BIJLAGE no. 22.
114
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885.
Art. 15. Na aftrek van 7 pet. van de bruto-opbrengst
worden de koopsommen door den afslager tegen kwitantie
aan de aanvoerders van het verkochte uitbetaald.
Art. 1G. Alle ambtenaren en beambten van politie, zoo
mede de afslager en de keurmeesters van vleeschvisch en
vruchten, worden met de zorg voor de naleving der bepalin
gen dezer verordening belast.
Art. 17, Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
188G.
Op dien datum vervalt de verordeningregelende den af
slag van zeevisch en gevogelte aan de vischmarkt alhier
vastgesteld bij raadsbesluit van 24 Maart 1864.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat er noodzakelijkheid bestaat het besluit tot
heffing eener belasting, onder den naam van vischmarktgeld,
in die gemeente te herzien.
Gezien de artt. 232 en 238 der wet van 20 Junij 1851
Staatsblad no. 85).
Heeft besloten vast te stellen navolgend
BESLUIT tot heffing eener belasting
voor het gebruik van de vischmarkt te
Leeuwarden.
Art. 1. Het legtverschuldigd voor den verkoop bij af
slag van vischgevogeltegroente of fruit op de vischmarkt
alhierbedraagt 7 ten honderd van den onzuiveren verkoop
prijs der ten afslag aangeboden en verkochte waren.
Art. 2. Voor staan- of zitplaatsen voor den verkoop in
het kleinis wegens elke oppervlakte van zes meter of
gedeelte daarvan per dag 2y3 cent verschuldigd.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking 1 Januarij 1886,
op welken datum vervalt het heffingsbesluit van 24 Maart
1864goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 Julij d. a. v.,
no. 18.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien het besluit vanwaarbij is vastgesteld
een besluit tot heffing eener belasting voor het gebruik van
de vischmarkt te Leeuwarden
Heeft besloten vast te stellen navolgende
VERORDENING op de invordering van
de belasting voor het gebruik van de visch
markt te Leeuwarden.
Art. 1. De belasting voor het gebruik van de vischmarkt
te Leeuwarden wordt door den afslager ingevorderd.
Art. 2. Het regtad 7 ten honderd van den onzuiveren
verkoopprijs van den ten afslag aangeboden en verkochte
warenwordt door den afslager ingehouden van den door
hem uit te betalen verkoopprijs.
Art. 3. Het regtverschuldigd voor staan- of zitplaatsen
voor de verkoop in het klein wordt terstond bij het in ge
bruik nemen der plaatsen aan den afslager voldaan.
Art. 4. De afslager stort de door hem ontvangen belasting
binnen vijf dagen na het einde van iedere maand ten kantore
van den gemeente ontvangeronder overlegging van een
stortingstaatopgemaakt overeenkomstig de door burgemeester
en wethouders te geven voorschriften.
Art, 5. Bij nalatigheid of weigering van het verschuldigd
regtwordt de belasting ingevorderd door den gemeente
ontvanger overeenkomstig de artt, 258, 259 en 260 der ge
meentewet terwijl mede de artt. 261 262 270 tot en met
273 dier wet hier van toepassing worden verklaard.
Art. 6. Deze verordening treedt in werking op 1 Januarij
1886, op welken datum vervalt de verordening op de invor
dering der belastingonder den naam van vischmarktgeld
vastgesteld 24 Maart 1864.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1885.
115
VERSLAG van de commissie van rap
porteurs, uit de sectiën van den gemeente
raad, omtrent het onderzoek der gemeente-
begrooting voor 1886.
In de 2e sectie werden de algemeene beschouwingen over
deze ontwerp-begrooting voorafgegaan door eene vraag van
den voorzitterten einde het gevoelen der sectie te vernemen
over de wenschelijkheid om den voormaligen zuidwester dwin
ger door afgraving voor bouwterreinen geschikt te maken.
Volgens informatiëndoor burgemeester en wethouders
verkregenzoude de af te graven grond waardeloos zijn
maar ook zonder betaling kunnen worden weggehaald, terwijl
de door de gemeente te maken kosten voor bestrating, riolee-
ring enz. zeer waarschijnlijk door de opbrengst der bouwter
reinen ruimschoots zullen worden vergoed.
Bij de leden der sectie op de behandeling van dit onder
werp geheel onvoorbereidvond het plan weinig sympathie.
Slechts één lid ondersteunde bepaald dit ontwerp, meenende
dat bouwterreinen voor kleine burgerhuizen enz. ook in deze
zoo gedrukte tijden gereede afnemers zullen vindenmits de
gemeente de eischen niet te hoog en de voorwaarden voor
de bebouwing vrijgevig stelt.
In het algemeen vond die gunstige meening tegenspraak.
De groote meerderheid achtte den tijd voor het aan de markt
brengen van bouwterreinen ongeschikt. Over de wensche
lijkheid of de dwinger moet behouden blijventotdat gunsti
ger tijdsomstandigheden aan het dempen van de grachten
langs de Druifstreek enz. kunnen doen denkenverschilde
meu in gevoelen. Maar eenstemmig verklaarde de sectie
gaarne een bepaald oordeel over deze belangrijke aangele
genheid hetzij al dan niet van voorstellen vergezeld van
burgemeester en wethouders tegemoet te zien.
Aangezien dit plan ligt buiten het kader der begrooting
en in de le en 3e sectie niet is besproken achten rappor
teurs zich niet geroepen thans daarover een bepaald oordeel
uit te spreken. Met den wensch van de 2e sectie kunnen
zij zich echter geheel vereenigen.
Algemeene beschouwingen over het geheele zamenstel der
begrooting werden in de le sectie niet gehouden.
In de 3e sectie kwam daarbij ter sprake het door de ge
meente te hoeden aandeel in de kwade posten in zake het
4/5 der personeele belastingwaarvoor en onder volgn. 44
en onder volgn. 209, een bedrag van pl. m. ƒ2,200.is
uitgetrokken verder, volgn. 138nHerbouw van den Nieuwen
of St. Jacobstoren."
Terwijl deze punten in de le en 2e sectie bij de betrekke
lijke onderdeelen zijn behandeld, komt het rapporteurs regel
matiger voor, de door de begrooting aangewezen orde te volgen.
In de 2e sectie liepen de algemeene beschouwingen uitslui
tend over de middelen die zouden kunnen worden aangewend
om in den toestand van de geineente-financiën verbetering te
brengen. Tot bepaalde voorstellen leidde dat debat niet.
Een lid wees op een onderwerp reeds door hem ten vori-
gen jarebij een zelfde gelegenheid ter sprake gebragt, n.m.
of in de belangrijke kosten voor het onderwijs, die deze ge
meente heeft te dragen, geene bijdrage kan worden verkregen
van die naburige gemeenten, waarvan kinderen der ingezete
nen van onze onderwijs-inrichtingen gebruik maken. Zie
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant,
verslag van 's raads handelingen 1884, pag. 223, en de daarbij
behoorende bijlage no. 31 waarnaar ter bekorting wordt
verwezen.
Het oordeel van rapporteurs omtrent de gemeentezorg, het
onderwijs betreffendeis verdeeld. Dat het eenig nut kan
hebben van hunne verschillende meeningen hier blijk te
geven erkennen zij niet. Maar rapporteurs zijn eenstemmig,
wanneer zij het in de 2e sectie besproken denkbeeld aan de
ernstige overweging van den raad aanbevelen.
In afwijking van de begrooting werd in de sectiën aange
vangen met de behandeling der uitgaven. Ook rapporteurs
volgen dien weg.
UITGAVEN.
Volgn. 66, hoofdst. 1, afd. 1, art. 7 zal met ƒ550.
dienen te worden verhoogd overeenkomstig 's raads besluit
d.d. 8 September j.l.no. 2.
Onze commissie stelt dus voordit art. uit te trekken op
ƒ8,375.—
Volgn. 79. Onder hoofdst. IIafd. Illart. 1 is opge
nomen 35.voor het herstellen van het plafond in een
lokaal van de voormalige hoofdwacht, bij de politie in gebruik.
In de 2e sectie werd opgemerktdat deze uitgave meer
eigenaardig onder volgn. 156 behoort.
Rapporteursvan oordeel dat daartegen geene bedenkingen
zullen bestaan doen het voorsteldit art. met 35.te
verminderen en alzoo te brengen op 1,320.
Volgn. 103. In verband met de belangrijk toegenomen
uitgaven voor onderhoud van plantsoenwerd in de 2e sectie
gevraagdhoeveel werklieden voor dat onderhoud worden
gebezigd opdat een oordeel kan worden uitgesproken of met
de daarvoor beschikbare werkkrachten de zorg voor onze
plantsoenen voldoende kan worden geacht.
Rapporteurs wijzigen die vraag in zooverredat zij het
college van dagelijksch bestuur in overweging gevenbij de
begrooting voor het volgende dienstjaar eene gedetailleerde
opgave te voegen van de uitgaven voor arbeidsloonenin dit
onderdeel opgenomen.
In de 3e sectie kwam ter sprakeBeplanting van den
weg Achter de Hoven".
Rapporteurs herinnerendat in dit arteene som van
ƒ100.is uitgetrokken voor verbetering van de bermbeplan
ting langs dien weg.
Volgn. 105. In de 2e sectie ging een klagt op over den
slechten staat van onderhoud en de weinige zorgaan de
reinheid van de publieke urinoirs besteed.
Rapporteurs kunnen die opmerking niet tegenspreken.
Na afloop van het sectie-onderzoek is in handen van onze
commissie gesteld een voorstel van burgemeester en wethou
ders om dit art. met ƒ700.te verhoogen.
Rapporteurs overtuigd dat het hier geldt eene zeer ge-
wenschte verbetering, daar het gebruik van ijzeren wissel-
tonnen in stede van gemetselde vuilnisbakken de zindelijkheid
bevorderen en het brandgevaar verminderen zalnemen deze
wijziging met algemeene stemmen overen stellen voor
hoofdst. Ill, afd. 1, art. 6 te versterken met ƒ700.en
alzoo te brengen op 1,475.
Volgn. 108. Van de le sectie werd de opmerking ont
vangen dat, indien volgn. 66 met ƒ550.wordt verhoogd,
dit art. met ƒ50.kan worden verminderd.
Onze commissie kan zich daarmede vereenigen en zoude
dus voorstellen dit onderdeel vast te stellen op 1,340.
24