Bijlage no. 2.
Bijlage lot het verslag der handelingen van gemeenteraad te Leeuwarden 18S7.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer U hierbij ter overweging en vaststelling
aan te bieden eene ontwerp-verordeninghoudende algemeene
bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden.
Voor de gronden waarop zij rustverwijzen wij naar de bij
gevoegde memorie van toelichting.
De Commissie tot het ontwerpen van strafverordeningen,
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT.
A. DUPARC.
J. L. van SLOTERDIJCK.
MINNEMA BUMA.
J. C. MEIJER.
Leeuwarden, den 8 Februarij 1887.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat ertengevolge van de invoering van het
wetboek van strafregtnoodzakelijkheid bestaat tot herziening
van de verordening betreffende de instandhouding; bruikbaarheid,
reinheid, vrijheid en veiligheid der openbare wegen bruggen
verenwateren vaarten stratenplantsoenen pleinen en
andere plaatsentot gemeene dienst van allen bestemdin de
gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 Maart
1876 Gemeenteblad no. 3);
Gezien art. 135 der gemeentewet en art. 24 der wet van 15
April 1886 Staatsblad no. 64);
Besluit
Vast te stellen navolgende
VERORDENING houdende algemeene bepalin
gen van politie voor de gemeente Leeu
warden.
Art. 1.
Hij die nalaatde openbare waterstaatswerken, tot gemeene
dienst van allen bestemd niet in onderhoud of beheer bij het
rijkde provinciede gemeente o/ waterschappen waarvan
het onderhoud ten zijnen laste is, ten genoegen van burgemeester
en wethouders schouwbaar te maken en ten allen tijde schouw-
baar te houdenwordt gestraft met geldboete van ten hoogste
vijfentwintig gulden.
De verpligting tot onderhoud van deze werken rust op hem,
die als onderhoudpligtige op den definitief vastgestelden legger
is aangewezen.
Art. 2.
De eigenaren der in het vorig art. bedoelde werken of, inge
val op deze eigendommen een zakelijk regt rustzijdie
krachtens dat zakelijk regthet genot hebben worden op de
na te noemen leggers als onderhoudpligtigen dier werken aan
gewezen.
Deze leggers vermelden
a. de soort, de benaming en de naauwkeurige omschrijving
van het werk
b. de naauwkeurige kadastrale aanduiding van de perceelen,
op welke de verpligting tot onderhoud rust;
c. het aandeel, door ieder dier perceelen in den onderhouds-
last te dragen.
d. de eigenaren of hen die krachtens zakelijk regt het ge
not van deze eigendommen hebben.
Art. 3.
Ieder legger wordt door burgemeester en wethouders op
gemaakt en daarna gedurende dertig dagen voor een ieder ter
inzage op de secretarie der gemeente nedergelegd.
Van die nederlegging geschiedt ten minste drie dagen te vo
ren openbare kennisgeving
a. door aanplakking van eene bekendmaking op de daar
voor bestemde plaatsen binnen de gemeente;
b. door plaatsing van die bekendmaking in de Leeuwarder
Courant.
Aan de belanghebbenden wordtvoor zoover mogelijk, schrif
telijk mededeeling van die nederlegging gedaan.
Art. 4.
Zoolang de legger ter inzage ligt en acht dagen daarna is
een ieder bevoegdmondeling of schriftelijk bezwaren daarte
gen bij burgemeester en wethouders in te brengen.
In de in het vorig artikel bedoelde kennisgeving wordt her
innerd aan die bevoegdheidmet vermelding van tijd en plaats,
waarop burgemeester en wethouders zitting zullen houden tot
het aanhooren van de mondeling in te brengen bezwaren.
Art. 5.
Van de mondeling ingebragte bezwaren wordt proces-verbaal
opgemaaktdat door hen die de bezwaren hebben ingebragt^
mede wordt onderteekend.
Van de schriftelijk ingediende bezwaren wordt door den se
cretaris bewijs van ontvang afgegeven.
Art. 6.
Burgemeester en wethouders zenden binnen veertien dagen
na hunne in art. 4 bedoelde zitting den ontworpen legger
met de bij hen ingekomen bezwaarschriften en het proces-ver
baal in het vorig -artikelbedoeldaan den gemeenteraad
en voegen bij die stukken een verslagwaarin zij hun gevoe
len over de ingebragte bezwaren mededeelen.
Een afschrift van dat verslag wordt op de secretarie ter in
zage voor een ieder nedergelegd.
Van de inzending en nederlegging van het verslag geschiedt
terstond daarna openbare kennisgeving op de wijze, omschreven
in art. 3, en bovendien schriftelijke kennisgeving aan hen,
die bezwaren tegen den legger hebben ingebragt.
Een afschrift of uittreksel van het verslag van burgemeester
en wethouders wordt tegen betaling van de kosten verstrekt
aan iederdie dit verlangt.
Art. 7.
Binnen veertien dagen na de kennisgeving, in het voorgaan
de artikel vermeld kunnen bij den gemeenteraad bezwaren tegen
den legger en de daarbij overgelegde stukken worden ingebragt.
Art. 8.
De raad onderzoekt de ingebragte bezwaren en stelt vervol
gens den leggerna daarin de noodzakelijk geoordeelde veran
deringen te hebben aangebragt, voorloopig vast bij een met
redenen omkleed besluitdat binnen acht dagen daarna aan hen,
die bezwaren hebben ingebragt, wordt medegedeeld.
Door den raad kunnen ook ambtshalve veranderingen in den
legger worden gemaakt.
Art. 9.
Binnen acht dagen na de voorloopigc vaststellingin het vo
rige artikel vermeldwordt de legger ter inzage van een ieder
pp de secretarie nedergelegd en daarna aan Gedeputeerde Sta-
|ten gezonden.
De legger vermeldt de dagteekening van de opmaking en van
de voorloopigc vaststellingde termijnengedurende welke hij
ter inzage heeft gelegen, en de dagen, waarop daarvan ken
nisgeving is gedaan.
Art. 10.
Van de voorloopige vaststelling en van de inzending aan