof men verbiedt faecaliën te
loozen in gemeentelijke riolen en vaarwaters en te verzamelen
in beerputtenof dat men zegt, in beginsel is besloten tot
invoering van het verpligt tonnenstelsel.
Kortheidshalve is deze laatste uitdrukking te verkiezen.
Bij het nemen eener beslissingzooals door burgemeester
en wethouders is voorgesteldwordt volstrekt nog niet be
schikt over voorwerpen van particulier eigendom en worden
geene voorschriften gegeven omtrent de inrigting. Burge
meester en wethouders wenschen dat gaarne over te laten aan
de commissie voor de strafverordeningendie getoond heeft
uitstekend in staat te zijn zoodanige voorschriften en beschik
kingen te kunnen ontwerpen en welke commissie daartegen
ook in het algemeen volstrekt geene bedenkingen heeft.
Tot staving van deze bewering wordt hier in herinnering
gebiagtde laatstelijk vastgestelde verordening tot herziening
tegen en bij brand, waarin haarfijn omschreven is, hoe de
rookleidingen en schoorsteenen ingerigt moeten zijn ter be
veiliging tegen brandgevaar en waarin tal van bepalingen
voorkomen voor plaatsen bestemd tot het houden van open
bare vermakelijkhedenwelke voor de betrokken eigenaars
belangrijke kosten tengevolge hebben gehad.
Het valt niet te ontkennen dat schoorsteenen en lokalen
voor vermakelijkheden in niet minder mate voorwerpen van
particulier eigendom zijn dan privaten.
Wat het vonnis van den hoogen raad van 17 Junij 1878
Weekblad van liet Regtno. 4269aangaatzoo is de com
missie van oordeeldat de verwerping van de daarbij aange
voerde middelen van cassatie niet regtstreeks beslistdat de
raad bevoegd zou zijn voorschriften te geven omtrent de in
rigting van en de beschikking over voorwerpen van bijzonder
Bijvoegsel bejioorendk bij de Leeuwarder Courant.
109
eigendom. Moge het niet regtstreeks door dit vonnis worden
bewezen toch kan het na deze uitspraak als vaststaande worden
aangenomenwantindien zooals hier alle mogelijke midde
len van cassatiedie met zorg en studie waren gekozen t
worden verworpenblijft er niets anders overdan de be
twiste bevoegdheid te erkennenzooals trouwens ook overal
in bijna alle gemeenten van ons vaderland plaats heeft.
Het bestreden artikel der Dordrechtsche verordening vinde
hier eene plaats.
Het luidt aldus
„Het is verboden privaten te plaatsen of te houden boven
„de slootenof die in de slooten te doen ontlasten of zelfs
„eenig privaat anders te doen inrigten en ontlasten dan
„hetzij met toepassing van het tonnenstelsel, waartoe de ton
den zoo dit wordt verlangd voor rekening der gemeente
„zullen worden verstrekt, geledigd en verwisseld, hetzij met
„toepassing van het Liernurstelsel.
„Binnen zes maanden, na afkondiging dezer verordening,
„moeten alle bestaande privaten voor zoover zij hiermede in
„strijd zijn dienovereenkomstig zijn ingerigt. Evenwel kan
„ten aanzien van privaten, die thans ontlasten in putten,
„door burgemeester en wethouders, voor zoover hun de in-
„rigtiDg voldoende voorkomt en de putten behoorlijk worden
„geruimd tot wederopzeggenshet voortduren van dien toe
stand toegestaan worden.
„Overigens kan bij afzonderlijk gelegen woningen of bij
„woningen met voldoende erven, ter beoordeeling van bur
gemeester en wethoudersvan het voorschriftin alinea 1
„van dit artikel vervat, afgeweken worden, maar moeten als-
„dan in elk geval, de privaten en hunne uitlozing, overeen-
„komstig de voorschriften van burgemeester en wethouders,
„ingerigt worden/'
Door de uitspraak van den hoogen raad is de handhaving
dezer bepaling bekrachtigd.
Dat ook de gemeenteraad van Leeuwarden omtrent zoo
danige bevoegdheid niet twijfelt, blijkt niet alleen uit de
verordening tot voorziening tegen en bij brandmaar ook
uit de verordening op het bouwenwaarbij de uitoefening
van het eigendomsregt in groote mate wordt beperktzoowel
voor nieuw te stichten woningenals voor bestaande ge
bouwen.
Aan het slot van de beschouwingbetreffende het vonnis
van den hoogen raad wijzen de woorden in het rapport der
commissie op een misverstand.
Daar leest men tochdat de raad niet bevoegd zou zijn
„om het gebruik van gemeentelijke ivisseltonnen voor te
schrijven".
Het is van belang er op te wijzendat het voorstel van
burgemeester en wethouders die strekking niet heeft. Het is
niet de bedoeling de ingezetenen te gelasten de faecaliën die
hun toebehooren af te staan aan de gemeente. Het is veel
minder de bedoeling de ingezetenen op te leggen gebruik te
maken van de tonnen der gemeente.
Volstrekt niet, er wordt beoogd te verbieden de faecaliën
te bewaren of te loozen op eene wijzedie lucht en bodem
bederft en ziekte en dood tengevolge kan hebben voor de
mede -burgers
Bij invoering van het verpligt tonnenstelsel kan ieder zijn
eigen ton gebruiken en daaraan den vorm geven dien hij
verlangtmits het een verplaatsbare toneen fosse mobile
zij. Hij kan zelf die ton naar buiten de stad doen brengen
19