Bijlage tot het veaslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1887. Art. 42. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden 1°. hij die bij het vervoer van stalmest den wagen meer dan strijkelings vol laadt; 2<>. hij diedoor dat vervoer de straat verontreinigende deze niet onmiddellijk na afloop van het werk weder behoorlijk reinigt. Art. 43. Hij die op stoepen op de openbare straat in openbare waterenop het ijs of op eenige andere daartoe niet opzette lijk bestemde openbare plaats zijne behoefte doetof potten emmers vaten of eenig ander voorwerp geheel of gedeeltelijk gevuld met secreetmest, ledigt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Art. 44. Hij, die op eenige openbare, daartoe niet opzettelijk bestemde, plaats zijn water loostwordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden. Art. 45. Hij die secreetmest verzamelt of vervoert anders dan in overdekte vaten, pol tenkarren, kruiwagens, pramen of der gelijke, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Art. 46. Hij die binnen de bebouwde kom der gemeente eene ver zameling van paarden- of rundermest of ander vuil aanlegt of heeft, anders dan in geheel waterdigt gemetselde en overdekte bakken, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art, 47. Hijdie buiten de bebouwde kom der gemeente eene ver zameling als in art. 46 bedoeld aanlegt of heefttenzij op een afstand van vijf meter van de openbare straat of door een muur of schutting van ten minste twee meter hoogte daarvan geschei den wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gul den. Art. 48. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden: lo. hijdie een secreet heeft langs de openbare straat, ten zij door een muur of schutting van ten minste twee meter hoogte daarvan gescheiden 2°. hijdie eene waterlossing uit een huis of van een erf of ier uit een mesthoop op of over de openbare straat doet uitloopen. Art. 49. Hij die binnen de bebouwde kom der gemeente een privaat of rioolbestemd tot afvoer van faecale stoffendoet uit loopen in eene zinkput of in eene sloot van mindere breedte dan vier meterwordt gestraft met geldboete van ten hoogste twintig gulden. De breedte wordt genieten op de lijn van het zomerpeil van het boezemwater der provincie Friesland, aangewezen door het merk 0 op de peilschaal in den walmuur tegenover het gouvernementshuis te Leeuwarden. Art. 50. Hij, die aan de openbare straat of hieraan grenzende stoe pen, belendende deuren of vensters van eene slagtplaats van rund vee schapenvarkens of paarden wanneer daarin wordt ge- slagtniet zóó gesloten of ingerigt heeftdat van de straat of stoep daardoor niet naar binnen kan worden gezien, wordt ge straft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Onder slagten isbehalve het afmakenook het villen uit halen en schoonmaken van het dier begrepen. Art. 51. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden 1°. hij, die bloed, afkomstig van een geslagt dier, op de openbare straat of in de daarnevens gelegen goot laat loopen of daarlangs veegt 2°. hij, die, zich met het slagten van dieren ophoudende, nalaathet bloed en alle andere van de dieren afkomstige on reinheid in overdekte bakken of troggen te verzamelen en zoo spoedig mogelijk naar de daarvoor bestemde plaatsen te vervoeren. Art. 52. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden: 1°. hij, die puin, keizei, afbraakvoorwerpentakken of dergelijke brengt of neerwerpt op andere openbare plaatsen dan die daarvoor door burgemeester en wethouders zijn aange wezen 2o. hij die van laatstbedoelde plaatsen gebruik maakt tus- schen vrijdagavond na zonsondergang en maandag morgen 3o. hij, die aarde of modder op deze plaatsen brengt. De eigenaar of de aannemer van het werk, dat J.ot het ver voer van de in dit art. genoemde voorwerpen aanleiding heeft gegevenis hiervoor aansprakelijk. Art. 53. Hijdietenzij tot de daartoe van wege het gemeentebestuur aangestelde werklieden behoorendevan eene plaats als in het vorige artikel bedoeld puin, keizei, afbraakvoorwerpen, takken of dergelijke weghaalt, wordt gestraft met geldboete van ten hoog ste tien gulden. Art. 54. Hij die puin keizeiafbraakvoorwerpen takken aarde modder of andere dergelijke stoffen, op eene plaats als in art. 52 bedoeld of ook elders over de straat verspreidt, uit elkan der werkt, in het openbare water of op het ijs werpt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden. Art. 55. Hijdie op de openbare straat boomen plantzonder daar toe geregtigd te zijn, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 56. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste twintig gulden: 1°. hij, die een gebouw, een muur, een schutting of wat meer van dien aard is, onmiddellijk of door de stoep aan de openbare straat belendendeoprigtverzet of vernieuwt, indien met vooraf door burgemeester en wethouders of hunnentwege op aanvrage van den belanghebbende de rooijing is aangewezen; 2°. hijdie zich niet aan die rooijing houdt 3°. hijdieindien terreinendoor slootengrachten of omheiningen van de openbare straat afgescheiden, door het dempen of wegnemen van die afscheidingen met de openbare straat worden verbonden een gebouw binnen den afstand van vijf meter daarvan oprigt, anders dan met inachtneming van het bepaalde bij de eerste twee leden van dit artikel. Art. 57. Hij die eenig vast vooruitstekend getimmertevan welken aard ook behalve gewone gevellijstenvóór of aan het huis den muur of de schuttingover de stoep of de openbare straat, onverschillig op welke hoogte of verdiepingmaakt of laat ma ken wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden- Bylage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1S87J Art. 58. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden: lo. hijdie eenig vast getimmertepalen met of zonder leuningenkettingen of hekwerken op eene stoep plaatst 2°. hij, die aan eene stoep meerderen oploop naar het ge bouw geeft dan 1/25 van de breedte van de stoep 3o. hijdie op eene stoep gedurende dene nacht kisten manden of andere voorwerpen onbeheerd laat verblijven. Art. 59. Hij die deurenhekken vensters of zonneblinden over de openbare straat laat uitslaan wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 60. Hij die bij het sloopen tot wegruiming van eenig aan de openbare straat belendend gebouw de daardoor ontstane opene ruimte niet binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn behoorlijk afsluitwordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 61. Hijdiebij het sloopen tot herstelling van een aan de openbare straat belendend gebouw, niet eene behoorlijke afslui ting aan de straat- of wegzijde maakt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 62. Ieder eigenaar van een aan de openbare straat belendend gebouwdat door zijne bouwvalligheid gevaarlijk is te achten voor de veiligheid van de voorbijgangers die dat gebouw niet binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen ter mijn herstelt of afbreekt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste twintig gulden. De last tot herstelling of afbraak van bouwvallige gebouwen gaat van burgemeester en wethouders uitop het verslag van den directeur der gemeentewerken en behelst de vermelding van den termijnbinnen welken aan den last moet worden voldaan. Het daartoe strekkende besluit wordt medegedeeld aan den eigenaar, indien deze in de gemeente woont, en anders aan den beheerder of aan den gebruiker van het pand. Art. 63. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden: hij diebehoudens de bepalingen omtrent de markt-politie de openbare straat bezigt 1°. tot het plaatsen van een kalkhok tijdelijke werkplaats materialen of tot het verrigten van eenige werkzaamheid van handwerk of bedrijf; 2°. tot het plaatsen van een of meer rijtuigenlinnenrak ken koopwaren of andere goederen of tot het uitslaan van ta pijten. Art. 64. Hijdie tot de uitoefening van eenigen arbeid of van eenig bedrijf, zooals dat van kuipen, loodgieten asphaltverwerken losbranden van gas- of telegraafpijpenaan of op de openbare straat in de open lucht vuur moet gebruiken en dat vuur niet tegen den wind beveiligt door het plaatsen van eene metalen schutting ter hoogte en ter breedte van ten minste een meter wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 65. Hijdie een of meer paardenlastdieren of ander vee op de openbare plaatsen vastmaakt aan huizen, stoepen, bruggen, leuningen, boomen of dergelijke daartoe niet bestemde voor werpen, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Art. 66. Hij die goederen hangt over of vasthecht aap bruggen, leu ningen of andere openbare daartoe niet bestemde eigendommen, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden. Art. 67. Hij die in de binnengrachten op een schip of vaartuig lin nen kleeden of dergelijke voorwerpen, hetzij om te droogen, hetzij om andere redenheeft hangenwordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Art. 68. Hij die op of binnen den afstand van vijftig meter van de openbare straat eenig vuurwerk van welken aard ook, afsteekt of doet ontbrandenof met vuurwapenen schiet, of teertonnen pektonnen en dergelijke in brand steekt, zonder daartoe ge regtigd te zijn, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Alt. 69. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden lo. hij die bij vriezend weder de openbare straat schrobt of daarop water werpt of, indien de straten met sneeuw of eene ijskorst bedekt zijneene glijdbaan maakt, eene gemaakte glijdbaan als zoodanig gebruikt, zich met eene prikslede of eenig ander voorwerp van eene pijp, brug of wal laat afglijden of op de openbare straat op schaatsen rijdt; 2°. hij, die sneeuwvan waar ookop de openbare straat brengt of diedaarop liggendedoor vegenscheppen of welke andere middelen ook verplaatst. Zij die aan grachten wonenmogen de sneeuw in de gracht of op het ijs brengen, mits de bijten worden open gehouden. Art. 70. Ieder hoofdbewoner of gebruiker van gebouwde of ongebouw de eigendommen in de bebouwde kom der gemeente, die, wan neer de straten glad zijnniet binnen een half uur na het tot waarschuwing bestemde luiden van de klok 's morgens te half negen uur de openbare straat nevens die eigendommen ter breedte van ten minste vijf decimeter met zand, zaagmeel turfmolm of iets dergelijks bestrooit, wordt gestraft met geld boete van ten hoogste vijf gulden. Art. 71. Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden hij, die langs de openbare straat 1°. hoornvee drijft of laat losloopen 2°. meer dan drie stuks hoornvee leidt. Art. 72. Hij die schapenlammeren of kalveren langs de openbare straat gekoppeld drijftwordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden. Art. 73. Hij die een rij- of voertuig doet besturen door een persoon beneden den leeftijd van zestien jaren wordt gestraft met geld boete van ten hoogste vijftien gulden. Art. 74. Hijdie binnen de bebouwde kom der gemeente sneller dan in matigen draf rijdt of bij het wenden om den hoek van eene straat of gracht niet stapvoets rijdtwordt gestraft met geld boete van ten hoogste tien gulden. Deze bepaling is niet van toepassing op de dienstverrigtingen van militairen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1887 | | pagina 29