9 T V t N G N T E X.
BIJLAGE no.
7. JRalEIKIIEISriIbTG-
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad, te Leeuwarden 1886.
OVERGANGSBEPALINGEN.
Art. 24.
Bij het in werking treden dezer verordening worden gebragt
tot de bewaarscholen der
eerste klasse de tegenwoordige zesde bewaarschool
tweede klasse de tegenwoordige eerste, tweede en derde be
waarschool
derde klasse de tegenwoordige vierde en vijfde bewaarschool.
Art. 25.
l)e thans aan de bewaarscholen verbonden medehelpsters
blijven daaraan werkzaam onder den naam van kweekelingen
Art. 26.
Niet van toepassing zijn
1°. het eerste lid van art. G op den hoofdonderwijzer
der tegenwoordige vierde bewaarschool
2°. het tweede lid sub a vau dat artikel op hem en de
hoofdonderwijzeressen der tegenwoordige eerste, tweede en der
de bewaarschool
3°. het vóórlaatste lid van art. 11 op de in het vorig art.
bedoelde kweekelingen.
Waar verder in deze verordening wordt gesproken van
hooj'dondenvjzeressen, is hieronder de hoofdonderwijzer der te
genwoordige vierde bewaarschool begrepen.
Art. 27.
De in het vorig art. genoemde hoofdonderwijzerzoomede
de bij de invoering dezer verordening in betrekking zijnde
medehelpstersdie eene hoogere jaarwedde genieten dan bij
deze verordeniug voor haar als kweekelingen is bepaald, blijven
in het genot hunner tegenwoordige jaarwedden.
Art. 28.
Deze verordening treedt in werking den 1 October 1886.
II. De raad der gemeente Leeuwarden,
Gelet op zijn, op voordragt van burgemeester en wethou
ders genomen, besluit van 14 Augustus 1884, strekkende om
aan eene vaste raadscommissie van vier leden, krachtens art.
54alinea 2 der gemeentewetop te dragenhun collegie
bij te staan in het beheer der gemeentelijke bewaarscholen;
Gezien art. 55 dier wet;
Besluit
Vast te stellen navolgende
Verordening, regelende den werkkring
van de vaste raadscommissie voor de ge
meentelijke bewaarscholen.
Art. 1.
Er is eene vaste raadscommissie, ten einde burgemeester en
wethouders bij te staan in het beheer van de gemeentelijke
bewaarscholen.
Deze commissie bestaat, buiten den burgemeester of een der
wethouders als voorzitteruit vier leden.
Zij voert den naam van Commissie voor de gemeentelijke be
te aarscholen.
Zij kan zich door eene commissie van vijf dames doen bijstaan.
De benoeming van de leien dezer commissie en de regeling
van hare werkzaamheden geschieden door haar.
Van een en ander geeft zij aan burgemeester en wethouders
schriftelijk kennis.
Art. 2.
De bij het tweede lid van het vorig art. bedoelde leden
worden jaarlijks door den raad benoemd in zijne eerste ver
gadering in de maand September.
Art. 3.
De commissie benoemt uit haar midden een secretaris.
Van de gedane benoeming geeft zij aan burgemeester en
wethouders schriftelijk kennis.
Art. 4.
Zij vergadert ten minste eenmaal in de twee maanden en
voorts zoo dikwijls de voorzitter het noodig oordeelt.
Art. 5.
Zij verdeelt onder hare leden hare werkzaamheden gedurende
het volgende jaar over de onderscheidene scholen.
Zij geeft hiervan aan burgemeester en wethouders schrifte
lijk kennis.
Art. 6.
Zij mag geen besluit nemenzoo erbehalve de voorzitter,
minder dan de helft der leden tegenwoordig is.
Zij besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen der aan
wezige leden.
Bij liet staken der stemmen wordt een voorstel geacht niet
te zijn aangenomen.
De stemming over personen geschiedt bij ongeteekende brieljes.
Is bij de eerste stemming geen volstrekte meerderheid ver
kregen, dan wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan
Levert ook deze stemming geen volstrekte meerderheid op
dan wordt de stemming bepaald tot de twee personeu, die bij
de tweede stemming de meeste stemmen hebben bekomen.
Indien bij de derde stemming de stemmen staken, beslist het lot.
Art. 7.
Zij ontvangt jaarlijks uit de gemeentekas eene som van ƒ100
ter bestrijding van hare uitgaven.
Dit bedrag wordt op de gemeeute-begrooting gebragt en
zonder nadere verantwoording in de rekening geleden.
Art. 8.
Zij is belast met het onderzoek
1°. van de candidaten, bedoeld bij het derde lid van art.
7 der verordeniug op de gemeentelijke bewaarscholen, in
dien dit onderzoek wordt voorgeschreven
2°. naar de vereischteu, omschreven in het derde lid van
art. 9 dier verordeniug.
In beide gevallen kan zij zich door een of meer deskundigen
doeu bijstaan.
Art. 9.
Voor de benoeming van hulponderwijzeressen dient zij bij bur
gemeester en wethouders eene aanbeveling van drie personen in.
Art. 10.
Zij benoemt schorst en ontslaat, ouder goedkeuring van
burgemeester en wethouders, de kweekelingen en de oppassters.
Art. 11.
Zij kan dc hoofdonderwijzeressen, hulponderwijzeressen en
kweekelingen verlof tot afwezigheid geven, mits voor niet lan
ger dan één dag.
Art. 12.
Zij beslist in het geval, bedoeld bij het tweede lid van art.
13 der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen.
Art. 13.
De toelating der kinderen geschiedt door haar, wat de scho
len der 3e klasse betreft, ouder goedkeuring van burgemeester
en wethouders.
Van de toelating geeft zij schriftelijk kennis aan burge
meester en wethouders.
Art. 14.
Zij bepaalt
1°. het tijdstip van de jaarlijksche openbare lessen
2°. den duur van de vacantiën.
Ten minste veertien dagen te voren geeft zij van een en
ander aan burgemeester en wethouders schriftelijk kennis.
Bijlagen tol het ver-lag fier handelingen van-den gemeenteraad te Leeuwarden18811.
van de ONTVANGSTEN en UITGAVEN
der gemeente Leeuwarden, over het jaar 1885.
JP
M
Artikel.
OMSCHRIJVING der ARTIKELEN.
(ONTVANGSTEN.)
Begrooting
sommen.
Werkelijk
bedrag.
1
Ja
1
1
2
Ontvangsten wegens vroegere dienstjaren.
Batig slot der door den gemeenteraad geslotene rekening over het
dienstjaar 1883zoover daaraan niet reeds eene bepaalde bestemming
is gegeven
Gedeelte van het batig saldo der rekening over 1884
29464.82
44227.495
29464.82
44227.49*
Totaal van het Iste hoofdstuk
73Ö92.315
73692.315
0
3
II
I
1
2
Opbrengst van plaatselijke belastingen.
Opcenten op de hoofdsom der grondbelasting.
40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen.
10 opcenten op de hoofdsom der belasting op de ongebouwde eigen
dommen.
16185.07
961.06
1 17Ö32.6G
i
Totaal der Iste afdeel iug
17146.13
17(532.66
4
11
1
Opcenten op de hoofdsom der rijks personele belasting,
30 opcenteu op de hoofdsom der personele belasting van 1 Januarij
tot uit. December 1885
29610.—
28966.40'
Totaal der Ilde aftiteling
29610.
289(3 (3.40'
lil
Opcenten op de hoofdsom van de in het 5e lid van art. 240 der ge
meentewet bedoelde daarvoor vatbare rijksbelastingen, direct naar het ver
mogen of inkomen geheven, met uitzondering van het patentregt. Nihil.
Totaal der 11 Ie afdeeling
5
IV
1
Hoofdelijke omslagen ot andere plaatselijke directe belastingen.
Plaatselijke directe belasting naar ƒ3.52 ten honderd van het belast
baar inkomen
Totaal der IVde afdeeling
J.51939.61
151939.61
151205.42'
151205.42'
V
Belasting op voorwerpen vau verbruik. Nihil.
VI
Totaal der Yde afdeeling
Belasting op de honden.
Opbrengst der belasting op het houden van honden
6
1
1900.—
1764.09
Totaal der Vide afdeeling
1900.—
1704.09
7
VII
1
Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden.
Opbrengst van de belasting op tooneelvertooningen enz.
700.—
384.285
Totaal der Vilde afdeeling
700.—
384.28'
8
VIII
1
Belasting op den kleinhandel in sterken drank.
Opbrengst van het vergunningsregt voor het verkoopeu van sterken
drank
8800.—
8955.22
Totaal der VlIIste afdeeling
8800.—
8955.22
9
10
11
IX
1
2
3
Regtenloonen en andere gelden, bedoeld bij artt. 240 en 238 der
gemeentewet.
Opbrengst van leges, geheven ter secretarie (hoofdbureau en bureau
van den burgerlijken stand)
Opbrengst van bruggelden
Opbrengst van veergelden
800.—
2965.—
1175.—
682.—
3103.95
1175.—
Trans parte re
4940
4960.35